Feuilletons
Buitenlandsche Revue.
III. 1.1. WERFF
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
KU-KLUX-KLAN
r
Nieuwe
i
SOCIALISTEN IN DE
REGEERING.
De vermiste Banknoot
352*g Jaargang
Woensdag 23 Augustus 1939
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Stadsnieuws.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 451
No. 65
n
ijs-
iets
ijke
stijf
r
37.25
12.50
17.—
13.—
3.65.
2.50
bij
it.
ali-
lere
EEN EXPERIMENT, MAAR TEVENS
EEN NOODZAAK.
Speciale inrichting voor
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
t
ik
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELEF. 550
s.
laar
sterven) maar daar doen wij niet aan
mee. We durven zelfs verder gaan met
te verklaren, dat we deze muziek ook als
zang heel mooi vonden en dat de „bijge
componeerde” tekstwoorden zich won
derwel aanvoegden bij sfeer, strekking
en metrum der muziek. Maar.heele-
maal in de haak is' het toch niet.
Het concert besloot met de onverge
lijkelijke Toccata a moll van Bach, die
men nergens (ook niet per Radio) ooit
hoort uitvoeren en waarvan Alt’s gran
dioze vertolking ons een intens genot
verschafte, niet het minst door de zeld
zaam kleurrijke, boeiende registratie.
DE VERANDERINGEN, DIE ER IN
SEPTEMBER IN ONZE RAADZAAL
STAAN TE GEBEUREN.
In geen jaren is er zoo’n groote ver
andering te constateeren in het bezetten
van de Raadszetels.
Niet minder dan 4 raadsleden zullen
verdwijnen, n.l. de h.h. S. E. Lunter, G.
H. Boersma, Radelaar en H. Mulder.
De R.K. fractie komt met 2 nieuwe
leden, n.l. de heeren F. B. van der Meer
en S. Nota; de laatste zal waarschijnlijk
geïnstalleerd worden om direct daarna
wegens vertrek door een der opvolgen
de candidaten op deze lijst te worden
vervangen.
De Liberale Partij verliest haar eenige
vertegenwoordiger en ook de S. D. A. P.
gaat van 3 op 2 terug.
De heer Mulder wordt opgevolgd door
den heer Zittema. De V. D. komt nu, met
2 vertegenwoordigers, waarbij de heer
Brandenburg, die reeds eerder raadslid
was, weer terugkeert.
De heer S. E. Lunter heeft een lange
staat van dienst. Sedert 11 April 1907
lid van den Raad en 7 Mei 1914 benoemd
tot Wethouder. Gedurende het burge
meesterschap van den heer Berger, heeft
Wethouder Lunter de oude tradtiie
getrouw zijn functie ter beschikking
gesteld. In deze 32 jaar heeft Wethou
der Lunter steeds getoond de belangen
van Bolsward te bevorderen en te ver
dedigen. Natuurlijk is het niet mogelijk
het daarbij ieder naar den zin te maken.
Voor de een, was dit beheer misschien te
zuinig, voor een ander niet zuinig ge
noeg. De heer Lunter heeft getracht
naar beste weten de gemeente te dienen
en dit moet door alle Bolswarders ge
respecteerd worden.
De heer Boersma was raadslid vanaf
1935, dus een zittingsperiode.
De heer Radelaar heeft zitting gehad
vanaf Juni 1934.
De heer Mulder idem vanaf 8 Novem
ber 1934.
In dit nummer wordt een
begin gemaakt met een
nieuw feuilleton, getiteld
WAT MEN WIL. - j
Dit is de titel van de Revue, welke
het gezelschap van Peursen dit jaar op
Maandag 28 Aug. a.s. komt geven in
„de Doele”.
We lezen over het optreden van dit
gezelschap o.m. uit het Eindhovensch
dagblad:
Het is een avond geworden van groo
te vroolijkheid en gezonde humor, het
geen door het herhaaldelijk klaterend
applaus wel op bijzondere wijze door ’t
publiek werd gewaardeerd.
Het vlotte en afwisselend programma
was er wel bijzonder op ingesteld om
het publiek eenige genoeglijke uren te
brengen. Een welhaast onbegonnen werk
zou het zijn om de vele tafereelen hier
afzonderlijk te gaan bespreken. Het
groote succes van den avond, waaraan
alle 14 medewerkenden geheel hun
krachten gaven, komt, zonder de overi
gen ook maar iets te kort te doen, wel
voor een zeer groot deel toe aan de
artisten Piet Kohier, Jean Modem, Nelly
de Vries en Mies Peyters.
Al aanstonds in zijn oeroude succes
klucht, die hij hier als entree gebruikte,
n.l. „de Boemelbaron”, stelde Piet Köhler
zich weer voor als een raskomiek. Hoe
is er niet gelachen met zijn creatie als
de „Baby” in de dolle gelijknamige
klucht en als de onnoozele oppasser in
de militaire klucht: „O, wat een ezel”.
Advertentlën per regel;
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
Meditatie met haar levens- en stervens-
tragiek, die, wil zij tot het gemoed spre
ken, een minder onaandoenlijke vertol
king vereischt.
Veel beter gesteld was het met de
voordracht |van „Bruidsvaart”, waarin
vooral bij den echo-roep de dames een
zeer mooie prestatie leverden.
Deze beide Chopin-nummers intus-
schen vormden voor den heer Alt eigen
lijk een gewaagd experiment. Want niet
waar. twee pianostukken (nog wel
van Chopin) die men door een gemengd
sextet laat zingen, na er ’n tekst op ge
maakt te hebben de geachte Concert-
gever weet zelf heel goed, dat alreeds
de helft van deze euveldaden voor den
criticus voldoende zou zijn om hem „af
te maken” (het geslacht van Wagners
Vrijdag a.s. wordt het eerste
deel geplaatst van een humo
ristische avonturenroman van
HAROLD AVERY, getiteld:
De wonderlijke Sensaties van
High-Rusting.
sche vloot? We meenen deze vraag ont
kennend te moeten beantwoorden. Het
is een publiek geheim, dat Duitschland
in de laatste jaren gebrek gehad heeft
aan de noodige grondstoffen voor de
oorlogsindustrie. Alle oud roest, ijzeren
hekken, enz. enz. is verzameld om toch
maar eenigermate te kunnen voldoen aan
de vraag naar materiaal. Wanneer van
dit oud ijzer weer gebruikt wordt bij de
vervaardiging van nieuw oorlogstuig,
dan laat het zich indenken, dat de kwa
liteit er niet beter op wordt.
Een eigenaardg bericht circuleerde de
vorige week. De Turksche regeering had
van de Duitsche eenige duikbooten ge
kocht. Toen deze schepen ongeveer drie
maanden in de vaart waren, bleek er re
paratie noodig, zelfs in die mate, dat een
duikboot van 118.000 Turksche ponden „Meesterzingers” is nog lang niet uitge-
80.000 pond noodig had voor algeheele
restauratie.
Goed.we zullen aannemen, dat
niet het beste materiaal aan Turkije is
verkocht, maar dan wreekt zich deze
transactie toch voor een volgende bestel
ling, want ook Duitschland kan niet
zonder uitvoer en invoer.
Hier komen we aan een zeer belang
rijke factor, n.l. de economische toestand
in het Duitsche rijk.
Twee millioen soldaten, onproductieve
arbeidskracht, een ontstellend tekort aan
landarbeiders, moeilijkheden met den
oogst, tekorten op de meest belangrijke
voedingsmiddelen, tekort aan mijnwer
kers, geen kolen, benzine.maar dan
is het onverantwoordelijk zult ge zeggen
onder dergelijke omstandigheden een
oorlog te ontketenen. Volkomen juist en
daarin lag tot nu toe de grootste waar
borg voor den vrede. Ook financieel zit
Duitschland aan den grond. De handel
wordt betaald met bons op lange ter
mijn; dit heeft natuurlijk ook zijn gren
zen en doet de schaal weer overslaan
ten gunste van een oorlog. De Duitsche
machthebbers worden gedreven met on
feilbare zekerheid naar het bankroet en
om dat te voorkomen, waagt men mis
schien een noodsprong. Het valt op, dat
in de Duitsche bladen en tijdschriften
momenteel eenige bezorgdheid tot uiting
komt over de invloed van het Neue Fi-
nanzplan, op de liquiditeit in het be
drijfsleven alsmede over het ongunstige
koersverloop van de belastingbons.
De algemeene stemming in Duitsch
land wordt thans het beste getypeerd
door het volgende zinnetje:
De „man inthe Street” herinnert zich
levendig wat er een jaar geleden ge
beurd is en hij wacht thans af wat hem
nu weer boven het hoofd hangt. In het
beste geval, aldus redeneert hij, krijgt
Hitler Dantzig zonder slag of stoot, een
succes, dat voor den doorsnee burger
weinig of geen materieel verschil zal
maken, en in het ergste geval wordt
Europa in een oorlog verwikkeld.
Wanneer je in een gesprek over den
Europeeschen toestand de meening lan
ceert, dat een oorlog bijna onafwend
baar is, dan gebeurt het meermalen, dat
verschillende menschen antwoorden:
och, dat zal zoo’n vaart niet loopen.
We hebben ons dikwijls afgevraagd:
is dit een zich zelf geruststellen tegen
beter weten in, of is het een slordige on
wetendheid.
Niet één van beide, maar alle twee
veroorzaken die mentaliteit. Zeer veel
menschen lezen hun dagblad, maar hoe?
De onder met vette koppen afgedrukte
nieuwtjes worden vlug even doorgezien,
gauw even de feuillton, wat advertenties
en klaar is Kees. Het is denkbaar, dat
men met een dergelijke kijk op het we
reldgebeuren en voorgelicht door één
dagblad van één bepaalde richting nooit
een eigen oordeel zal kunnen vestigen.
Dat wordt zelfs heel moeilijk wanneer
men meerdere bladen leest. De groote
tegenstrijdigheid in de berichtgeving
8e ORGELCONCERT.
Met de koraalbewerking konden we
ons niet te best vereenigen. Immers, de
7de Brahms-variatie over St. Anthony,
dat geschreven is voor strijkorkest, kan
in den positieven orgeltoon nooit die
fijne dynamische accenten ontvangen,
welke het muziekstuk voor strijkorkest
juist zoo mooi maken; we hopen het nog
eens te hooren maar dan van Sterck met
zijn strijkklasse.
De zang van het vocaal-sextet hebben
wij aandachtig beluisterd, en evenals vo
rige week bij het Mannenkwartet hoor
den wij ook hier uitstekend stemmenma
teriaal, vooral de combinatie der drie
vrouwenstemmen was al heel juist afge
stemd, zoowel in stemmenverhouding
als in klankkleur. Bij de mannen ontbrak
hier nog wel iets aan; de stemmen op
zich zelf zijn wel van goede kwaliteit,
maar passen niet bij elkaar. Zoo laat
b.v. de tenor het sympathieke geluid
hooren van den echten „tenfor^leger’j,
waarmede evenwel de naast hem staan
de baryton niet de minste klankver
wantschap bezit. Bovendien is deze laat
ste te forsch, terwijl daarentegen de bas
(ofschoon waarschijnlijk dubbel bezet)
te zwak is. Dit alles is bij de vrouwen
stemmen veel beter afgewogen.
Interessant was voor ons „Integer vi
tae”, van Flemming, dat we nooit eerder
in de oorspronkelijke Horatius-tekst
hadden hooren zingen; als sextet klonk
het prachtig en genoot een zeer goede
uitvoering, evenals Mozart’s „Ave ve-
rum” waarmede men echter in de voor
dracht niet slaagde de diepzinnige ado
ratie te beleven, waartoe de tekst aanlei
ding geeft. Deze vervlakking komt in
hoofdzaak voor rekening van de man
nenstemmen; de vrouwenstemmen voel
den het gezongene veel beter aan. Het
zelfde deed zich voor in de beide Chopi-
niana. Dit was bijzonder jammer voor de
maakt een schifting van de concrete fei- i
ten en dat wat als overbodige franje 1
moet worden beschouwd, niet gemakke- i
lijk.
We hebben in ons buitenlandsch
overzicht na Maart van dit jaar, telkens
weer de meening verkondigd, dat Europa 1
onherroepelijk naar een oorlog drijft. We
hebben ons meer dan eens verwonderd,
dat het nog zoo lang kon duren, maar
ook hiervoor was een aannemelijke ver
klaring te vinden.
Wanneer we de vc|or ieder bekende
feiten nog eens even vastleggen, is het
gemakkelijker straks de juiste conclusies
te trekken.
Het probleem Dantzig weegt in Euro
pa het zwaarste. De Chineesche kwestie
is dit in het andere werelddeel; maar
beiden zijn loten van eenzelfde stam: ’t
fascisme. Wanneer men vraagt: hoe is
het mogelijk, dat deze stam in onze dorre
zelfzuchtige wereld zoo vruchtbaar ge
dijen kan, dan is het antwoord: de inter
nationale oorlogsindustrie is de Chili-
salpeter die zorgt voor een overdadige
groei. Ontdaan van alle beeldspraak, ko
men we tot deze conclusie: Het wereld
gebeuren is nog te veel in handen van
achter de schermen werkende krachten,
die het niet te doen is om een gezonde
samenleving, maar eigen financieel voor
deel.
Het communisme kan door deze groe
pen gesteund worden, maar even goed
het fascisme en als het moet ook de
democratie.
Daarom is, zooals we reeds eerder
schreven, de kwestie Dantzig slechts ’n
pion in dit wereldschaakspel. Aan de
kant van dit bord zitten de groote spe
lers. Wanneer we dit in het oog houden,
wordt verklaarbaar waarom het zwaar
tepunt telkens van Oost naar West ver
legd wordt.
Vandaag is Dantzig aan bod, morgen
China, Japan, Rusland. Over het alge
meen is men geneigd wat het dichtste bij
huis is als het meest ernstige te be
schouwen en ook voor deze week is dat
werkelijk het geval. De situatie rondom
deze vrije stad en de positie van Polen
in Duitschland is reeds zoo dikwijls in
onze revue besproken, dat we ons voor
vandaag ontslagen mogen achten in her
haling te treden. Wanneer de algemeene
gedachte thans bij de meeste menschen
post vat, dat aan een gewapend conflict
niet is te ontkomen, dan verdient de
vraag overweging: wanneer, hoe en on
der welke kansen voor de diverse par
tijen, niet alleen in Duitschland, maar
ook in Polen, Italië, Roemenië, Etige-
land, Frankrijk, kortom in het geheele
Europeesche vasteland verwacht men
voor of begin September een uitbarsting.
Te Berlijn beseft iedereen, dat de
spanning haar hoogtepunt bereikt, doch
aangezien niemand weet wat er zal gaan
gebeuren, komen er allerlei geruchten
in de wereld, die deze spanning nog ver-
hoogen. De bevolking vreest iederen
dag opnieuw bij het ontwaken te zullen
bemerken, dat met de „oplossing” van
de kwestie van Dantzig een begin is
gemaakt, zooals dat indertijd ook' het
geval was met de bezetting van Tsjecho
Slowakije en met Memel. Wel beseft
iedereen dat de toestand thans veel en
veel gevaarlijker is dan in Maart j.l.
Dit is een zoo duidelijk mogelijk ant
woord op de vraag: wanneer? Bij de
tweede vraag: hoe zal deze oorlog ge
voerd worden? vervalt men hoofdzakelijk
in veronderstellingen. De strijd gaat aan
den eenen kant Italië-Duitschland tegen
Frankrijk, Engeland, Polen. We zien de
situatie zóó, dat Italië het Fransche le
ger in bedwang zal moeten houden en
verder de Siegfried-linie zorgt voor een
voldoende beveiliging tegen het Fran
sche leger. Aan den anderen kant kan
Polen gedeeltelijk door Italië worden
bedreigd, zoodat de troepenmacht van
Duitschland 2 millioen geoefende sol
daten, minstens voor de helft gebruikt
kunnen worden tegen.Engeland.
Dat is voor Duitschland vijand no. 1.
Gedurende de laatste maanden is de
perscampagne in Duitschland hoofdzake-
lijk gevoerd tegen Engeland.
lAllereerst zal niet de strijd tusschen de
ze twee landen zich afspelen op zee en in
de lucht, maar zoowel Duitschland als
Engeland beschikken over een geweldig
landleger en de vraag is nu: hoe zal
dit worden gebruikt? Zal men evenals in
den wereldoorlog van 1914 de troepen-
macht weer op Fransch grondgebied
ontschepen om door een langdurige
loopgravenoorlog tijd te winnen? Dat
kan Duitschland niet riskeeren. Er moet
snel en met alle beschikbare machten
i worden toegeslagen. Wanneer dus het
t zwaartepunt in eerste instantie op zee
zal liggen, dan spelen natuurlijk de ma-
ritieme verhoudingen een groote rol.
Kan de Duitsche vloot met eenig suc-
ces de strijd aanbinden tegen de Engel-
waarop het socialisme zijn groeitop be
reikte, niet hoogerop kón, maar zich als
een machtige berg in de Nederlandsche
alpengroep van maatschappelijke
krachten consolideerde.
Toen het zóóver was, begonnen an
deren vergissingen te begaan ten aan
zien van de waarde der beweging en
haar verantwoordelijkheid. Ziezoo,
dacht men, de sociaal-democratie is
niet gewórden, wat we vreesden en
dus hoeven we haar niet te tellen. Ze
zal wel geleidelijk vergaan, zooals ze
is ontstaan.
Dat was mis. De sociaal-democratie
heeft zich een constante macht ge
toond ten onzent en ze heeft de noo
dige consequenties getrokken uit de
gebleken feitelijkheid: dat ze van een
hervormenden, niet van ’n herscheppen-
den invloed kan zijn. Zij heeft zich,
voor wat de algemeene lijnen betreft,
i nationale tradities en
haar doelstellingen beperkt tot practi-
sche mogelijkheden. Daartegenover
hebben anderen in haar thans zekere
grondslagen erkend, welke naast de
bestaande pijlers, de Nederlandsche
maatschappij kunnen helpen stutten in
een tijd, waarin zij wilde stormen van
binnen- ’en buitenuit heeft te doorstaan.
Enkel reeds daarom moet het optre
den van het kabinet-de Geer worden
toegejuicht, omdat het in een periode
van nationale en internationale span
ning alle constructieve elementen der
Nederlandsche maatschappij heeft ver-
eenigd en daarbij een machtig nieuw
element, dat, versomberd in zijn afzon
dering, op den duur een destructief
karakter zou zijn opgedrongen.
De taak van de nieuwe regeering zal
het zijn om te arbeiden, geleid door de
inzichten, welke algemeen worden ge
deeld in de partijen en groepen, waar
uit de ministers werden gerecruteerd.
Als men daarnaar zoekt, dan zal blijken
dat genoegzaam idealen ons vereenigen
om ons eindelijk eens een poos te ont
houden van speciale aandacht aan de
punten, welke ons scheiden.
En als dan de tijd en de omstandig
heden het weer eens zullen toelaten,
dat aan de politiek van samenwerken
de groepen een kans kan worden gebo
den, dan zal uit het heden de winst blij
ven van een socialistische macht, welke
door eigen roeping, zooals die wordt
gekend en gevoeld, alsmede door de er
kenning van haar waarde en beteekenis
door anderen een gelijkberechtigd en
constructief efement in het politieke le
ven is geworden en gebleven, al of
niet vertegenwoordigd in de regeering.
Md.
Wanneer in den titel dezer staat ver
meld, dat de opname van socialisten in
de regeering een noodzaak is, dan
wordt daarmee bedoeld: in deze regee
ring, dus in het kabinet-de Geer. In het
democratisch bestel moet het altijd mo
gelijk blijven, dat enkele partijen zich
tot een meerderheidscombinatie voegen
om uitvoering te geven aan een bepaald
program. Onder zulke omstandigheden
kan een overigens groote partij in de
oppositie worden gedwongen. Maar Jhr.
de Geer heeft willen brengen een natio
nale regeering, een regeering althans,
waarin de goede wil om het landsbe
lang, zij het naar eigen inzicht, te die
nen,’een wil, welke de bedding vormt
van’alle groote geestelijke stroomingen
ten onzent is geconcentreerd.
En in zulk kabinet hooren de soci-
aal-democraten thuis, omdat zij een
groep omvatten, welke een kwart deel
van ons volk omvat en van een con
stant maatschappelijk inzicht heeft blijk
gegeven. De sociaal-democratie is geen
oogenblikkelijk tijdsverschijnsel geble
ken, dat weer vergaat met de oorzaak
waaruit ze werd geboren ze is om
het duidelijker te zeggen geen crisis*
partij. En daarom moet ze als construc
tief element in de Nederlandsche sa
menleving worden opgenomen, als men
deze machtige beweging niet tot een
destructieve agitatie wil pressen, wel
ke de grondslagen van ons staatsbestel
zal ondermijnen.
Dat de sociaal-democratie tot nog
toe geen deel had aan het verantwoor
delijk bestuur des lands, is niet enkel
de schuld der tegenstanders; té lang
heeft deze politieke beweging haar
kracht gezocht in de oppositie. Reeds
zeer lang geleden is haar om de aan
vaarding van regeeringsverantwoorde-
lijkheid gevraagd, maar meermalen is
op haar congressen deelname, gevraag
de en niet-gevraagde, aan de vorming
eener regeering afgewezen. Men stelde
zich op het standpunt, dat men geen
bestuurstaak kon aanvaarden, zoolang
het socialistische program niet zou kun
nen worden uitgevoerd. Door het be
houd van haar stelling in de oppositie
meende de partij het best haar groei
kracht te bevorderen en daardoor het
oogenblik te verhaasten, dat zij en
zij alléén, d.i. zonder hulp van- en con
cessies aan anderen het bestuur des
lands zouden kunnen opeischen.
Dat vooruitzicht is een utopie ge
bleken.
De S.D.A.P. heeft in haar opkomst
onweersprekelijk véél voor den wer
kenden stand bereikt. Zij heeft een
zeer groot deel van de z.g. vierde klasse
der maatschappij opgeheven en geculti
veerd, daartoe steunende op de daad
kracht en geleid door het zelfbewustzijn
van een kern geschoolde arbeiders, bij
gestaan door intellectueele idealisten.
Ze heeft door haar actie ook dikwijls
actie gewekt in kringen van maatschap-
pelijk-gelijken, doch geestelijk anders
afgestemden. Maar ze heeft niet voor
zien, dat haar groei en ontwikkeling
moesten eindigen aan de grens van het
gebied van hen, die hun materieele
strevingen aan ’t geestelijke einddoel
van het leven dienstbaar, althans on
dergeschikt maken.
Zoo kwam het oogenblik, dat nu al
een paar tientallen jaren achter ons ligt,
l
in-
1
b
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen