Buitenlandsche Revue:
De Bolswardsche Courant en Westergoo
III. V. H WEB FF
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELER 86
nu DE CRISIS IS GEUIEKEH.
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
33^Ê Jaargang
Woensdag 1 September 1937
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Stadsnieuws.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 12
No. 68
Geschiedt deze systematisch?
J
Advertentiën per regel:
Woensdagsnummer 10 cent
Zaterdagsnummer 12 cent
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
AANPASSING IS NOODIG AAN DE
GEWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN.
Het slagersbedrijf werd afgesloten.
Het klein boerenbedrijf wordt
gerationaliseerd.
tengewone prestatie beschouwd worden.
Er is nog steeds een geweldige drang
waar te nemen naar vakopleiding. Deze
factor is natuurlijk gunstig voor het sla-,
gen van het vierjarenplan. Dat er overal
met zooveel kracht (zonder uitzicht op
loonsverhooging) wordt aangepakt, is
weer typisch Duitsch.
De werkloosheid is er bijna verdwe
nen; er is zelfs een nijpend gebrek aan
geschoolde werkkrachten. Alleen is het
jammer, dat het grootste deel van het
materiaal en de werkkrachten vastge
houden worden door de bewapeningsin-
dustrie, zoodat er b.v. voor bestrijding
van de woningnood weinig geschoolde
krachten overblijven. De groote massa
begint intusschen met den dag meer te
merken, dat de enkeling en het gezin wel
degelijk bij dit plan betrokken wordt
Prijsverhoogingen zijn tot stilstand ge
komen, van loonsverhooging was zooals
reeds gezegd, al sedert lang geen sprake
meer. Werkelijk gebrek is er nog niet,
maar het brood heeft door de 10 bij
menging van maismeel niet aan smake
lijkheid gewonnen. Afval, beenderen, pa
pier, metaal, alles wordt ijverig ingeza
meld. De kranten zijn sedert het vorig
jaar 10 dunner geworden, het schrijf
papier sterk in kwaliteit gedaald.
Hoe behelpt zich de sigarettenfabriek,
die geen blikverpakking meer mag fa-
briceeren? Zij moet, mits zij daartoe het
kapitaal bezit, nieuwe machines koopen
om kartonnen doozen te vervaardigen.
Maar zij zal geduld moeten hebben, want
de Duitsche machine-industrie is overbe
last, en de export (vanwege de devie
zen) gaat voor. Dan pas komen, met
maandenlang uitstel, de boeren, de nieu
we werkstoffabrieken, enz. met hun be
stellingen aan de beurt.
Leve het vierjarenplan, maar dan lie
ver niet in ons land.
Speciale inrichting voor
DIPLOMA’S ZWEMSCHOOL.
In de Zwemschool aan de Sneeker-
vaart alhier werden Zaterdagmiddag de
candidaten voor het (klein)-diploma ge
ëxamineerd.
Van de heeren slaagden: Pieter v. d.
Wal (met lof), Sjoerd Roukema (m. 1.),
Catrinus Lemstra, Jan van der Ven, Ja
cob Boekema, Jacob Albada Jelgersma
(m. 1.), Koeno Hagenus (m. 1.), Bertus
Gerritsma, Cornells den Teuling, Jan
Wierema, Gerrit de Jong, Siepko de Boef
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per 'half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
aantal slagers misschien gered.
Maar daarmee zijn de anderen niet ge
holpen, die in het slagers- of welk an
der eerlijk bedrijf ook, een bestaan
hoopten te zieken. In elk bedrijf, in
elk v a k, is er op het oogenblik een
„te veel” aan beoefenaren. Moeten we
nu bedrijf na bedrijf, vak na vak, voor
nieuwelingen gaan afsluiten? We zouden
op deze vraag willen antwoorden: zoo
lang het noodig is ja! Maar met de
verordening van tijdelijke afsluiting die
nen maatregelen te worden genomen, al
thans actie te worden ontplooid, tot
werkverruiming, opdat ook de voorloo-
pig buitengeslotenen, eens gelegenheid
zullen bekomen tot opname in het pro
ductie- of distributieproces.
Zoowel de normaal geworden vermin
derde mogelijkheden tot afzet van onze
nationale overproductie, als de steeds
voortschrijdende techniek en de rationa
lisatie, dat honderdduizenden arbeids
krachten o n n o o d i g zullen blijven in
ons productieproces, zoolang het zelve
niet her-ordend wordt op den grondslag
van een verdeeling van den arbeid onder
allen, die werken kunnen en willen. De
wereld zal de realiteit van de stelling der
technocraten hebben te aanvaarden: de
aarde is rijk genoeg, dat ieder individu
kan bestaan; op dat bestaan heeft hij
recht, wanneer hij in den gezamenlijken
arbeid zijn deel bijdraagt. De beteekenis
van dat deel ook naar tijdsduur van
den arbeid zal worden bepaald door
de productiebehoeften en de technische
hulpmiddelen, waarover wordt beschikt.
Misschien zijn we de voldoendheid
van een 40-urige werkweek al ont-
gegroeid, maar intusschen is deze nog
maar pas begonnen zich baan te
breken. Wat we van de overheid zoo
gaarne zouden zien, is, dat ze nationaal
en internationaal activiteit zou ontplooien
voor een betere verdeeling van de ar
beidsgelegenheid door verkorting van
den arbeidsdag, c.q. van de arbeidsweek.
De strijd in China. De
toestand in Spanje. Het
Duitsche vierjarenplan.
In tegenstelling met onze vorige revue
toen we slechts aan het slot enkele al-
gemeene opmerkingen betreffende de
oorlog in China hebben gegeven, willen
we vandaag in de allereerste plaats de
situatie zooals deze van de jongste ge
vechten geschetst kan worden, bespre
ken. In zeer algemeene trekken moeten
we dan constateeren dat in de positie
der twee tegenover elkaar staande le
gers sedert het begin van deze oorlog
een belangrijke wijziging is ontstaan. We
bedoelen hiermee niet dat aan een van
beide kanten zulke vorderingen gemaakt
zijn dat daardoor de positie van den te-
valt dit incident (want officieel oorlog 1
is het niet) de Japanners niet mee. De 1
tegenstand van het Chineesche leger, dat 1
reds gedurende een lange reeks van ja- 1
ren door Duitsche generaals is geoefend,
is veel sterker dan de Japansche autori- i
teiten ons vertellen. Bovendien hebben 1
de Japanners bij de ontscheping van
troepen geweldige verliezen geleden. Ja
pan tracht nu de Chineesche kust te i
biokkeeren, maar dit stuit op groote i
moeilijkheden nu officieel de oorlog niet
verklaard is en dus de groote mogend- i
heden als Engeland en Amerika deze 1
blokkade niet kunnen erkennen. i
Dergelijke oogenschijnlijk onbeduiden
de kwesties laten toch zien, dat de strijd
in het Verre Oosten wel degelijk met
groote interesse en niet minder bezorgd
heid door de andere mogendheden wordt
gadegeslagen. Om nog even terug te
komen op de blokkade van de Chinee
sche kust. Het Amerikaansche departe
ment van buitenlandsche; zaken, zoowel
als de marine maakt zich over deze blok
kade bezorgd, omdat het voor Japan
zoo uiterst moeilijk zal zijn uit te maken
wat nu precies Chineesche scheepvaart
is.
Ook in Engeland zal men evenmin als
dit gebeurd is aan de Spaansche kust,
die blokkade willen erkennen, immers,
gebeurt dit wel dan is daarmee ook de
formeele oorlogstoestand tusschen Japan
en China erkend en zullen in Engeland en
Amerika de neutraliteitsbepalingen vtan
kracht worden.
Zooiets strookt natuurlijk niet met de
belangen van de oorlogsindustrie, die
door dit conflict weer belangrijke bestel
lingen boekt. Om al die bijkomende re
denen is het conflict tusschen China en
Japan van zoo groot belang ook voor den
algemeenen wereldvrede. De brandstof
ligt er in die Chineesche warwinkel zoo
gevaarlijk opgestapeld, dat elke ver
dwaalde bom of geweerkogel de groot
ste onheilen kan teweeg brengen.
Het recente geval van de Engelsche
gezant in China, die in een auto gewond
is door schoten uit een Japansch vlieg
tuig, doet zien hoe uiterst gevaarlijk de
toestand er is. Engeland heeft tegen deze
schending geprotesteerd. Helpt dit niet
voldoende, dan kan de Engelsche vloot,
die in de Chineesche wateren gestation-
neerd is, trachten de Japanners wat meer
ontzag in te boezemen, maar.ge
vaarlijk blijven dergelijke demonstraties
zeker.
Aan den anderen kant kan een onnoo-
zel lichtje in het Russische consulaat te
Sjanghai de oorzaak van een grooter
conflict worden. Japan heeft reeds aan
Rusland laten weten, dat, wanneer dit
licht (dat als een baken voor de Chinee-
zen wordt beschouwd) niet wordt ge
doofd, het gebouw door de Japanners
zal worden beschoten.
U ziet uit deze twee voorbeelden, hoe
gemakkelijk die oorlogsbrand op ander
gebied kan overslaan.
Van ’t tweede oorlogstooneel is even
eens veel nieuws. De troepen van Fran
co zijn er in geslaagd de belangrijke
Spaansche havenstad Santander te ver
overen. Wat onmiddellijk bij het lezen
van deze overwinning van Franco’s troe
pen opvalt is dit, dat deze havenstad niet
door de Spaansche, maar door de Itali-
aansche troepen is vermeesterd. Juist
daarom is de vreugde in Italië zoo groot.
De pers noemt deze overwinning essen-
tueel en typisch Italiaansch en roemt de
militaire waarde van de zwarthemden,
die de stad binnentrokken.
Dat is juist het voor den buitenstaan
der zoo onbegrijpelijke in deze Spaan
sche oorlog, die toch begonnen was als
burgerkrijg, maar reeds spoedig zich ont
popte als de strijd van twee wereldbe
schouwingen. Het is ons gedurende den
langen tijd dat deze oorlog nu duurt,
nog niet duidelijk, welke oogmerken
Italië heeft bij een overwinning van
Franco. Alleen de verbreiding van de
fascistische gedachte.... och kom, dat
heele fascistisch^ stelsel steunt op macht
en machtshonger, uitbreiding van grond
gebied, enz. enz. Zal daarom een deel
van Spanje gebruikt moeten worden om
Italië de alleenheerschappij over de Mid-
dellandsche Zee te verzekeren? Of moet
de vaarweg naar Indië in overleg met ’t
fascistische Japan voor Engeland afge
sloten worden?
De haast, waarmede de Engelsche
vloot versterkt wordt, doet zien, dat En
geland zich van dit gevaar terdege be
wust is.
Ten slotte nog even iets over het veel
besproken Duitsche vierjarenplan.
In het begin van deze vierjarige pe
riode was het nog wel eens mogelijk uit
correspondentie en particuliere brieven
een juiste kijk te krijgen op dit vierjaren
plan. Wat er sedert 1933 is tot stand
gebracht, moet zeer zeker als een bui-
9e ORGELCONCERT.
Ditmaal had de heer Alt z’n plaats aan
het orgel afgestaan aan een gast, de heer
Gezinus Schrik. Deze studeerde, gelijk
we in het Vrijdagnummer hebben kun
nen lezen, aan het Kon. Conservatorium
te Den Haag en wel onder denzelfden
leeraar van wien ook de heer Alt zijn
onderricht genoot Nu zou het ongetwij
feld interessant zijn geweest eens te kun
nen nagaan, of de beide organisten in
hun opvatting, voordracht, tempo en
registerkeuze ook iets gemeenschappe
lijks bezaten, dat op afkomst van een en
hetzelfde Instituut kon wijzen.
Doch daarmede troffen we het niet;
en dat lag niet zoozeer aan den heer
Schrik, als wel aan de door hem geko
zen orgelwerken. Immers geen van deze Jan IJbema, Jacob D. H. Haitsma, Jan
drie leent zich eigenlijk tot het ontwik-
kelen van een sterke persoonlijke, sug
gestieve voordracht. Wel stellen zij vrij
zware technische eischen, waaraan door
den heer Schrik op knappe en degelijke
wijze werd voldaan, maar bieden weinig
of geen gelegenheid om ook eens de
dichterlijke visie van den speler te doen
uitkomen.
Nieuw was voor ons de koraalbewer-
king over „Ach bleib mit Deiner Gnade”
van Karg Elert. Doorzichtig klonk deze
muziek niet. Integendeel, het gelukte
ons slechts met de grootste moeite er
de melodie van het koraal nu en dan uit
te herkennen. Veel meer hadden we aan
Reger’s Toccata en Fuga Opus 59. Nog
kort geleden hebben we na een orgelbe
speling van den heer Alt de algemeen
geldende opinie over Reger’s rijpere wer
ken weergegeven en het trof ons vooral
in de Toccata, hoe juist die is; ’t mooie
ietwat klagende thema der Fuga had in
de doorwerking wel wat duidelijker naar
voren gebracht kunnen worden, terwijl
het kwintachtige geluid, in de Toccata
van der Meulen, Johannes Jorritsma, Ni
co van der Zee (m. 1.), Harry Potma (m.
1.), Henk E. de Jong, Klaas Wouters,
Sjoerd de Jong, Martinus Foekema en
lede Westerhof.
De dames: piej. G. Oosterbaan (m. 1.),
Albertus D. Nijk, Cecilia T. Galama, Ca-
trina C. Boerma, Afke Mobach, Fetje v.
d. Meij, Pietje Bergsma, Janke Bergsma,
Janke Couperus, Jansiena Schoonbeek,
Bertha Langenberg, Annie Dijkstra, Ve
ronica Nota (m. 1.), Marie Draaisma, IJne
Anema, Siebrechtje Foekema, Pietje
Adema, Eliz M. Foekema, Perkina Hage
nus, mevr. A. S. Steensma-v. d. Veer,
mevr. R. Nijk-Terhenne, Pietje Duiker,
Truusje Nota, Jitske Berwerda, Trijntje
Boerma, Pietje Zuiderhof, mej. L. Wier
sma (m. 1.), mej. B. Hettinga, Johanna
Knier, Trijntje van Wieren (m. 1.), mej.
IJ. Veltman (m. 1.), mej. H. Palstra (m.
1.), Geertje de Groot, mej. S. Buwalda,
mej. S. v. d. Spoel, Enny de Boer, Aukje
Brinksma, IJtje Dijkstra en Christina G.
Meynen.
De heer F. J. Boermans wenschte de
deze aangelegenheid een onmogelijkheid
met het oog op de concurrentie. Maar
het einde van de crisis en de zekerheid,
dat we zonder aanpassing aan de nor
maal geworden nieuwe economische
verhoudingen de nationale huishouding
ontwrichten de gedachte daaraan
maakt de geesten rijp, mits ze door een
stralende actie worden verwarmd, voor
radicale koerswijzigingen. Hebben we
aan het einde van den oorlog onder den
invloed van een geestelijke revolte onder
de massa, niet in bijna alle landen plots
de 8-urige werkdag ingevoerd zien wor
den, nadat enkele maanden tevoren nog
dapper, maar vruchteloos, ’n strijd werd
gestreden voor den werkdag van 10
uren?
KONINGINNEDAG TE BOLSWARD.
De koraalmuziek welke hedenmorgen
op de eerste omgang van de stadhuis
toren door het Chr. Muziekcorps „Oran
je” gegeven werd was een waardige in
zet van deze bij uitstek nationale feest
dag. Reeds om half negen zag men vele
kinderen met Oranje getooid optrekken
naar het Hid Heroplantsoen waar de sa
menstelling van de optocht plaats vond.
Voorafgegaan door het Sted. Muziek
corps en in de stoet het Hollandiacorps
trok deze lange kleurrijke stoet door ver
schillende straten om voor het stadhuis
samen te komen, waar, onder leiding van
de heer v. d. Ven met medewerking van
het Sted. Muziekcorps de twee verzen
van 't Wilhelnlus en het Frysk Folksliet
werden gezongen. Daarna marcheerde
de stoet naar de Nieuwmarkt.
Hedenmiddag hebben op ’t Sportter
rein de kinderspelen plaats en heden
avond de lichtstoet en een concert op de
z.g.n. Veensbrug.
De stad heeft door de vele vlaggen
van officieele en particuliere gebouwen
een feestlijk aanzien.
We hadden hiervoren toegezegd, dat
we een tweede lapmiddel der over
heid voor de economische aanpassing als
zoodanig zouden aanwijzen. We doelden
daarbij op de nieuwe wijze van hulpver-
leening aan kleine boeren.
Die zullen binnenkort op hun eigen
bedrijfjes te werk kunnen worden ge
steld. Het geld, dat ze daarmee verdie
nen, krijgen ze niet uitgekeerd, maar
daar worden technische, hulpmiddelen
voor gekocht, welke ze in hun bedrijfjes
kunnen aanwenden. Deze zoo
meent n.l. de overheid moeten worden
gerationaliseerd.
Misschien worden enkelen aldus inder
daad geholpen, maar.dón ten koste
van andere landbouwbedrijven. Deze
hebben immers al een overproductie en
die overproductiè wordt door algemeene
rationalisatie van het klein-boerenbedrijï
nog vergroot Rationalisatie maakt bo
vendien weer meer arbeidskracht over
bodig, doordat ze gepaard gaat met een
uitbreiding van de technische outillage.
Md.
waarin opgenomen
op z’n plaats, in de Fuga daarentegen
gemist had kunnen worden. Het meest
bevattelijk voor den hoorder was even-*
wel Franck’s bekende Finale, (Opus 21)
een mooi en stijlvol werk, dat met zijn
frisch en levendig thema gemakkelijk en
zonder inspanning te volgen is.
Het programma was wel wat kort en
gaarne hadden we nog een voordrachts
stuk b.v. Franck’s Pastorale er tusschen
gehoord, al was het maar, omdat de heer
Schrik daarin meer gelegenheid gevon
den zou hebben, zich ook als kunstenaar
te doen kennen.
Men verzocht ons mede te deelen, dat
bij het volgend concert op a.s. Maan
dag, de baryton Otto Couperus nog eens
zal medewerken, met een programma,
dat in ons blad van Vrijdag zal worden
bekend gemaakt.
De crisis is ten einde.
Let wel: er zijn nog meer dan 300.000
werkloozen in ons land. Ons economisch
leven is dus nog ernstig ziek. Wil men
in dat verband van een crisis spreken,
goed.
Maar sedert zeven jaren hebben we
met „crisis” iets anders bedoeld. We
dachten aan de zeer bijzondere omstan
digheden naar we meenden tijdelijke
welke het economisch leven ont
wrichtten. Die omstandigheden waren de
na-oorlogsche armoede van groote vol
keren, het vastgeloopen zijn van de fi-
nancieele- en monetaire verhoudingen,
de behoefte van haast elk land om zijn
handelsbalans in een gunstiger positie
te brengen door het beperken der invoe
ren èn de zucht om het uithoudingsver
mogen in een volgenden oorlog te ver
sterken door de zelfvoorziening in de
voornaamste bestaansbehoeften van het
volk.
We spraken in verband met de ge
volgen van een en ander van een „cri
sis”, omdat we verwachtten, althans
verhoopten, dat „normale” toestanden
zouden weerkeeren.
Welnu, de toestand is thans inderdaad
weer zoo goed als „normaal. D. w. z.
niet normaal „als vroeger”. De econo
mische verhoudingen van weleer ko
men niet terug. De volkshuishoudingen
hebben zich heringericht, men heeft zich
minder van het buitenland afhankelijk
gemaakt, maar zich daarbij toch ook Alleen „nationaal” is de regeling van
weer de grenzen van reëele mogelijkhe
den gesteld. Door dat laatste is de inter
nationale handel iets opgeleefd, maar
deze zal zijn beteekenis van vroeger niet
herwinnen. Te verwachten is, dat de
handel in de naaste toekomst nog slechts
de fluctuaties te zien zal geven, welke
het gevolg zijn van meer of minder in
tensieve oorlogsvoorbereiding of oor
logsvoering op de wereld.
Als we dus constateeren: de crisis is
voorbij dan willen we daarmee te
kennen geven, dat ons economisch leven
niet langer wordt beïnvloed door buiten
gewone omstandigheden. We leven weer
in een „normalen” tijd, waarin zelfs het
groote werkloosheidspercentage als „ge
woon” moet worden aanvaard.
DE KERMIS.
De eerste dag van de „Boalserter mer-
ke” heeft het wat het weer betreft, blj-<
zonder getroffen.
Reeds vanaf 4 uur was het ’s middags
een gezellige drukte in de stad.
De tooneelavond in de Doele was druk
bezocht, wel een bewijs, dat men goed
tooneel in Bolsward weet te waardeeren.
Het nieuwe decor, dat bij het opgaan
van het doek zichtbaar werd, verwierf
een spontaan applaus. Het spel van het
Noordelijk Tponeel-ensemble. is zeer
goed; de dialoog van het tooneelstuk
vlot en onderhoudend, met een zeer goe
de strekking. Er is door de talrijke aan
wezigen in alle opzichten genoten.
De bioscoop op het Marktplein kon
ook over het bezoek op deze eerste
avond tevreden zijn. Naast natuurfilmen
en een mooie gekleurde teekenfilm, de
hoofdschotel de film „Verboden lading”,
een film met een ernstige inslag, maar
rustige en duidelijke beeldweergave,
toepasselijke syncronisatie.
In de verschillende café’s en dancing
was eveneens bevredigend bezoek.
Buitengewoon laat is het niet gewor
den deze eerste dag.
In September van het vorige jaar wa
ren er in ons land nog 424.000 werkloo
zen. De „opleving” welke o.i. de conso
lidatie van den nieuwen normalen toe
stand beduidde, bracht dat tal met 66000
omlaag; het tempo der daling verzwakt
op het oogenblik aanmerkelijk. We moe
ten er op rekenen, dat de werkloosheid
van ’n paar honderdduizend werkloozen
het „gewone” verschijnsel van den
nieuwen normalen tijd zal blijven. Wij
hebben vroeger voor een belangrijk deel
bestaan van de gelegenheid om een be
paalde overproductie naar buiten af te
zetten en die gelegenheid zal zich in haar
ouden omvang nimmer meer voordoen.
Slechts door een radicale wijziging in
de arbeidsverhoudingen, met de bedoe
ling om aan te passen aan de gewijzig
de economische wereldstructuur, kunnen
we het spook der werkloosheid, dat ons
als een toekomstnormaliteit bedreigt,
verdrijven.
Betoont de overheid inderdaad haar
emstigen wil daartoe?
De materie is we geven het grif
toe een uiterst moeilijke. Van geen
enkele regeering mag worden verwacht,
dat ze op eenvoudige wijze, b.v. door
een wet, welke de arbeidsverhoudingen
opnieuw regelt, het werkloosheidspro
bleem tot een oplossing zal kunnen
brengen. Internationale samenwerking
wordt voor deze laatste vereischt.
Echter, wat men in Den Haag onder
neemt, heeft zóózeer het kenmerk van
lapwerk, dat we ons het hart vasthou
den voor de toekomst. We willen daar
toe wijzen op twee recente ordenings-
besluiten.
Het eerste betreft de instelling van ’n
spertijd voor het slagersbedrijf. Laten
we zeggen, dat we dit stukje lapwerk
in dank aanvaarden. De nood der sla
gers was inderdaad onhoudbaar; door
een wilde en redelooze concurrentie ver
moordde men eikaars bestaanskans.
Door het verbod van vestiging van
nieuwe siagersbedrijven zijn dus een genstander verzwakt is. In dit opzicht
A
DE JONG s NIEUWSBLAD