Buitenlandsclie Revue.
1
De Bolswardsche Courant en Westergoo
III. II. IIIERFF
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
Pinksterbruiden en
Pinksterblommen.
Uit den Omtrek
Stadsnieuws.
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12
32^ Jaargang Woensdag 27 Mei 1936 No. 41
I
I
en
A
I
1.
iO
r,
•>-
a
Advert on tiöu per regel:
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prtfs.
n
:s
Verschijnt Dinsdags-
Vrydagsavonds.
O, roep mij morgen, moederlief! bij
d’eerste schemering op I
O morgen is’t een blijde dag, dan stijgt
m’n vreugd’ ten top,
Geen schooner is er, moederlief! Geen
schooner ooit geweest
Want morgen ben ’k Pinksterbloem en
Koningin van ’t feest!
In den regel werden zij fraai versierd
met bloemen en omdat het een onschul
dig vermaak was met een diepe betee-
kenis, hingen de vrouwen van het dorp
hun schoonste gouden en zilveren, sie-
„HAEGSCHE MEIDEN, HUN TRONY
VOL MOUCHES”!
„PINKSTERBLOMLOOPEN” IN
AMSTERDAM!
Speciale inrichting voor
DE ELFSTEDEN RIJWIELTOCHT.
Het loopt de laatste dagen druk met
de aangifte voor onze Elfstedentocht en
de verwachting is gewettigd dat het aan
tal deelnemers dat van het vorig jaar zal
evenaren.
Bij de reeds toegezegde prijzen kwam
dezer dagen een zilveren lauwerkrans,
aangeboden door den heer A. J. Osinga.
Als nieuwe attractie voor het publiek
in Bolsward zullen de verschillende tij
den van aankomst op de controleposten
vanuit hotel de Wijnberg worden be
kend gemaakt.
Nadere bijzonderheden a.s. Zaterdag.
1.
'8
15
o
'0
O
I-
k
•5
>0
KAATSEN.
Het partuur door onze Kaatsvereen.
Bolsward aangewezen voor de bonds-
partij te Franeker, bestaat uit de h.h. K.
Falkena, C. de Waij en W. Bosma.
Berlijn bereid zijn, het verdeelen van ’t
koloniale bezit der kleine landen onder
de groote mogendheden, Duitschland
inbegrepen, in de hand te werken. Ro-
soni werd verzocht naderen uitleg te ge
ven en hij aarzelde niet, de koloniale
bezittingen van België, Nederland en
Portugal te noemen.
medewerking van den Bond voor Staats
pensioen.
Door Burgemeester en Wethouders is
bereids toestemming verleend tot het
houden van een collecte die dezer dagen
zal gehouden worden. Terwilie van onze
oudjes (die wanneer ze dit stukje lezen,
zich weer zullen verheugen op een pret
tige middag) hopen we dat deze collecte
moge slagen.
De te verwachten groote aangifte
(waarvoor nadere datum en plaats zal
worden medegedeeld) zal het noodig
maken, naast de welwillend beschikbaai
te stellen particuliere auto’s, verschillen
de autobussen te huren, bovendien moe
ten we de oudjes ook eens kunnen trac-
teeren.
Naast de giften, groot en klein, in geld
worden giften in natura in den vorm
van sigaren, koekjes, enz. dankbaar aan
vaard. Een speeciaal beroep meenen we
te mogen doen op de jongere menschen.
Gij, die zoo dikwijls een gulden uitgeeft
voor uw eigen genoegen, maak het nu
eens mogelijk de ouden van dagen een
onvergefelijke middag te bezorgen. We
behoeven u niet te vertellen dat uwe
gave ten hoogste gewaardeerd wordt.
Een stille handdruk van een der oud
jes, een spontaan briefje van een groep
anderen, of de gelukkige glimlach op de
gerimpelde gezichten, wanneer bij de
thuiskomst vrienden en kennissen wor
den toegewuifd zeggen ons meer dan
woorden. De dank voor uwe milde gave.
JUBILEUM SJERP VORMEER.
Den 19den Mei was het 45 jaar gele
den dat de heer Sjerp Vormeer als aan
komend zetter in dienst trad «van de
fa. B. Cuperus Azn., voorheen te Bols
ward, sedert enkele jaren gevestigd te
De Bilt.
Des morgens vond in de werkplaats
van de firma een kleine, maar treffende
huldiging plaats, waarbij de heer Vor
meer door de eigenaresse der firma, Me
vrouw C. W. Hommes-Taconis werd
toegesproken en een enveloppe werd
overhandigd, terwijl ook namens het per
soneel de heer Vormeer werd gehuldigd.
AUTOTOCHT OUDEN VAN DAGEN.
Het vorig jaar werd door het bestuur
van den Bond van Staatspensioen aan
de tweet commissieleden, dfie hier ter
stede enkele autotochten voor ouden van
dagen hebben georganiseerd, de vraag
gericht of deze commissie ook dit jaar
voor een dergelijke tocht zou willen
zorgen.
De zomer was toen reeds te ver ge
vorderd om nog plannen uit te werken,
bovendien moest naar het oordeel van
deze commissie deze tocht in het ver
volg ondernomen worden door een vaste
reeds bestaande vereeniging.
Na gehouden besprekingen bleek de
Permanente Feestcommissie bereid deze
tocht te organiseeren, met welwillende
24 Mei 1936.
Ds. W. F. Golterman, Doopsgez. pre
dikant bij de Doopsgez. gemeenten Wit-
marsum-Pingjum en Makkum, hield he
denmorgen voor de gem. Witmarsum-
Pingjum een afscheidsdienst
Tot overdenking had ZijnEerwaarde
gekozen: de brief van Paulus aan de Ro
meinen 16e vers: Het Evangelie is een
kracht Gods, tot behoud voor een ieder
die gelooft.
Bij het afscheid is het een behoefte
rekenschap te geven in den tijd die wij
met elkander mochten doorbrengen. Bo
venal het wezen van de eerediensten van
het verkondigen van het Evangelie. Door
en door is het mij duidelijker geworden
dat ’t gaat om het Evangelie. Wij moe
ten leeren naar God te luisteren, boven-
VERGADERING van den Raad, die ge
houden zal worden op Donderdag
28 Mei a.s. des avonds 7 uur ten
Stadhuize.
Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot onderhandse verpachting
van een perceel viswater aan Gebr. Frit-
sma te Winsum.
2. Alsvoren tot het verlenen van eer
vol ontslag aan IJ. Zwierstra als onder
wijzer aan de openbare U. L. O.school.
3. Alsvoren tot overneming van en
kele perceeltjes grond aan het Klein-
zand.
4. Alsvoren tot verhoging van de ge
raamde kosten van verbetering van de
weg Bolsward-Hichtum, enz.
5. Alsvoren tot verbouwing van het
Pasver.
6. Benoeming lid Adviescommissie
vöc»r de Werkloosheidsverzekering.
WITMARSUM.
De internationale toestand
nog onzeker. De Engel
sche bewapening. Duitsch
land en onze koloniën.
We herinneren ons uit een der buiten-
landsche overzichten van dit voorjaar de
bewering, dat, hoe ook de oorlog in
Abessinië zou eindigen of wel ten gun
ste van Italië of wel voor Abessinië er
steeds zou blijven dit rassenprobleem,
die strijd tusschen blank en zwart.
Was het Abessinië gelukt de Italiaan-
sche troepen zoolang op te houden dat
de financieele weermacht van Italië was
uitgeput waardoor dat land was ge
dwongen den oorlog onbevredigd te ein
digen dan had men gekregen een op
bloei van het zelfbewustzijn van deze
zwarten en het gevaar dat men ook in
andere streken de niet altijd prettige
voogdij van de blanke wereld van zich
zou afschudden.
Nu deze berekening geheel is wegge
vallen en Italië het geheele Abessinische
rijk heeft geannexeerd, komt het andere
verschijnsel naar boven.
Het tweede deel van dit rassenpro
bleem, n.l. de haat tegen alles wat blank
is.In Ethiopië en zeker die gedeelten,
welke nog niet door Italiaansche mitrail
leurs verdedigd worden is het leven van
de blanken niet erg veilig meer. De be
zorgdheid voor het leven en de eigen
dom van de vele in dat land wonende
Europeanen vindt voor een deel zijn oor
zaak in de groote onzekerheid waaron
der men daar leeft. Is het Ethiopische
rijk nu werkelijk gdjheety vervalleen en
heeft de keizer met het natuurlijk in
stinct van de ratten het zinkende schip
verlaten?
De wereldgeschiedenis van de laatste
20 jaar heeft ons meerdere voorbeelden
DE BLAUWE WEEK.
Gisteravond werd de Blauwe Week-
actie alhier ingezet met een openlucht
samenkomst op het Hengstepad en en
kele andere punten van de stad.
De heer Nawijn opende deze Blauwe
Week met er op te wijzen, dat geduren
de deze week de beginselen van de
drankbestrijding zullen worden uitgedra
gen en vraagt aller medewerking, inzon
derheid door het koopen van het blauwe
bloempje.
De eerste spreker van dezen avond,
Ds. Jansma van Makkum, is van meening
dat het vraagstuk der geheelonthouding
een zaak is die gaat buiten alle beginse
len om. We zien allen de treurige gevol
gen van het drankmisbruik en daardoor
reeds zijn we verplicht de strijd tegen
dit misbruik aan te binden. Een groot
gevaar bedreigt in onze dagen deze strijd
en wel de wetenschappelijke bestrijding
door de tegenpartij.
Spreker vergelijkt hier de drankbe
strijding met een boom in volle bloei.
Juist dan is het de tijd van vruchtzetting
en in deze periode dreigen de grootste
gevaren. Een goed geheelonthouder moet
ook een groot idealist zijn en dit Is in
onze samenleving zeer moeilijk. We zijn
het er allen over eens dat de drank een
groot maatschappelijk kwaad is, daarom
moeten we ons met volle kracht geven
aan het ideaal der drankbestrijding tot
zegen van anderen en voor ons nage
slacht.
De tweede spreker, de heer Cor Hibma
van Arum, wijst op enkele vooroordeelen
die men nog dagelijksch ontmoet, vooral
het woord vrijheid wordt nogal eens ge
noemd.
Maar we kunnen de 60.000 dronkaards
in ons land toch niet onder de vrije men
schen rekenen. Ook niet de talrijke groe
pen die door het alcoholisme ten gronde
gaan. De tuberculose, de gevangenissen,
de gestichten voor zwakzinnigen geven
ons geen hoogstaand beeld van die vrij
heid. Alleen de daad van onthouding zal
ons in werkelijken zin vrij maken.
De zangvereen. „de Blauwe Vaan”
zong vooraf enkele liederen.
Woensdagavond optocht. Route als
volgt: Afmarsch Hengstepad, De Dijk,
Sneekerstraat, Gysbert Japiksstraat, Hid
Herostraat, Hid Hero-plantsoen, Cnos-
senlaan, geheele Turfkade, Harlinger-
straat, 1ste Holl.straat, 2de Holl.straat,
Verwerstraat, Harlingerstraat, Dijkstraat,
Gr. Markt, Rijksstraat, Gr. Dijlakker, Ba-
gijnestraat, Groot Kerkhof, Kerkstraat,
Jongemastraat, Hengstepad, waar de
ontbinding door Ds.'Zijlstra plaats vindt.
raden aan het meisje, dat het fonkelde
en de zonnestralen eraf spatten. Het
spreekt vanzelf, dat dit feest nooit het
onschuldige karakter zou blijven behou
den. De ouderen maakten er een soort
kermis van, waarbij zij terdege de blom
metjes buiten zetten; weldra ontaardde
het Pinksterbloemloopen in braspartijen;
het jonge volk ging zich aan uitspattin
gen te buiten en ook de vele vechtpar
tijen moeten de reputatie van het feest
hebben neergehaald.
Van lieverlede werd ’t Pinksterbloem
loopen verboden, daar de politie geen
toezicht meer kon houden op alles wat
er gebeurde en het feest ontaardde in
een groote bedelpartij. Vroeger verza
melde de Pinksterbloem giften en gaven,
welke later werden verdeeld. Vele men
schen die in het geheel niet met de ver
wordenheid sympathiseerden gaven niets
en hielden dochters en sieraden thuis,
zoodat er van zelf het bedelen bij kwam,
dat door de meisjes uit den armen stand
werd verstaan. Ook werd er vaak mei
oneerlijke middelen om gestreden, wie
de Pinksterbloem zou mogen worden. De
Haagsche Mercurius van 1698 verhaalt
het volgende: „Wederom begint de
Pinksterbloem zich met al hare uitbun
digheid te vertoonen. Onder anderen ver
nam men een groote meid, met haar tro-
ny zoo vol met mouches, dat zij veel
geleek op een opgesneden suster met
krenten”.
Zoo ziet men, dat dank zij poeder ook
oudere dames voor de verkiezing van
schoonheidskoningin in aanmerking kon
den komen, hetgeen trouwens vandaag
den dag nog mogelijk is.Maar laten
wij bij het Pinksterfeest blijven: in 1612
werd te Amsterdam het „Pinksterblom-
loopen” verboden en de schout en zijn
makkers kregen opdracht, om als boete
een der schoonste sieraden van de Pink
sterbloem af te nemen. De menschen
werden toen wel wijzer en gaven de
Pinksterbloem nog slechts waardelooze
voorwerpen en linten mede. De Haag
sche Pinksterbloem was, volgens ten
Gouw, altijd zeer „hoofdsch” opge
tooid.
Toenmaals werd de Haagsche Pink
sterbloem afgebeeld „als gaande te voet
en haar twee staatsiejuffers dragende
een duif op een presenteerblad”.
Langzamerhand werd het Pinksterloo-
pen ook in andere steden verboden,
meestal op straffe van flinke boete, en
thans vindt men er vrijwel nergens meer
iets van terug. Alleen in Schermerhorn
is het feest nog lang bewaard gebleven.
„Zij was behangen met twintig zilveren
tuigen, tien zilveren beugeltasschen, drie
beugeltasschen en vijfentwintig gebarn-
steende als bloedkoralen kettingen. Zij
had in de rechterhand een zilveren bel
waar zij op fluite, wanneer de giften
van de omstanders werden ingezameld.”
Slechts in enkele steden gaan de ver
sierde kinderen nog rond, maar dit heeft
niets met het Pinksterloopen te maken.
Het woord Pinksteren, velen zullen het
wel weten, is een verbastering van het
Grieksche Pentekoste, hetgeen vijftigste
beteekent. Het oude woord Sinxen, dat
onze voorouders nog wel bezigden, is
een verbastering van het Fransche Cin-
queme, hetgeen weer een verkorting is
van het Latijnsche Quinquegesima, na
men dus voor het door de Christenen
vijftig dagen na Paschen te vieren Pink
sterfeest.
In de eerste eeuwen was de geheele
periode tusschen Paschen en Pinksteren
een vreugdefeest; eerst in de vierde
eeuw werd Pinksteren een officieel kerk
feest, waarmee tevens was bedoeld, een1
heidensch feest te bedekken. Reeds de
Israëlieten kenden het Pinksterfeest, al
was dit onder een anderen naam, want
dan offerden zij aan Jahwe, de eerste
winst van den nieuwen tarweoogst
De bloemen zijn een grooten rol blij
ven spelen in de feestvreugden en daar
het in den regel mooi, warm weer was,
waren deze feesten veel uitgebreider dan
met Paschen, wanneer het weer nog
vaak koud kon zijn.
Daagsch voor Pinksteren werd in de
kerken weer water gewijd, welk wij
water een specialen kracht werd toege
kend. Op het feest zelfs weerklonk in de
kerken bazuingeschal, hetgeen het ge-
druisch moet voorstellen, waargenomen
door de Apostelen, toen zij in de zaal
bijeen waren. Bovendien liet men bran
dende papier- of andere snippers uit het
kerkgewelf omlaag dwarrelen, welke de
vurige tongen symboliseerden en enkele
witte los rondfladderende duiven, den
H. Geest.
Daar de duiven in den regel na losge
laten te zijn de kerk verlieten, of dat zij
zich op een onbereikbare plaats neerzet7
ten, en tevens ook, omdat een witte duii
maar een witte duif is, liet men in de
middeleeuwen boven het priesterkoor een
groote rijkversierde duif van hout zak
ken, welke daar eenige dagen bleef han
gen. Inplaats van de brandende snippers,
dwarrelden rozenbladeren omlaag, wel
ke door de kerkbezoekers werden opge
vangen en bewaard. Later, toen de
kerkboeken ingeburgerd begonnen te
geraken, legde men deze bladeren in de
kerkboeken, hetgeen in sommige streken
nog wel geschiedt, ofschoon men er de
beteekenis allang van is vergeten.
Met deze schoone plechtigheden heeft
men de kerk ’t oude, heidensche zomer
feest toch niet geheel kunnen uitroeien.
Want niet zoo lang geleden nog werd
in verschillende steden en dorpen van
ons land de z.g. Pinksterbloem rondge
dragen, een meisje, „rijk” versierd met
kleurige papieren en koperen ringen.
Welnu, dit is een overblijfsel van de
heidensche godin Flora, godin van den
zomer en de vruchtbaarheid. De Germa
nen droegen iemand, die de bijzondere
aandacht van het volk verdiende, rond
op een schild en vandaar, dat men de
Pinksterbloem, welke vele ouden van
dagen zelfs nog herinneren, op een
burrie werd rondgevoerd.
Zij was de personificatie van de
vruchtbaarheid, welke zich overal zoo
duidelijk in de natuur demonstreerde en
ook van de schoonheid, waarvan de tal
rijke bloemen en de bloeiende boomen
getuigden. Het huis van de Pinksterbloem
werd meestal met bloemen versierd, de
deuropening werd met de schoonste
bloemen afgezet en als alles gereed was
zongen de speelkameraadjes een liedje,
waarop het schoonste meisje van het
dorp of de stad naar buiten kwam en
zich op de burrie plaatste.
Dat de meisjes niet bepaald ongevoe
lig waren voor de verkiezing tot de
schoonste van de stad, blijkt wel uit het
volgend gedicht van Jacob van Lennep
die het weer van den dichter Tennyson
overnam:
waarin opgenomen
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELEF. 86
daarvan gegeven. Wat moet het voor de
getrouwe leiders en soldaten een bittere
ontgoocheling geweest zijn, toen hun kei
zer met medeneming van groote schatten
uit ’t land vluchte en ’t volk overleve
rende aan de woeste willekeur van een
roovende en brandstichtende bende. We
vragen ons af: Is het verzet nu werkelijk
zoo definitief gebroken? Zijn alle weer
bare mannen, die tot voor kort op het
Zuidfront zoo moedig stand hielden in
eens allen naar hun haardsteden terug
gekeerd? of wordt vanuit ’t Westen van
Abesslinië nog eejiigq tegenstand ver
wacht? Wanneer we de laatste berichten
uit Italië lezen dat er weer nieuwe troe
pen naar Oost-Afrika onderweg zijn,
beginnen we iets tot die laatste meening
over te hellen.
Die rassenhaat kweekt op meerdere
deelen van onze aardbol moeilijke pro
blemen. Wat gebeurt er bijv, in Pales
tina? De tegenstelling tuscshen Jodert
en Arabieren kan in Engeland niet zon
der bezorgdheid worden gadegeslagen,
juist omdat de Engelsche belangen zoo
nauw verbonden zijn aan de verschillen
de stroomingen in het groote Egyptische
rijk. Wil Engeland zijn superioriteit te
genover de Egyptische bevolking blij
vend handhaven, dan moet nu met vaste
hand de actie van de Arabieren worden
geleid en zoo mogelijk vernietigd.
Het schijnt, dat men in Engeland de
toestand in Egypte wat ernstiger gaat in
zien. Engelsche troepenversterkingen
zijn of reeds aangekomen of onderweg.
Vooral Jaffa schijnt een middelpunt van
deze Arabierenactie te zijn.
Deze onzekerheid in het Britsche ko
loniale rijk komt momenteel in Engeland
erg ongelegen en men zou haast tot de
veronderstelling komen, dat Italiaansche
agenten hier de hand in het spel hadden.
De strategische positie van Engeland is
door de verovering van Abessinië be
langrijk ingekrompen en binnen afzien-
baren tijd staat Engeland steeds bloot
aan een bedreiging uit Libië of Abessinië.
Die rivaliteit tusschen deze twee mo-
gencBeden Italië en Engeland is voor-
loopig het probleem waarom de geheele
internationale toestand draait.
Daarom wordt er in Engeland met
koortsachtige haast gewerkt aan de ver
sterking van de weermacht. De onlangs
benoemde minister voor de coördinatie
van de Engelsche defensie heeft dezer
dagen in het Lagerhuis een rede gehou
den, waarin hij wees op het verschil in
opvatting tusschen de oppositie en de
aanhangers der regeering.
Eerstgenoemden meenen, aldus de mi
nister, dat er iets onheilspellends zit in
de voorbereidingen, die het land thans
moet treffen, terwijl laatstgenoemden
er van overtuigd zijn, dat de Britsche
verdedigingsplannen geen enkel land ter
wereld zullen verontrusten, doch inte
gendeel de veiligheid in de wereld zullen
vergrooten.
De minister wees er verder op, dat
aangezien de defensiediensten gereed
moeten zijn om deel te nemen aan een
collectieve actie volgens het Volken-
bondspact, onder omstandigheden, wel
ke zich geheel onvoorzien kunnen voor
doen, een nieuwe factor is ontstaan bij
de problemen, verband houdend met de
eischen voor de voltooiing van het ver-
dedigingsstelsel.
Het oude stopwoord: „Wilt ge vrede,
bereidt U ten oorlog”, wordt in onzen
tijd weer van stal gehaald.
In gelijke mate als Engeland werkt
aan de nationale verdediging, zorgt ook
Italië voor zijn versterking als groot-
irogendheid. Het is hier de strijd tus
schen twee Middellandsche Zee-mo-
gendheden om de macht.
Naast deze groote problemen is het
andere nieuws uit Europa maar klein
werk. De verkiezingen in Frankrijk, in
België, zij trekken bij lange niet de aan
dacht die in normale internationale ver
houdingen hieraan geschonken zou wor
den en toch kan vooral de veranderde
politieke situatie in Frankrijk wel eens
het begin zijn van een geheel andere
richting en opvatting van verschillende
Europeesche problemen.
Ten slotte de besprekingen van de ge
delegeerde van Mussolini een zekere
Rossoni, te Berlijn gehouden. Een Bel
gisch blad doet hieromtrent sensationee-
le mededeelingen.
Rossoni zou duidelijk te verstaan heb-
gen gegeven aan de Duitsche onderhan
delaars, dat de uitlating van Mussolini
krachtens welke Italië zou zijn overge
gaan tot het kamp der mogendheden,
die voldaan zijn, slechts een list was om
de Engelschen in slaap te wiegen. Hij
zou er aan toegevoegd hebben, dat Mus
solini trouw blijft aan zijn ouden eisch
betreffende de herziening van alle ver
dragen.
De Italiaansche dictator zou in rui!
voor zekeren diplomatieken steun van
19
BB
I*
I
I
I
>n
V
i-
i-
I
sn
sn
r
i
I
I
I
I
Leesgeld fr. p. p. per half jaar 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal.
d-
r»
1»
t-
P-
DE JONG s NIEUWSBLAD