BLOEMDOLLEHUIEELDE.
Buitenlandsche Revue.
I
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Dl. V. D. DIESFF
1
/hofstede”
B Grootzand 18 - SNEEK
L- Telefoon 3054
heeft ook steeds voor-
|J radig alle nummers
H Injectiespuiten
W en -Naalden
Stadsnieuws.
Uit den Omtrek
pVCITEAL
r UITSLACIN
32^Ê Jaargjang
Woensdag 6 Mei 1936
No. 35
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
waarin opgenomen
Officieel orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12
en
ARUM.
KIMSWERD.
Advcrtentlön per regel:
Woeusdagsuummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prys.
VeiHchflnt Dinsdags-
Vr^jdagsavonds.
Speciale inrichting voor
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
waarop de Keizer van Abessinië meende
te mogen vertrouwen in naam van de
gerechtigheid. Door Italië uitgejouwd en
bespot, door Abessinië veracht, in het
oog van duizenden kleurlingen verne
derd, zal het de Engelsche diplomatie
niet gemakkelijk vallen in dit eeuwigdu
rend gemarchandeer nog een dragelijk
figuur voor de volkerenopinie te slaan.
Onder leiding van het Hoofd der O.
L. School alhier werd een ouderavond
gehouden. Als leden der oudercommissle
moesten aftreden de heeren W. Smits en
R. Hoogeveen. Voor hen in de plaats
werden benoemd de heeren S. D. Boot-
sma en M. M. van Straten.
Aangezien het leerlingenaantal bene
den 81 is, moet de derde leerkracht aan
de koopprijs half in geld, half in goede
ren gesteld. Een vierendeel Witte Kro
nen (bollensoort) werd bijv, eens ver
kocht voor f 525 met bijlevering van vier
vette koeien. Twee pond Zwitsers voor
f 1200 en „een quartael pruymen” en
binnen 14 dagen nog f 1400. Een pond
Gele( Kronen (Jing van de hand voor
f 800 en laken voor een pak met mantel
„waerlick naer alle kenders over de acht
guldens de eile”; een pond Witte Kro
nen bracht f3200 en f200 op, alsmede
een zilveren schaal ter waarde van f60.
Vijf pond Gele Kronen gingen weg voof
f 375 per pond en een „paert met cales”,
alsmede twee zilveren bekers en f 150.
Aangeboden werden „sesthien morgen
landts, waerdich naer taxatie van goede
luyden 16000 guldens voor sooveel tulp
bollen van dier waerde, mids dat de le-
veraer van de tulpbollen alle jaren sal
moeten aannemen de afzetten en de ver
vallen daer af vijf jaer ghedurende, tot
vijfde part van de capitaal Somma”; een
Gouda van 111 azen bracht f 700 op, „als
de leverantie gheschiet, nu ghereet voer
roosenobels met een ijsslede, sadel ende
tooms, hetgheen tot een paert behoeft”.
Een verbeterde Spinnekop-bol van 400
azen ging van de hand voor f700.
„midts hem vereerende hondert schep-
pont Edamse kaese daedelyck”.
Men ziet tot welke waanzinnige exes-
sen een en ander aanleiding gaf. Natuur
lijk kon een débacle niet uitblijven.
Schulden werden gemaakt, het crediet-
wezen raakte in het gedrang.De pa
niek was algemeen.
Den 24sten Februari 1637 vergaderden
de Hollandsche bloemisten en troffen n
accoord, waarbij werd bepaald, dat alle
koopen van tulpen, vóór November 1636
gedaan, geldig zouden zijn, doch dat na
dien datum de kooper de transactie zou
mogen royeeren, mits hij 10 ten honderd
aan den verkooper gaf voor rouwkoop
en dezen de bollen liet. Nu was het
spoedig met de excessen gedaan, som
migen hadden er zich door verrijkt, an
deren waren arm geworden en de mees
ten, die er zich in gestoken hadden, her
dachten met hartzeer hun vorige weelde
en verlies van tijd.
Gelukkig zijn die tijden thans veran
derd en kunnen we gerust ons bloemetje
koopen bij een tocht langs de bloeiende,
schitterende velden, de oneindige kleur-
vakken, die Holland zoo beroemd ge
maakt hebben. Of langs de deur, waar
weldra de manden der bloemverkoopers
een weelde van prachtig-gétinte, lang-
gesteelde tulpen zullen vertoonen. Nu
kunnen we gerust een bloemetje koopen,
zonder ons halve huishouden te moeten
„bijleveren”..1
We behoeven de routes wel niet meer
op te geven, die bekend staan om hun
fraaie vergezichten over de bljoeiende
velden. Wie per trein van Den Haag
naar Amsterdam of omgekeerd reist, ziet
reeds een pracht van kleuren langs den
spoorbaan; autobussen rijden dagelijks
door de allermooiste gedeelten van het
bollenland. En de tulpen zijn niet een
zaam: hyacinthen en narcissen houden
hen gezelschap.
De tulp, naar beweerd wordt, als wil
de plant reeds aan de Grieken en Romei
nen bekend, werd naar West-Europa ge
bracht vanuit Turkije, alwaar men deze
bloem den naam had gegeven van tuli-
pend, dat „tulband” beteekent, omdat
men er eenige overeenkomst in vond
met het nationale hoofddeksel der Oos-
tersche volken.
Angerius Ghiolinius Busbeynius, die in
1554 te Constantinopel als afgezant van
keizer Frederik I bij den sultan Soliman
II optrad, was de eerste, die in een
schrijven gewaagde van deze bloem, die
zeer zijn bewondering opwekte. Toen de
Zwitsersche geleerde Conrad Gesner in
April 1559 te Augsburg kwam, trof hij
daar een exemplaar van de tulp aan, ge
kweekt uit een bol of uit zaad, dat uit
Constantinopel kwam en in 1561 be
schreef hij deze bloem, zoodat de aan
dacht der deskundigen erop gevestigd
werd. Uit erkentelijkheid heeft men aan
de in die dagen het best bekende tulpen
variëteit den naam gegeven van tulipa
gesnaria of Gesner-tulp. In 1573 kwam
de beroemde Fransche geleerde Charles
de Lecluse of Cluvius, zooals hij op de
toen gebruikelijke wijze in het Latijn
werd genoemd, naar Weenen, waar hij
bestuurder werd van de Koninklijke tui
nen. In aanraking gekomen met hooger
genoemde Busbeynius, hadden de twee
geleerden het voorrecht in het bezit te
komen van eenig tulpenzaad, insgelijks
uit Turkije afkomstig en gezamenlijk
begonnen ze naar deze bloem onderzoe
kingen te doen. Nu wordt beweerd, dat
Cluvius in 1575 op zijn beurt eenig zaad
naar Holland zond, dat hier veel belang
stelling ontmoette en waaraan geleerden
groote aandacht schonken. Zoo is de
bloem, die later bij uitstek de nationale
zou worden, hier in ons land gekomen,
naar men zegt. Er was heel wat op
schudding te Amsterdam, toen aldaar bij
den apotheker Walich Zieuwechtz de
eerste tulp te zien was, waarvan be
halve den bevalligen vorm vooral de
schitterende kleur werd bewonderd.
Voorloopig bleef het echter bij deze eer-
stelinge, totdat Cluvius, in 1592 tot
hoogleeraar in de plantkunde te Leiden
benoemd, zich geheel overgaf aan het
kweeken der tulpen en door goede ver
zorging erin slaagde de variëteiten voor
te brengen, zooals gepanacheerde of ge
vlamde tulpen. Voor dien tijd had men
nog slechts roode en gele tulpen.
Cluvius vroeg grof geld voor zijn nog
zeldzame bollen, zoodat slechts enkele
ultra-millionairs zich de weelde van een
tulp konden veroorloven, wat de oorzaak
ervan was, dat men een complot smeed
de om Cluvius’ kweekproducten te ste
len. Cluvius was hierdoor zoo ontmoe
digd, dat hij geen lust meer had opnieuw
te beginnen. De roovers daarentegen de
den hun uiterste best hun verzameling te
vermenigvuldigen en enkele jaren later
waren er dan ook over het geheele land
tulpen te vinden. Wel is waar nog maar
weinig in getal, maar daardoor werd
juist het verlangen geprikkeld om tot ei
ken prijs een exemplaar te bemachtigen.
De dwaaste, de ongerijmdste en krank
zinnigste verhalen zijn hieromtrent be
kend. Tulpomanie werd de ziekte ge
noemd.
Van 2 tot 5000 gulden betaalde men
voor één enkele bol. Een matroos, die
lang op zn reeder wachtte, besloot om
den tijd te dooden, maar vast zijn boter
ham op te eten. Hij zag eenige uien lig
gen en dat leek hem een goede toespijs.
Hij nam er een en beet erin, vond hem
te bitter en wierp hem weg. Hij herhaal
de de proef tot elf maal toe, toen de
reeder kwam die dadelijk bemerkte wat
er aan de hand was. De matroos had
zich vergast aan unicums en dat ontbijt
kostte den reeder ruim f30.000.Men
verkocht de bollen per „aas”, een oud
gewicht van 4.8 cgr. Twee en dertig azen
vormden een „engel”, en 20 engels had
den het gewicht van een ons. Doch in
die maten was nog wel eens verwarring.
Later had een aas het gewicht van een
pond! Niet altijd betaalde men de bollen
uitsluitend met geld. Meer dan eens was
HET KAATSSEIZOEN 1936.
Onder de 18 spelers die dit jaar het
eerst voor de uitnoodigingspartijen in
aanmerking komen, treffen we dit jaar
ook twee Bolswarders aan, n.l, K. Fal-
kena en W. Bosma.
BENOEMING.
Wegens vertrek van den heer Y. J.
Heeg, alhier, is benoemd tot mede- Di
recteur van de Vereeniging „Spaarbank
te Bolsward” de heer Johs. W. Bruin-
sma.
gasten handig weet te profiteeren en zijn
club met een harde schuiver de leiding
geeft. O-l.
Hoewel „Vooruit” de wiind in haar
voordeel heeft is het CAB die de meeste
aanvallen onderneemt, welke echter zeer
slordig worden afgewerkt.
Ook is vrouwe Fortuna eenige malen
op de hand van de gasten en tweemaal
wordt een bijna zeker doelpunt nog op
het laatste nippertje weggewerki.
Na een half uur spelen weet de rechts
buiten uit een voorzet van links de ge
lijkmaker te scoren. 1-1.
Even daarna krijgt de linksbuiten der
gasten een kans van den dag, maar komt
op het critieke moment te vallen.
Met 1-1 gaat de rust in.
Na de thee heeft CAB de wind mee,
en onderneemt verschillende aanvallen,
waarbij de keeper der gasten geen solie-
de indruk maakt.
Uit ’n goed doorgegeven bal weet de
spil van CAB al spoedig de stand op 2-1
te brengen.
De vreugde is echter van korten duur,
als de rechtsback een der spelers van
„Vooruit” in het strafschopgebied ruw
ter zijde zet, wijst de scheidsrechter zeef
terecht naar de bewuste stip, en onhoud
baar wordt de stand weer gelijk. 2-2.
Dan is het woord weer aan CAB en
wordt de druk op het doel der gasten
steeds grooter.
Toch wordt nummer drie al Op een
zeer gelukkige wijze in het net gedepo
neerd. Door slecht uittrappen van den
keeper weet de midvoor de bal direct te
bemachtigen en verzuimt niet de bal in
het verlaten doel te schieten. 3-2.
Na verloop van enkele minuten be
machtigt linksbuiten van Nus de bal en
van groote afstand verdwijnt de bal in
de linkerbovenhoek, 4-2. De gasten zet
ten er thans alles op, doch de achterhoe
de van CAB houdt stand en eenige malen
weet de keeper keurig te redden.
Als de scheidsrechter einde fluit, heeft
CAB een zwaar bevochten zege behaald.
De scheidsrechter en beide neutrale
grensrechters hebben zich zeer goed van
hun taak gekweten. Hier is een woord
van lof wel op haar plaats. Van de spe
lers van CAB noemen wij eerst de doel-
verdediger, deze is zijn plaats onder de
lat volkomen waard.
Ook de linksback was als steeds zeef
goed, wat ook van de spil gezegd kan
worden. Van de voorhoede kunnen wij
de linksbuiten van Nus en de midvoor
Schukken noemen. De rechtsbuiten heb
ben wij wel eens beter gezien. Ook staat
deze speler geregeld buitenspel.
De club uit Menaldum bestaat uit
harde werkers, de beide backs, midvoor
en linksbuiten waren goed te noemen.
AANGENOMEN.
4 Mei 1936.
Heden kwam bericht in van Ds. Ca-
dée te Zweeloo (Dr.) dat hij het beroep
naar de Ned. Herv. Kerk alhier aan
neemt.
30 April 1936.
Hedenavond werd alhier de jaarver*
gadering gehouden van ingelanden, be
trokken bij de bemalingen van het wa
terschap Kimswerd en der bizondere lig
gers.
Herdacht werd het overlijden van het
bestuurslid den heer Feikema.
De heer W. K. Postma (aftr.) werd als
bestuurslid herkozen. De rekeningen
1935- 1936 werden vastgesteld tot een to
taal aan inkomsten en uitgaven van
f4150.83 en f3953.41. Het uitgevoerde
slatwerk in werkverschaffing werd
goedgekeurd. De begrootingen 1936-’37
werden vastgesteld tot een totaal bedrag
van f 4170.73. De omslag van de bema
ling van Bierma’s opvaart, Postma’s
opvaart werd verhoogd met f0.40 per
geklassificeerde H.A. De Hoogewierster
brug werd verlaagd tot f0.50. In de
commissie tot nazien der rekeningen
19361937 werden benoemd de heeren
S. Brunla, J. Ooinga en S. Sipma.
ESPERANTO-CURSUS.
Afgeloopen Dinsdag had de laatste
bijeenkomst plaats van de door Volks
onderwijs georganiseerde Esperanfo-
cursus. Na behandeling van de nog res-
teerende lessen hield de cursusleider, de
heer S. de Vrij, een inleiding over het
onderwerp: „Tot welke organisatie be-
hooren wij?”
Uitvoerig betoogde inleider allereerst
de noodzakelijkheid van landelijke orga
nisatie, omdat men als afzonderlijk
staand individu, zonder landelijk ver
band, practisch nooit iets tot stand kan
brengen. Het is jammer dat we echter
niet direct een keuze kunnen doen, niet
omdat er geen keuze genoeg is. In het
kleine Nederland alleen bestaan zooveel
organisaties, dat men ze op de vingers
van één hand niet kan tellen. Zoo zijn
er katholieke <n protestantsche orga
nisaties op religieus gebied en verschil
lende arbeidersorganisaties op politiek
gebied. Dezelfde „hokjesgeest” die er in
Holland heerscht op godsdienstig en
sociaal terrein weerspiegelt zich ook in
de „eenheidbrengende” taal Esperanto.
Als wij ons dus hier in Bolsward zouden
organiseeren, volgens onze politieke of
godsdieristige overtuiging, dan kregen
we al dadelijk vier vijf afzonderlijke
clubjes elk met twee of drie leden, juist
omdat deze cursus bevat vogels van ver
schillende pluimage. Volgt men eenmaal
dat scheiding brengende beginsel, ook
wat betreft Esperanto, dan moet men lo
gischer wijze vervallen tot excessen.
In Duitschland bijv, paste men de
Ariërparagraaf toe op de Duitsche Espe-
ranto-organisatie. De consequentie hier
van was dat de uitvinder van Esperanto,
of liever de samensteller, dr. Zamenhof,
van zijn eigen taal in Duitschland geen
aanhanger kon zijn, omdat hij... geen
Ariër was, maar Jood.
Wil men zulke excessen vermijden dan
mag men niet doorgaan met Esperanto
ondergeschikt te maken aan politiek of
godsdienst. Daarvoor heeft men gele
genheid te over om zich aan te sluiten
bij partij of beweging. Esperanto is er
om te vereenigen, niet om te scheiden!
Derhalve hooren wij thuis in een neu
trale Esperanto-organisatie, waarin zich
een leder kan thuis voelen, zonder on
derscheid. Waar men slechts het oog ge
richt houdt op intensieve propaganda
voor Esperanto om zoo de wereldorde
te bevorderen.
Na afloop van deze inleiding traden
alle leden toe op twee na, die zich nog
graag nader wilden oriënteeren.
Het bestuur van de Bolsw. Esperanto-
club „La Espero” is als volgt: J. Dijk
stra, voorz.; Sj. Buwalda, penn., F. Mol
secretaris.
Namens Volksonderwijs en cursisten
werd den heer de Vrij dank gezegd door
den heer Van der Pol voor de prettige
en leerzame lessen, die hij gedurende ’t
winterhalfjaar had gegeven.
VOETBAL.
C. A. B. inVooruit 4-2.
Het is CAB gelukt deze wedstrijd te
winnen en het heeft daardoor de kleina
kans om in de afdeeling te kunnen blij
ven, behouden.
Het elftal had dezelfde opstelling als
vorige week, alleen werd thans de mid-
voorplaats door Schukken bezet, wat ’n
verbetering bleek te zijn.
Na de aftrap ging CAB er direct van
door, doch de achterhoede der gasten
weet het spel te verplaatsen.
Er is nauwelijks vijf minuten gespeeld
of de rechtsback van CAB maakt een
grove fout, waarvan de midvoor der
De beteekenis van den 1 Mei
dag. De oorlog die er is en
die er komt De positie van
Engeland.
Dat is nog niet zooveel jaren geleden
dat de 1 Mei-viering door de Sociaal
Democratische volksgemeenschap uit
verschillende landen als een algemeenen
feestdag werd beschouwd en gevierd.
Wat is er sindsdien geweldig veel ver
anderd. Vertoonde die 1 Mei-viering
voorheen een zekere eenheid in zijn
doelstelling, nu is er niets anders dan
hopelooze verwarring.
In Duitschland heeft het Nat-Socialis-
me deze dag tot een nationale feestdag
gemaakt, waarbij natuurlijk bij deze ver
woede vijanden van het oude socialisme
niets is overgebleven van de oude sfeer,
waarin die 1 Mei-dag voorheen gevierd
werd.
Ook in Rusland is de 1 Mei-dag een
Staatsfeestdag geworden, maar ook hier
is van de oude partijleuzen niets over
gebleven. Nog nooit in de geschiedenis is
deze dag onder ongunstiger perspectie
ven voorbijgegaan. Duitschland viert op
dezen dag de vernietiging van het
Marxistisch socialisme en de grondves
ting van de nationaal socialistische een
heid. Rusland viert deze dag onder den
druk van het opkomende Duitsche im
perialisme, dat onder het mom van een
streven naar den vrede zich tracht te
bewapenen, zóó sterk, dat niet alleen
Rusland met bezorgdheid deze toebe
reidselen tegemoet ziet.
Zelfs met ’t meest mogelijke optimis
me is het ons niet mogelijk de geweldige
dreiging van een komenden oorlog weg
te cijferen. Laten we even in vogelvlucht
(want voor elk land is een studie van
enkele kolommen druks nog niet genoeg)
de situatie, zooals deze zich thans aan
ons oog voordoet, opnemen.
De 1 Mei-dag in Duitschland, de dag
van de jeugd. Wat bedoelde Hitler toen
hij bij de groote jeugddemonstratie in
het stadion zeide: Wat thans allereerst
noodig is, zijn jongens en meisjes, die
later sterke mannen en vrouwen kunnen
zijn. Wat wil Duitschland met deze
sterke mannen en vrouwen doen? Een
antwoord geeft het Russische hoofdor
gaan: Duitschland, aldus dit blad, tracht
de grootste militaire staat in het leven
te roepen, waardoor het Oostenrijk,
Tsjecho-Slowakije zal kunnen onderwer
pen en een voortdurende bedreiging
vormt voor Frankrijk en ook Rusland.
De spanning in Oost-Azië neemt
eveneens met den dag toe. Wie zal Japan
een halt toeroepen in zijn veroverings
zucht in China en dan ten slotte Italië,
het gesprek van den dag. I oe lang nog
zal Abessinië de motorisch kracht van
het Fascisme kunnen weerstaan? Verra
den door de wilde stammen rondom hen,
maar ook verraden en verkocht door den
Volkenbond doolt de keizer van Abes
sinië hulpeloos rond en tracht nu mis
schien op Fransch koloniaal gebied het
leven te redden.
Het is moeilijk uit de zoo geweldig
tegenstrijdige berichten de juiste waar
heid te distilleeren. Zal Abbis Abeba nog
worden verdedigd? Zal het overgebleven
Abbessijnsche leger zich terugtrekken in
de bergen ten westen van de hoofdstad?
Zal de Negus, ten einde raad, een ont-
eerende vrede moeten sluiten? Het zijn
allemaal vragen die aan de hand van de
binnenkomende berichten niet met eeni
ge zekerheid opgelost kunnen worden.
In Italië maakt men zich reeds klaar
tot een geweldige feestviering op den
dag dat de Italiaansche troepen Addis
Abeba bereikt zullen hebben. We hebben
daarstraks enkele sterke woorden gebe
zigd ten opzichte van den Volkenbond,
maar toch niet te sterk. Wat is of was
eigenlijk de Volkenbond ten opzichte
van de kwestie ItaliëAbessinië? En
geland en nog eens Engeland. Wie heeft
de economische sancties doorgevoerd?
Engeland. Wie heeft gedreigd met
militaire sanctie? Engeland Wie
(stuurde ee,n vloot v|an meer dan 150
schepen naar de Middellandsche Zee om,
gelijk reeds zoo dikwijls gebeurd is, de
betrokken mogendheid wat meer respect
voor de Engelsche diplomatie in te boe
zemen? Engeland. En wat is het re
sultaat?
In October 1935 beantwoordde Mus
solini het zenden van de Engelsche vloot
met het bombardement van Adoeaen
nu in Mei 1936 is de positie, die die
zelfde Engelsche vloot in de Middelland
sche Zee inneemt, verre van rooskleurig.
Velschillende kustplaatsen zijn door
de Italianen belangrijk versterkt. Een
vloot van 400 vliegtuigen ligt gereed
Malta en Gibraltar te vernietigen. Binnen
vier en twintig uur kan Italië een linie
van 1000 mijnen uitstrooien, waardoor
de Engelsche vloot als het ware ten on
dergang gedoemd is. Wat zal Engeland
tegen deze voortdurende bedreiging van
zijn koloniaal bezit doen? Zal het de
militaire sancties kiezen om alsnog zijn
figuur te redden? Dan beteekent het on
vermijdelijk oorlog.
Mussolini zal nu in de overwinnings
roes van het Abessijnsche conflict hun
keren naar een nieuwe tegenstander,
weer een veld van eer, waarop weer dui
zenden en duizenden als slachtoffers van
de hoogmoedswaanzin van Mussolini
zullen vallen.
Wat een droeve figuur slaat daarnaast
Engeland, het machtige Albion, in het
oog van millioenen kleurlingen, de
machtige en onverwinlijke. Engeland,
GESLAAGD.
2 Mei 1936.
Aan de vakschool voor meisjes te: Fra-
neker slaagde o.a. voor het diploma
costuumnaaien mej. Tjitske Rienks al
hier.
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELER 86
I
l
Leesgeld fr. p. p. per half jaar 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct.
Voor het Buitenland f7.- per jaar.
Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal.
I
DE JONG s NIEUWSBLAD