Buit enlandsche Revue.
III. V. d. UI ER F F
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Reparatie
P. A. TEN THIJE
Bericht!
Stadsnieuws.
STORT DE DUITSCHE
ECONOMIE INEEN?
34— Jaargang
Woensdag 31 Augustus 1938
No 67
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12
A
i.
2.
3.
gemeente-begroting.
4.
5.
6.
a.
en
er
Md.
1.
1.
e.
1.
I
A
Advertentiën per regel:
Woensdagsnummer 10 cent
Zaterdagsnummer 12 cent
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
HET AUTARCHISCH STREVEN
MOET WORDEN OPGEGEVEN.
De roofbouw wreekt zich.
INKEER DOOR NOOD.
73.47
25.25
32.75
37.5C
48.50
42.00
6.25
6.25
8.25
31.00
Speciale inrichting voor
aan alle merken
Automobielen
We begonnen met de Sudeten Duit-
sche kwestie, maar, zoo zult ge zeggen:
dat zaakje komt nu best in orde; de En-
b.
1.
f.
1.
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct p. kwartaal.
OOGARTS
hervat 1 September
de praktijk
c.
1.
d.
neigd, die symptomen van een naderend
wereldeinde te zien.maar we kunnen
gerust zijn, dit is maar een voorproefje
hoe lang het woordje „nog” beteekent
weten we niet en dat is maar goed ook;
niet alleen vinden we de tegenwoordige
geloofsvervolging in de hierboven ge
noemde landen zelfs in Polen, dat
altijd als een godsdienstig centrum werd
beschouwd, is een actie ontketend tot
vernietiging van de Oost-Orthodoxe kerk
Reeds 114 kerken zijn er verwoest,
waarvan er 56 geregeld werden gebruikt
De bisschoppen schrijven, dat de ridder
lijke geest van waarheid en moed weer
moet herleven. Een waar woord, ook
voor andere landen.
EEN BANKBILJETTEN-PERS
DRAAIT SNEL.
Maar sneller is 't verlies van vertrouwen.
kelde vredes-economie, is een eer
ste voorwaarde voor een goed func-
tioneeren van de oorlogs-economie.
Daarentegen voert een te sterk door
gevoerde autarchie tengevolge ven
de kosten, die zij met zich brengt,
tot een verzwakking van de econo
mische kracht van het land in tijden
van oorlog. De buitengewone re
sultaten, die in 1914 door de Duit-
sche oorlogsindustrie werden ver
kregen, waren slechts mogelijk,
doordat gedurende het aan den
oorlog voorafgaande tijdperk de
zeer nauwe band met de wereld
economie Duitschland in staat had
gesteld belangrijke reserves in het
economisch bestel en bij de bevol
king op te hoopen.”
Vanwege de Nationale Feest
dag op 6 September, zal de
drukkerij dien dag GESLOTEN
zijn. Het nummer van „De
Jong’s Nieuwsblad" van 6
Sept, zal dientengevolge reeds
MAANDAG 5 SEPTEMBER
verschijnen.
Advertentiën en berichten voor
dat nummer moeten uiterlijk
Maandag 10 uur bezorgd zijn.
Drukker en Uitgever
A. J. OSINGA
Telkens opnieuw verheug ik me
over, dat ik geen geld heb. „Geen geld
en ook geen zorgen”, luidt het in een
tegenwoordig populair lied, waarvan ik
naam, oorsprong, den rijmelaar-maker,
noch den toonzetter ken. Zóó, dus gelijk,
men zingt in voornoemd althans aange
duid lied, is het helaas niet meti
me gesteld. Ik heb wèl zorgen, maar ge
lukkig niet zulke zware als aan
het bezit van geld zijn verbonden. Ik
neus, wanneer ik niets beters te doen
heb, wel eens in de beurskroniek van
een dagblad en als ik dan zie, hoe Ana
conda kelderde en het pond zakte tot
vier en een half ons, dan prijs ik me
gelukkig, dat ik den anderen dag niet
naar mijn denkbeeldigen bankier
hoef te gaan om te suppleeren. Wanneer
’t A. N. P. me des avonds na de nieuws
berichten heeft verteld, hoe het dien dag
met de voornaamste fondsen is geloo-
pen, dan slaap ik, kort na deze mede-
deeling den diepen slaap, welke alleen
uit een volslagen, zij het tijdelijke, des-
intrèjsse van alle aardsche zaken kan
voortkomen.
Denkt ge, lezer, dat de man van geld
en dus van zorgen, zoo slapen kan? Geen
denken aan! Stel je b.v. eens iemand
voor, die „in de marken” zit. Hebt gij
wel eens de „wisselkoersen” bestudeerd
in uw avondblad? Een gulden is geluk
kig nog steeds een gulden en uitslui
tend: een gulden. Zooals een pond
f8.94 is of daaromtrent, zonder varia
ties van soort. Maar de marken.
Ik heb een avondblad voor me liggen
en daarin lees ik onder wisselkoersen:
Marken
Marken (bankpapier)
Registermarken, vrije
Registermarken, ondersteunde
Reismarken (binnenland)
Reismarken (buitenland)
Effecten
Auswanderermarken
Creditsperrmarken
Zilvermarken
Als je zoo iets leest en men heeft, juist
als schrijver dezes, geen geld en dus
geen verstand van geld, dan denk je: da’s
zwendel. Maar dat is het natuurlijk niet;
’t is alles zoo recht en zoo klaar als
het oordeel en de wijsheid van een Sa
lomo. Jammer voor de Duitschers al
thans dat die een Jood was.
Die dingen het verschil in de soort
en de waarde van de marken daar
moet je een speciale kennis van hebben,
anders heb je, vóór je het weet, een
strop of bij overschrijding van onze
oostgrens je komt in de gevangenis
terecht wegens deviezensmokkelarij I
Buiten Duitschland was er eigenlijk
niemand, die een goed begrip van het
marken-systeem had. Het is een natio-
naal-soclallstische uitvinding, reeds een
aantal jaren geleden gelanceerd door
den huldigen Duitschen rijksminister
Schwering Krossiqsk. Het Derde Rijk
pretendeerde, dat het zich onafhankelijk
kon maken en -houden van het buiten
land door zijn eigen en nieuwe finan-
cieel-economische methoden.
In het buitenland heeft men de wer-
Wanneer de Duitsche regeering, thans
staande voor den financieel-economi-
schen afgrond, inderdaad tot het inzicht
komt, dat de weg van autarchie, welke
ze in „eigen” wijsheid meende te moe
ten gaan, de verkeerde was en dat het
Derde Rijk zich weer behoort in te scha-
Kelen in het vrije internationale handels
verkeer, dat de best denkbare verdeeling
der grondstoffen van de wereld en de
uitwisseling van elkanders overproductie
verzekert, dan is er voor het Derde Rijk
weer welvaart en sympathie in het ver
schiet.
En zouden ook voor ons land en
heel de wereld de handelseconomische
perspectieven opeens veel helderder
worden.
Om voorloopig te zwijgen van de dén
eveneens veel verbeterde vooruitzich
ten van den vrede.
zaken in onze weekrevue en niet te veel
afdwalen in bespiegelingen over wat in
normale omstandigheden van ons we
reldje zou te maken zijn. We moeten de
zaken maar nemen zooals ze momenteel
zijn.
king van dit systeem met ongeloof en
wantrouwen gevolgd. Men kreeg er
daar geen begrip van. Men zag alleen,
dat het practisch roofbouw betee-
kende, gepleegd op het buitenlandsch
crediet van het*land. Men hield vast aan
de gedachte: dat moet, op den duur,
misgaan.
Echter: dat oogenblik van „misgaan”
liet zich zóó lang wachten, dat degenen
die van geldzaken en wisselverkeer geen
verstand hebben, begonnen te redenee-
ren: ze doen het toch maar! En al die
soorten marken mogen dan, in onze lee-
ken-oogen, een zwendelachtig aanzien
hebben als zaak lijkt die nieuwe
financieele politiek lang niet onvoordee-
lig!
Totdat.Zou nu tóch blijken, dat
eerlijk het langst duurt?
Met een economische debacle in het
Derde Rijk zou Duitschland geteisterd
en de overige wereld niet geholpen wor
den. 't Is daarom te hopen, dat alles
zich nog te rechter tijd ten goede zal
keeren, hetgeen zou moeten geschieden
met de hulp van andere staten en door
terugkeer, in Duitschland, tot een
reëeler en eerlij ker economie. Het is
een verheugend teeken, dat ten be
hoeve van zulken terugkeer in het Derde
Rijk bevoegde stemmen opgaan.
Natuurlijk in de „verklaringen”
over den toestand vanuit Berlijn, krijgen
in de eerste plaats de Joden de schuld.
Funk, de minister van economische za
ken, zei het aldus:
„De daling der Duitsche aandelen
koersen is allereerst terug te voeren tot
den verkoop van geldswaardige papie
ren door Joodsche bezitters, die ten on
rechte van meening waren, dat Joden
in de toekomst geen Duitsche gelds
waardige papieren meer mochten bezit
ten. Er is geen enkele reden waarom
het een Jood niet vergund zou zijn, een
niet op naam staandgeldswaardig pa7
pier te bezitten. Bovendien heeft het
economisch leven door een verdere pro-
dudtie-uitbreiding een groote behoefte
aan geld gekregen.”
„Tenslotte zoo eindigt het des
betreffende D. N. B.-bericht uit
Koenigsberg verklaarde Funk,
dat Duitschland bij het voeren
eener economische politiek zich niet
door dogma’s of systemen mag la
ten verbinden. Duitschland weet,
dat het niet alleen in de wereld kan
leven, waarom het dan ook alle
kracht inspant om door middel van
zijn buitenlandsche handelspolitiek
bruggen te slaan naar het buiten
land.
En nog duidelijker werd de weg-terug
gewezen in het orgaan van Dr. Schacht.
Daarin staat te lezen, van de hand van
Dr. Tomberg:
„Een gezonde en sterk ontwik-
De boel is vastgeloopen. Dat kan
zelfs een leek zien, als hij uit de wissel
koersen in zijn avondblad vaststelt, dat
b.v. het Duitsche bankpapier meer dan
een punt, op sommige dagen althans, in
waarde zakt. In Engeland verzekert men
zelfs, dat het marken-geval hopeloos is.
Volgens een der Engelsche bladen
zou van Duitsche zijde zelfs zijn over
gegaan tot de toepassing van een der
laatste middelen welke het Rijk ter
verkrijging van deviezen ter beschik
king staan, t.w. tot den verkoop van
Duitsch bankpapier in het buitenland.
Voor zijn veronderstelling, dat Duitsch
land dit laatste middel tot het stillen
van zijn deviezenhonger te baat zou
hebben genomen, ziet het blad ’n recht
vaardiging in het opvallende verschijn
sel, dat de te Londen aangeboden Duit
sche bankbiljetten gloednieuw zijn, en
opeenvolgende nummers dragen, alsof
zij rechtstreeks van de biljettenpers ko
men. Indien de markt aan de juistheid
van deze veronderstelling mocht gaan
gelooven, of ook slechts aan de moge
lijkheid of waarschijnlijkheid hiervan,
dan is het einde dier koersdaling nog
niet te zien.
Wat thans geschiedt de groote
koersdaling van aandeelen te Berlijn en
de waardevermindering van marken in
het buitenland wordt algemeen aan
gemerkt als de natuurlijke wrake op
den toegelaten economischen roofbouw.
Een dringend gemis aan liquide mid
delen zou de ondernemingen tot realisa
tie van fondsen noodzaken. Gemis aan
vertrouwen, dan wel een tekort aan
voor belegging beschikbare middelen
beide factoren zullen waarschijnlijk
wel hand in hand gaan zouden het
absorptievermogen van de Berlijn^chie
beurs beperken.
Voorheen en thans.
Sudeten Duitschers.
De 40-urige werkweek.
Geloofsvervolging.
Wanneer er nu eens geen Communisme
en Fascisme in de wereld was wel
dan was er geen oorlog tusschen China
en Japan; geen Sudeten Duitsche kwes
tie; geen Spaansche oorlog; geen Kerk
vervolging in Duitschland en Oostenrijk
enz. enz.
Dat is het wereldbeeld van onzen te-
genwoordigen tijd; maar, zoo zal elk
zich afvragen, hoe was dat dan in vroe
ger tijden? Wanneer we de geschie
denis raadplegen, dan heeft door al de
voorbije eeuwen de wereld niet anders
gekend dan oorlog en verdrukking. In
dat opzicht heeft de beweging wel een
andere naam gekregen, maar de daad
bleef hetzelfde. De vreedzame verovering
van Oostenrijk door Duitschland is een
getrouwe copie van de trek van de Joden
naar het beloofde land en de bezetting
van Jericho. De gifgassen in onzen mo
dernen oorlog kunnen we vergelijken
met de golven van de Roode Zee, die het
Egyptische leger in één slag verpletterde.
De rassenverheerlijking doet ons den
ken aan de Romeinsche keizers. Hitler
en zijn staf, ze zijn moderner dan Nero
en zijn trawanten, maar ’t doel wat zij
nastreven is toch bijna gelijk.
Wat we thans verstaan onder Com
munisme, Fascisme of Nationaal Socia
lisme, dat was in overoude tijden onder
anderen vorm aanwezig. Rassen-cultuur
het uitverkoren Joodsche volk; Commu
nisme: slavendiensten. Ten slotte culmi
neert alles zich rond de bij den mensch
ingeboren karaktertrek heerschen
de kwestie van het bezit, de macht.
Talrijke voorbeelden uit die oude ge
schiedenis kunnen de juistheid van deze
conclusie bevestigen. Maar we moeten
terugkeeren tot de normale gang van
Aan den anderen kant zit daar Frank
rijk, die elke versterking van de Duit
sche invloed in Midden-Europa angst
vallig wikt en weegt en zich tegenover
Tsjecho-Slowakije zeer positief verbon
den heeft. Naast Frankrijk staat Enge
land besluiteloos zooals altijd, maar toch
in deze kwestie iets meer positief. Ook
Engeland is tegen een versterking van
de Nationaal Socialitlsche invloed in
Midden-Europa.
De onderhandelingen, welke Lord Run-
ciman met de verschillende partijen
voert, hebben tot nu toe weinig resultaat
gehad, maar ze hebben geheel naar het
Engelsche systeem tijd gewonnen.
De Fransche pers is niet geheel ge
rust over het verloop van de onderhan
delingen.
schenbeide komt. Dan zou Europa zich
geplaatst zien tegenover een duidelijken
aanval en een bewust uitgelokten oor
log. Men weet, wat daarvan de gevol
gen zouden zijn en weet dat ook te Ber
lijn. De ontwikkeling van den toestand
heeft de betrekkingen tusschen Frankrijk
en Engeland slechts verstevigd, men be
hoeft te Berlijn niet te twijfelen aan de
vastbeslotenheid der beide groote demo
cratische mogendheden.
Dit brengt ons van zelf op den toe
stand in Frankrijk zelve.
De 40-urige werkweek is in gevaar,
zoo wordt ons met vette letters gesurro-
geerd in de verschillende bladen.
De Fransche Minister-president Dala-
dier heeft gemeend, dat Frankrijk deze
uitzonderlijke positie wat de werktijd
betreft tusschen alle mogelijke landen
met een veel langere werkweek niet kon
handhaven en men kan bewondering
hebben voor de durf van Daladier, deze
moeilijke knoop radicaal door te hakken.
Dat deze daad niet onverdeelde instem
ming vindt, is logisch, maar ook dat zoo
wel de binnenlandsche als de buiten
landsche toestand momenteel Frankrijk
niet veroorlooft er sociale conflicten op
na te houden. Een goed aaneengesloten
Fransch volk Is de beste remedie tegen
eventueele Duitsche plannen met Tsje-
cho Slowakije. Verslapt die waakzaam
heid door binnenlandsche conflicten, dan
wordt Duitschland overmoedig met al de
schadelijke gevolgen daaraan verbon
den.
Ten slotte nog een algemeene wereld-
tendenz en wel de steeds erger worden
de geloofsvervolging. In de oude ge
schiedenis lezen we als antwoord op de
vraag: hoe lang zal deze wereld bestaan?
2000 jaren en nog gerekend dan naar
onze tegenwoordige tijdsrekening.
Het einde van deze wereld, zoo lezen
we, zal worden aangekondigd door oor
logen, natuurrampen en geloofsvervol
ging. Wanneer we nu eens een lijstje
gingen opmaken van wat er zooal in ons
wereldje gebeurt en we ziefi naar de tal
rijke aardbevingen, de strijd in China, in
Palestina, in Spanje, enz. enz. We zien
naar Rrusland met zijn ontzettende ge
loofsafval en vernietiging van bijna alle
kerken, de stelselmatige geloofsbestrij-
ding in Duitschland, Oostenrijk, Italië;
de Jodenvervolging over de geheele we
reld; het zedenbederf en de rassen- en
lichaamscultuur, dan is men haast ge-
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELEF. 86
De „Figaro” gelooft, dat de vrede wel
iswaar in gevaar is, doch gered kan
worden en heeft vertrouwen in den ar
beid van Runciman.
De „Populaire” meent, dat door de
Sudeten Duitschers uitgelokte onlusten
onmiddellijk door de wettige autoritei
ten zullen worden onderdrukt, tenzij
Duitschland openlijk met zijn leger tus-
7e ORGELCONCERT.
Een gast-recital van den heer Gezinus
Schrik, conoert-organist te Harlingen.
Het is wel interessant zoo nu en dan
eens een gast-organist te kunnen hoo-
ren, die ons zijn andere visie komt too-
nen op ons reeds bekende orgelwerken.
De heer Schrik kwam met een lijstje,
dat er wezen mocht. Van Bach niet min
der dan drie Choralvorspiele, benevens
de d moll Toccata; voorts Praludium,
Fuge und Ciaccona van den 17en eeuwer
Pachelbel een voorlooper van J. S.
Bach en ten slotte de 6e Sonate van
Mendelssohn. Ontegenzeggelijk een de
gelijk, ofschoon ietwat zwaar te verte
ren programma, waarvan alleen het werk
van Pachelbel voor zoover onze herinne
ring gaat, hier nog niet eerder was uit
gevoerd.
Minstens even gedegen als de samen
stelling van dit klassieke programma be
vonden wij ook het spel van den heer
Schrik, dat blijk gaf van een nauwge
zette voorbereiding. Mede met zijn re-
gisterkeuze konden we ons meestentijds
wel vereenigen, al heeft hij voor ons
b.v. bij Pachelbel een ietsje te veel
smaak in het „kruiden” van den klank
met kwintgeluiden. Nadat een organist
z’n registratie eenmaal voor elkaar heeft
gebracht, blijft er in de orgelwerken van
Pachelbel en Bach gewoonlijk nog maar
een bescheiden mogelijkheid over voor
de voordracht, evenwel juist genoeg om
te zamen met de registerkeuze een per
soonlijk stempel van den speler op het
werk te kunnen drukken. Hier is dan ook
voor den uitvoerenden kunstenaar de
eenige gelegenheid om volgens eigen ar
tistieke opvattingen de noodige sfeer te
scheppen - en hiermede is tevens precies
aangestipt wat een orgelbespeling al of
niet boeiend pleegt te maken. Critiek
te oefenen op zooiets subjectief als voor
dracht is dus uitteraard moeilijk, soms
zelf ongepast, behalve dan in die geval
len wanneer een opvatting reeds tevo
ren vast moest staan op bepaalde musi
cologische gronden.
Nu gaven de vertolkingen van den
heer Schrik wel niet direct aanleiding
tot critiek, maar nu en dan betwijfelen
wij toch of concertgever zich wel een
duidelijk begrip had gevormd van het
geen hij voordroeg. Reeds aan het ope-
VERGADERING van de Raad
der gemeente Bolsward, op
Donderdag 1 September, ’s av.
7 uur ten stadhuize.
Agenda:
Voorstel van B. en W. tot voorlo
pige vaststelling van de bedrijfs-
en gemeenterekening, over 1937.
Idem tot het aangaan van een kas
geldlening.
Wijziging
dienst 1938.
Voorstel van B. en W. tot vast
stelling van de staat van oninbare
en verhaalbare belastingen.
Idem tot benoeming van een ge
machtigde en plaatsvervanger voor
de vergadering van aandeelhou
ders van de N.V. Intercommunale
Waterleiding, gebied Leeuwarden.
Benoeming commissiën:
Bedrijfscommissie (Gas-
Electriciteitsbedrijf)
Vac. Eerdmans; 2. Vac. van
der Zee.
Commissie gem.-reiniging:
Vac. Mulder; 2. Vac. Steen-
sma.
Commissie Strafverordeningen:
Vac. Boersma; 2. Vac. Prins.
Commissie Woning- en
Grondbedrijf.
Vac. Bijvoets; 2. Vac. Hol
lander.
Commissie Georganiseerd
Overleg:
Vac. Boekema; 2. Vac. Mul
der; 3. Vac. Radelaar.
Commissie voor de landerijen:
Vac. Bijvoets; 2. Vac. de
Jong; 3. Vac. Steensma.
gelsche zaakwaarnemer lijmt dat wel
aan elkaar. Dat is een wat al te optimis
tische gedachte, de kwestie is te moei
lijk. Vooral nu Duitschland wel wat al
te veel interesse aan den dag legt. We
hebben in een van onze vorige revue’s
gewezen op de Duitsche groote manoeu
vres, waardoor Engeland en Frankrijk
een beetje verontrust werden. Een al te
groote beteekenis aan deze krachtmee-
ting moet men natuurlijk niet hechten,
maar toch onderschatten mag men ze in
geen geval. Het voorbeeld van Oosten
rijk ligt nog te versch in ons geheugen
en wat Duitschland in Oostenrijk niet
gevonden heeft, ligt in Tsjecho Slowa
kije zoo maar voor het grijpen, n.l. de
zoo hard noodige grondstoffen voor de
industrie.
Een in het nauw gedreven kat, doet
wel eens gekke sprongen, zegt men en
dit woord zou. voor Duitschland beteeke
nis kunnen krijgen.
i
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen