FEESTELIJKE KAKLAAKtlI.
Buiieniandsclie Revue.
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
IV. U. d. UIERFF
De Bolswardsche Courant en Westergoo
KINDERVERLAMMING.
Woensdag 14 September 1938
341^ Jaargang
No, 71
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Stadsnieuws.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 12
Dit no. bestaat uit 2 bladen.
Porto Binnenland l1^ ct.
Buitenland 2^ ct.
EEN WEINIG BEKENDE EN
GEKENDE ZIEKTE
Speciale inrichting voor
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELER 86
8e ORGELCONCERT.
Orgelprogramma’s, In hoofdzaak sa
mengesteld uit transcripties van beroem
de orkestwerken zijn in het buitenland
niets ongewoons. En daarbij behoeven
we niet eens te denken aan die van con
certen op bioscooporgels (was het niet
wijlen Jan Zwart die deze instrumenten
ter onderscheiding van het orgel met
den naam „Orkestrion” betitelde?) maar
we bedoelen van orgelbespelingen in de
'kerk. En erkend moet worden, dat er
niet zelden heel veel moois niee bereikt
wordt.
Op orgelprogramma’s bij ons te lande
worden transcripties angstvallig verme
den, wellicht uit vrees te worden ver-
De kinderverlamming is niet alleen
een voor het publiek weinig bekende
ziekte, ze is helaas ook tevens een
nog niet volledig gekende ziekte in
de medische wetenschap. Om het anders
te zeggen: men weet er lang niet alles
van;
Vroeger kwam de kinderverlamming
nog maar weinig voor. Het eerste epi
demische optreden ervan werd beschre
ven door Medin te Stockholm. Men
spreekt wel van de „ziekte van Heine-
Medin”.
Ze wordt verwekt door een ultravi-
sibel-virus, een smetstof, welke de bac-
terie-dichte filters passeert. De smetstof
heeft een buitengewone vitaliteit (le
venskracht) ze verspreidt zich» zeer ge
makkelijk, is in staat om maandenlang
buiten het lichaam voort te leven, is uit-
Advertentiën per regel:
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
Geen reden tot bijzondere ongerustheid.
Wèl tot voorzichtigheid.
’t Lijkt me nuttig om iets te zeggen
over een ziekteverschijnsel, dat in deze
dagen velen als een spookbeeld veront
rust: de kinderverlamming.
Ik ben geen dokter, nóg minder een
kwakzalver en ik zal dus geen geleerde
en geen schijngeleerde medische weten
schap aanvoeren ik heb nagegaan,
wat er omtrent aard en karakter dezer
ziekte alsmede omtrent haar gevolgen
is komen vast te staan. Immers, er be
gint zich onrust onder het publiek te
openbaren door het feit, dat de kinder
verlamming in ons land een steeds dui
delijker epidemisch karakter krijgt en
omdat men van deze ziekte zoo weinig
weet.
Deze onrust lijkt voorloopig nog maar
weinig gemotiveerd, want de besmet
tingskans is slechts miniem. Bedenken
we, dat er b.v. ook eiken dag in ons
land verscheidene kinderen worden aan
gereden en dat er van dezen een zeker
percentage aan de gevolgen overlijdt.
Laten we daarom ons denken beheer-
schen door de gedachte, dat ons kind
regelmatig aan de gevaren van den weg
blootstaat? Welneenf We doen natuur
lijk ons best om de kinderen te leeren,
hoe ze zich op straat hebben te gedra
gen, maar overigens kunnen we niet an
ders doen dan het beste ervan hopen.
Het aantal verkeersongevallen moge
groot zijn de persoonlijke gevaren
kennis is gering.
Welnu, de dagelijksche nieuwe ziekte
gevallen der kinderverlamming zijn niet
veelvuldigdr dan he|t aantal verkeérs-
ongelukken. Tot heden althans niet.
Er is veel reden tot voorzichtigheid,
geen reden is er voor overdreven
schrik of vrees.
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
stekend bestand tegen koude, zelfs tegen i (o.m. van Parker) verloopen hoopgevend
bevriezen en uitdroging. I voor de toekomst.
Hoe kunnen we de ziekte
voorkomen?
Er is natuurlijk geen enkele afdoende
manier om deze immers besmette-
1 ij k e ziekte te voorkomen, maar we
kunnen de noodige voorzichtig-
he/iid bétrachten. Sommige onderzoe
kers zijn van oordeel, dat de besmetting
door het maagdarmkanaal zou tot stand
komen; b.v. door het drinken van melk,
waarom dan ook wordt aangeraden ten
tijde van een epidemie geen ongekookte
melk te gebruiken bij wijze van voor
zorgsmaatregel.
Ook wordt het (tijdelijk) ongeschild
nuttigen van fruit ontraden.
Van groot belang is het, dat men
de kinderen zich niet door spel of
anderszins te zeer laat vermoeien,
omdat oververmoeidheid de vat
baarheid der kinderen voor allerlei
infecties verhoogt.
In den loop eener infectie wordt de
smetstof uit het lichaam voornamelijk
uitgescheiden door de slijmvliezen van
neus en keel en door de speekselklieren.
De neus-keel secretie is dan ook inder
daad besmettelijk en kan gevaar opleve
ren voor de omgeving.
Vandaar dat het te ontraden is om,
zoolang de huidige epidemie aanhoudt
onnoodige kindersamenkomsten te be
leggen. Is de ziekte eenmaal in een be
paalde plaats geconstateerd, dan moet
tijdelijke sluiting der scholen worden
overwogen, daar er dan waarschijnlijk
reeds meerdere smetstofdragers zijn.
Md.
waarin opgenomen
nationaal kwartet verschil van opvatting
en waardeering in de dagelijks weerkee-
rende tegenstellingen, in uitzonderlijke
mate is dit het geval met de allesom
vattende internationale kwestie, die we
kortweg m£t Tsjecho Slowakije kunnen
aanduiden.
Dat is het probleem waarom het ge-
heele wereldgebeuren momenteel draait.
Belangstelling voor een Spaansche oor
log of de troebelen in Egypte, de strijd
tusschen China en Japan, de Kerkstrijd
en het rassenvraagstuk in Duitschland en
Italië, het arbeidsconflict in Frankrijk en
nog veel meer kleinere kwesties.het
valt alles in het niet bij de allesbeheer-
schende vraag: zal er spoedig een twee
de wereldoorlog komen?
De optimist is van meening dat
Duitschland niet durft, hij zit onmiddel
lijk vast met zijn voedselvoorziening, zoo
hoorden we dezer dagen beweren. Bo
vendien, zoo zegt men, het Duitsche volk
wil geen oorlog en wanneer er al een
groote mond wordt opgezet, dan is dat
niets anders dan bluf. En dan: Engeland
heeft wel vaker gedreigd, maar op het
kritieke moment telkens teruggetrokken.
De pessimist zegt: Duitschland stuurt
welbewust op een vreedzame verovering
van Tsjecho Slowakije aan. Daarvoor is
de grens tusschen dit land en Frankrijk
duchtig versherkt; worden in de grens
plaatsen groote troepenmachten gecon
centreerd, die wel toevallig samenvallen
met te houden manoeuvres.
De voedselvoorziening is welbewust
tot een ongekende hoogte opgevoerd; de
handel en industrie heeft zich zooveel
mogelijk van het buitenland onafhanke
lijk gemaakt; de militaire opbouw is bui
tengewoon sterk en steunende op deze
sterkte wordt de droom van één groot
Duitsch imperium tot een obsessie, met
al de funeste gevolgen voor het overige
deel van Europa.
In hoeverre geven nu de feiten van den
dag aan een van deze beide stellingen ’n
schijn van waarheid? Het nu afgeloopen
week-end is buitengewoon moeilijk en
rijk aan afwisseling geweest.
De partijdag te Neurenberg, zoo was
ongeveer de algemeene gedachtengang,
zal wel op de een of andere manier
eenige ontspanning brengen. Deze ver
wachting is |niet vervuld. Hitler heeft
met geen enkel woord in zijn rede dit
actueele probleem aangeroerd. Dit is na-,
tuurlijk voor tweeërlei uitleg vatbaar.
Laten we liever zeggen: die zou voor
tweeërlei uitleg vatbaar zijn, wanneer
we daarnaast niet hadden de rede door
Göring voor de arbeiders gehouden.
Göring, dat weet u nog wel, is een
invloedrijk man, geweldige voorstander
van het eene Germaansche ras, de man
van de menschenverafgoding en de in
tense Jodenhaat. Deze Göring zegt:
Duitschland is beveiligd tegen iedere
blokkade, de luchtmarht, het landleger
en de vloot zijn bezield door een on-
op dit hoogtij, onverschillig of gij in het
moederland, in Nederlandsch Indië, Su
riname of Curasao woont, dan wel in
het buitenland toeft, besluit ik met den
wensch, dat deze herdenking het besef
van ons aller saamhoorigheid moge ver
levendigen en dat wij ons bewust mo
gen zijn één te zijn in willen, streven en
offervaardigheid, waar het geldt de
hoogste belangen van volk en rijk. Dat
God daartoe Uw en Mijn gemeenschap
pelijk streven met Zijn zege krone.”
Met deze door Hare Majesteit gespro
ken, Haar uit het hart gegrepen woor
den willen wij besluiten, de hoop uit
sprekend dat het der Hooge Vrouwe ge-
g^ven moge zijn, nog lange jarqn in
vrede en voorspoed over Haar volk te
regeeren.
schokbaar vertrouwen in de overwin
ning. Duitschland was nimmer in zijn
geschiedenis zoo hecht geconsolideerd.
Een over een enorme uitgestrektheid ver
sterkte zone beschermt het Rijk tegen
iedere aanval. Geen enkele macht ter
wereld zal ooit meer door een dergelijk
land trekken.en dan volgen natuur
lijk de bekende liefelijkheden aan het
adres van de Tsjechen en de Joden. Deze
laatsten vooral vormen voor Göring een
obsessie. Dergelijke redevoeringen dra
gen er niet toe bij, de zoo hoog noodige
rust te verzekeren. Verschillende door de
Sudeten Duitschers geprovoceerde rel
letjes in Slowakije achten we niet van
groete invloed op den gang van zaken.
Wanneer men uit al die tegenstrijdige
berichten de vastomlijnde meening gaat
distilleeren, dan is dat momenteel zeer
riskant, omdat de buitenstaander af
moet gaart op de perscommentaren en
zich dus gemakkelijk kan vergissen. Dil
meenen we echter wel als zeker te mo
gen aannemen: De lijn waarlangs deze
kwestie betreffende Tsjecho Slowakije
zal moeten loopen, is door Hitler en zijn
trawanten geheel uitgestippeld, hiervan
af te wijken ligt niet in het kader van
het nationaal socialisme, alleen het tijd
stip waarop deze daad gesteld zal wor
den, ligt nog in het onzekere.
Wie gedurende de laatste jaren het
streven van het Duitsche Nationaal So
cialisme heeft gevolgd, komt tot de con
clusie, dat alles, ook de gebiedsuitbrei
ding (de droom van het eene groote
Duitsche Rijk) naar een vast plan wordt
uitgevoerd.
Duitschland neemt Tsjecho Slowakije
met of zonder medewerking van de an
dere mogendheden.en dan.wel dan
is Hongarije en Roemenië aan de beurt.
Gelukkig maar dat zijn machtshonger
zich niet tot ons landje uitstrekt.Wan
neer we voor ons zelf deze feiten als
vaststaand aannemen, komen we onwil
lekeurig aan de vraag: Wat kan er ge
daan worden om deze wereldbrand te
keeren? Frankrijk heeft een overeen
komst met Slowakije om dit land bij een
Duitsche overval te steunen. Engeland
heeft verklaard, dat een verandering van
de Europeesche kaart niet meer ge-
wenscht is en tracht langs minnelijke
weg deze kwestie op te lossen. Daartoe
zijn de 8 eischen van.Karsbad ontwor
pen waarvan er zeven door TBjecho Slo
wakije zijn aanvaard.
Btreffende het achtste wilde men als
nog besprekingen voeren en zie, voordat
hiertoe gelegenheid was, hebben de
Duitschers een onbenullig relletje, mis
schien zelf in elkaar gezet in Ostrawa
benut om de onderhandelingen plots af
te breken. Men krijgt den indruk, dat
deze onderhandelingen voor de Duit
schers veel te vlot verliepen en dit
schijnt niet in het kader van het uitge
stippelde lijntje te liggen. Men verwijt
de Engelsche regeering nogal eens dat
zij in veel dingen zoo talmt Waarom
zoo redeneert men, pakt Engeland nu
niet flink aan.dan zal de Duitsche re
geering wel bakzeil trekken. We mogen
hierbij evenwel niet vergeten, dat de in
zet een wereldoorlog is, en crp deze
ramp te keeren, mag ons inziens Enge
land gerust iets marchandeeren, maar
dat is toch onrecht wat Duitschland wil.
Zeker, maar wat Italië deed met Abes-
sinië en Duitschland met Oostenrijk, Ita
lië en Frankrijk in Spanje, China en Ja
pan enz. enz. is toch precies hetzelfde.
De allesbeheerschende vraag is deze:
zal men een wereldoorlog willen ontke-
tenen nu een bepaald volksdeel uit een
I land meent, dat ook zij moet leven on-
der de zeer twijfelachtige zegeningen
van het Nationaal Socialisme?
Tot deze proportie teruggebracht, is
t toch eigenlijk de zaak te simpel om er
t een wereldbrand aan op te offeren.
Zoo is onze geheele revue reeds vol
gepend met het meest actueele probleem
i van onzen tijd. We hadden U vandaag
i nog iets willen vertellen over de moei-
i lijkheden van Italië in Abessinië, maar
i zullen dit nu maar voor de volgende
keer bewaren.
Oranje en Nederland. Nederland en
Oranje 1 Is er bij menschenheugenis wel
ooit een Oranjefeest zoo grootsch opge
zet, met zooveel geestdrift, zoo met hart
en ziel door het gansche Nederlandsche
volk van jong tot oud, van laag tot
hoog gevierd, als dit veertig-jarige jubi
leum van onze geëerbiedigde Lands-
vorstin? Tot ver over de grenzen zelfs
heeft dit feestelijk gebeuren weerklank
gevonden ook in letterlijken zin;
want wij kunnen ons voorstellen hoe
duizenden Nederlanders in den vreemde
hun radiotoestellen op onze zenders heb
ben afgestemd en met ontroering zullen
hebben geluisterd naar de jubelklanken
uit het moederland. Met kloppend hart
zullen zij de woorden hebben opgevan
gen, die de Vorstin op dezen zoo ge-
denkwaardigen 31en Augustus tot haar
volk heeft gesproken; woorden vol
waardigheid, vol liefde, die rechtstreeks
den weg hebben gevonden naar de har
ten harer onderdanen.
Vlaggen wapperden, jubelkreten schal
den, muziek klonk allerwegen, op straten
en pleinen: Nederland vierde feest. Feest
ter eere van Haar, die met vaste hand en
wijs beleid het schip van Staat veertig
jaar lang veilig door ruwe stormen en
tallooze klippen heeft gestuurd. Veertig
jaar van moed, beleid en trouw en
bovenal van liefde voor Haar volk, dat
Haar in deze dagen met diepe dankbaar
heid en onwankelbare aanhankelijkheid
aan het Huis van Oranje, hulde heeft ge
bracht.
Ja, Nederland heeft ta deze onverge
telijke dagen aan heel de wereld getoond,
dat een klein land waarlijk groot kan
zijn in de betuigingen van zijn gehecht
heid aan de waardige nakomelingen van
den grooten Zwijger. Eén roep ging door
het land, van Noord tot Zuid, van Oost
tot West: „Leve de Koningin 1” Ontroe
rend door haar eenvoud, staat daar de
Koningin, onze Koningin, omringd door
Haar geliefde Kinderen, Prinses Juliana
en Prins Bernhard met het kleine aan
vallige Prinsesje Beatrix; omringd ook
door het gansche Nederlandsche volk,
schouder aan schouder, het oog gericht
op Haar, op wie thans veertig jaar lang
de zware zorgen van het Staatsbestuur
hebben gerust. Dankbaar zijn wij het
voor het verleden, hoopvol voor de toe
komst, die land en volk onder Haar wijze
leiding tegemoet gaan.
Wèl hebben wij reden tot dankbaar
heid, wanneer wij achter ons zien. On
wrikbaar als een rots temidden van de
woedende baren wist een Oranjetelg,
Koningin Wilhelmina, ons land te bewa
ren voor de gruwelen van een oorlog,
die de gansche wereld in vuur en vlam
zette. Veertig jaar van vrede heeft Zij
Haar volk geschonken, het grootste, het
hoogste goed. Wij hebben medegeleefd
met het onzegbare leed, dat Haar heeft
getroffen door het verlies van Haar dier
bare, door gansch Nederland beweende
Moeder, van Haar geliefden Gemaal,
Prins Hendrik. Doch ook hebben wij ge
deeld In de vreugde van Haar moeder
hart, bij de verloving van Prinses Juliana
en Prins Bemhard. En wie herinnert zich
niet den jubel, die zich in luttele minuten
over het geheele land verspreidde bij de
vreugdemare: „Er is een Prinsesje gebo
ren!” Gelukkig het volk, dat zoo, in leed
en vreugd, zich nauw verbonden voelt
aan zijn Vorstin.
De diepe klank der klokken heeft zich
in het blijde feestgedruisch gemengd,
vreugdevuren hebben opgevlamd, het
oog heeft zich vergast aan de kleurige
en smaakvolle versieringen en illumina
ties; alles ter eere van het veertig-jarig
Regeeringsjubileum van Koningin Wil
helmina, als even zoovele blijken van
medeleven en hulde van Haar volk.
Hoe zouden wij beter kunnen doen,
dan hier enkele van de woorden aanha
len, die Zij door de radio tot Haar volk
zoowel hier als in de overzeesche ge
westen, heeft gericht en die zoo recht
streeks tot ons hart hebben gesproken:
„Op het onafzienbare arbeidsveld, dat
zal moeten worden ontgonnen, zie Ik in
gedachten Mijne Kinderen, ieder op
eigen gebied, aan die taak medewer
ken, de idealen van hun tijdgenooten
deelende, hen begrijpende en door hen
begrepen.
Moge het Mijner Dochter gegeven zijn
wanneer zij eenmaal tot den troon ge
roepen wordt, met raad en daad door
hen gesteund en door hun liefde en ver
trouwen gedragen, mijn geliefd volk met
wijsheid en beleid naar een gelukkige en
voorspoedige toekomst te leiden. U allen
dankend voor Uw medeleven met Mij
OPTIMIST EN PESSIMIST.
Zooals in het gewone dagelijksche
leven de optimisten leven naast de pes-
De kinderverlamming heeft zich waar- simisten, zoo vindt men ook in het inter-
schijnlijk ook reeds vóór 50 jaar geleden F'’*'-'-"-’ 1--Ui'-ii!-~
geopenbaard, maar men was zich toen
haar besmettelijkheid nog niet zoo be- 1
wust. De ziekte werd toen zonder meer 1
beschouwd als een aandoening van het
ruggemerg met als gevolg typische ver- 1
lammingen. i
Gewoonlijk begint de ziekte met wei
nig bijzondere klachten van algemeen 1
ziek zijn; er is meestal een sterke neiging
tot zweeten en een groote overgevoelig
heid voor prikkels. In het verloop van
eenige dagen ontwikkelen zich min of
meer uitgebreide verlammingen, afhan
kelijk van den hoofdzetel ddr ontste-
kingsverschijnselen in ’t centrale zenuw
stelsel.
Het is van groot belang, dat de ziekte
tijdig wordt onderkend, n.l. vóór zich
de typische verlammingsverschijnselen
aan armen en (of) beenen hebben ver
toond. Wie voor griepachtige verschijn
selen anders geen dokter bij een kind
deed komen, doe dat thans wel, want
deze verschijnselen zijn vrijwel gelijk met
de eerste verschijnselen van kinderver
lamming. Typische kenmerken bij deze
laatste zijn vaak nog: gezwollen, gla-
zerig staande oogen; in het vroegstadium
blijkt ook veelal het z.g. kniereflex op
geheven. De eerste behandeling bestaat
uit seruminspuitingen en zoo mogelijk
röntgenbestraling van het ruggemerg
Het verloop der ziekte is zeer wisse
lend. We vonden de gevallen met doode-
lijken afloop op ongeveer 25 ge
taxeerd; van de overigen houdt slechts
ongeveer 25 geen blijvende nadeelige
gevolgen. Deze nadeelige gevolgen be
staan uit blijvende verlammingen van
spiergroepen; door orthopaedisch ingrij
pen (spier- en peestransplantaties) kun
nen de restverschijnselen soms worden
geminiseerd.
Tegenwoordig past men ook een z.g.
electrische nabehandeling toe.
Ik herinner er hierbij terloops aan, dat
de president van de Ver. Staten Roose
velt, in zijn jeugd aan de kinderverlam
ming heeft geleden. Jaren lang daarna
kon hij zich niet verplaatsen, maar door
zijn geweldige wilskracht en orthopae
disch ingrijpen, leerde hij, gesteund door
een bepaald corset £n met gebruikma
king van stokken weer loopen. Het staan
is hem echter niet goed mogelijk;
meestal gebruikt hij ook een speciaal
geconstrueerden stoel.
Naar een doelmatige methode van ge
nezing der kinderverlamming is de we
tenschap zoekende, maar zij is thans on
getwijfeld op den goeden weg. Men be
reikt vaak reeds goede resultaten met
sera, welke uit de smetstof van re
convalescenten wordt bereid.
Preventieve inentingen worden nog
niet gegeven. Wel worden er goed ver-
loopende proeven genomen met een pre
paraat van Kolmer, bestaande uit een
door natrium ricinolaat afgezwakt se
rum. Ook andere dergelijke proeven
Waarom tijdens een epidemie betrek
kelijk weinig personen worden aangetast
niettegenstaande de gdmakkelijke ver
spreiding van de smetstof en dezen vi
taliteit, is nog niet geheel duidelijk.
Sommigen verklaren, dat door een on
derscheiding van de smetstof in bijzon
dere typen, zwakke vormen; anderen zijn
van meening, dat de meeste menschen
onvatbaar zijn geworden door een vroe
ger doorstane en ongemerkt voorbijge
gane infectie. Daaraan verbinden deze
laatsten de conclusie, dat de ziekte voor
al jonge kinderen veelal van beneden
4 5 jaar in ernstige mate aantast.
Feit is, dat kinderverlamming
het woord zegt het reeds vooral
onder kinderen voorkomt en bij per
sonen van boven 40 jaar slechts bij
hooge uitzondering. De huidige epi
demie heeft ook vele jongelui tot
haar slachtoffers gemaakt; in Gro
ningen werden de vorige week nog
drie zidktegdvalleji (op één dag)
vastgesteld van mannnen in den
leeftijd van 2628 jaar.
Een merkwaardige en min of meer
verontrustende bijzonderheid der kinder
verlamming is, dat de laatste jaren van
een merkbare uitbreiding kan worden
gesproken.
In de Vereenigde Staten telde men om
streeks 5000 gevallen in 1910, terwijl in
1927 dit aantal was gestegen tot 29000,
waaronder 6000 met doodelijken afloop.
In Europa vindt men de ziekte vooral in
Scandinavië en men kan wel zeggen, dat
sinds 1926 er overal in Europa, nu en
dan epidemiën oplaaien.
In de noordelijke landen van Europa
treft men ze nochtans vier maal zooveel
aan als in de zuidelijke. In ons land
heeft de kinderverlamming zich nimmer
zóó veelvuldig voorgedaan als thans.
DE JONG s NIEUWSBLAD
i