Buit enlandsche Revue.
ONZE GELEERDE KINDEREH.
DANCING
I
B.S. KEIZER - Tanflaris
BOLSWARD
GROOT ZOMERFEEST
V
De Bolswardsche Courant en Westergoo
DE DOELE, BOLSWARD
I
33g*g Jaargang
Woensdag 21 Juli 1937
No. 56
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat BOLSWARD
A.s. Donderdag
Stadsnieuws.
I i
Officieel orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 12
ZE WETEN VAN ALLES WAT.
En nergens genoeg van.
i
Balverwerpen (wedstrijd)
Md.
I
Dit no. bestaat uit 2 bladen.
Porto Binnenland l’/2 ct.
Buitenland 2^ ct.
Advertentiën per regel:
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
KONDEN ZE MAAR LEZEN EN
SCHRIJVEN.
Donderdag: De ruitertocht. Reeds zijn
ingeschreven een 60-tal ruiters.
Start 7 uur precies vanaf „de Doele”.
Rit door de stad langs Nieuwmarkt,
Schildwijk, Dijkstraat, Marktstraat, Pol
straat, Jongemastraat, De Dijk, Sneeker-
Zaterdag: De Wandeltocht Start 3 uur
vanaf „de Groene Weide”. Per boot
vanaf Kruiswater. Route over 25 K.M.
Eindpunt „de Groene Weide”.
Kanotocht: vertrek 4 uur vanaf Boer-
mans. Start bij „Florence”. Voor de rou
te zie men ons blad van j.l. Zaterdag.
Voor alle onderdeden is nog inschrij
ving mogelijk. Ieder, die dit nog over
weegt, haaste zich. Toont verder Uw
medewerkende belangstelling!
Zie nog de advertentie in dit nummer.
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
vanaf MAANDAG 26 JULI toten
met ZATERDAG 7 AUGUSTUS
afwezig
Exploitant KL. GALAMA
Vrijdag: De jeugdmarschen. Start bij
„de Groene Weide” om 5 uur. Eindpunt
op de Bargefenne. Voor de routes zie
men ons blad van j.l. Zaterdag.
’s Avonds 8.30 uur: Loop door Bols-
ward.
a. Afdeeling wedstrijd: route: Start
Dijkstraat, Blauwpoort, Kade, Gasthuis-
brug, Singel, Sneekerpoort, De Dijk,
Jongemastraat, Marktstraat, zelfde route
nog eens doch dan via Polstraat over de
brug en het eindpunt op de Appelmarkt;
b. afd. Vaardigheid; route: Start
Marktplein, Marktstraat, Rijksstraat, Gr.
Dijlakker, Veenbrug, KL Dijlakker,. Ba-
gijnestraat, Laag Bolwerk, Kade Gast-
huisbrug, Singel, De Dijk, Jongemastraat
Polstraat, Appelmarkt.
Het publiek wordt verzocht den lopers
goed ruimte te geven.
weg, dan over Hartwerd, Burgwerd,
Hichtum en Gr. Dijlakker naar het eind
punt weer bij „de Doele”.
Het publiek wordt verzocht mede te
werken dat geen ongelukken plaats heb
ben door de paarden niet te laten schrik
ken, terwijl tevens wordt verzocht de
stoet niet te volgen.
menteel een groote vraag; de hoop op
een vredelievende schikking is nog mo
gelijk.
We noemden daar juist Rusland en
willen in dit verband eens wijzen op ’n
campagne in dat land, die zoo stelsel
matig wordt uitgevoerd, dat men gerust
van een weloverwogen plan mag spre
ken. Reeds gedurende meer dan een jaar
worden in snel tempo alle buitenlanders
uit Rusland verwij.derd. Niet alleen di
plomatieke personen, ook musici, kun
stenaars enz. worden uit het land ver
bannen. Zelfs de buitenlandsche pers
ziet geen kans vertegenwoordigers bin
nen Rusland te krijgen, zoodat het ons
niet behoeft te verwonderen, dat al de
berichten, die tegenwoordig over Rus
land in de wereldpers gepubliceerd wor
den een sterk uitgesproken Russische
tendenz hebben. Wat daaronder ver
staan moet worden is onze lezers wel
bekend.
Wij zijn nu zoowat in Duitschland
aangekomen, dat hoewel in tegenstelling
met Rusland, toch wel eenige gelijkenis
gemeen heeft, maar wat in Duitschland
meer de aandacht vraagt, is de strijd
tegen de Kerk.
Protestant en Katholiek trekken daar
als één man op tegen de pogingen van
de Duitsche regeering, de kerk aan het
staatsgezag ondergeschikt te maken.
Voor Hitler hebben ook andere Duit
sche staatslieden ditzelfde spel gespeeld.
Maar het resultaat is gelukkig nog altijd
bedroevend slecht geweest.
Een Spaansch jubileum.
De politiek van Engeland.
De oorlog China-Japan.
De buitenlanders in Rusland.
De Kerkstrijd in Duitschland.
Het is wel treurig, dat we als eerste
punt in deze revue een zoo tragisch
jubilé moeten bespreken. Het was Zon
dag j.l. juist een jaar geleden dat deze
burgerkrijg is ontbrand. Hoe lang zal
het nog duren, vragen we ons niet zon
der bezorgdheid af. Het niet-inmengings-
verdrag, gesloten tusschen de verschil
lende mogendheden, de contröle op de
leveringen van oorlogsmateriaal, grond
stoffen, voeding, enz. ze zijn beide een
groote mislukking geworden (niet al
leen) het gevaar voor een uitbreiding
van het conflict was niet denkbeeldig.
De strategische beteekenis van het Sibe
risch schiereiland brengt mee, dat elke
Europeesche mogendheid een bijzondere
belangstelling koestert voor dit hoekje
van Europa en speciaal de Straat van
Gibraltar mag zich wel op buitengewone
wijze die belangstelling waardig keuren.
Maar niet alleen strategisch, ook op eco
nomisch terrein kan dat gedeelte mee
spreken. De opbrengst per jaar van 7
millioen steenkolen, bruinkolen, ijzer
erts, koper, zwavel, kiezel, lood, tin,
mangaan en kwikzilvererts in groote
hoeveelheden geven een klein bewijs van
de belangrijke plaats, welke Spanje on
der de Europeesche landen inneemt.
Het kort geleden door Franco verover
de Baskische land, is bekend om zijn
rijke ijzerertsgebieden. Het behoeft ons
daarom niet te verwonderen, dat er door
de diverse mogendheden een zekeren na
ijver getoond wordt in de behartiging
van dikwijls specifiek Spaansche belan
gen.
Neem b.v. de vesting Gibraltar. In de
Engelsche bladen doen de laatste weken
telkens verhalen de ronde, dat deze ha
ven met behulp van Duitsch materiaal en
Duitsche technici belangrijk is versterkt.
Eerst heeft het oorlogsschip Deutschland
12 kanonnen van 30.5 c.m. aan wal ge
zet en even later arriveerde de „von
Scheer” met een zending geschut van
40.6 c.m. Dan is nog aangekomen het
tankschip Max Albrecht met een lading
luchtafweerkanonnen en machinegewe
ren. Reeds meermalen is er op gewezen,
dat juist Engeland dit gevaar goed in
ziet en daarom steeds tracht de scherpe
kanten, die zich soms voordoen, af te
te verminderen.
verminderen.
De vraag, hoe houdt Europa zich bui
ten het Spaansche conflict, is van meet
af aan de ste^egel van de Engelsche re
geering gewénst.
Nu non-interventie en contröle ter zee
op niets uitloopen, heeft Engeland ge
tracht een andere uitweg te vinden.
Volgens Engelsche opvattingen kan
alleen het terugtrekken van vrijwilligers
de oorlog in Spanje doen eindigen. Het
is wel jammer, dat deze opvatting in
onzen tijd openlijk erkend moet worden,
want het komt hierop neer, dat, wanneer
drie vierde van het volk is uitgemoord
er voor de andere één vierde niets an
ders op zit dan zoo spoedig mogelijk
de bebloede grond te gaan bewerken
teneinde ten slotte niet van honger te
moeten omkomen.
Of we eigenlijk wel onder dit op
schrift het conflict ChinaJapan mogen
mededeelen, is een vraag, die, gezien
de zeer vage berichten, die binnenkomen
moeilijk uit te maken is. De eene dag
luiden de berichten weer geheel anders
dan de andere, maar de kern van de
kwestie blijft gelijk en dat is: de toene
mende machtswellust van Japan. Wan
neer we de kaart van het oude Chinee-
sche rijk eens aandachtig bestudeeren en
vergelijken met de situatie zooals die
zich momenteel aan ons oog voordoet,
dan bemerken we, dat reeds een groot
gedeelte van dit reusachtige rijk door
Japan nu wel niet rechtstreeks, dan toch
zijdelings is ingepalmd. Naast Mand-
sjoekwo en Jehol komt thans de pro
vincie Tsjile, waarin de oude Chinee-
sche hoofdstad Peking ligt aan de beurt.
Bovendien heeft Japan het oog gericht
op de provincies Tsjahar ten Noorden,
Soejoean en Sjansi ten Westen en
Sjantoeng ten Zuiden van eerstgenoem
de provincies.
Het laat zich heel goed begrijpen, dat
China, eindelijk die Japansche overheer-
sching moe, tracht dit juk af te schud
den en misschien wordt die kordate hou
ding van China wel een beetje geïnspi
reerd door de vrij groote zekerheid, dat
Rusland een dergelijke Japansche in
vloed in China niet wenschelijk acht.
Hier spelen weer de oude tegenstellingen
tusschen die staten een rol. Hoe de
kwestie nog zal worden opgelost, is mo-
1e klas Band Populaire entree
SPORTWEEK.
Van de Sportweek, die nu Woensdag
aanvangt, vermelden we nog eenige bij
zonderheden. Men gelieve hiervan even
goede nota te nemen.
Woensdag om half 2 de opstelling aan
de Nieuwmarkt van de Gymn. Vereen, en
de Gymn.klassen. Optocht door de stad
voorafgegaan door ’t Chr. Muziekkorps
„Oranje”.
De route is vastgesteld als volgt:
Nieuwmarkt, Rijksstraat, opstelling
voor het Stadhuis, waar de Burgemees
ter de sportweek officieel gaat openen
vanaf het bordes. Dan verder Jongema
straat, De Dijk, Sneekerstraat, tot tram
station, terug Sneekerstraat, De Dijk,
Broerestraat, Snorkstraat, G. Dijlakker,
Rijksstraat, Marktstraat, Dijkstraat,
Blauwpoort, naar het Sportterrein, waar
dan de gymnastiekdemonstraties en de
wedstijden worden gehouden:
Het programma luidt aldus:
1.30 uur: Optocht vanaf de Nieuw
markt.
2.10 uur: Opmarsch op het terrein aan
het Oordje.
2.15 uur: Stokoefeningen j. en m., der
hoogste klassen L. S.
2.25 uur: Gymnastiekdemonstraties.
Vrije oefeningen, kl. j. en m., Tremplin-
hoogspringen, meisjes.
2.40 uur:
meisjes ulo, Speerwerpen (wedstrijd)
jongens ulo.
3.10 uur:
EEN GROOTE VRACHTAUTO IN
HET WATER.
Vrijdagavond omstreeks half 12 is een
groote vrachtauto van de Libradienst,
fa. Kramer, expediteur te Joure, bij de
Blauwpoortsbrug in het water gereden.
De oorzaak van dit ongeluk is als
volgt: De auto kwam met matige snel
heid van de Harlinger straat aanrijden.
Ongeveer 20 meter voor de brug be
merkte de chauffeur het roode waar-
schuwingslichtje ten teeken dat de brug
was opengedraaid. \$el trachtte de
chauffeur de wagen nog om te zwaaien
teneinde het Oordje op te kunnen rij
den, maar daarvoor was de afstand te
kort en bovendien schoot de zwaar be
laden auto door. De leuning van de
brug knapte als een lucifersprikje af en
de groote kast kantelde in het water. De
bestuurder W. Valkema en de naast
hem zittende Sandstra geraakten geheel
te water. Door de zware slag die de val
van den auto veroorzaakte, waren spoe
dig omwonenden toegesneld, die de be
hulpzame hand boden bij het redden
van de twee inzittenden. Het mag wer
kelijk als een wonder beschouwd wor
den, dat deze menschen gered zijn. Hoe
ze uit de cabine gekomen zijn weet geen
van beiden zich te herinneren. Het was
plotseling alles water om ons heen ver
telde de chauffeur, maar doordat ik
kan zwemmen en instinctmatig of mis
schien toevallig m’n maat bij den arm
greep, hebben we ons kunnen redden.
Door de politie kon onmiddellijk de
Libiadienst in Joure worden opgebeld,
die dan ook spoedig met een andere
wagen arriveerde, waarin de droog ge
bleven goederen werden overgeladen.
De truc en het voorstuk van den wagen
lagen geheel onder water, terwijl het
achterstuk nog op den wal h’ng.
Met het bergingswerk werd onmid
dellijk door de Fa. v. d. Werff alhier en
de Fa. Boomsma uit Franeker een aan
vang gemaakt, maar alle moeite was
tevergeefs. Het materiaal was niet
zwaar genoeg. Men heeft toen Zater
dagmiddag verdere pogingen maar op
gegeven. Zondagmorgen arriveerde een
groote hijschkraan uit Leeuwarden.
Eerst werd de stuitpaal bij de brug,
waaromheen de cabine blijkbaar be
kneld zat, gelicht en daarna werd de
truck boven water gehaald. De moeilij
ke ligging van de auto maakte het noo-
dig de truck van het achtergedeelte los
te maken, waarmee natuurlijk nog al
eenigen tijd gemoeid ging. Toen einde
lijk dit gedeelte op de wal stond kon het
andere deel in de takel worden opge
sjord en ook op de wal gedeponeerd.
Het was onderhands ruim 8 uur gewor
den. De scheepvaart was natuurlijk 2
dagen gestremd, de brug flink bescha
digd en van de auto was niet veel bruik
baars meer over. Aan publieke belang
stelling ontbrak het niet. De geheele Za
terdag en Zondag had de politie han
den vol werk al de nieuwsgierigen op
een bescheiden afstand te houden.
Een dezer dagen krijgen we onze kin
deren weer thuis van de school, hetzij
voor goed, hetzij voor het genieten van
een vacantie, welke hen moet sterken
voor een nieuwe jacht naar geleerdheid.
Onze kinderen zijn knap. We staan
er beduusd van te kijken, wanneer we
uit hun boeken en schriften zien, wat
ze allemaal moeten leeren tegenwoor
dig. Dingen, waarvan we zelf nooit ge
hoord hebben; vakken, waarvan we zelfs
den naam niet kunnen nazeggen.
Inderdaad, def huidige jeugd pompt
men van alles in. Maar er schijnt in die
kleine hersentjes een leelijk lek te zitten
waar van alles ook uitloopt.
In Rotterdam heeft men eens een on
derzoek ingesteld naar de algemeene
ontwikkeling der leerlingen van de 6d
en 7e klas en de resultaten daarvan sta
tistisch bewerkt.
Voor aardrijkskunde werden eenige
zeer eenvoudige vragen gesteld als b.v.
de volgende:
De hoofdstad van Nederland heet:
Tiel ligt in de provincie:
Weenen ligt in het land:
Singapore ligt in het werelddeel:
Warchau ligt in het land:
Bandoeng ligt op het eiland:
Hat water tusschen Deventer en
Kampen heet:
Waalwijk is bekend door:
De schepen voeren te Rotterdam aan:
hout uit:
Tesamen 1688 leerlingen behandelden
deze opgaven en ze leverden slechts
58 goede antwoorden; uit één klas
werden slechts 28 goede antwoorden
gekregen.
Met „geschiedenis" stond de zaak
al even slim; ongeveer dezelfde percen
tage aan goede antwoorden op zeer een
voudige vragen.
Van staatsinrichting bleken de leer
lingen heelemaal geen kaas te hebben
gegeten. Van het 6e en 7e leerjaar waren
de percentages resp. 26 en 47; het
slechtste percentage per school bedroeg
slechts 3.
En toch behoefden de kinderen, wat
staatsinrichting betreft, slechts te ant
woorden op vragen als:
De Tweede Kamer teltleden.
De leden der Tweede Kamer worden
gekozen door
Het dagelijksch bestuur der provincie
wordt gevormd door.
Nu willen we er de kinderen niet te
hard om vallen dat het resultaat van
het gegeven onderwijs zoo onbevredi
gend is. Zij hebben daaraan minder
schuld dan degenen, die de leerstof voor
de jeugd bepalen. Over het algemeen
is het programma veel te overladen. Als
ze van de school gaan, blijken ze de
helft vergeten van wat ze hadden be-
hooren te onthouden, maar dit verlies
zal daarna van jaar tot jaar nog erger
worden.
Wanneer we dezelfde vragen, die de
Rotterdamsche schooljeugd moest be
antwoorden, eens voorlegden aan
laten we zeggen: dienstplichtigen dan
zou de uitkomst nog veel en veel meer
bedroevend zijn.
Laten we het erkennen toen we het
geheele vragenlijstje, voor wat aard
rijkskunde, geschiedenis en staatsinrich
ting betreft, hadden doorgezien, moes
ten we ons zelven toegeven, dat we.
zonder gebruik van de encyclopedie
evenmin aan een percentage van 100 bij
een beantwoording zouden zijn toegeko
men.
We hebben kennissen die middelbare
schoolopleiding hadden ontvangen, voor
de grap „getest” op hetgeen was blij
ven hangen van datgene, wat ze op de
lagere school hadden geleerd. Een hun
ner liet Bandoeng op Sumatra gelegen
zijn. „Nu ja,” zei hij, toen we zijn ant-
woord corrigeerden, „als ik het noodig
zou hebben gehad om de juiste ligging
van Bandoeng weer te kennen, zou ik
deze even hebben opgezocht.”
Zóó’n opvatting is ’n practische.
Wanneer de kinderen op school maar
zooveel wetenschappelijken „onder
grond” ontvangen, dat ze zich zelf kon
den behelpen, als zulks eens te pas
kwam, zou dat al een heel behoorlijk
resultaat zijn.
De wetenschappelijke ondergrond is
echter onvoldoende door een te veel aan
gedoceerde vakken èn een te groote do-
seering van sommige takken van weten
schap, welke, hoe interessant ook, van
weinig practische beteekenis zijn in het
toekomstige leven.
Kinderen zouden veel minder hekel
aan „geschiedenis” hebben, wanneer de
meesters en leeraren er op uit zouden
(mochten) zijn om ze een zeer algemeen
noem het „oppervlakkig" inzicht in de
geschiedenis te geven zonder de kinde
ren te willen binden aan namen, jaar
tallen enz.
Bij het Rotterdamsche onderzoek naar
de kennis der historie werd ,o.m. ge
vraagd:
Voor Alva’s komst vluchtte.naar
Duitschland.
Tijdens het 12-jarig bestand ontston
den twisten tusschen
Het komt ons prachtig voor, als onze
kinderen het precies zouden weten, wie
er een kleine 400 jaar geleden voor Alva
op den loop ging en welke groepen on
zer beweging het in dien tijd niet met
elkaar konden vinden, maar heel wat
zwaarder tellen we het feit, dat het aan
tal goede antwoorden der kinderen over
zeer eenvoudige vragen omtrent ons
huidige staatsbestel, veel en veel minder
was dan dat inzake de oude vaderland-
sche geschiedenis.
Erg vinden we het dat de kinderen
niets blijken te weten omtrent het leden
tal van de Tweede Kamer en dat ze b.v.
Colijn deze Kamer laten „kiezen”. Of
onkundig zijn van de beteekenis van een
college van Ged. Staten.
Dat ze van de twisten van 400 jaar
geleden weinig meer afweten, soit!
Maar dat ze blijkens zekere „antwoor
den” meenen, dat Nederland meegevoch
ten heeft in den oorlog van 19141918,
dét is treurig.
De dingen, die de kinderen voor de
practijk des levens dienen te kennen,
zooals staatsinrichting, komen in hei
leerprogramma al te zeer nA het vele
andere, dat later voor de meesten, als
volwassenen, öf onnutte kennis zal zijn,
óf bestemd is, totaal vergeten te wor
den.
Eigenlijk is zoo goed als alles, wat
op school geleerd wordt, tot „vergeten
worden” gedoemd, wanneer de leerling
in het latere leven geen blijken geeft van
belangstelling in de geschiedenis van
den dag. Betoont hij die belangstelling
wel, dan zal hij regelmatig lezen, kran
ten, tijdschriften en boeken. En aldus
zal hij ook van tijd tot tijd weer de din
gen „tegenkomen”, welke hij op school
leerde.
Wij voor ons vinden het het groote
tekort van het lagere schoolonderwijs,
dat de kinderen worden afgeleverd aan
de maatschappij zonder dat ze monde
ling en schriftelijk volkomen vertrouwd
zijn met de Nederlandsche taal. Zoowel
het lezen als het schrijven der meesten
die de school verlaten, is uiterst gebrek
kig. Zoo ze al in staat zijn om bepaal
de zinnen zonder al te veel fouten neer
te schrijven ze vermogen allerminst
om op een ongedwongen wijze hun
eigen gedachten op papier te stellen. De
meeste menschen, die alleen lager onder
wijs hebben genoten, zien op tegen het
schrijven van een brief als tegen een
berg.
En toch, het is onze overtuiging, dat,
wanneer kinderen, die de school ver
laten, vóóral geleerd zouden hebben om
vlot d.i. met de juiste beklemtoning
„met begrip” te lezen en hun gedachten
gemakkelijk op papier te uiten, veel be
houden zou blijven van hetgeen ze daar
nevens nog aan kennis hadden ver
gaard en dat ze zich later nog gemak
kelijk de wetenschap zouden verwerven,
welke ze voelen te missen. Want ze
zouden lezen en luisteren in het latere
leven; ze zouden converseeren over de
feiten van den dag. Ze zouden zich niet
beperken tot het spellen van de ongeluk
ken en moorden uit de krant, maar ze
zouden een veel wijdere belangstelling
in de maatschappelijke gebeurtenissen
openbaren.
Op de school wordt veel geleerd, dat
gauw vergeten wordt. Veel van wat op
school niet geleerd zou worden, zou la
ter worden gekend als men de kinderen
op school zoo vaardig mogelijk maakte
met de taal.
Gymnastiekdemonstraties.
Brug, dames; Tremplinspringtafel jon
gens en heeren; Vrije oef. heeren.
3.25 uur: Snelloop, dames en meisjes.
3.45 uur: Gymn.demonstr. Vrije oef.,
dames.
3.50 uur: snelloop, jongens en heeren.
4.05 uur: Grensbalwedstrijd. School I-
school II, jongens en meisjes.
4.25 uur: Gymn.demonstr. Vrije oef.,
dames; Hoogrek, heeren.
4.35 uur: Finales Snelloop, m. en j.,
d. en: h.
4.50 uur: Gymn. demonstr. Volksdans,
meisjes; Hoogbrug, heeren; Stokoefenin
gen, m. en j., d. en h.
’s Avonds precies 8 uur de voetbal
wedstrijd tusschen C. A. B. I-Heeren-
veen I, aan den Sneekerweg.
f
I
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen