DE BALDADIGHEID DER JEUGD.
Buit enlandsche Revue.
W.U.Ü.UIEHFF
P. LÜNTER
I
De Bolswardsche Courant en Westergoo
De uesiigingsuiei KieiiMrilL
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
jMcOIL
1976 2250 2450
„DE DOELE”
„DREYFUS"
ATLANTA Regenmantels
in Gabardine
No. 92
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
STEEDS
VOORRADIG
ALLE MODELLEN
Stadsnieuws.
33— Jaargang Woensdag 24 November 1937
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 12
goed
O.
Md.
Aclvcrtcntll'n per regel:
Woensdagsnunimer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
TOT WAT DE JEUGD MISDOET,
GEVEN DE OUDEREN VAAK
AANLEIDING.
moeilijk uit pieuze overwegingen. Het
leven bruischt voort.
Daar hebben we onze hedendaagsche
monumentenzorg.ik zeg er geen
woord kwaads van. Integendeel, ik prijs
het, dat we schoone staaltjes van bouw
kunst uit het verleden conserveeren om
ze ter leering en onderrichting van toe
komstige geslachten te bewaren. Maar
we kunnen toch moeilijk de wereld in een
groot museum van oudheden gaan ver
vormen. Als in Amsterdam wat ruïne
achtige krotten onbewoonbaar worden
verklaard, dan komen oude en deftige
heeren op hettypisch geveltje” een sen-
timenteelen blik werpen en het gevolg
is, dat de een of andere vereeniging dui
zend gulden uit haar kas disponibel stelt
om de ruïne te koopen. Dan krijgen we
een veeljarige bedelarij om de kosten
van het herstel bij elkaar te krijgen, tot
dat eindelijk de kozijnen zijn scheef ge
zakt en de jeugd er door rinkelend glas
is op geattendeerd, dat er „noodig iets
opgeruimd” moet worden.
Als we oude dingen willen behouden
voor de toekomst, dan moeten we ze
vóór hun verval weer bruikbaar maken
voor het heden.
Laat ik besluiten met een aanduiding
voor de beteugeling van de jeugdbalda-
digheid.
Als ge niet wilt, dat de jeugd ver
nielt, toont gij, ouderen, dan uw res
pecten voor wat ge ontzien wilt heb
ben.
Geef uw ouden boel een behoorlijk
aanzien óf: ruim dien op.
Hecht ge waarde aan eigendommen,
laat ze dan niet slingeren.
Ga zóó om met uw vee, met uw huis
dieren, dat ge de jeugd begeerig maakt
naar de aanhankelijkheid van het rede-
looze wezen aan den meester met diens
verstand en hart
Speciale inrichting voor
werd de klacht geuit, dat de eerste be
stelling zoo laat op den dag bezorgd
wordt. Besloten werd, zoo mogelijk, een
tweede postbestelling voor het platte
land bij bevoegde instanties aan te vra
gen.
Eveneens weid uitvoerig besproken de
kwestie van het strijkgeld. Hoewel men
algemeen van oordeel is, dat het afschaf
fen van het strijkgeld voor den boeren
stand in zijn geheel genomen beter zou
zijn, meent men dat er nog te veel be
zwaren zijn. Gewenscht zou het daarom
zijn, voorloopig het percentage van 2
op 1 terug te brengen.
De agenda Leeuwarden wordt bespro
ken en voor de vacature in het hoofdbe
stuur den voorzitter, den heer A. L. de
Vries, candidaat gesteld.
De afgevaardigden Bajema .en Dam-
sma krijgen verder vrij mandaat. Als be
stuurslid van de afd. werd gekozen de
heer M. de Boer. Daarna had de uitrei
king der bekroningen van de fokvee-
keuring plaats. Verder een rondvraag,
die niet veel nieuws opleverde en een
sluitingBwoörd van den Voorzitter.
Verschijnt DINSDAGS- cn
VRIJDAGSAVONDS.
Lccsgcld ir. p. p. per hall jaar 11.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 et.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
De jeugd-efiergie behoeft eew
rritïaati.
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELEF. 86
Specialiteit: REGENKLEDING
7
De oorlog in China. De No
belprijs voor den vrede.
Russische diplomatie. Kerk
strijd in Duitschland.
Wanneer we regelmatig de berichten, vrede zocht in de Volkenbond, is
die via da buitaalaadacha bladen of door ham aan gaweldige daa-illusia gawordaa.
in GABARDINE en TWEED
VI.
In een der voorgaande artikelen uit
deze reeks hebben we terloops de op
merking gemaakt, dat deze vestigings
wet noodzakelijk met zich moet brengen
een versteviging van de stands en vak
organisaties. Nu de eischen voor de han-
delskennis door de landelijke stands-or-
ganisaties zullen worden vastgesteld,
ligt het voor de hand dat de eischen
voor de vakbekwaamheid door de vak
organisaties worden bepaald. Wat ver
staat men eigenlijk onder vakbekwaam
heid voor een winkelier? zoo vragen er
sommigen. Dezulken gaan van de ver
onderstelling uit dat een winkelier niets
anders te doen heeft dan het te verkoo-
pen artikel netjes in te pakken en de
kostprijs in de cassa te deponeeren. Dat
is echter de grove misvatting waardoor
de indiening van deze vestigingswet
noodzakelijk werd.
Wat zou b.v. een manufacturier van
zijn inkoop terecht brengen wanneer hij
niet beschikt over eenige kennis van de
weefselleer. Wat een boekhandelaar,
wanneer hij de verschillende papiersoor-. ten plattelande besproken. Algemeen
ten niet kan onderscheiden? Nog tiental
len voorbeelden kunnen we aanhalen.
Wanneer dus de organisaties de
eischen bovengenoemd ontwerpen, dan
ligt het evenzeer op hun weg de waar
borg te geven, dat er goede vakoplei
ding bestaat en mede te zorgen voor ’n
bescherming van de betreffende bedrijfs
tak. We mogen er zeker wel even aan
herinneren, dat de Ned. Drogistenbond
reeds geheel in deze lijn werkt door
naast een twee-jarige praktijk in een er
kende drogistzaak in verschillende plaat
sen in het land vakcursussen in het leven
te roepen, die na een 2>/2-jarige oplei
ding de toelating tot het examen dro
gist openstellen.
Ook in de kruideniersbranche is men
reeds geruimen tijd bezig iets dergelijks
te beproeven. Naast handelskennis en
vakbekwaamheid komt de derde eisch,
n.l. de credietwaardigheid.
Dat is een zeer moeilijke kwestie. Wat
zijn hier b.v. de minimum eischen? Gaat
men genetaliseeren. Is persoonlijkheid
ook een factor die gewicht in de schaal
legt? Allemaal vngaa waarop niet di-
t
reet een positief antwoord is te geven.
Beschouwen we b.v. de eerste vraag,
dan zal ieder moeten toegeven, dat ten
minste de kosten voor de eerste winkel
voorraad, de inrichting van den winkel,
transportmiddelen, aanwezig 1 moeten
zijn.
Bovendien zal men moeten beschik
ken over ^en klein bedrijfskapitaaltje.
Dit wordt door sommigen gesteld op 50
maal het bedrag dat een middenstander
in een bepaalde branche in een week zal
kunnen verdienen.
In het belang van vele jonge midden
standers, die met een groot enthousias
me een zaak beginnen zonder het zoo
loog noodige bedrijfskapitaal lijkt me
deze eisch gerechtvaardigd. Men zou
boekdeelen kunnen vullen over de
moeite, de strijd, de slapelooze nachten
die vele middenstanders hebben moeten
meemaken door het gemis van dit be
drijfskapitaal.
In de 2de plaats zal men de eischen
voor credietwaardigheid overal gelijk
stellen? Natuurlijk niet de grootere en
kleinere plaatsen maken reeds verschil,
maar ook de hoofdstraten of buitenwij
ken. Dit zal dus voor elk geval afzon
derlijk beoordeeld moeten worden.
Dan de derde vraag: Persoonlijkheid?
Zeer zeker speelt deze factor een groote
rol. Dikwijls is deze factor van zoo over
wegend belang, dat daarmee het voort
bestaan van een zaak reeds verzekerd
Is. Men zal m.i. goed doen hieraan meer
dan gewone aandacht te schenken,
De praktijk wijst nog dagelijks uit, dat
personen met weinig of geen bedrijfs
kapitaal spoedig „er boven op” komen,
terwijl dikwijls de zaken die over ruime
middelen beschikken, slechts zeer lang
zaam groeien. Is dit nu in tegenspraak
met wat we hierboven schreven over de
slapelooze nachten van sommige midden
standers? Integendeel, ook deze hadden
wanneer in hun tijd de vestigingseischen
verplichtend waren gesteld een zaak be
gonnen, want ze beschikken over de
noodige arbeidslust. Maar de basis waar
op de zaak werd ingesteld was iets zui
verder geweest. De bedoeling van deze
wet is dus niet energieke krachten te
weren, maar de ongewenschte elementen
uit te schakelen.
We komen vandaag nog niet geheel
door deze materie heen en zullen U daar
om in een slot-artikel. enkele grepen uit
de praktijk weergeven.
VERGADERING
FR. MIJ. VAN LANDBOUW.
Maandagmorgen werd bovengenoem
de vergadering in hotel Boermans ge
houden.
De Voorziter opende de goed be
zochte bijeenkomst met een kort wel
komstwoord.
Notulen werden hierna gelezen en on
der dank aan den Secretaris goedge
keurd.
Bij het punt mededeelingen vernemen
we, dat 2 nieuwe leden aangenomen
worden; de 2de halfjaarlijksche cursus
weer met voldoende cursisten bezet is.
Van de ingekomen stukken vermelden
we: Het verbindend verklaren van de
arbeidsovereenkomst zal dit voorjaar
nogal eenige moeilijkheden met zich
meebrengen. De Commissie die het vorig
jaar deze kwestie voor de afdeeling ver
zorgde, zal ook nu weer, behalve de heer
Kroondijk, deze taak vervullen.
Een adres over de verhouding tus
schen boter en margarine werd voorge
lezen en de conclusie daarin vervat aan
genomen.
Uitvoerig werd de 2de postbestelling
ZONDAG A.S. HET GROOTE
DRAMATISCH FILMWERK
LEEST ANNONCE VRIJDAG A.S.
telegraaf-agentschappen over den oorlog
in China tot ons komen, onbevooroor
deeld lezen, ontkomen we niet aan den
indruk, dat het er voor de Chineezen
niet al te rooskleurig begint uit te zien.
Een groot deel van Noord-China is
nu reeds door de Japanners bezet, de
groote havenstad Sjanghai is verloren.
Een ander belangrijk centrum Soetsjau
zoo doelmatig uit de lucht gebombar
deerd dat er van deze stad met meer
dan 200.000 inwoners niet veel meer over
is. Een verschrikkelijk en onmenschelijk
wapen is het vliegtuig, wanneer het ge
bruikt wordt om dood en verderf te mid
den van een weerlooze bevolking te
zaaien.
Dat is de risico yan den oorlog zult
ge zeggen, zeker, maar daarom juist
moest in onzen beschaafden tijd het
woord oorlog niet zonder een zekere
huivering worden uitgesproken. Maar
laten we ons niet aan onuitvoerbare uto
pieën overgeven.
Het is u misschien bekend, dat de bo
vengenoemde stad Soetsjau ligt op den
weg naar Nanking, de hoofdzetel van
de Chineesche regeering. Het onver
wacht bombardement en de snelle op-
marsch daarna van de Japansche voor
hoede heeft het bij Sjanghai terugtrek
kende Chineesche leger dermate gede
moraliseerd, dat het inplaats van een or-
delijke terugtocht een gedesorganiseerde
vlucht werd. Toen dan ook de Japan
ners bij verrassing het Jangtsjeng-meer
overstaken, was een oogenblik de weg
naar Nanking voor de Japansche troepen
open. De Chineesche legerleiding zag dit
gevaar en stuurde direct de reserve naar
dit bedreigde punt, waardoor de Japan
sche opmarsch tot staan kwam. -
Een bondgenoot hadden de Chinee
zen hierbij aan de overvloedig in dit me
rengebied vallende regen. Daardoor
kunnen de Chineesche strijdkrachten
weer opnieuw gegroepeerd worden, tot
dat Japan een nieuwe stoot gaat wa
gen.
Tegen de goed uitgeruste en militair
goed geschoolde Japanners is het, dunkt
ons, voor de Chineezen hopeloos vech
ten. Het kan korter of langer duren,
maar het moet ons inziens uiteindelijk
op een nederlaag voor de Chineezen
uitloopen.
Voor het evenwel zoover is, zullen nog
duizenden Chineezen en Japanners hun
bloed moeten offeren op het altaar des
Vaderlands. Commentaar overbodig.
Het klinkt misschien wat eigenaardig
na dit oorlogspraatje direct iets te ver
tellen over den vrede, in verband met
de dezer dagen uitgereikte Nobelprijzen
en toch zit er een zeker verband in -de
ze oogenschijnlijk tegenstrijdige onder
werpen. Was er niet regelmatig oorlog,
dan behoefde het werk voor den vrede
niet telkens op den voorgrond te worden
geplaatst.
Lord Robert Cecil is j.l. Donderdag
den Nobelprijs voor den vrede toege
kend. Beter Iaat dan nooit, mag deze
kampioen voor den wereldvrede wel
denken, nu hij op 74-jarigen leeftijd deze
hooge onderscheiding mag ontvangen.
Als er een man is die zich heeft uitge
sloofd een betere verstandhouding onder
de volkeren mogelijk te maken, dan is
het zeer zeker Lord Cecil.
Dat hij de garantie voor den wereld-
i voor
Dat het Nobel-Comité hem op zijn laten
levensavond deze vredesonderscheiding
toekende is een heel, heel kleine troost,
bij de vele ontmoedigingen die het wer
ken voor de vredesgedachte hem heeft
gebracht.
Wat gebeurt er in Rusland? zoo vra
gen we ons af, wanneer we lezen, dat
opnieuw een massa-proces in elkaar ge
zet wordt en verschillende hooge func
tionarissen van hun post worden onthe
ven. Is de corruptie zelfs doorgedron
gen in het diplomatieke corps of ziet
Staling zelfs in zijn naaste omgeving de
aanstichters van een contrarevolutie?
De vaagheid in de berichtgeving maakt
een goede diagnose zoo uiterst moeilijk.
Teekenend voor den geest die momen
teel in het Russische regeerings-appa-
raat heerscht, is het feit, dat Litwinov
de volkscommissaris, voor Buitenland-
sche Zaken er Stalin op heeft moeten
wijzen, dat een verdere zuivering in het
corps diplomatique, het Sovjetprestige
in het buitenland ernstig zal schaden.
Alsof dit prestige bij de meeste Euro-
peesche staten en regeeringen al niet
reeds lang zoek was.
Ongeveer met dezelfde angstvallig
heid is Duitschland bezield wat betreft
de berichtgeving naar het buitenland.
Vorige week is de Fransche journalist
Ravoux, die zich verstoutte een eigen
meening te kunnen neerschrijven over
den stand van het mond- en klauwzeer
in Duitschland de wenk gegeven het
land te verlaten. Thans komt er een be
richt, dat de Zwitsersche journalist Boe-
chenstein eveneens het land moet ver
laten.
Een der tooaangevende Engelsche
bladen schrijft naar aanleiding van deze
uitwijzing:
Boechenstein was een buitengewoon
opmerkzaam en onpartijdig waarnemer
van het Kerkconflict in Duitschland,
waarover hij dagelijksch met microsco
pische nauwkeurigheid verslag uit
bracht. Zijn uitwijzing toont aan, dat de
Duitsche autoriteiten ten zeerste wen-
schen te verbergen, wat er in verband
met dit Kerkconflict gebeurt.
Het vraagstuk van de baldadigheid
der jeugd, staat op het oogenblik in het
midden der publieke belangstelling.
Ik zag laatst een foto afgedrukt in de
krant, van een blokje van zes onbe
woonde arbeiderswoningen te Oss, van
welke woningen geen ruit meer was heel
gelaten door de jeugd en geen deur in
haar voegen was gebleven. Toen ik het
plaatje goed had aanschouwd, heb ik
met een zucht van verlichting de krant
terzijde gelegd, bij me zelven mompelen
de: dóór heeft de jeugd een.
werk aan gedaan.
De lezer excuseere me de bekentenis
en ik verzoek hem vriendelijk om deze
krant na lezing direct te verbranden voor
ze in handen kan geraken van zijn jon
gens. Inderdaad, mijn paedagogie lijkt
nergens naar, maar, zeker niet naar de
geijkte normen van onzen tijd.
Maar ik heb toch behoefte om eris
te zeggen hoe ik over deze zaak denk.
In de dierenwereld is het zóó, dat
niets meer telt, wat geen levensvatbaar
heid meer heeft of geen waarde voor het
leven. Het beest, dat zijn einde voelt na
deren, begint met zich zelf op te ruimen.
Het trekt zich terug in een hoek, waar
men het niet weervindt, en tot ontbin
ding kan overgaan zonder schade voor
het levende. Een hond, een konijn, een
kat, elk zoogdier, dat we in zijn levens
wijze kunnen volgen, verwerpt het jong,
dat met onvoldoende levenskracht ter
wereld is gekomen. In de vogelwereld
worden jonge kuikens, die niet mee kun
nen komen, vaak doodgepikt door het
ouderdier. ’n Beest blijft ook niet in de
woning (stal), welke het kreeg toege-
weten of zich koos, als deze niet langer
aan de eischen voldoet, welke het in
stinctmatig stelt. Als een kippenhok on
der de luis is geraakt, dan zal de kip
als ze de kans heeft voortaan den
nacht in een boom gaan doorbrengen.
Een sterk vervuild legnest wordt door
haar evenzeer gemeden.
Ik wil er mee zeggen: in het schepsel
en speciaal in het jeugdige schepsel leeft
een natuurlijke drang om te negeeren,
wat voor het leven geen waarde heeft en
zal dat zelfs als het daartoe in staat
is vernietigen. Wanneer de jeugd een
gammel huis rammeit, wordt ze niet in
de eerste plaats gedreven door verniel
zucht, maar door levensdrift. Pak zoo’n
baldadig jongmensch eens in z’n kraag
als ge de kans krijgt neem hem
mee naar uw goed onderhouden woning
zet hem daar in uw huiskamer, breng
hem een zak met steenen en zeg tot den
jongen: Ziezoo. Nou mag je vrij je gang
gaan. Gooi nou dien mooien spiegel
maar kapot, als je wilt. Sla die glanzen
de vazen in puin. Stook een vuurtje van
die stoelen en draai het kanarievogeltje
dat daar in die koperen kooi zit, den
nek om
Ik zou haast zeggen tot den lezer,
dat hij mij desnoods-wel de nota voor
de aangerichte schade zou kunnen doen
toekomen, maar dat waag ik er toch
maar niet op. Het zou kunnen gebeu
ren, dat de lezer toevallig een imbecie
len knaap in zijn kraag had gegrepen
en dén kan ik niet instaan voor de goe
de uitkomst van de proef. Een nor
maal jongmensch echter zal geen
vaasje breken in zoo’n geval. Hij zal
zijn vieze vingers nauwelijks op de glan
zend gewreven leuning van uw mooien
stoel durven leggen bang als hij is
dat-ie den boel vuil zal maken en
de eerste de beste gelegenheid zal hij
aangrijpen om te ontsnappen uit het huis
van den mensch, dien hij „niet goed bij
z’n hoofd” waant.
In alle plaatsen, in dorpen en steden,
vindt men roerende en onroerende goe
deren, welke door de eigenaren als le-
vensrommel worden achtergelaten. Have-
en vervetooze, vervallen woningen en
schuren b.v. Het is dien eigenaren de
moeite zelfs niet meer waard om het
u i t e r 1 ij k e aanzien een klein beetje
te onderhouden. Ze laten den boel meer
en meer vergaan, vervallenDón
komt de jeugd om de natuur met de
drift van hun eigen natuur een handje
te helpen.
Wat zijn diensten heeft gedaan en
geen of nauwelijks meer waarde heeft
voor het leven, dat moeten wij opruimen
ordelijk en stelselmatig, anders komt de
jeugd en stormt het omver. Zij corri
geert onze nalatigheid, onze fout. We
moeten met het oude, het afgedane wé
te» te breken, al valt om» dat soa»
14.75, 15.50, 17.50
in Tweed 17.75
Enfin, sedert de jeugd haar kracht heeft
geuit op wat ruïnes is het vraagstuk der
jeugdbaldadigheid weer aan de orde ge
steld. En hooren we allerlei paedagogi-
sche adviezen verkondigen. Deel de jeugd
in kleine groepjes, waarvan er één „ver
antwoordelijk” wordt gesteld, heet het
b.v. M. a. w.: kweek klikspanen en stie
kemerds! Meer speeltuinen voor de
jeugd! roept men in koor.
Werkelijk een goed iets die speel
tuinen en sportvelden. Mits men er het
toezicht tot het uiterst-noodzakelijke be
perkt. De jeugd-energie moet een uitlaat
hebben en daartoe eigent zich de sport
in het bijzonder. Al te veel echter zijn de
speelterreinen een soort van jeugd-con-
centratiekampen. Hoog omrasterd, veel
toezicht houdend personeel. Je mag er dit
niet doen en dat niet. Lustoorden voor
Brave Hendrikken de jongens met pit
knijpen er liever met een uit kranten
papier samengestelde, met touw omwon
den, tot „voetbal” verheven voorwerp
tusschen-uit, om ergens in hun eigene
volle vrijheid het verkeer en hun leven
in gevaar te brengen.
Jeugd-leiden is moeilijk. Jongens wil
len in hun vrijen tijd niet onder dwang
en toezicht staan. De goede jeugdleider
voor wien ze alles zullen doen en laten
is degene, die hun „groote k a m er a a d”
kan zijn. Tegen zulk een zal de knaap
opzien, omdat de drang daartoe uit den
jongen zelf voortkomt
WEATHERPROOF
DE JONG s NIEUWSBLA
waarin opgenomen