Buit enlandsclie Revue.
UI. V. U. UIER FF
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELER 550
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
OORLOG OM EEN
CORRIDORKWESTIE?
Stadsnieuws.
Woensdag 10 Mei 1939
No. 30
35^12 Jaargang
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 451
NEEN!
ij
Md.
Advertentlën per regel:
Woensdagsnufnmer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
Speciale inrichting voor
DE BOLLENVELDEN BIJ WITMARSUM.
Het prachtige zonnige weer van j.l.
Zondagmorgen lokte me, na de ver
vulling van de Zondagsplicht, naar bui
ten en een fietstochtje naar de bollen
velden stond op het programma.
Wat een heerlijke rust ademt het land-
schap, wat zich voor ons oog vertoont.
Het jonge groen afwisselend gekleurd
met de gele paardebloem en het lila van
de pinksterbloem, daartusschen de tal
rijke boereplaatsen met de felroode da
ken en zoo hier en daar een echte ouder-
wetsche watermolen als onmisbare stof-
feering van het landschap.
Dichter bij Witmarsum we reden
den weg over Hichtum overheerscht
de matgrijze kleur van het bouwland
het groen en bloemen van de greiden.
De pas geëgde en geploegde grond en
ook de stukken waarin de komende
weken het zaad zal opgroeien tot krach
tige halmen en loof, ze lijken nog wat
Zuidvruchten:
Abrikozen, per half pond
Krenten, per pond
Blauwe Rozijnen, per pond
Tutti frutti, per pond
Pruimen, per pond
Dikke Pruimedanten
BRANDSMA’s
I
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
19’/2
18’/2
16i/2.
29-17/2
10
20
WINKELS.
EEN DIENST JUBILEUM.
Mej. Hinke Velzen herdenkt a.s. Zater
dag het feit van haar 25-jarige onafge
broken dienstbetrekking bij den heer
Wouters op het Kleinzand alhier.
Een dergelijke langdurige trouwe
dienstvervulling dient even aan de ver
getelheid ontrukt.
ticaan zou hebben overhandigd en dat
het initiatief van het Vaticaan niet tot
Duitschland beperkt zou zijn. Officieele
bevestiging van deze geruchten wordt
niet gegeven. Wanneer we dus ons ge-
heele betoog voor vandaag samenvatten
dan is de conclusie, dat we nog even
ver dobberen tusschen vrede en oorlog.
Wanneer beide landen, waarom het
momenteel gaat, Duitschland en Polen,
als om strijd verklaren, dat het behoud
van de stad Dantzig voor hen een
levensbelang Is, dan wordt daarmee de
toestand niet opgehelderd en kunnen
zich alle mogelijke complicaties voor
doen.
Eigenaardig is het dan, dat mijn oog
valt op een foto in de krant, waarin de
Koninklijke familie staat afgebeeld aan
de haven van Portsmouth, gereed om
zich in te schepen op de „Empress of
Australië” voor een reis naar Amerika.
Je moet niet overal wat achter zoeken,
zullen misschien velen onder onze lezers
zeggen en toch, wanneer ik op die foto
de koning afscheid zie nemen van zijn
ministers Crewe, Chamberlain, Hoare,
Halifax en Inskip, dan bekruipt me de
twijfel of deze reis alleen maar is een
pleiziertochtje, op een moment zóó
moeilijk Jn de Engelsche geschiedenis,
dat zeer zeker het hoofd van de Staat
zich met de belangen van het land zou
moeten bezighouden. In deze critieke tij
den heeft een dergelijk pleizierreisje naar
Amerika, de niet denkbeeldige schijn
van een zich veilig stellen.veilig voor
de Duitsche luchtmacht.
We durven de consequentie, welke in
deze veronderstelling ligt opgesloten,
niet aanvaarden, want daarmee zou ons
vertrouwen in de kans op het behoud
van den vrede voorgoed verdwenen zijn.
hun toewijding in dezen en ook aan den
heer T. van der Meer, die op zoo smaak
volle wijze dit interieur verzorgde.
De heer T. van der Meer sprak nog ’n
woord van dank en betrok daarin de
uitvoerders van dit werk de heeren El-
zinga, schilder en D. Feenstra, timmer
man.
van Locarno naar leer en geest te aan
vaarden.” Na de remilitariseering van ’t
Rijnland zei Hitler: „Thans, na drie jaren
kan ik den strijd voor Duitschland’s
rechtsgelijkheid als geëindigd beschou
wen. Wij hebben geen verdere territo
riale eischen in Europa”.
In zijn Rijksdagrede van Mei 1935 zei
Hitler ten aanzien van Oostenrijk:
„Duitschland wenscht zich niet in de
binnenlandsche aangelegenheden van
Oostenrijk te mengen, noch Oostenrijk in
te lijven of een aansluiting met het land
tot stand te brengen.”
Na de overweldiging van Oostenrijk
verklaarde Hitler: „De Duitsche droom
van eeuwen her is in vervulling gegaan.
Duitschland verlangt slechts vrede. Het
wenscht het leed van andere staten niet
te vermeerderen.”
Onmiddellijk na het accoord van Mün
chen gaf hij Chamberlain te kennen, dat
met de bezetting van het Sudetengebied
zijn laatste territoriale eisch in Europa
was vervuld.
Als de groote oorlog uitbreekt,
dan moet deze geweten worden 1
aan: gebrek aan vertrouwen.
Nu Hitler heeft gesproken en we de
naaste doeleinden van het Duitsche stre-
ven kennen, zoekt de wereld wederom
het antwoord op de vraag van oorlog
of vrede. We weten, wat de Duitschers
willen: ze wenschen den Anschluss van
Dantzig bij het Duitsche Rijk en een
corridor door den Poolschen Corridor
heen, dus een verbinding met het ge
separeerd van het overige rijk gelegen
Silezië,
Voor het najaar, zoo wenscht men in
Berlijn, moeten deze kwesties geregeld
zijn.
En men kan er dus van op aan, dat
zich straks „grens-incidenten” zullen
gaan voordoen en dat de Polen zullen
worden beschuldigd van een bloedigen
terreur uit te oefenen tegen de bloedjes
van Nazi’s, die een minderheid vormen
in Poolsch Silezië. Het Duitsche geweten
zal een cri de coeur slaken, de inter
nationale crisis zal van dag tot dag
scherper worden en eindelijk.
Ja, waar zal het dezen keer op uit-
loopen?
De Duitsche tactiek is niet bepaald
onmenschkundig. Want in Engeland en
Frankrijk, en ook bij ons, zullen van dag
tot dag weer méér menschen zich gaan
afvragen: Is die Poolsche kwestie, zijn
het lot van Dantzig en een corridor door
een corridor, een wereldoorlog waard?
Het zou waanzinnig zijn om deze
vraag verder afgezien van alles
bevestigend te beantwoorden.
Maar ééns hebben we geconcludeerd,
dat de herbezetting van het Rijngebied
geen oorlog waard was. En ook niet de
Duitsche her-militarisatie. Evenmin den
Anschluss van Oostenrijk. De afstand
van het Sudetenduitsche gebied vonden
we niet meer dan billijk. En wat er toen
van Tsjecho-Slowakije oyerbleef was
niet meer de moeite waard om er voor
te gaan vechten. Wlaarom Hitler ook
deze rest inpikte.
Stuk voor stuk was al dat voorgaan
de geen wereldoorlog waard. Maar als
Hitler, toen hij aan het bewind kwam,
had gezegd: ik eisch het recht van her
bewapening, van versterking van mijn
Rijngrens; ik eisch het gebied van Oos
tenrijk; ik eisch het Sudetenland en ik
eisch Memelland en Dantzig en een cor
ridor door den Poolschen Corridor.
Dan zou heel Europa verontwaardigd
naar de wapenen hebben gegrepen en
den Duitschers een tuchtiging hebben
toegediend, welke. ..de wereld
voor veel ellende zou hebben bewaard.
Men voelt het: ook thans gaat het
niet enkel om Dantzig en om een
strookje grond in Poolsch-Silezië het
gaat er om, of men den Duitschers op
hun weg van geweld en willekeur einde
lijk een halt zal toeroepen of niet. Zoo
niet, dan zal ’t tempo van hun opmarsch
langs dien weg steeds sneller worden en
het aantal slachtoffers, dat ze er omver
stormen, grooter.
Als het waarlijk enkel om Danfjzig
en een stukje Silezisch gebied ging, jé,
dén..1
De Times herinnerde dezer dagen aan
de wijze, waarop Wilson, de president
der Ver. Staten 20 jaar geleden de Duit
schers heeft gekenschetst:
„Mijn grootste moeilijkheid is, dat
wij te doen hebben met lieden, die
wij niet kunnen vertrouwen. U kunt
u niet voorstellen, hoe verbijsterend
dat is voor iemand, die eerlijk een
oplossing zoekt. Als Duitschland net
was-als elk ander land, als wij er
op konden rekenen, dat bepaalde
beloften zouden worden nagekomep
als aan bepaalde verzekeringen was
voldaan, dan zouden wij weten,
waar wij aan toe zijn. Maar er valt
op hen niet te rekenen. Ik schrijf een
nota. Ik krijg antwoord. Ik schrijf
een tweede nota. Ik krijg weer ant
woord. Ik schrijf steeds maar nota’s.
En ik kom geen stap verder, want ik
heb uit bittere ervaring geleerd, dat
de beloften, die in dat antwoord zijn
vervat, zullen worden geschonden,
bij de eerste gelegenheid de beste,
die zich voordoet.”
In verband met het vorenstaande is
het interessant om aan eenige verzeke
ringen van Hitler te herinneren, welke
hij gedurende de laatste jaren met plech-
tigen nadruk heeft geuit.
Op 30 Januari 1934 verklaarde Hitler
in den Rijksdag: „De Duitsche regee-
ring is bereid en besloten, na de oplos
sing van het Saar-probleem het verdrag
Wanneer de wereld tegen het najaar
in een grooten oorlog zou worden ge
wikkeld, dan zou dat niet zijn om
Dantzig en om een corridor, maar om
alles, wat daarachter kan worden ver
moed. Het zou een oorlog zijn, ontstaan
uit gebrek aan vertrouwen in het Duit
sche woord.
Maar ik betwijfel, of in de naaste toe
komst inderdaad een wereldstrijd zal
ontbranden. Stuk voqr stuk zijn wat
kleine machten neergetrapt onder het
geweld van de dynamische politiek der
dicratuurstaten: Abessinië, Albanië, Oos
tenrijk, Tsjecho-Slowakije, Lithauen
(Memelland). De durf om het zwakke
te verkrachten sluit den moed uit om
den sterken te weerstreven.
Als de sterken hun wil eendrachtig
betoonen en overtuigd blijven, dat de
eigen verdediging de bescherming van
de minderkrachtige omwonenden eischt,
dan komt er geen oorlog. Omdat het
dan afgeloopen is met de Duitsche en
Italiaansche agressie.
Een derde mogelijkheid is er niet. i
Ja toch. uit een eventueele we- 1
reldoorlog kan de wereldrevolutie gebo-
ren worden. Zou die vrees ons uiteinde- 1
lijk voor een oorlog kunnen bewaren? i
Het is mogelijk, maar dan moet ook I
op korten termijn de spanningen vermin- i
deren en de onzinnige bewapeningswed-
strijd worden stopgezet. Hoe staan ver
schillende landen tegenover die oorlogs
dreiging en de bereidheid daaraan deel
te nemen?
Duitschland ja, dit land drijft ge
heel in die richting; .de catastrophe
wordt daar zoo mogelijk verhaast door
de noodzakelijkheid ter wille van den
binnenlandschen vrede successen naar
buiten te oogsten. Ook financieel staat
Duitschland er zeer slecht voor en de
voedselvoorziening is, wanneer men de
schaarsch daarover binnenkomende ge
ruchten mag gelooven zeer slecht.
Geen land en zeker niet het tegen
woordige Duitschland, kan permanent 4
millioen man onder de wapenen hou
den. Hier ligt dus voor Duitschland het
zwaartepunt.
Hoe staat het met zijn bondgenoot
Italië? Ook dit land is in de laatste jaren
door zijn geweldige bewapening en het
avontuur in Abessinië belangrijk ver
armd, maar de voedselvoorziening is er
nog normaal.
We kunnen ons indenken, dat Italië
een beetje huiverig is voor een oorlog,
om de zeer voor de hand liggende reden,
dat dit land veel kwetsbaarder is dan
Duitschland. Of nu de Duitsche vloot
een bezoek gaat brengen aan sommige
Spaagsche havens, in de Middellandsche
Zee, ’n vriendschapsbezoek met een zeer
doorzichtige achtergrond, het brengt de
verhouding in de Middellandsche Zee
tusschen de verschillende vloten niet in
het evenwicht.
De gecombineerde Engelsche en Fran-
sche vloot kan ons inziens de Duitsch-
Italiaanschsche vloot wel in bedwang
houden.
De Italiaansche havens zijn dus uiterst
kwetsbaar en daardoor ontstaat het ver
schijnsel, dat Italië een beetje remmend
werkt op de Duitsche agressie betref
fende Polen. Zelfs doen de laatste dagen
geruchten de ronde, dat Mussolini zich
zou aanbieden als bemiddelaar op te
treden in de kwestie Polen-Duitschland.
Weer een ander bericht maakt de in
druk, dat Duitschland zelf Mussolini tot
een dergelijke stap wil uitnoodigen. In
dien deze berichten binnenkort waar blij
ken te zijn, dan is dit resultaat ongetwij
feld te danken aan het krachtiger optre
den van de democratische landen.
Maar zoover zijn we nog niet. De
diplomatieke bedrijvigheid ,gaat onon
derbroken zijn gang. De overeenstem
ming tusschen Engeland en Turkije staat
op het punt afgesloten te worden en
daarmee zou dan weer een schakel ge
smeed zijn in de keten, die rondom
Duitschland wordt gelegd.
De definitieve afsluiting van dit pact
is evenwel afhankelijk van de loop der
onderhandelingen tusschen Engeland en
Rusland en we kunnen ons dit levendig
indenken. Rusland als onderdeel van den
driebond is voor Turkije een belangrijke
factor. De laatste dagen trekt dat Rus
land weer meer bijzonder de aandacht
door het aftreden van Litwinoff, de be
kende en scherpzinnige volkscommissaris
van buitenlandsche zaken. Juist op het
kritieke moment; (terwijl men meende dat
de besprekingen met Rusland tot een
voor de democratiën gewenschte oplos
sing was gekomen) is de Russische
volkscommissaris van zijn functie ont
heven en in diens plaats benoemd Molo-
toff, een man, die vooral in de buiten
landsche politiek niet zoo op den voor
grond trad.
Welke drijfveer ligt hier nu weer aan
ten grondslag.
Was Litwinoff te ver gegaan in zijn
toenadering tot de Westersche mogend
heden?
Ja, zeggen de Duitsche bladen. Rus
land wil zich niet aan de democratie
binden.
De berichten uit Engelsche bron zijn
geheel tegenover gesteld en daaruit be
luisteren we de hoop, dat zeer binnen
kort ook Rusland tot den driebond zal
toetreden. Dan staan de partijen onge
veer gelijk als voor den wereldoorlog en
kan de zaak weer opnieuw beginnen.
Na de mislukte vredespoging van Roo
sevelt wordt thans via het Vaticaan ge
tracht een betere verstandhouding onder
de volkeren te brengen.
J.l. Zaterdag heeft Bonnet, minister
van buitenlandsche zaken in Frankrijk
een onderhoud gehad met de Nuntius te
Parijs, mgr. Valeri en heeft de Nuntius
te Berlijn een bezoek gebracht aan Hit
ler in Berchtesgaden. In diplomatieke
kringen in Duitschland gelooft men dat
de Nuntius een boodschap van het Va-
NIEUWE TOONKAMER
GASBEDRIJF.
Maandag voormiddag werd in tegen
woordigheid van Burgemeester en Wet
houders en de bedrijfscommissie de nieu
we toonkamer aan de Gasfabriek offi
cieel geopend.
Deze toonkamer is ondergebracht in
de vroegere directeurswoning, bij de fa
briek; gelegen, vlak aan de St. Jansstraat.
Een aardige etalage geeft vanaf de
straatkant reeds een indruk'van de ver
scheidenheid van toestellen die er aan
de fabriek voorradig is.
De heer Theunissen, directeur van de
fabriek, opende deze officieele bijeen
komst met een woord van welkom aan
B. en W. en de bedrijfscommissie.
Deze toonkamer bedoelt een schakel te
zijn tusschen verkooper en kooper en ’t
publiek meer bekend te maken met het
gebruik van practische en nuttige toe
stellen. De oude toonkamer in de fabriek
voldeed reeds lang niet meer aan de
eischen en nu door de nieuwe directeurs
woning dit gebouw disponibel kwam, is
onmiddellijk de ruimte benut en deze
hoekkamer is daarvoor buitengewoon
geschikt. Allereerst vestigt de Directeur
de aandacht op de keukenwand, waar
onder de schoorsteen een fornuis van
wit emaille met zwarte dekplaten, bor
denverwarmer, ovens, enz. staat opge
steld, daarnaast een compleet aanrecht
met waterafvoer, waarboven een geyser
voor warm water. Keurig is alles inge
richt. Aan de andere wand is een groote
geyser voor badwater ingebouwd. Met
deze geyser is het mogelijk een bad bin
nen 10 12 minuten met warm water
gevuld te krijgen. Een demonstratietafel
in het midden met daaronder verschil
lende toestellen voor gasgebruik.
Een nieuwe ingebouwde gashaard en
verder gasstrijkijzers en een groote
keuze gascomforen. De Directeur demon
streert enkele toestellen.
Hierna is het woord aan onzen Bur
gemeester, die het gasbedrijf feliciteert
met deze nieuwe uitbreiding. Alles wat
men hier ziet is in het belang van de
gasgebruikers. De voortdurende vooruit
gang van het electrisch bedrijf en de
daardoor mogelijke prijsverlaging heeft
het gasbedrijf een beetje in de knel ge
bracht, de electriciteit is een beduidende
concurrent van het gas geworden.
De Burgemeester spreekt den wensch
uit, dat het gasbedrijf dat zich zooveel
mogelijk aanpast, zijn positie mag blij
ven handhaven.
De heer D. B. Eerdmans, voorz. van de
gascomissie, brengt een woord van
hulde aan Directeur en personeel voor
EINDDIPLOMA EN OVERGANG
HANZE-CURSUS.
Maandagavond had in het schoollkoaal
Kerkstraat de uitreiking plaats van de
einddiploma’s Hanze-cursus.
Aanwezig waren het college van B. en
W., Bestuur Hanze en de leeraren.
De heer F. van der Meer opent deze
bijeenkomst met een kort woord van
welkom en geeft daarna het woord aan
den Directeur der school, den heer Knook
voor het lezen van het rapport. Zeer tot
zijn spijt moet de Directeur constateeren
dat de behaalde resultaten dit jaar niet
bijzonder zijn; de ijver ontbrak te veel.
De eerste klasse, begonnen met 13
eindigde met 10 leerlingen, welke allen
overgaan; de 2de klasse, begonnen en
geëindigd met 21 leerlingen, maakte het
niet zoo goed, 12 leerlingen gaan over,
9 blijven zitten; de derde klasse zette in
met 17 leerlingen en eindigde met 15,
waarvan 10 het einddiploma ontvangen.
De Directeur wijst de jongelui er nog
maals op, dat alleen door regelmatige
studie eenig resultaat is te bereiken.
Vervolgens richt spreker een woord
van dank tot bestuur en mede-leeraren,
inzonderheid tot den scheidenden colle
ga Vlietstra, prijst hem als een goed
leeraar en amicaal collega en wenscht
hem Gods zegen tóe op zijn levens
avond. De Voorzitter spreekt hierna ook
een woord van hulde tot den heer Vliet'»
stra, evenals de heer A. van der Ven en
namens de leerlingen de jongeheer Pos-
thuma,
Al deze toespraken gingen vergezeld
van een stoffelijk blijk van waardeering.
De heer Burgemeester heeft veel waar
deering voor deze Hanze-cursus. Met ’n
ernstig woord richt de Burgemeester
zich tot de jongelui om toch in het ver
volg hun uiterste best te doen. Het leven
vraagt kennis en ontwikkeling, die Juist
in deze school op zoo serieuze wijze ge
geven worden. Het kan beter dan dit
jaar, dus jongelui, het moet.
Ook de Burgemeester richt enkele har
telijke woorden tot den heer Vlietstra en
wenscht hem toe na ’n welbesteed leven
een rustige levensavond onder Gods on-
misbaren zegen.
De heer Vlietstra is getroffen door de
vele hartelijke woorden en de aangebo
den cadeaux. Hij dankt allen hartelijk
voor de welgemeende afscheidswoorden.
De Voorzitter sloot hierna met een
krachtige opwekking aan de jongeren
om de lessen trouw en regelmatig te
volgen, deze bijeenkomst.
Bevorderd van 1 naar 2: M. Boon
stra, A. ten Brink, F. Burghgraef, A.
Draaisma, G. Hoekstra, A. Hollander, K-
de Jong, P. Kooistra, P. Spijksma en
U. Vormeer (voorw.).
Van 2 naar 3: O. Andriesma, P. Fran
zen (voorw.), K. v. d. Galiën (voorw.),
P. v. Gosliga, H. de Jong, A. Osinga,
T. Prins, R. Stellingwerf, I. Visser, J. de
Vries, K. Westbroek, P. Yedema. Niet
bevorderd: 9.
Het diploma ontvingen: F. Anema, J.
Boekema, M. Grouwstra, G. Lammert-
sma, S. Postuma, K. Regnery, P. Ter-
braak, A. Visser, M. Weitenberg en W.
v. d. Witte. Afgewezen: 5.
Na de boodschap van Roosevelt aan
Hitler hebben we ons de vraag gesteld:
Komt er oorlog? en het antwoord, ge
baseerd op verschillende feiten en symp
tomen, was: Nog niet.
Spoedig bleek toen, dat we moesten
wachten op de rede van Hitler, waarin
dan, volgens deskundigen, over de vraag
vrede of oorlog beslist zou worden.
Ook na deze rede zijn we niet veel ver
der tot een oplossing gekomen, het ge
vaar bleef bestaan en uitgesteld tot de
rede van den Poolschen Minister Beek.
Nu deze de vorige week Vrijdag in
krachtige, maar ook weer in diploma
tieke woorden zijn standpunt heeft uit
eengezet, zijn we nog even ver. De twist
appel Dantzig en de Poolsche Corridor
blijft voorloopig bestaan en daarmee
wordt de onrust en spanning in Europa
op peil gehouden. Daar is echter een
maal een grens, een hoogtepunt in die
spanning, die geen nieuwe! druk ver
dragen kan en dan komt onherroepelijk
de uitbarsting, die des te verschrikkelij
ker zal zijn, naarmate de druk van bui
ten of van binnen sterker was.
Wanneer we ons de vraag stellen: Be
staat er nog eenige kans voor het be
houd van de wereldvrede? dan durven
we deze vraag bijna ontkennend te be
antwoorden. We zijn het cr allen over
eens, zooals het nu gaat, kan het onmo
gelijk blijven; de kansen om langs vrede
lievende weg de verschillende proble
men op te lossen, stuiten af op den on
wil van sommige staten. De wereld staat
momenteel voor dit probleem óf wereld
oorlog óf wereldrevolutie.
1
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen