HEI MPP0BMMI ZEELADD.
Buit enlandsche Revue.
GROOTBAL
III. V. d. WERFF
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELEF. 86
De Bolswardsche Courant en Westergoo
34*2 Jaargang
Woensdag 16 Februari 1938
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Stadsnieuws.
DANCING BOERMANS
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 12
No. 13
I
1
1
i?
„Vous savez blen
Que dans le fond je n’en crois rlen.
Speciale inrichting voor
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
I
1
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Lccsgcld Ir. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
OFFICIEELE OPENING EERSTE
GEDEELTE RIJKSWEG 43.
Op Zaterdag 19 Februari a.s. des mid
dags 12 uur zal het nu gereed zijnde eer
ste gedeelte van rijksweg 43, n.l. het
traject Afsluitdijk-Harkezijl officieel wor
den opengesteld door den heer Commis
saris der Koningin in Friesland na ult-
hoodiging van den heer Ir. L. J. A. Ber-
gansius, hoofdingenieur district nieuwe
wegen, die de Rijkswaterstaat zal verte
genwoordigen. De commissie uit de ge
meentebesturen en het propaganda-co-
Advertentifin per regel:
Woenadagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87928.
Moeilijkheden in Duitschland.
Italie-Engeland. Spanje.
De in ons vorig weekoverzicht gesig
naleerde spanning tusschen de Duitsche
legerleiding en de combinatie Hitler-
Goering-Goebbels, die door de Duitsche
bladen stelselmatig wordt tegengespro
ken, schijnt toch niet geheel bezijden de
waarheid te zijn. Niet dat we al de fan
tastische geruchten nu maar direct voor
de volle 100 als waarheid aanvaar
den, maar we ontkomen niet aan de in
druk, dat de met man en macht officieel
en officieus verspreide tegenspraak van
die geruchten wel een beetje geforceerd
aandoet.
Bovendien handhaaft de Pooische pers
die ook da aerate geruchten verspreid
VERGADERING
FRIESCH GRONDBEZIT.
Zaterdagmorgen hield bovengenoem
de afdeeling Bolsward een vergadering
op de bovenzaal van den Hof van Hol
land, welke zeer matig bezocht was.
Nadat de voorzitter de vergadering
geopend had, werd het woord verleend
aan den heer Douma, die een duidelijke
uiteenzetting gaf van de pachtwet.
Dit in 1937 door de Eerste Kamer aan
genomen wetsontwerp zal vermoedelijk
in Juni van dit jaar in werking komen.
Het 1ste artikel van deze wet is van
vérstrekkende betegkenis, n.l. dat alle
contracten die de strekking van pacht
hebben onder deze wet vallen. De voor
naamste soorten van pacht zijn: geld-
pacht en mobiele pacht. De pacht heeft
een doorloopende tijd van 12 jaar; wordt
in het elfde jaar de pacht niet opgezegd,
dan loopt deze weer 10 jaar door. Art. 5
van de wet zegt evenwel dat er ook een
kortere pachttermijn mogelijk is, b.v. tus
schen ouders en kinderen of jonge men-
schen voor wie de eerste jaren als proef
jaren beschouwd kunnen worden.
Art. 6 zegt, dat alle contracten schrif-
telijk moeten worden aangegaan. Dit
artikel xal streng gehandhaafd worden
concessies moest doen.
Het blijft bij dit alles de vraag, of dan
werkelijk slechts universeele transacties
de economische saneering kunnen bren
gen. Wanneer de bijzondere politieke rol
van eenige staten de universeele trans
actie verhindert, moet zij dan werkelijk
voor alle staten verhinderd worden? Het
is tot op den huldigen dag niet duidelijk
geworden, waarom ook niet partieel
veel mogelijk zou zijn. Wanneer het be
staan van de staten, van welke van Zee
land politieke garanties vraagt, welke
deze waarschijnlijk niet kunnen geven,
de algemeene toepassing van het rapport
verhindert: waarom zouden dan dege
nen, voor welke dit voorbehoud niet
geldt, onder elkaar het rapport niet kun
nen toepassen? Deze vraag zal tenslotte
eens met meer nadruk gesteld worden
en het is te hopen, dat dit spoedig
gebeurt, want Van Zeeland’s prognose,
dat een nieuwe crisis reeds in aantocht
is, belooft weinig goeds.
In de voorzichtige formuleerlng, waar
in, zooals thans blijkt, reeds de opdracht
aan Van Zeeland gehouden was, werd
van hem verlangd „een enquête over de
mogelijkheden om tot een algemeene
verzachting van de contingenteerings-
maatregelön en andere belemmeringen
van den internationalen handel te gera
ken.”
In deze opdracht steekt reeds de onuit
gesproken these: Internationale handel
is nuttig, autarchie daarentegen schade
lijk. Van Zeeland onderzoekt deson
danks deze stelling nog eens. Terwijl hij
theoretisch erkent, dat de technische
mogelijkheid tot een bijna volledige au
tarchie in eenige zeer groote landen
aanwezig is, stelt hij vast, dat zij zelfs
daar onvermijdelijk tot een stijging der
kosten, d. w. z. tot een verlaging van
den levensstandaard zou moeten leiden.
En in het meerendeel der landen zou het
gevolg van de autarchie nog heel wat
onaangenamer zijn.
„In vele oude, dichtbevolkte landen is
het zelfs twijfelachtig of de autarchie
het ten slotte nog zou toestaan, dat het
huidige bevolkingscijfer daar gehand
haafd blijft, hoe diep ook het peil van
den levensstandaard zou liggen, waar
mede men genoegen zou hebben geno
men.
Deze tot het uiterste gedreven metho
de sluit het risico in zich op den langen
duur, tengevolge van de dingen zelf, een
vermindering van 't bevolkingscijfer met
zich mede te brengen.”
Dus geen autarchie, maar internatio
nale handel en in dit opzicht is Van
Zeeland zelfs zoo streng, dat hij niet
eens het bestaan van twee verschillende
•tetea-groapaa erlceat Ia varkaUikhaid
zette vredesactie, los van een der thans
bestaande partijen.
We bedoelen daarmee dat geen der
tegenwoordige Spaansche partijen de
macht zal mogen uitoefenen, maar dat
een internationale commissie tot aan het
tijdstip dat er weer normale toestanden
zullen heerschen, het bewind in handen
neemt.
In naam van recht, vrede en mensche-
lijkheid is zooiets niet te veel gewaagd.
Jammer dat juist in onzen tijd dat be
roep op menschelijk gevoel en verant
woordelijkheid zoo weinig beteekent
Dat ondervindt China ook in zijn strijd
tegen de Japansche overheersching. Dit
avontuur mag dan voor Japan een mili
taire en economische debacle beteekenen
(wat U zoo moet verstaan, dat de be
doeling van de Japansche legerleiding en
regeering ingesteld was op een snelle
afdoening van dit conflict).
Voor China is het leed, door deze
moderne oorlog berokkend, niet te over
zien. De voedselvoorziening komt door
de onnoemlijke groote aantallen vluchte
lingen die telkens naar het Westen en
Zuiden trekken in de knel.
De opzet van de Chineesche legerlei
ding was de Japanners zoo ver mogelijk
in dit uitgestrekte land toe te laten en
daardoor de financieele en moreele weer
kracht der Japanners te breken. De fout
in deze berekening is nu, dat men het
aantal vluchtelingen, die naar het mid
den en Zuiden van China trokken over
schat heeft, waardoor de voedselvoorzie
ning en huisvesting in de war liepen.
Het gevaar is niet denkbeeldig, dat ’t
wapen der uitputting, hetwelk China ten
opzichte van Japan wil toepassen, in
veel sterkere mate in eigen land en volk
onherstelbare verliezen zal teweegbren
gen.
bij de uitvoering van de wet zonder
schriftelijk contract geen verhaal op de
pachtsom. Dit mogen vooral zij, die met
pacht tusschen ouders en kinderen te
maken hebben nog wel eens ernstig
overwegen.
Art. 7 spreekt over buitensporigheid
in de pachtprijs, b.v. te hoog waardoor
geen redelijk bestaan mogelijk is. Het
oordeel hierover wordt gelegd in handen
van de pachtkamers.
Verschillende artikelen passeeren zoo
de revue. Zoo is er ook een artikel, dat
spreekt over de vergoeding voor aange
brachte verbeteringen. In laatste instan
tie beslist ook hier de pachtkamer.
Art. 34 zegt: de verpachter en pachter
hebben het recht een verzoek tot nietig
verklaring te doen, maar dan heeft de
pachter nog beroep op de pachtkamer.
Deze pachtkamers moeten eerst worden
ingesteld vóór de wet in werking kan
treden. Naast deze pachtkamers zullen
ook pachtbureaux worden opgericht door
de vertegenwoordigde organisaties.
Er is zeker alle reden voor de orga
nisatie van grondeigenaren met alle mo
gelijke zorg die contracten op te stellen.
De taak van de organisatie wordt daar
door verzwaard, maar dan is ook noo-
dig, dat allen zich aaneensluiten, ge
dachtig het spreekwoord: Eendracht
maakt macht.
Enkele vragen werden gesteld en door
den spreker beantwoord.
Met een woord van dank aan den spr.
sloot de voorzitter deze bijeenkomst.
Van Zeeland heeft zijn taak, n.l. het
uitwerken van een plan tot niets minder
dan een economische saneering van de
wereld, onder de meest gunstige omstan
digheden kunnen vervullen. Voor de en-
gageering van medewerkers en het ma
ken van reizen door de geheele wereld
stond hem een groot fonds ter beschik
king. De opdracht der groote mogend
heden, voor welke hij handelde, opende
hem iedere deur. En hij zelf droeg zijn
bankiers- en minister-ervaring, zijn wel
zeer groote economische kennis en de
gaven van een soliede verstand bij. Der
halve had de missie van Van Zeeland
er aanspraak op, het maximum aan hoop
te representeeren, die men onder de hui
dige omstandigheden op een economi
sche expertise kan vestigen.
Eind Januari, na vele maanden dus,
zijn de resultaten van de enquête gepu
bliceerd. Wie het rapport gelezen heeft,
zal er meer dan ooit van overtuigd zijn,
dat in den toestand, welke op het oogen-
blik heerscht, zijn goede raad duur is.
De raadgever zelf is klaarblijkelijk me
lancholiek. Hij heeft zijn aanbevelingen
tot een minimum beperkt En zelfs dit
minimum heeft hij eenerzijds nog met
vele concessies voor eventueele weder-
spannigen gewatteerd, anderzijds de ter
mijnen van uitvoering vrijgevig op vele
jaren bepaald. Dit minimum van een mi
nimum wordt overigens nog op uiterst
sceptischen toon voorgedragen:
„Bezien wij het veld der politiek, dan
schijnen de aanknoopingspunten, die op
een spoedige en vriendchappelijke toe
nadering doen hopen, minder in aantal
te zijn dan ooit sinds 1918. Stellen wij
ons op een economisch standpunt, dan
schijnt het, alsof het gunstigste oogen-
blik voor een strikt economische samen
vindt men geen enkelen staat, die tot
nog toe tof de volledige autarchie be
sloten heeft; anderzijds is geen een land
den waren vrijhandel trouw gebleven.
Het is de vraag, of deze gelijkstelling
niet al te doctrinair of al te oppor
tunistisch is. De zeer verschillende
graden naast de evenzeer verschillende
idealen zijn geen bijzaken maar vormen
het cardinale punt. Van Zeeland heeft in-
tusschen willen aantoonen, dat alle sta
ten, zonder eenige uitzondering, belem
meringen van den handel hebben uit te
roeien; en in zooverre heeft hij gelijk.
Hoe echter verwijdert men handelsbe-
lemmeringen? Wat te doen, opdat tarief-
muren, reglementen, enz. verdwijnen?
Ook van Zeeland kent geen ander middel
dan het van ouds bekende: dat men deze
afschaft. Minstens een tiental Volken-
bondsenquêtes, conferenties van Kamers
van Koophandel en wat al niet meer
hebben dit sinds jaren aan een ieder, die
het hooren wil, op mooi bedrukt papier
verkondigd. Zij hebben niet nagelaten
daaraan hetzelfde toe te voegen als Van
Zeeland: dat het waagstuk natuurlijk te
gelijkertijd door vele of alle landen zou
moeten worden ondernomen. Maar het
is duidelijk, dat ook Van Zeeland niet
heeft kunnen constateeren, dat de van
ouds bekende weg nieuwe kansen in de
psychologie der regeeringen zou hebben.
Hij weet zeer goed, dat eenige staten
bij hun autarchische politiek „zuiver po
litieke overwegingen volgen” en dat zij
geenszins bereid zijn deze af te zweren.
Hij weet ook zeer goed, dat, wanneer
deze staten bij hun politiek volharden,
de andere ten minste tegenover de
obstinaten hetzelfde moeten doen.
Ook Van Zeeland heeft moeten vaststel
len dat de algemeene bespreking over
het probleem in alle hoofdsteden steeds
positief was, dat zij echter steeds aan
zienlijk negatiever werd, zoodra men ’t
WMking^eeds’^^ Punt naderde> Ya!rop men zelf eenige
de laatste maanden heb ik voorloopige
conclusies, waartoe ik gekomen was,
herhaaldelijk moeten veranderen; in de
hoop, nieuwe teekens of stroomingen van
een bemoedigend karakter te zien opdui
ken, heb ik de overhandiging van het
rapport steeds weer uitgesteld; op ze
kere oogenblikken wanneer ik de moei
lijkheden zich zag opstapelen, heb ik mij
zelfs afgevraagd, of het niet beter zou
zijn, van een poging tot een groote in
ternationale economische samenwerking
af te zien en een gezondere atmosfeer af
te wachten.”
Weliswaar volgt op dergelijke passa-
ges steeds weer het overredende, zelfs
het zichzelf overredende „desondanks”.
Een poging is nimmer geheel en al ver
loren, zelfs indien zij niet onmiddellijk
tot het doel leidt." Maar ook daaruit
spreekt de stemming, die den auteur be
woog, toen hij zijn werk op papier bracht
en overhandigde. Het moet de stemming
zijn geweest van het lied, dat sinds
eenige jaren overal In de wereld wordt
gezongen:
4
I
DE WITTE NON.
Zondagavond gaf voor een zeer goed
bezette Doelezaal het beroepstooneelge-
zelschap onder leiding van Albert Ger
lach een voorstelling van het tooneel-
werk „De Witte Non”, bewerkt naar de
roman van Crawford. De inhoud van dit
werk is in het kort deze:
De dochter uit het eerste huwelijk van
Prins de Chairemonte vernietigt een tes
tament, waardoor haar zuster uit het
tweede huwelijk onterfd wordt Deze,
Angela geheeten, is verloofd met kapi
tein Giovanni. Angela wordt van huls
verdreven en door haar gouvernante
liefderijk opgenomen, onderwijl Giovan
ni met een expeditie naar Afrika vertrekt
en door een misverstand als vermoord
wordt opgegeven. Angela besluit nu in
een klooster te gaan. Op den dag van
haar inkleeding komt Giovanni plotse
ling terug, maar moet, doordat Angela
door haar kloostergelofte gebonden is,
van zijn bruid afzien. Op een moment dat
Enriquetta, de dochtear uit ’t eerste hu
welijk Giovanni komt bezoeken op de
observatiepost van de Vesuvius en hem
haar liefde bekent, ontstaat een aardbe
ving, waardoor Giovanni doodelijk ge
troffen en Enriquetta blind wordt.
Een niet gemakkelijk gegeven voor
een tooneelwerk, wat, om niet in bana
liteiten te vervallen zeer sterke tooneel-
spelers vraagt. Behoudens het derde be
drijf, dat zeer goed gespeeld werd, kun
nen deze spelers zich niet In het ver-
eischte milieu verplaatsen.
Hare Exelenza de Markiezin, overigens
een aardig type, miste de gratie en char
me welke van een dame uit die kringen
moet uitgaan. Kapitein Giovanni heeft
veel goede momenten, maar het gebaar
en ook de zeggingskracht is nog te di-
litantistisch. Angela speelde haar moei
lijke rol uitstekend en we maken zeker
een complimentje aan de gouvernante,
vooral in het derde bedrijf.
De Abt, gespeeld door Chris Volkamp
is over het geheel genomen uitstekend;
rustig beschaafd en beheerscht spel. Wat
jammer dat deze speler niet even infor
meerde, hoe men bij de Katholieken het
kruisteeken maakt.
De kleinere rollen werden goed ge
speeld, maar we kunnen de kunstschil
der moeilijk vergeven, dat hij in het eer
ste bedrijf met het verkeerde portret op
het tooneel kwam. Dat soort menschen
schijnt nu eenmaal erg nonchalant te zijn
zelfs in de kleeding. De tooneelaanklee-
ding was somstijds heel aardig, hoewel
we een volgende keer graag wat minder
kijk krijgen op wat achter de coulissen
gebeurt.
Stuk en spelers passen mijns inziens
beter in de entourage van de bekende
schouwburgtent
Zondag 20 Febr.. 'sav. 8 uur
m. medew. van het phenomenale
Dansorkest The Rhythm Boys
INGEZONDEN
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Geachte Burgerij,
We leven in een tijd van onrust.
Dankbaarheid mag ons vervullen voor
de rust, die et nog in ons land wordt ge
vonden. Voor een niet onbelangrijk deel
is dit te danken aan de Bijzondere Vrij
willige Landstorm, die door de preven
tieve werking, welke van dit instituut
uitgaat, heeft meegewerkt, dat de hier
heerschende rust en orde gehandhaafd
konden blijven.
Wij mogen in dit streven niet ver
slappen. Om dit te bevorderen zijn wij
van plan Maandag 21 Febr. een Propa-
ganda-avond te houden in het R.K.
Werkliedengebouw St. Jozef.
De hoofdschotel van dezen avond
vormt de film „Landstorm rond Oranje”
Verder zullen er korte redevoeringen
gehouden worden die u nader met het
instituut zullen bekend maken. O.a. zullen
onze Voorzitter de Edelachtbare Heer
Burgemeester en de WelEerw. Heer
Pastoor Nielen voor u optreden.
Voor afwisseling krijgen we zang en
muziek. We hopen, dat deze avond zal
meewerken uw liefde voor de B. V. L.
te doen toenemen.
De PI. Commissie.
heeft, haar meening, dat er een zekere
gespannenheid en onrust in Duitschland
heerscht. Dit feit is ons inziens logisch
en verklaarbaar. In elke dictatoriaal ge
regeerde staat of dit nu fascistisch of
communistisch genoemd wordt is een
vrije meenings-uiting verboden.
De massa van het volk wordt opge
voed in een kinderlijke naïviteit. Alles
wat door het stelsel, wat de macht in
handen heeft, wqrdt gedaan is goed en
mooi en over mislukkingen wordt niet
gesproken. Maar ook in een dictatoriaal
geregeerde staat, of liever, juist in een
dergelijke staat komt het persoonlijk in
zicht sterker naar voren, niet bij het volk,
maar bij de leiders. Ook deze (met ab
solute macht, maar eveneens met de ge
wone menschelijke zwakheid belkleelde
leiders) kunnen zich vergissen en wan
neer deze vergissingen niet gecorri
geerd kunnen worden door de volksmee-
ning of volkswil ontstaat misnoegen en
verbittering.
We zien dit regelmatig terugkeerende
verschijnsel in de communistische sa
menleving en sedert de opkomst van het
Hitlerbewind ook in Duitschland.
Het geneesmiddel is ook naar Rus
sisch voorbeeld.een drastische zuive
ring, ontslag, concentratiekamp, enz. enz.
De gespannen toestand in Duitschland
doet ons terugdenken aan 1934. Dat de
ontevredenheid onder de militaire leiders
thans zeer groot is, wordt door verschil
lende publicaties in de buitenlandsche
bladen bevestigd. Het is eenvoudig on
denkbaar, dat de generaals von Blom
berg, von Fritsch en 14 andere hoofd
officieren, toevallig allen tegelijk de leef
tijdsgrens voor pensioneering hadden
bereikt. Trouwens de gespannen verhou
ding tusschen generaal von Fritsch en
Hitler was sinds lang geen geheim meer.
Een typisch voorbeeld daarvan verhaalt
de Haagsche Post. Bij de begrafenis van
generaal von Seeckt, stond tijdens de
uitvaartdienst in de Protestantsche Kerk
Hitler plotseling op om weg te gaan.
Generaal von Fritsch maakte toen den
Leider opmerkzaam, dat een dergelijk
vervroegd vertrek «beleedigend voor het
leger zou zijn, waarop Hitler hem toe
snauwde: Ik bepaal zelf, wanneer ik wil
weggaan. Ingerukt generaal von Fritsch.
Maar het toenmalige hoofd van de Rijks-
weer antwoordde zeer ad rem: Wanneer
ik moet inrukken, bepaal ik.
Toen de oude veldmaarschalk van
Mackenzen dit hoorde, sprak hij: En dat
moet het Duitsche leger zich van een
vroegere Oostenrijksche korporaal laten
welgevallen?.
Wij voor ons gelooven, dat Hitler de
macht van het Duitsche officierencorps
waaronder heel wat monarchistische
elementen schuilen onderschat heeft.
Ondanks de pertinente Duiische tegen
spraak handhaven we onze meening, dat
het element van onrust zeer zeker aan
wezig is. De grondoorzaak hiervan is
natuurlijk op te diepen, maar daarover
een volgende keer.
De laatste week duiken eveneens tel
kens geruchten op over een toenadering
tusschen Italië en Engeland. Natuurlijk
in verband staande met het Spaansche
avontuur. Het zal onze lezers bekend
zijn, dat voor enkele weken terug ver
schillende berichten melding maakten
van een hernieuwde troepenzending door
Italië naar Spanje (maar eventjes 50.000
man. Sedertdien kwam de torperdeering
en vliegeraanvallen van Engelsche sche
pen en daarop de zeer scherp gestelde
nota van Engeland aan Italië.
Het schijnt toch wel eenige indruk ge
maakt te hebben in het land van Musso
lini. Men heeft daar zoo nu en dan wel
een groote mond, maar de logica is er
gelukkig niet geheel zoek. Die logica
brengt met zich mee dat Italië zich nog
niet de toorn van ’t machtige Engelsche
rijk op den hals kan halen. Niet alleen
militaire, maar nog veel meer economi
sche belangen staan daarbij op het spel.
Bovendien nu het fascisme door de
verandering van regeeringsvorm in Roe
menië een steunpunt in de Balkan ver
loren heeft, mag men zich zeker niet in
een conflict met Engeland begeven.
Onwillekeurig staan we dan voor de
vraag: nu er in Duitschland oneenigheid
heerscht over de te volgen gedragslijn
ten opzichte van Spanje, nu Italië toena
dering zoekt, of omgekeerd is me ook
goed, hoe komt het dan met het Spaan
sche conflict? Wanneer we de verhou
ding van de strijdende partijen tegen el
kaar afwegen, komen we tot de conclu
sie, dat het krachtsverschil zonder bui
tenlandsche inmenging geen onderscheid
meer maakt. We zien dat in den strijd bij
Teruel, waar de eene week de regee-
ringspartij, de andere week de opstan
delingen een succes kunnen behalen. De
lenigst mogelijke oplossing moet dus
worden een door buitenstaanders Inge-
1
I
1
•I
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen