Buiteulandsche Revue.
DE DOELE - BOLSWARD
DONDERDAG 12 AUG. a s.
JOCKEY CLUB DAKCIKG
D. S. KEIZER - Tandarts
III. V. d. WEHFF
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELEF. 86
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
STAATSSCHULDEN
EN CONJUNCTUUR.
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
/TUKKIN
Stadsnieuws.
33?*g Jaargang
Woensdag 11 Augustus 1937
No. 62
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
de genoemde fiscale ja-
in
en
19
ter,
ort
ter,
ren
5
jen,
volgende vermeld: Waarschijnlijk door-
A d v e r t e n 11 n per regel
Woensdagsnummcr 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
bod
ou-
oot
le
3.60
3.10
7.—
3.—
te
te
(30.6.37)
(30.3.37)
1.1.37)
(30.3.37)
6472
1991
3617
998
349
233
85
118
6768
4192
5912
1157
1021
477
165
127
Speciale Inrichting voor
Bulten verantwoordelijkheid der Redactie.
AUTOTOCHT VOOR OUDEN VAN
DAGEN.
BOLSWARD, 5 Augustus ’37.
Onder stadnieuws vonden wij het
!70
’85
135
;50
60
12
80
28
38
16
L60
55
ste-
'ige
3.—
3.5C
;r-
tje
ize
Te
en
m,
en
ien
61
te
81
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
gt
tuk
3
0
2
4
6
5
0
3
2
en
;a.
en
je,
tje
ke,
ik-
NA AFLOOP DER DRAVERIJ
ter
-P"
89
ra.
ct.
ct.
tijdsverloop is de staatsschuld opgeloo-
pen van 22.5 milliard tot 36.4 milliard,
dollar, een vermeerdering van 14 mil
liard dollar dus. Zoodoende heeft Roose
velt dus de middelen ter financiering van
de conjunctuur gevonden door een be
roep te doen op de kapitaalmarkt.
Het voorbeeld, dat door dit land ge
geven is, heeft aangetoond, dat de door
hem ten aanzien van het financiëele be
leid in de practijk gebrachte nieuwe
methoden alle kans van slagen hebben,
voor zoover de overheidsmaatregelen
ten minste volgens een bepaalde opzet,
met de noodige bedachtzaamheid en op
uniforme wijze ten uitvoer gelegd wor
den.
7331
6768
3478
1322
zooals hieruit
1935. Uit den aard der zaak is het over
heidsbeleid, dat opgetrokken was op de
toekomstige staatsmiddelen, het best
geslaagd in die landen, wier schulden
last voordien betrekkelijk gering te noe
men was. Welk verloop de geconsoli
deerde schuldenlast naar binnen en
naar buiten bij een aantal der voor
naamste landen in de periode van
1928 tot 1935 gehad heeft, kan blijken
uit onderstaande opstelling, welker ge
gevens telkens betrekking hebben op
het einde van
ren:
1928—1935 1935 in
per
in millioenen hoofd
der be
volking
147.1
99.8
43.1
26.5
15.2
59.6
40.2
20.5
BOLSWARD
Spreekuren: 10— 14X
Vr^dage en Zaterdags 10—1
Te WITMARSUM
2—3 bjj HOFSTRA.
Te MAKKUM:
4—5 in Hotel „DE PRINS”.
Woensdag 10-1 geen spreekuur
alleen 4/^5X
ten, dat, wanneer Mandsjoekwo eerst
maar Japanseh bezit was, de kosten van
dit militaire avontuur belangrijk zouden
dalen, worden door deze cijfers niet be
waarheid. Ook deze nieuwe verove
ringsoorlog zal de Japansche bevolking
weer belangrijke finantieele offers kos
ten. Of daarbij het resultaat aan de
groote verwachtingen beantwoorden
kan ïs een vraag die niet met enkele
zinnen is duidelijk te maken. Uit de
vele tegenstrijdige berichten die binnen
komen is moeilijk alsnog een conclusie
te trekken.
Onder hetzelfde opschrift kunnen we
de oorlog in Spanje stellen, ook daar
is het zuivere begrip over recht en ei
gendom hopeloos zoek. Ook in dit
Spaansche conflict willen we niet be
spreken de grootere en kleinere gevech
ten, die aan beide partijen regelmatig
menschenlevens kosten, maar eens na
gaan welke krachten er samenspannen
tot behoud en tot opheffing van dit con
flict. Belang bij een voortduren van dit
conflict schijnt er te bestaan aan de
eene kant bij Italië en Duitschland en
aan den anderen kant bij Rusland en
Frankrijk. De bekende Italiaansche
journalist Sandri vertelt in verschillen
de bladen bijzonderheden over de hulp
door Italië aan Franco verleend. Vooral
de Italiaansche luchtvloot heeft het mo
gelijk gemaakt dat de Moorsche hulp
troepen van Franco ongehinderd in
Spanje werden aangebracht. Bovendien
wordt hoog opgegeven van het aandeel
dat de Italiaansche artillerie gehad
heeft bij de opmarsch naar Madrid. Zoo
zouden we eveneens voorbeelden kun
nen aanhalen van Russische tanks en
Fransche mitrailleurs.
Tot opheffing van dit conflict werken
gelukkig ook krachten samen, hoewel
jammer genoeg nog met weinig posi
tief resultaat. De niet-inmengings com
missie die, na z’n totale mislukking om
gezet is in een contröle commissie, be
staat thans practisch gesproken nog uit
twee deelnemers, de Engelschen en de
Franschen. Dit eenzijdige toezicht heeft
natuurlijk geen doel meer, maar men
klampt zich nog angstvallig aan deze
laatste stroohaim vast, als het eenige
contact waaruit misschien op den duur
nog nieuwe besprekingen kunnen voort
komen. Hoe lang nog, vraagt men zich
niet zonder bezorgdheid af
Een geheel nieuwe noot in ons we-
kelljksch concert is de naam Oos
tenrijk. Het is nog niet zooveel jaren
geleaen dat een afgezant van de Vol
kenbond naar Oostenrijk gezonden
werd om eenige orde te scheppen in de
finantieele perikelen van dit aan alle
kanten afgeknauwde keizerrijk. Arm
Oostenrijk kon men toen met eenige ze
kerheid zeggen. Momenteel staat Oos
tenrijk er echter veel gunstiger voor.
Groote werken als de electrificatie van
de spoorwegen en de bouw van een
nieuwe centrale worden geheel zonder
buitenlandsch kapitaal uitgevoerd.
De economische toestand is veel ver
beterd. Er worden heel veel nieuwe
huizen gebouwd, eveneens bruggen en
verbetering van wegen. Het aantal
werkioozen is sedert het vorig jaar ge
daald van 333.000 tot 250.000. De in
komsten van de Oostenrij ksche bonds-
spoorwegen zijn gestegen met 20%.
Om een voorbeeld te geven hoezeer
de landbouw is vooruitgegaan, zijn en
kele cijfers voldoende. In 1926 moest
Oostenrijk om in de binnenlandsche
behoefte te kunnen voorzien voor 31
millioen aan zuivelproducten invoeren,
terwijl in 1936 niet alleen geheel aan de
binnenlandsche behoefte kon worden
voldaan, maar zelfs nog voor 20 milli
oen kon worden uitgevoerd. Zoo is het
eveneens gesteld in de houtexport en
in de mijnbouw.
Over het algemeen is deze groote op
leving nog niet doorgedrongen tot het
binnenlandsche economische leven. Een
stijging van het binnenlandsche ver
bruik is nog niet merkbaar, wel het
eigenaardige feit, dat een besliste toe
neming van de spaargelden valt te con-
stateeren. Wanneer de bevolking ge
looft weer over de noodige reserves te
kunnen beschikken zal ook een stijging
van het verbruik vast en zeker komen.
dat het bestuur van staatspensionee-
ring alhier, te weinig bekendheid had
gegeven aan den juisten datum waarop
de tocht zou plaatsvinden enz. enz.,
hierover eenige inlichting tegenover het
publiek. Ten eersten was het niet het
bestuur van staatspensioen (maar een
commissie voor een tocht voor ouden
van dagen) bestaande uit drie men-
schen, die hebben met de spontane hulp
der burgerij en van de autobezitters de
tocht doen slagen. Wij hebben naar
Beetsterzwaag en Olterterp geweest,
terug over Oranjewoud en de belang
stelling toen wij terugkwamen was naar
onze meening groot. Wij hadden te
weinig particuliere wagens, wat zijn
reden misschien vindt in het feit, dat de
meesten alreeds met vacantie waren of
gingen. Wij hopen een volgende maal
ook daarin gelukkiger te wezen en dan
ken allen die ons hierbij hebben gehol
pen en het hunne er toe bij droegen.
De secretaris D. TIMME.
6e ORGELCONCERT.
Deze Widor-avond vonden we prach
tig; het was een cyclus van uitgezóchte
werken van den ontslapen meester, die
wezenlijk op geen onzer Nederlandsche
orgels een zoo glansrijke verklanking
ontmoet als hier. Heeft men bijvoor
beeld ooit elders dat eerste stuk (Alle
gro uit de 6e Symphonic) hooren inzet
ten met dit zacht ruischende, ais van
verre komende koraalachtige geluid?
Of het verrukkelijke Andante cantabile
uit de 4e met een zoo zuiver uitkomen
der pikante figuratie? Alle register
stemmen klinken even nobel en be
schaafd, nergens een hinderlijk-platte
of ordinaire klank.
Een groot kunstenaar was hij, deze
Widor. En even brillant als zijne mu
ziek was ook z’n persoonlijke verschij
ning, knap, intelligent, vol geest en vi
tale kracht. En niettemin een beschei
den, eenvoudig man, wars van alle eer-
en hulde-betoon. Zijn leerling Prof. Al
bert Schweitzer dweepte met hem;
waarlijk niet alleen om den kunstenaar,
maar vooral ook, omdat hij in hem leer
de kennen een fijn aangelegd man, een
van de superieure geesten zijns tijds.
Vereen. Staten
Gr. Brittannië
Frankrijk
Duitschland
Groot-Brittannië heeft,
blijkt, zijn schuldenlast in de laatste
jaren niet verder vergroot. Pas in het
voorjaar van dit jaar is de Engelsche
regeering voor den dag gekomen met
het voornemen tot het plaatsen van eene
groote leening ter dekking van defen-
sie-uitgaven. Opgemerkt kan worden,
dat Zweden en Nederland eveneens
hebben vastgehouden aan een conser
vatief financieel beleid.
Eigenaardiger is het in Frankrijk toe
gegaan. In dat land is de in 1928 291
milliard francs bedragende staatsschuld
tot het einde van 1935 allengs aange
groeid tot 370 milliard francs, om in het
begin van dit jaar verder op te loopen
tot 370 millioen francs.
Teneinde zijn bewapening op peil te
houden, heeft Franklijk in Juli van dit
jaar verdere binnenlandsche schulden
gemaakt.
Ook Duitschland heeft in de laatste
jaren zijn schuldenlast vergroot. De to
tale rijksschuld is van 11.7 milliard
mark op het einde van het fiscale jaar
1932/33 gestegen tot 16.1 milliard
mark op ultimo Maart 1937. De schul
denlast is dus met 4.4 milliard mark
vermeerderd.
Omtrent de Duitsche staatsobligo’s
op korten termijn bestaan over het air
gemeen zeer overdreven voorstellingen:
de vlottende binnenlandsche rijksschuld
beliep op het einde van Maart j.l. 2.4
milliard mark, tegen 1,5 milliard mark
op ultimo Maart 1933.
Verreweg het diepst van alle landen
hebben de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika zich in de schulden ge
stoken, ten einde het bedrijfsleven we
derom op gang te helpen. Gedurende
de vier jaren, die in het teeken van den
New Deal hebben gestaan, hebben de
staatsuitgaven alles bij elkaar berekend
37 milliard dollar bedragen. Hiervan
komt alleen reeds een bedrag van 15
milliard dollar op rekening van crisis
uitgaven ter bestrijding van de depres
sie en van de werkloosheid. In genoemd
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 12
IN MEMORIAM
PATER EICKHOLT O. F. M.
Hoewel de toestand van pater Eick-
holt, die in het St. Antonius Ziekenhuis
te Sneek verpleegd werd, de laatste
week niet vooruitgaande was, kwam
toch het bericht, hedenmorgen nog on
verwacht, dat Zijn Eerwaarde dezen
nacht gestorven was.
Pater Maxentius Eickholt werd 20
Januari 1867 gebbren en bereikte dus
de leeftijd van 70 jaar. Na de voorbe-;
reidende studiën volgde in 1885 zijn in
trede in de orde der paters Minderbroe
ders en in 1892 de H. Priesterwijding.
Vanuit verschillende kloosters trok pa
ter Eickholt gedurende vele jaren als
predikant naar onderscheidene paro
chies.
Omstreeks 1920 volgde de benoe
ming als kapelaan aan de nu afgedank
te St. Martinuskerk en met de vereeni-
ging van de beide parochies in de nieu
we kerk werd ook pater Eickholt over
geplaatst. Gedurende 16 jaar heeft pa
ter Eickholt het lief en leed van de pa
rochies in Bolsward meegemaakt en dat
dit niet onopgemerkt voorbij ging her
inneren we ons nog aan de viering van
het gouden jubileum op 3 October
1935, waarbij de geheele burgerij van
Bolsward bewijzen van sympathie gaf.
Door zijn groote eenvoud was pater
Eickholt bij alle rangen en standen in
Bolsward bemind en niet alleen onder
de Katholieken. Ook onder onze niet-
Katholieke medeburgers hoorde men
dikwijls de uitdrukking, een vroom en
edel mensch. Vooral naar de zieken en
armen ging zijn belangstelling uit,
daarmee zoo geheel levende in de sfeer
van ’t heilige voorbeeld van den stichter
der orde St. Franciscus van Assisie.
Een God gewijd en welbesteed leven,
dat zeer zeker de belooning in het hier
namaals niet zal ontgaan.
Donderdagavond 7 uur worden in de
kerk de Metten gezongen en Vrijdag
morgen de Lauden, waarna de uitvaart
en de begrafenis op het R.-K. kerkhof
alhier.
De groote crisis in het internationale
bedrijfsleven, die zoowat in 1929/30 is
komen opzetten, om in de jaren 1932 en
1933 haar hoogste punt te bereiken en
waarvan in den loop der jaren wel geen
enkel land verschoond is gebleven, kan
over het algemeen genomen thans wel
als afgeloopen beschouwd worden. De
naweeën duren evenwel nog steeds
voort en er zal nog wel heel wat tijd
over moeten heengaan, alvorens men de
schade geheel en al te boven gekomen
zal zijn, die zij aangericht heeft. In de
allereerste plaats geldt zulks van de we
reldhandel, die in weerwil van de om
standigheid, dat de omzetten zich in de
laatste maanden in stijgende richting
hebben bewogen, nog ten zeerste ge
bukt gaat onder de verschijnselen, wel
ke hun ontstaan aan de depressie te
danken hebben. Wij behoeven slechts te
denken aan de alom verhoogde tolmu
ren, aan het contingenteeren van den
goederenlnvoer, waartoe tal van landen
zijn overgegaan, aan de deviezenmaat
regelen, of aan de algemeene onzeker
heid, die teweeggebracht is geworden
door de in vele landen toegepaste deva
luatie. Bovendien zijn er bij iedere
volkshuishouding op zich zelf genomen
eveneens fundamenteele interne wijzi
gingen opgetreden, die sterk afwijken
van den tijd voor de crisis. Het is Im
mers een opmerkelijk verschijnsel, dat
de sedert 1934 waarneembare opleving in
’t bedrijfsleven niet is uitgegegaan van
den internationalen handel, doch dat die
vooruitgang voornamelijk te danken is
geweest aan de maatregelen, die ten
behoeve van het eigen volksbestaan ge
troffen werden door die landen die het
meest van de crisis te lijden hebben ge
had. In de bedoelde landen was men er
toe overgegaan en zooals achteraf
gebleken is met goed gevolg om het
uitgeputte bedrijfsleven door middel
van publieke werkverschaffing weder
om op de been te gaan helpen. Zulks
slaat hoofdzakelijk op de Vereenigde
Staten, Duitschland en in den laatsten
tijd ook op Frankrijk, terwijl het door
de crisis in mindere mate getroffene
Engeland zich er daartegen op verlaten
heeft, dat het bedrijfsleven zich uit zich
zelf zou herstellen. Hierbij dient even
wel in aanmerking genomen te worden,
dat het zakenleven in het Engelsche
moederland ten zeerste geprofiteerd
heeft van de nauwere aaneensluiting
tusschen de verschillende deeien van
het Britsche Wereldrijk, welke het ge
volg is geweest van het verdrag van Ot
tawa.
Het verstrekken van publieke orders,
die te beginnen met 1932/33 ten goede
zijn gekomen aan het bedrijfsleven
heeft er uiteraard toe geleid, dat de
schuldenlast van den staat in de betref
fende landen is aangegroeid. Deze
schuldenvermeerdering vormt echter
een algeheel contrast met de daaraan
voorafgaande crisisschulden, welke
laatste uitsluitend een gevolg geweest
zijn van de inzinking in het algemeene
bedrijfsleven en daardoor op haar
beurt opnieuw remmend werkten.
Thans echter ging men zich bewust-in
schulden steken en doordat de staats
uitgaven op deze wijze gefinancierd
werden, is daarvan eene stimuleerende
kracht uitgegaan.
Deze koerswijziging in het financi-
eele beleid is van ver strekkende aard
geweest. Dit komt ten duidelijkste tot
uiting in de snelle wijze, op welke de
staatschulden sedert 1932 opgeloopen
zijn, te beginnen met de vlottende obli
go’s en gevolgd door de gefundeerde
schulden. Dientengevolge zijn de gecon
solideerde binnenlandsche verplichtin
gen in 44 van de 54 voornaamste lan
den in het tijdsverloop van 1928 tot
1935 in belangrijke mate gestegen. Al
les bij elkaar genomen is de schulden
last van deze landen van 16.6 milliard
pond sterling in 1928 gestegen tot 22.8
milliard pond stellng (in goud) in
Wat is recht en eigendom?
Opleving in Oostenrijk.
Stel eens het geval dat uw buurman
op zekeren dag bij u binnenstapt en
glimlachend tot u zegt: het spijt me
geweldig vriend, maar m’n eigen wo
ning wordt me te klein en ik ben ge
noodzaakt een stuk van uw huis er bij
te nemen, maar troost u, ik zal het goed
onderhouden en zorgen dat je zoo wei
nig mogelijk last met me krijgt
We veronderstellen dat in 90 van de
100 gevallen de eerste eigenaar zich
maar niet goedwillig bij deze transactie
zou neerleggen. Ongeveer gelijk is de
situatie China en Japan. Om de een of
andere onbenullige reden zendt Japan
een strafexpeditie naar China, lokt dit
verzet uit, welnu dan blijft dit expedi
tiecorps constant op Chineesch grond
gebied en natuurlijk ten koste van
de Chineesche Staat.
Zoo is het gegaan met Mandsjoekwo
en bedriegen de teekenen zich niet, dan
moet Noord China op dezelfde wijze
worden ingepalmd. Het recht en dö
waarde van het eigendom tellen voor
Japan niet meer mee. Trouwens dat is
niet een verschijnsel dat men alleen bij
Japan moet zoeken. De laatste 20 jaren
is het over de geheele wereld met het
zuivere onderscheid tusschen het mijn
en het dijn droevig gesteld.
In verband met de militaire ontwik
keling van de toestand in China en de
mogelijkheid van een oorlog willen we
vandaag eens even nagaan hoe de ver
houdingen tusschen deze twee oorlog
voerende landen.wat betreft de leger-
sterkte zijn. Wat de moderne gevechts-
middelen betreft is Japan verreweg de
meerdere, ook de luchtvloot is grooter,
maar een veel scherpere verhouding
maakt de zeemacht. China bezit 2 krui
sers van modern formaat en moderne
bewapening, dan een flottieljevaartuig,
modern bewapend en vier kanonneer-
booten, een tweetal vliegtuig transport
schepen en een zestal torpebootjagers.
De rest, die wat verouderd is, be
staat uit 5 kleine kruisers, 4 flottielje-
vaartuigen, 11 kanonneerbooten, 6
transportschepen en 16 rivier kanon
neerbooten. Daartegenover staat de Ja
pansche vloot met 9 slagschepen, 34
kruisers, 6 vliegkampschepen, 100 tor
pedojagers, 62 onderzeebooten en 90
miinenieggers, kanonneerbooten en
hulpschepen.
Ieder begrijpt direct dat Japan op
permachtig is in dit deel van de Weste
lijke Pacific. Welk een enorme finan-
cieele kracht er noodig is geweest een
dergelijke vloot te stichten en te onder
houden, leeren ons de cijfers voor uit
gaven leger en vloot. Van de 400 mil
lioen Yen die in Maart j.l. voor buiten
gewone uitgaven voor het leger zijn
aangevraagd, zullen er 234 millioen in
Mandsjoekwo besteed worden. De door
de Japansche regeering gegeven belof-
Groot-Brittannië
Frankrijk
Vereenigde Staten
Italië
Duitschland
Nederland
Zwitserland
Zweden
Bij het trekken van conclusies uit bo
venstaande opstelling dient in aanmer
king genomen te worden, dat het pond-
sterling in het jaar 1931 losgemaakt
werd van de goudpariteit en zoodoende
eene depreciatie van omstreeks 40
heeft ondergaan.
Dientengevolge lijkt de schuldenlast
van die landen, die tot het einde van
1935 nog niet tot devaluatie waren
overgegaan in de tweede kolom opeens
buiten verhouding groot geworden te
zijn. In werkelijkheid is de staatsschuld
van Frankrijk, Nederland, Zwitser
land en Duitschland in dat tijdsbestek
en in de muntseenheid van het betref
fende land berekend geenszins in die
mate opgeloopen. Afgezien daarvan
vallen uit de genoemde tabel alleszins
belangwekkende gevolgtrekkingen te
maken. Sedert 1935 zijn daarop de
staatsuitgaven en stellig niet in de laatste
plaats door het opvoeren der bewape
ning in bijna alle landen in aanzienlijke
mate toegenomen. Dientengevolge zijn
evenwel de schulden tevens verder op
geloopen, ook in die staten, waar de
burgerij alreeds onder een groote schul
denlast gebukt ging. De nieuwste cij
fers van 1937 geven daaromtrent het
volgende beeld te zien:
per: staatsschuld in
in millioe- per
nen hoofd
der be
volking
I 53.5
147.1
82.7
19.7
V.
i
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen