Buit enlanrtsclie Revue. OE SCHflDUUlZIJDEliuftYHET UORSIEniEUEN. P. LUNTER De Bolswardsche Courant en Westergoo ATLANTA Regenmantels in Gabardine 1975 2250 2450 33= Jaargang Woensdag 29 September 1937 No. 76 V Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD STEEDS VOORRADIG ALLE MODELLEN Stadsnieuws. Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel A Telefoon No. 12 Zwaar zijn de plichten. Weinig de persoonlijke geneugten. DE PIET HEIN-VAARTEN. Dit no. bestaat uit 2 bladen. Porto Binnenland l*/a ct. Buitenland ct. Advertentlfin per regel: Woensdagsnummer 10 cent. Zaterdagsnummer 12 cent. Tusschen de tekst dubb. prijs. Giro no. 87926. Verschijnt DINSDAGS- en VRIJDAGSAVONDS. Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f 2.-; inn. 15 ct. Voor het Buitenland f7.- per jaar. Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal. 14.75, 15.50, 17.50 in Tweed 17.75 Specialiteit: Regenkleding ESPERANTO. De belangstelling voor deze wereld taal is in Bolsward groeiende. De hier bestaande Esperanto-afd. organiseert in het laatst dezer week een tentoonstelling van boekwerken enz. in ’t Volksgebouw. Voor verdere bijzonderheden verwij zen we naar een advertentie in ons Vrij- dagnummer. 13e ORGELCONCERT. Onder onze concertgevers zijn er altijd nog verscheidene, die artistiek een ze kere schuwheid bezitten ten opzichte van Nederlandsche composities. Alt is er één van. Ten minste Neder landsche orgelwerken treft men op zijne programma’s maar zelden aan. Het is vere van ons hem daarvan een verwijt te maken, integendeel, wij willen niet ge acht worden te behooren tot degenen, die het werk van landgenooten persé willen uitgevoerd hebben, omdat het Ne- derlandsch is, déórvoor zijn kunst en kunstsmaak alsnog te delicate begrip pen. Maar te curieuzer was het daarom hem nu eens een koraalfantasie te hoo ren spelen van den Sneeker J. Nauta, die trouwens reeds verschillende orgel- en koorcomposities op zijn naam heeft staan. Met meer dan gewone belangstel ling hebben we dan ook geluisterd naar zijne bewerking van Gezang 197 (Wat God doet dat is welgedaan). De wellui dende muziek is zeer eenvoudig van con ceptie, gemakkelijk te spelen en gemak kelijk te volgen, al meenden we (doch we kunnen ons vergissen) nu en dan het begin van een meer gecompliceerde Fuga of Canon te hooren, die zich echter niet voortzette. Het stuk, dat met de ko- raalmelodie in volle werk eindigde, deed aangenaam aan; vermoedelijk mogen we in de keuze van dit werkje méér zien dan een beleefdheidje van den heer Alt aan een naburig musicus, m. a. w. dat Nauta het spelen ruimschoots waard is. Van Guilmant’s le Sonate beviel ons de prachtige Pastorale, waarvoor Alt ’n fijne registratie leverde, het meest; dit was ook bij het auditorium het geval, waartoe stellig de interessante toelich ting dat dit muziekstuk was gecompo neerd naar een doek van den landschap schilder Jean Millet (zeer waarschijnlijk diens „Kerk te Gréville”) niet weinig bij droeg. Ook de Noorsche transcriptie’s van Pe terson Berger vielen docr hun frissche opgewektheid zeer in den smaak. Piet Everaarts die zich deed kennen als een voortreffelijk hoboïst, speelde 2 deelen uit Marcello’s Hoboconcert in c minore. Vooral echter in de beide Lande lijke solo-miniaturen van B. v. d. Sig- tenhorst Meyer, die hij (zonder begelei ding) speelde, inplaats van de „Sket ches” waren wij in de gelegenheid zijn prachtig weeken, hoogst beschaafden toon te bewonderen, welke hij aan zijn heerlijk instrument wist te ontlokken. Wij zouden het zeer op prijs stellen, in dien hij zich hier meer liet hooren. Volgende week zullen we hier weer genieten van Sterck’s Strijkklasse, welke te zamen met het orgel HSndel’s 2e Or- gelsonate zal uitvoeren, ben|eVens na tuurlijk een programma van eigen num mers. Hopen we dus op mooi weer voor de bezoekers van buiten. COLLECTE Het comité voor bijzondere nooden wil a.s. Zaterdag nogmaals trachten door een collecte langs de huizen in zeer be scheiden mate aan de vele aanvragen om hulp, die geregeld binnen komen, te voldoen. Een aanbeveling deze collecte zoo goed mogelijk te gedenken, lijkt ons haast overbodig. Het sympathieke doel, waarvoor dit comité ijvert, is genoegzaam bekend en verdient een krachtige financieele steun. Ach, als ik het goed overdenk, weet ik niet eens, of ik het wel doen zou dat spelevaren op Zondag. Niet dat ik uit mijn principe daartegen eenig be zwaar zou behoeven te ontleenen. Ne derland telt millioenen christenen, die uit werkelijke overtuiging ernstig mee nen, dat God ze eenige gepaste ontspan ning op Zijn dag niet verbiedt. Ik geloof, dat Prins Bernhard en in het algemeen onze koninklijke familie, tot deze milli oenen mogen worden gerekend. Maar jé, u en ik kunnen ons, om dat we gelukkig noch koning noch prins zijn, de weelde van een persoonlijke vrij heid permitteeren. Een koning een vorst of een prins is de Eerste Die naar van zijn volk, wat wil Zeggen want het volk is een harde meester de Opperste Slaaf. Nooit ende nimmer mag hij zich zelven wezen; hij heeft geen uren, die hem alleen behooren. Het volk regeert zijn koning. Een koning moet de wenschen en verlangens van alle groe pen zijner onderdanen ontzien, zich naar aller inzichten schikken. Daarom, als ik koning was of prins, althans in onze Nederlanden ik geloof, dat ik dan óók de gevoelens zou ontzien, omwille van mijn koningschap zou moeten ontzien, van dd velen, die er aanstoot aan nemen als ik op Zondag ga spelevaren.Een vorst ligt gebonden aan tradities, zooals die tusschen zijn Huis en het volk historisch zijn gegroeid. Een vorst mag in den huldigen tijd ook niet vergeten, dat de fundamenten van k'oninshuizen onder graven en doorvreten zijn door de vele elementen van bederf, welke uit duistere diepten omhoog kwamen. En is het tac tisch, in een speelschen lust om één dag per week een vrije koning te zijn, een der hechte pijlers van het Huis omver te halen, omdat deze de persoonlijke Vrijheid belemmert? ja, het is moeilijk om koning t^ zijn, het is zwaar. Een koning heeft ontzet tend veel te offeren op den autaar des vaderlands in de eerste plaats zich zelf. Ik hoop het zoo Innig, dat ook Prins Bemhard hij is nog zoo jong en het leven is zoo lokkend de levenshou ding moge vinden, welke past in de his torische traditie van het Huis van Oranje en hem de vreugde der persoonlijke men- schelijke vrijheid laat, waarop „zelfs” ’n koning,, een vorst, een prins recht heeft. EEN BLIJDE GEBEURTENIS. Het was voor onzen stadstuinier, den hedr Hazenberg, zeker een verrassing toen hij Zaterdagmorgen een jong herte- kalfje ontdekte in het hertenkamp van het Julianapark. Het jonge beestje, dat de nacht in de openlucht had doorge- bracht, scheen daarvan geen hinder on dervonden te hebben. We hebben Maan dagmiddag nog even getracht de nieuwe wereldburgeres te zien, maar het had zich waarschijnlijk in het hok verborgen. De belangstelling van de Bolsward- sche jeugd voor ons hertenkamp zal nu nog wel grooter worden. We vernamen voorts nog, dat er plan nen bestaan inplaats van de kleinste bok twee herten aan te schaffen, zoodat zoo langzamerhand plus de konijnen en de loopeenden dit hertenkamp een kleine menagerie begint te worden. BENOEMING. Benoemd met ingang van heden tot assistent-bedrijfsleider op de Hollandia- fabrieken N.V. alhier, den heer A. Visser van Heiloo. Laten wij als volk er toch toe mede werken om het koningschap dragelijk te maken voor een vorst. Laten we ons niet eiken dag en heel den dag aan hem op- dringci. Bemoeien we ons toch vooral niet met het persoonlijke leven van vorst, vorstin of prins. Hoe zouden wij het vinden, als we geen thee meer in het theehuisje konden drinken, of de buren verzamelden zich om ons heen, ten einde te zien, hoe we al of niet slurpen aan ons kopje, en op- teekenden wat we zeiden? Het Byzanthijnsche gedoe van som mige, neen van vele Nederlandsche nieuwsbladen ten aanzien van de leden van het koninklijk huis, maakt ons land bespottelijk en het leven der meest be trokkenen zóó zwaar, dat een vlucht zoo nu en dan, het water op, onvermijdelijk wordt. Prins Bernhard heeft op ’t jacht „Piet Hein” een kopje of een schoteltje laten vallen. De prinses heeft gezegd: „Je moet maar denken, scherven brengen geluk.” Prins Bemhard heeft op de Jaarbeurs een taschje en een vaas voor de prinses gekocht, en hij wou het zelf meenemen. Toen het werd ingepakt, zei hij: „Goed inpakken hoor, want als het breekt heb ik nog niets.” Men moet met dergelijke verhalen nu maar ophouden, meent het „Friesch Dagblad” terecht. Want het is voor de prins en de prinses toch zeer onaange naam, dat ze geen woord in het publiek kunnen zeggen, of het komt in de krant. Spurgeon heeft zijn hoorders eens op plastische v/ijze duidelijk gemaakt, dat Koningin Victoria een mensch was van gelijke beweging als wij. Als H. M. zou uitglijden en vallen, zou zij evengoed en op overeenkomstige plaatsen een blauwe plek krijgen als iemand van ons. Wordt het tijd, dat er aan dit woord van den Engelschen prediker wordt her innerd? In elk geval, de nuchterheid van Spurgeon past ons beter dan de vleitaal van Byzantium. Ook de „Msb.” komt op tegen de ver volging van prins en prinses door het publiek en vooral door de journalisten. Het is beslist onnoodig, zeker in deze periode, dat de leden van de koninklijke familie op den voet worden gevolgd en dat zelfs gepubliceerd wordt, of zij er gens een kop thee drinken. Wat gaat dat buitenstaanders aan? Het zijn zuiver particuliere aangele genheden, die niet publiek behooren te worden gemaakt, waarmee niemand iets te maken heeft, en waarvoor gezonde menschen zich ook niet interesseeren. Werkelijke liefde voor het koninklijk huis moet zich ook openbaren in be scheidenheid ten opzichte van de vorste lijke personen, wanneer die niet officieel optreden. Hoe minder bekijks zij dan hebben, hoe beter het Is. De intocht van Mussolini. Politieke crisis in België. De machtelooze Volkenbond. Een zoo groote verscheidenheid in het internationaal gebeuren, hebben we in de afgeloopen weken niet gehad. Denkt U zich even in, de ontmoeting Hitler-Mus- solini, de kabinetscrisis in België, de laatste levensteekenen van den Volkeren bond, plus dan nog de oorlog in China en Spanje en de niet minder actueele vraag: wat staat Rusland te doen? We zullen trachten voor vandaag al deze onderwerpen in het kort te bespre ken en beginnen dan met de intocht van Mussolini te München. Terwijl de muziek de lievelingsmarsch van Mussolini de hymne op Rome speelde steeg de Duce uit de trein en werd door Hitler met een krachtige fascistische handdruk begroet. Onder uitbundig gejuich ver lieten daarna beide leiders het stations gebouw. Op last van Hitler heeft men met koortachtige haast het vroegere Prins Carlpaleis in orde gebracht, ver bouwd en geheel nieuw geïnstalleerd, alles voor de acht uren, die Mussolini in München door zal brengen. Als de gasten uit het zoo prachtig ver sierde station komen, vinden zij al direct twee zestien meter hooge lectorenbun dels gekroond door adelaars van drie en een halven meter hoogte. Een staaltje van echt Münchenschen smaak is eigen lijk slechts de versiering van den Karls- platz. Daar dragen vier elegante met herfstloover bekleede spits toeloopende zuilen, elf meter boven den gond, een geweldigen oogstkrans met druiventros sen. Van 't prachtige Gotische stadhuis is hedenmorgen vrijwel niets meer te zien. Dat is op de eerste verdieping geheel bekleed met sparregroen; alle balkons dragen een schat van bloemen en van het hooge dak tot op de straat hangen lange smalle vlaggen in de kleuren van de Italiaansche groote steden, tus schen hun groote gouden wapenschilden. De avondbladen van Maandag bevat ten verder nog het bezoek aan de Krupp- fabrieken en de zegetocht door Mecklen burg, terwijl over de te verwachten grootsche ontvangst te Berlijn nog slechts enkele telegrammen binnen ko men. Na ’t geweldig enthousiasme in de reeds genoemde plaatsen, belooft dit be zoek natuurlijk de klap op de vuurpijl te worden. We sparen onze lezers de verdere be schrijvingen uit München, die minstens onze geheele revueruimte kunnen be slaan. O ja, U wist nog niet, dat langs de spoorweg van München naar Berlijn op elke 50 meter een schildwacht met geladen geweer geplaatst is. De kleinste brug wordt bewaakt door tien man en bij de tunnel bij Erlangen ligt een geheel bataljon. Deze voorzorgsmaatregel is niet gericht tegen de eigen Duitschers. O neen, die zijn wel betrouwbaar, maar ziet U, die buitenlanders kun je nooit vertrouwen. Aan het vriendschapsbezoek van Mus solini aan Hitler zit natuurlijk ook een politieke kant en dit is de veelbesproken as Rome-Berlijn. De gemeenschappelijke principes tusschen deze twee landen heb ben op natuurlijke wijze Italië en Duitschland tot elkaar gedreven, een soort steunpunt zoekende tegen de ge varen die van andere kant hun bedrei gen. Deze gedachte zou bij verschillen de lezers de indruk kunnen vestigen, dat de algemeene Europeesche toestand uitermate gespannen moet zijn, gelukkig kunnen we verklaren, dat juist in de af geloopen week de algemeene toestand veroorzaakt doordat aan Italië in de be strijding van de zeerooverij in de Mid- dellandsche Zee een tweede plaats was toebedeeld, is nu ook Engeland en Frankrijk hebben ingezien dat dit voor Italië niet te aanvaarden was heel wat opgeklaard en de komende vlootbespre- king te Parijs komt daardoor in wat op timistischer licht te staan. We zullen nu van dit onderwerp moe ten afstappen en onze aandacht bepalen op België. De politieke barometer gaat in België op en neer. Donderdag van de vorige week: het kabinet van Zeeland blijft; Vrijdag: de toestand twijfelachtig; Zaterdag: Van Zeeland is het regeereri" beu. Het is uiterst moeilijk om uit al die te genstrijdige berichten de juiste midden maat te houden. De grootste bestrijder van het kabinet Van Zeeland is minister de Man, die van oordeel is, dat én door de perscampagne inzake de pijnlijke affaire van de Natio nale Bank én eveneens inzake de op 14 October a.s. voorkomende Barmatzaak, dit kabinet dermate gebonden is, dat er van vruchtbare parlementaire arbeid geen sprake is. Bovendien komt hier nog bij, de wan kele gezondheidstoestand van den pre mier zelf. In de Zaterdagmiddag gehou den kabinetsraad heeft minister-presi dent Van Zeeland ronduit het voornemen te kennen gegeven af te treden. Tever geefs poogden de andere ministers hem hiervan terug te houden. Voor de zoo- veelste keer zal dus België weer een nieuw kabinet moeten samenstellen. Als derde punt op ons programma stond: de laatste dagen van den Volken bond. We meenen deze kwalificatie gerust te mogen nemen nu de Volkenbond het instituut geworden is van de handel on der de groote mogendheden. Het is niet meer een instituut van recht, dat de vre de in Europa tracht te behouden, maar een markt, waar men door loven en bie den tracht de voordeeligst mogelijke transacties af te sluiten. Eenige dagen geleden hebben corres pondenten ons gemeld, dat het op de politieke markt te Genève heel goec ging. Eerst scheen het alsof er totaal geen zaken gedaan zouden worden, doch ineens is dat anders geworden. Musso lini heeft, zooals bekend, een groote ver achtig voor den Volkenbond en hi spreekt bij voorkeur van het levende lijk te Genève, maar zoo dood achtte hij toch niet den Volkenbond, of hij zond naar de Volkenbondsstad toch een waarnemer of luisterpost, want je kunt nooit weten. Hij stuurde naar Genève een persoonlijk vriend, die tevens als vriend van Frank rijk gekend staat, Bova Scoppa en deze had opdracht met den Franschen minis ter Delbos te praten. Mussolini is geneigd over bepaalde punten nader te handelen, temeer nu er kans bestaat, dat Italië daardoor de zoo vurig begeerde erkenning van de verove ring van Abessinië kan koopen. De voor waarden zijn als volgt: Zekerheid dat er geen nieuw Italiaansch leger naar Spanje gaat, ten tweede moeten de 70.000 Italiaansche soldaten in Spanje geleidelijk worden teruggetrokken en ten derde mag Italië geen stukken land van Spanje inpalmen. Kan Mussolini aan deze voorwaarden voldoen, dan beleven we het zeer treurige schouwspel, dat de meest bar- baarsche rooftocht in Abessinië door En geland en Frankrijk als volkomen nor? maal wordt beschouwd. Dat is de prijs, waarvoor de ontspanning in de Europee sche toestand moet worden gekocht. VISCHCLUB „ONS GENOEGEN”. Bovengenoemde vischclub hield Zon dag j.l. een vischwedstrijd in de Wor- kumervaart achter Parrega. Totale vangst 6 baarzen. 1ste prijs: J. Zoethout Sr. grootste baars 29>£ c.M. 2de prijs: D. Adema. 3de prijs: G. Rijpma. 4de prijs: Th. Walstra. 5de prijs: A. Adema. De glans van het koningschap heeft door de eeuwen heen de fantasie der eenvoudige burgerij geprikkeld. Millioe nen hebben zich in hun droomen ver meid met de gedachte van „Si j’ etais roi”. Wat zou ik doen als ik koning was? ik heb het me zelven óók wel eens afgevraagd en ik kwam tot de conclus’e dat mijn eerste daad als koning onge twijfeld een voetval tegenover mijn trou we onderdanen zou zijn met de smeek bede, of ze me alsjeblieft wer in mijn oude baantje zouden willen herstellen. Zóó meen ik het. Ware ik inderdaad koning waar schijnlijk zou ik er dan anders over den ken. Immers men zou mij als koning hebben opgevoed, tot koning hebben gekneed. Ik zou gewend zijn geweest aan een koninklijke entourage, men zou koninklijke verlangens en begeerten in mij hebben gewekt en onderhouden; ik zou waarschijnlijk een koninklijke opvat ting .an plicht hebben gehad. Ik zou het hebben verdragen, dat ik dag in en dag uit op den voet gevolgd zou zijn door een paar heeren van de hofhouding en vanuit de verte door een paar rechercheurs. Ik zou er me in heb ben geschikt, dat ik overal waar ik zou gaan en staan, zou worden aangegaapt door een menigte, die me met van ont roering verstikte stemmen zou toebul deren: Leve Lambertus Emmanuel! Ge volgd door het Wilhelmus, dat ik gemid deld 50 keer per dag ten gehoore ge bracht zou krijgen. Ik zou tegen alle menschen hebben geglimlacht; ik zou massa’s „eerste steenen” hebben gelegd en linten doorgeknipt, welke de laatste hindernis vormden van een nieuwe brug, een nieuwen weg; ik zou het gebuik heb ben verdragen van al de autoriteiten en comité-leden, die me bij zulke gelegen heden begroeten en stiekum ergens een fotograaf hebben opgesteld om dit hoogste moment van hun leven op de gevoelige plaat ter vereeuwiging te la ten vastleggen. Ik zou op tijd van mijn minzaamheid hebben laten blijken door den vereelden knuist van een arbeider te drukken of over de krullige haren van een vies en lief volkskindje te strijken. Ik zou dagelijks hebben aangezeten aan noen- en andere malen, aangericht door jubileerende vereenigingen, corporaties, fabrieken en anderszins. Ik zou met het volkslied zijn opgestaan en naar bed ge gaan. Kortom ik zou de geweldige corvee van mijn koningschap met ge duld, lijdzaamheid en onderwerping heb ben gedragen, Als ik. des Zondags tenminste maar vrij zou hebben mogen zijn ten behoe ve van mijn geestelijk verkeer met Hem, Die de Koning der Konin- gen is en mede ter ontspanning van den geest, die zes dagen van de week gebonden zou hebben gelegen aan de wenschen en ver langens van mijn volk. Als ik koning ware.Ik zou nèt als Prins Bernhard des Zondags op mijn jacht zijn gegaan en „zee” hebben ge kozen om alle hofluchtjes eens van me te laten afwaaien en enkele uren uit het gezicht van mijn onderdanige onderda nen te zijn. Enkele uren per week gele genheid hebben om je zelven te zijn dét is toch niet te veel voor een mensch, zelfs al is die mensch tevens koning of prins. Ik zou. in GABARDINE en TWEED 1 8’ 9 WEATHERPROOF DE JONG s NIEUWSBLAD waarin opgenomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1937 | | pagina 1