Buitenlandsche Revue. I.I.LIEIFF De Bolswardsche Courant en Westergoo Reparatie aan alle merken Automobielen ÖEBITJALLEMA HET EINDE VAN TSJECHO-SLOWAKIJE 35£S Jaargang Woensdag 29 Maart 1939 No, 25 Stadsnieuws. Groote voorraad Onderdeelen en Banden Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel A Telefoon No. 451 Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD ZIJN WE WEERBAAR? Md. Cairo, 15 Maart 1939. AdvertentICn per regel: Woensdngsnunimer 10 cent. Zaterdagsnummer 12 cent. Tusschen de tekst dubb. prijs. Giro no. 87926. Dit no. bestaat uit 2 bladen. Porto Binnenland 1M ct. Buitenland 2H ct. waren den afgeloopen nacht Tsjecho- Slowakije binnengerukt zonder vorm van proces was deze midden-Europee- sche staat geoordeeld en gevonnist; overweldigd zonder oorlogsverklaring. Misschien mag het bij de genade van Hitler een schijn-bestaan blijven voeren. Voorloopig nog: gebroken en gedeeld. Engeland en Frankrijk garandeeren met Berlijn en Rome de nieuwe Tsje- cho-Slowaaksche grenzen na het offer van München. Misschien komt er „dus” een protest uit Londen en Parijs misschien niet. Want Engeland ert Frankrijk zullen alles mijden, wat een oorlog zou kunnen wekken om wille van het bestaan van een kleine staat. ONZE AMBACHTSTEEKEN- SCHOOL. Zaterdagmiddag had in het teekenlo- kaal bij de R. Z. S. de uitreiking van diploma’s enz. plaats aan de leerlingen. Burgemeester S. J. Praamsma opende als voorzitter van dit schoolbestuur deze bijeenkomst en wijst op het nut van dit onderwijs. Er zit een gestadige en verheugende groei in deze school. In 1921 31 leerlin gen en niemand uit de omgeving; in 1938 67 leerlingen en 16 uit de omgeving. De samenwerking tusschen leeraren, ouders en leerlingen is zeer goed. Spre ker hoopt, dat ook deze jonge menschen die nu hun diploma ontvangen in hun verder leven daarvan veel pleizier mo gen beleven. Met een woord van hulde aan Direc teur en Leeraren besluit de Voorzitter zijn korte, kernachtige toespraak. Het verslag over den cursus 15 Sept. 1938-15 Maart 1939 is als volgt: Aantal leerlingen. Deze cursus is in totaal door 69 leerlingen bezocht. De cursus is begonnen met 63 leerlin gen. Gedurende den cursus zijn nog 6 leerlingen toegelaten. De cursus is ge ëindigd met 53 leerlingen. Wegens vertrek naar elders zijn tus- schentijds van school gegaan 2 leerlin gen; wegens verandering van beroep 2; wegens verandering van school 2; we gens werkzaamheden 4; wegens ziekte 1 en zonder bekende reden 5, totaal 16 leerlingen. I I Speciale inrichting voor Verschijnt DINSDAGS- en VRIJDAGSAVONDS. Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct. Voor het Buitenland f7.- per jaar. Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal. OFF. FORD DEALER BOLSWARD - TELER 550 zijn bestaan daarin zou hebben gered. Ik zeg niet, dat ik zulk verloop van zaken zou hebben gewenscht, geenszins. Want-ik ben geen Tsjechoslowaak. Maar ik ben Nederlander. En daarom wensch ik, dat Nederland een weermacht hebbe, welke zich, zoo noodig, tegen welken aanvaller ook, zal kunnen ver weren al ware het maar om den eer sten stoot op te vangen. Want slechts wie willen en durven vechten voor hun onafhankelijkheid, zullen haar kunnen behouden; zij plaat sen alle andere machten, die niet willen ondergaan, voor de noodzaak van te helpen. land steeds te laat. De vraag is dus ge rechtigd: Hoe staat het met de hulp van anderen aan Roemenië. We denken al lereerst aan Polen, dat in het geheim een mobilisatie voorbereidt; aan Rusland waar langs de geheele westgrens groote legeroefeningen zijn begonnen. Joego slavië houdt zich neutraal, maar de les van Tsjecho-Slowakije heeft hun toch zooveel geleerd, dat de jarenlange strijd tusschen Kroaten en Serviërs plotseling is beslecht. Men voelt ook daar, dat een eendrachtig optreden de vrijheid kan be vorderen. Ook kleinere staten als Li- thauen en Estland trachten aan den Duitschen druk te weerstaan. Lithauen, dat nu pas weer het Memelgebied aan Duitschland heeft moeten afstaan. Het is vooral de haven van dit Lithausche gebied Memel (Klaipeda) wat van groo te beteekenis voor het bestaan van dit kleine land geacht moet worden. Engelsche en Poolsche belangen zijn hier ten nauwste aan verbonden. Tot dusver heeft Lithauen voor een groot deel, 45 naar Engeland geëxporteerd. Het onmiddellijk gevolg zal nu zijn, dat minder hout, boter en bacon naar En geland kan worden uitgevoerd. De Duitsche handel! zal zijn aandeel vart 30 spoedig tot 50 en meer kunnen opvoeren. Dan dienen we ook nog even de kwestie Hongarije-Slowakije te bespre ken. Na de verdeeling van Tsjecho-Slowa kije is er een Slowaalksche autonome staat ontstaan. Hiermee is Hongarije niet geheel tevreden. Bij de arbitrage van Weenen schijnt men aan Hongarije eenige Oekrainische gedeelten beloofd te hebben en het is dan ook zeer logisch dat Hongarije deze wissel thans presen teert. Dit geeft eenige wrijving tusschen de twee genoemde staten met als gevolg dat afdeelingen van de Slowaaksche land- en luchtmacht Zaterdag aanvallen hebben gedaan op de stellingen, welke de Hongaren sedert den ochtend van 23 Maart aan de grens van Hongarije en Slowakije bezet hielden. De Hongaarsche troepen weken niet? Slowaaksche vliegtuigen wierpen bom men op de open Hongaarsche steden Regnie, Ungar en Nagy Beresna. De Hongaarsche luchtdoelartillerie schoot 7 Slowaaksche toestellen neer en dwong een ander tot dalen. Bij wijze van re- pressaille bombardeerde de Hongaarsche luchtmacht het Slowaafksche vliegveld Iglo. De slachtoffers onder de burgerbe volking in de gebombardeerde steden niet meegerekend, zijn de Hongaarsche verliezen gering. De Hongaarsche regeering heeft ern stig de aandacht van de Slowaaksche re geering gevestigd op de actie van de Tsjecho Slowaaksche legermacht en ge waarschuwd, dat zij gedwongen zal zijn een grootere troepenmacht in het veld te brengen, indien geen bevredigende re geling tot stand komt. Als slot dan nog een mededeeling over de strijd in Spanje. De laatste phas.- is daar ingetreden. Geruchten ovei vredesonderhandelingen nemen vasteren vorm aan en onderwijl zal Madrid nog wel door de troepen van Franco worden bezet. DAT LUKT LU EL EEN NIEUWE KEUKEN. MAAR JfajRDSH HEEFT DAARBU NATUURWK GEHOLPEN VERFWBRiEK SMEEK Weer is een week verstreken, waarin we met een zekere spanning den inter nationalen toestand van dag tot dag hebben gevolgd en van een opklaring een gedeeltelijk wegdrijven van de don kere wolken is hoegenaamd geen spra ke, eerder het tegendeel. Oogenschijnlijk is de toestand veel rustiger dan in September 1938, maar in werkelijkheid veel ernstiger. De eer bied voor eens gedane beloften, het zelf beschikkingsrecht van de volkeren, het gevoel voor recht, al die dingen, waar op onze vroegere samenleving zeer te recht bouwde, als het eene hechte fun dament, ze zijn verdwenen, om plaats te maken voor de brute kracht. De tijd van het Romeinsche Imperium herleeft. We hebben die vergelijking reeds eerder gemaakt en zullen daar omtrent niet in herhaling treden. Door de belanghebbende staten is met meer dan gewone belangstelling uitge zien naar de rede, die Mussolini op de een of andere verjaardag van het fascisme Zondag j.l. te Rome zou uit spreken. Aan den eenen kant verwach te men door deze rede een gedeeltelijke opklaring van den internationalen toe stand, maar aan den anderen kant een gegronde twijfel aan een verkoeling in de verstandhouding Rome-Berlijn. We gelooven dat de laatste gedachte bewaarheid is geworden en de algemee- ne toestand eerder verslechterd, dan ver beterd is. Enkele zinnen uit deze rede geven ons het recht tot deze conclusie. Het werk wat gedaan is, aldus Mus solini, is gewrocht voor eeuwen, maar de groote vraag is niet wat wij gedaan hebben, maar wat wij zullen doen. De Engelsche gedachte, dat het fas-> cisme zich in Spanje zou laten neerslaan is een utopie gebleken. Een eeuwigdu rende vrede is ’n ramp voor de mensch- heid. De rechten van Italië moeten wor den erkend. Wanneer de democratische staten een coalitie tegen ons zullen vor men, dan zal Italië de handschoen moe ten opnemen. Frankrijk moet wel weten wat hij doet, betreffende Tunis, Algiers, Dzjiboeti. De Middellandsche en Adria- tische Zee is het levensbelang van Italië. Wat in de afgeloopen weken in Midden-Europa is gebeurd, was onver mijdelijk. Dat zijn zoo ongeveer de hoofdmo menten uit deze rede. Omtrent de indruk welke deze redevoering in de democra tische landen teweeggebracht heeft, is, terwijl we dit schrijven, nog weinig be kend. Frankrijk heeft de mededeelingen met de uiterste reserve opgenomen. Berlijn is natuurlijk enthousiast. Tot zoover onze beschouwing over de niet zooveel spanning verwachte rede. Keeren we nu terug tot de algemeene toestand in Midden-Europa, dan zien we in de allereerste plaats, dat het zwaarte punt iets is verschoven. Niet Slowakije of Memel, of Dantzig, maar Roemenië vormt thans het middelpunt der belang stelling. De vorige week hebben telkens weer de uit Duitsche bron komende berichten het voorgesteld, dat Roemenië voor een bepaald economisch ultimatum van Duit sche kant was gezwicht en de geheele uitvoer en controle over Roemeensche industrie en landbouw in Duitsche han den zou komen. Maar zoover is het nog niet. Duitschland heeft wel iets gekregen maar lang niet alles. Naar uit Roemeensche bron wordt me degedeeld, is de concessie aan Duitsch land weinig meer dan in normale om standigheden. De deur is nog open voor onderhandelingen met andere landen, doch dan moet vlug worden gehandeld. Indien Engeland vastberaden optreedt, kan Roemenië nog van de Duitsche voogdij worden gered. De „News Chronicle’’ schrijft, dat de Britsche handelsmissie zulke voorwaar den moet aanbieden, dat de Roemeen sche regeering niet de overeenkomst ra tificeert, welke Roemenfë tot een eco nomische vazalstaat van Hitler maakt. Doch hierom alleen zal de Roemeensche regeering haar ratificatie niet weigeren. Zij heeft politieke en militaire waarbor gen noodig teneinde te waken tegen de gramschap der nazi’s, welke stellig zou volgen. Het blad betreurt voorts, dat 't collectieve vredesfront nog niet is opge richt. Die militaire waarborgen van Enge land.Tja, dat loopt niet zoo vlot. Wanneer dikke woorden iemand ge lukkig kunnen maken, dan zag onze sa menleving er buitengewoon gelukkig uit. Vooral van Engelsche zijde is dat sy steem regelmatig gevolgd, in tegenstel ling met Duitschland dat nog een veel grooter mond opzet, maar ook zoo nu en dan tot daden overgaat. De meer of min der krachtige toon van Engeland wordt o.i. beheerscht door een van deze twee factoren: óf de werkelijke bezorgdheid voor de bevolking, óf de bezorgdheid voor het kapitaal, dat mede vernietigd zou worden. Het karakter van onze weekrevue laat niet toe, dat we op deze punten dieper ingaan. Keeren we dus nogmaals terug naar het Midden-Europa. Hoewel Roemenië dus een handelsver- drag met Duitschland heeft afgesloten, is daarmee geenszins gezegd, dat dit land nu ook binnenkort tot het groot Duit sche rijk zal behooren. Zooals de zaken nu staan is Roemenië vast van plan voor zijn onafhankelijkheid te ^strijden. Het spreekt van zelf dat Roemenië niet al leen de Duitsche stoomwals kan tegen houden, maar zoo zult ge misschien zeggen, Engeland wil toch een bond van democratische staten, om zoodoende Duitschland verdere agressie te beletten Och wat, Engeland, wanneer het niet om eigen bezittingen gaat, komt Enge- Dit artikel schrijf ik in Cairo, de Egyp tische hoofdstad op den 15den Maart, den dag van het huwelijk van de zuster van den Egyptischen koning met den kroonprins van Perzië (Irak) terwijl honderduizenden zich door de straten bewegen, uitzinnig blij over de alliantie met een ander fgroot rijk, welke! een waarborg belooft te zijn voor het be houd der verworven onafhankelijkheid. Daar straks kocht ik een hier in de Fransche taal uitgegeven dagblad „La Patrie”. En daarin las ik over de heele breedte van de eerste pagina: „La fin de la Tchécoslovaquie” het einde van Tsjecho-Slowakije. De Duitsche troepen Ik toefde op m’n journalistieke rond reis te Alexandrlë in Egypte. In een willekeurige zaak kocht ik een filmpje voor mijn phototoestel en nog het een en ander. Ik sprak met de eigenaren twee broers en op het eind vroegen ze me, of ik een Duitscher was. Neen zei ik, ik ben een Hollander. Ze gaven me een kaart met het adres van hun winkel. De gebroeders bleken „Israëls” te heeten. Twee dagen later kwam ik bij ze te rug ik moest nog het een en ander hebben. En toen geloofden ze pas, dat ik een Hollander was; een Duitscher zou niet zijn teruggekomen. Inderdaad, ons geval ligt eenigszins anders. Wanneer Duitschland de Neder- landsche kust beheerscht, zal dat een onmiddellijke bedreiging van Engeland beteekenen. Maar toch.Pilatus wilde Jezus wel helpen; hij zag geen kwaad in Hem. Maar toen hij inzag, zich zelf slechts te kunnen redden door Jezus aan Diens overweldigers over te leveren, toen of ferde hij Hem, zijn handen wasschende in onschuld. We moeten vreezen, dat Engeland geen partij zal kiezen in een oorlog, welke er niet is. Zoo min als eenig ander land Frankrijk b.v. en de Vereen. Sta ten. En helaas, wat een bondgenoot! Rusland. Maar in een oorlog, zullen de grooten partij moeten kiezen. Tsjecho-Slowakije is thans vernietigd, maar ik ben er van overtuigd: als Tsje cho-Slowakije in September van het vo rig jaar tegenstand had geboden en zelfs als het nu nog tegenstand had ge boden, dan zou dat de Europeesche oor log heben beteekend met althans de kans Ze prezen Holland om alles, wat het dat het land Tsjecho-Slowakije voor de Duitsche vluchtelingen deed, ’i J Is gek, maar in het buitenland zijn alle Joden vol lof over de houding van Ne derland ten aanzien van het vluchtelin genvraagstuk; ze erkennen unaniem, dat Holland in verhouding, de meeste vluch telingen toeliet. In Holland zelf echter wordt de regeering van sommige zijden voor harteloos aangemerkt. De gebroeders Israëls in Alexandrië bleken me fel anti-Duitsch. Hetgeen ik volkomen begrijpelijk vind. De Joden weten hier veel van het leed van hun Duitsche rasgenooten ook in Egypte vonden velen hunner een toevlucht. Ze gaven me een indruk van de consequen te wijze, waarop het internationale Jo dendom de Duitsche goederen thans boycot. Ik weet niet, of dat juist is en tactisch ik weet alleen, dat ik in hun geval hetzelfde zou doen. Het is een volkomen natuurlijke reactie. Ze vroegen me, of het nationaal-socia- lisme in Holland een weerklank van eenige beteekenis vond. Neen, antwoordde ik. Blijkens de verkiezingen van twee jaar geleden is de „sterkte” der Nederlandsche nat. so cialisten slechts 4 en ik veronderstel dat deze „sterkte” straks, bij de Staten verkiezing, nog geslonken zal blijken. Een der gebroeders klopte me op den schouder en vroeg me, als ware het iets vertrouwelijks: Heeft Holland een sterk leger? Ik zei: „Hm!” En toen keek-ie me meelijdend aan. Begrijp me goed, vervolgde ik. Ons leger mag er zijn, voor een klein land als Holland. We tellen slechts negen millioen bewoners.Als we den eer sten stoot maar kunnen opvangen: Ne derland zal in een oorlog nooit alleen staan! Engeland.... Toen hief-ie zijn handen in de hoogte. „Wie in dezen tijd niet op zich zelf - kan bouwen, is verloren. Wat hebben de bondgenooten Tsjecho-Slowakije aangedaan?” Ik zei, dat de bondgenooten Tsjecho- Slowakije een offer hadden laten bren gen voor den vrede. Een offer, dat naar mijn gevoelen te zwaar is geweest, maar aan Tsjecho-Slowakije nochtans een bestaansmogelijkheid liet. Het tusschentijds verlaten gedurende het schooljaar van 16 leerlingen is zeer groot. De helft van dit aantal kan ge rekend worden, dat zij zeer waarschijn lijk niet voor een bevordering in aan merking zouden zijn gekomen. Een betere kern is overgebleven, hetwelk ook blijkt uit de vorderingen naar een hoo- gere klas en toekenning diploma’s. Gedrag der leerlingen. Het gedrag der leerlingen was gedurende den cur sus in het algemeen goed. Verzuimen. De meeste leerlingen hebben de school trouw bezocht. Het verzuim is gedurende den cusus dan ook minder groot geweest dan vorige cursussen. Bijna alle leerlingen hadden geregeld werk bij hun patroon. Eigen aardig is het, dat een leerling dan als regel trouwer op school komt, dan wan neer hij geen werk heeft. Behalve de week voor de Kerstvacantie was het weer geregeld vrij goed, zoodat de leer lingen van buiten de school trouw kon den bezoeken. Bevorderingen. De leerlingen hebben goed hun best gedaan en over de vorde ringen kunnen wij tevreden zijn. Behal ve 9 leerlingen die voorwaardelijk be vorderd werden, blijft 1 leerling zitten en ontvangt 1 leerling van de 4de klas geen diploma. 1ste klas. Van de 18 leerlingen: 13 onvoorwaardelijk bevorderen naar de 2e klas n.l.: Oebt de Boer, Piet Stelling werf, Tjipke Hofstra, Johannes Sonsma, Jan Jorritsma, Ype Hemstra, Bernard v. d. Zee, Siene Abma, Reinder Bangma, Watte Koopmans, Jan Mooy, Corrie van der Zee, Adon •Gerritsma. Voorw. bevor deren: Nico Jorritsma, Fokke Hamstra, Klaas Tjalsma, Hotze Terenstra, Niet bevorderd 1. 2de klas. Van de 8 leerlingen 4 on voorwaardelijk bevorderen en wel: Ger rit de Jong, Theo van der Hoek, Siebe Ypma, Folkert Mol. Voorw. bevorderen: Siebren Dijkstra, Bouke Miedema, Petrus Couperus, Riens Jonkers. 3de klas. Van de 9 leerlingen van deze klas. 8 onvoorwaardelijk bevorde ren' en wel: Hille van der Weide, Age van der Weide, Wiebe Franzen, Corrie den Teuling, Harmen Bijstra, Siepie Huisman, Dirk Bruggenkamp, Rudolf Hoekstra. Voorwaardelijk bevorderen: Ysbrand Galema. 4de klas. Deze klas heeft 24 leerlin gen geteld. 18 leerlingen zijn tot het einde op school gebleven. Aan 17 leer lingen kan een diploma worden uitge reikt en wel aan: Tjomme Bleeker, Ype van der Hauw, Oebele Knier, Titus de Jong, Ruurd Rienstra, Marius Wijnja, Gerben van der Wal, Geert S. Ruiter, Vetze Adema, Koene Hagenis, Hendrik Jonkers, Wiepke Lycklama, Haaye Post- ma, Eerde Bijlsma, Balthazar de Vries, Jacob Jelgersma, Hendricus Zuidema. Een leerling ontvangt geen diploma. Vervolgklas. Van de 3 leerlingen van deze klas heeft slechts 1 leerling de geheele cursus gevolgd. Het bezoek aan deze cursus meen ik bijzonder te moe ten aanbevelen, omdat oud-leerlingen van 17 tot 19 jaar in deze klas nog veel kunnen leeren wat hen in het verdere leven tot een beter beoefenen van het vak zal brengen en hun daardoor meer levensvreugde en een betere toekomst kan waarborgen. Inspectie. Deze cursus is 3 maal door de inspectie van het Nijverheidsonder wijs bezocht en wel 1 maal door den heer Inspecteur Polderman en 2 maal door een controleur van de inspectie. Uit de gesprekken, die wij met deze heeren over het onderwijs aan onze school heb ben gehouden, alsmede uit opmerkingen over het gemaakte teekenwerk, enz., meenen wij te mogen constateeren, dat het onderwijs de goedkeuring van de Inspectie kan wegdragen en dat onze school ten opzichte van andere soort gelijke scholen, op een goed peil staat. Excursies. Evenals vorige jaren ook meestal geschiedde, is ook dit jaar door den Directeur, den heer J. P. Postma met de leerlingen van de hoogste klassen op 2 verschillende Zaterdagmiddagen egn excursie gemaakt naar de Sint Martini kerk en naar het Stadhuis. De belang stelling van de jongens hiervoor is steeds groot, omdat daaraan verbonden zit het beklimmen van de torens. Een korte uit eenzetting over Bolsward en de geschie denis der bouwkunst gaat zulke excur sies vooraf. Een buitengewone excursie is dit jaar voor het eerst gemaakt naar elders en wel naar Amsterdam. Onder leiding van onzen leeraar de Haan zijn op Vrijdag 10 Maart door de metaalbewerkers der hoogste klassen en 2 van de 1ste klas de Fordfabrieken, Veiligheidsmuseum en Schiphol bezocht. Donderdag 9 Maart na afloop van de les zijn 10 leerlingen met hun leeraar vertrokken met de nachtboot naar Am sterdam en Vrijdagavond weer met de SC? DE JONG s NIEUWSBLAD waarin opgenomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1939 | | pagina 1