Buitenlandsclie Revue.
d
De Bolswardsche Courant en Westergoo
OPRUIMING.
Woensdag 10 Januari 1940
36g!£ Jaargang
No 2
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Stadsnieuws.
Officieel orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Telefoon No. 451
Md.
3
e
tijd.
sinds ‘19.
I-
r,
id
g>
ge
A <1 v c r t e n t i n per regel:
Woensdagstuitiirner 10 cent.
Zaterdagsnumrner 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
..Opruimingen” nu enkel in de
koopmanszln bedoeld zijn nuttig voo
van
een
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Lecsgcld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
„Heerlijke snert”
op verzoek met nieuw recept.
BRANDSMA’s WINKELS.
n
n
1.
1'
DE 1JSSPORT.
Zaterdagmiddag vond op de gracht
tusschen Marktstraat en Appelmarkt de
traditioneele hardrijderij plaats voor
jeugdige paren. Er was een zeer goede
deelname en veel belangstelling op den
wal. De luidspreker van den heer
Nieuwland zorgde voor .de muzikale
gezelligheid.
De prijzen werden als volgt gewon
nen:
le groep. 8-10 jaar: 1. Piet Visser met
Truus Sijbrandij; 2. Janny Jorna met
Restanten en verlegen artikelen zijn
voor degenen, die ze gebruiken kunnen
waardevolle voorwerpen, die voor hon
derd procent voldoening kunnen ver
schaffen.
Een levenstaak, die we verzaken om
haar in anderen vorm hooger en zui
verder te stellen, wordt door anderen
overgenomen, die gebaat zijn met het
werk, dat wij reeds deden en tevreden
zullen zijn, wanneer ze haar een eind
verder hebben gevoerd.
De resjanfen van den winkelier er
zijn verlegen artikelen, zijn begeerens-
waardige en daarom volwaardige za
ken voor hen, die niet in staat zijn om
aanstonds al het nieuwe, dat de markt
biedt, zich aan te schaffen. Opruimin
gen doen verlangens bevredigen, welke
in normale omstandigheden onvervuld
zouden moeten blijven.
Opruimingen vernietigen daarom niets
ze zijn het consequente slotbedrijf var
ons distributie-systeem, ze vullen de
gebleven gaatjes van de maatschappe
lijke behoeften.
Agatha Jorna; 3. Hendrik Bles met
Tjitske v. d. Rest; 4. Gerben Zelle met
Attie Postuma; 5. Emmy Steensma met
Diky Steensma; 6. Tinie Ebbendorf met
Jan Ebbendorf; 7. Jelle IJntema met
Letje Haitsma; 8. Willem Muizelaar m.
Annie Schaafsma; 9. Dirk v. d. Weide
met Dirkje van der Weide.
2e groep. 11-13 jaar: 1. Piebe de
Vries met Corrie Eekma; 2. Siebolt Nota
met Jo Postma; 3. Flip Hendriks met
Elie Jorna; 4. Tjitte Huitema met Trijn
tje Huitema; 5. Jan Jorna met Tiete
Duiker; 6. Herman van der Werf met
Mar. Gaarman; 7. Jan Hagema met
Dina Adema; 8. Ids Piekema met Linie
Wierdsma; 9. Pieti van der Klei met
Agatha van der Klei.
enkele zinnen niet alleen het Rusland
van tegenwoordig geschetst, maar ook
de oorzaak waarom een klein land als
Finland met zooveel succes de Russi
sche invaller tot nu toe een halt kon
toeroepen.
Er zijn meer punten van overeenkomst
met den strijd in Spanje. Ook daar was
het niet het Spaansche volk dat onder
ling strijd voerde, maar een algemeene
afweer tegen het Communisme. Daar
voor stuurde Italië zijn troepen naar
Spanje. We hebben gedurende die strijd
dikwijls geprotesteerd tegen deze in
menging van Italië, maar moeten nu
achteraf eerlijk bekennen dat we ons
toen vergist hebben. Het is zeer juist
gezien van Italië die brandhaard van
het Communisme, dat Spanje drejgde
te worden, radicaal uit te roeien en we
komen er toe onze volle sympathie te
betuigen met een groote zending Itali-
aansche vliegtuigen aan Finland. Ook
Amerika, Engeland en Frankrijk zenden
oorlogsmateriaal naar Finland en dat
doet ons onwillekeurig de vraag stel
len: Zou een beslissing, die aan het
Westfront niet mogelijk blijkt, in Fin
land gezocht worden?
Zoo nu en dan duiken er geruchten
op die spreken van een militair bond
genootschap tusschen Rusland en
Duitschland. Moeten we het zwaarte
punt van de crisis in het Noorden of in
het Zuiden zoeken? Met dit laatste be
doelen we de Balkan. Het is algemeen
bekend, dat Rusland aan de Roemeen-
sche en Hongaarsche grenzen groete
troepenmachten heeft .geconcentreerd.
Roemenië en ook de anderqf Bjaljkan-
Staten hebben meer dan eens nadruk
kelijk betoogd, dat een schending van
hun grondgebied in welken vorm ook,
gelijk zou staan met oorlog. Bij deze
kwestie komen de Italiaansche belangen
in het geding. Italië zou nooit dulden,
dat Rusland op eenigerlei wijze vaste
voet kreeg in een van deze Balkanlan-
den, maar men kan ook een andere ver
onderstelling opperen. Is het ook moge
lijk, dat Italië op de een of andere ma
niet ’n conflict in de Balkan forceert als
afleidingsmotief voor den druk op Fin
land? Deze enkele vragen, die ons weer
duidelijk doen zien, dat ook in de eer
ste weken van 1940 de verrassingen
niet van de lucht zijn, en men nooit
vooruit zal kunnen zeggen hoe de kwes
ties zich zullen ontwikkelen.
Natuurlijk verdiepen vele vooraan
staande schrijvers en publicisten zich in
de vraag: hoe zal Europa er na dezen
oorlog moeten uitzien? Reeds herhaalde
malen is betoogd, dat een herhaling van
den vrede van Versailles uitgesloten
moet worden geacht. Een dergelijke
vrede heeft bewezen, de kiem van een
nieuwen oorlog met zich mee te dragen.
Men zal dus moeten komen tot een an
der stelsel en ook te dien opzichte is
meermalen gewezen op de mogelijkheid
van de vereenigde staten van Europa.
De Engelsche ambassadeur te Was
hington, Lord Lothian, heeft een op
merkelijke rede gehouden te Chicago.
Hij heeft daarbij het groote thema be
sproken dat thans Europa in rep en roer
brengt en speciaal een der groote ge
schilpunten de Engelsche beheersching
van de zee.
Lord Lothian heeft daarbij de volgen
de werkwaardige woorden gesproken:
„Engeland kan en mag op eigen
houtje de overheerschende rol vervul
len, die het in de afgeloopen eeuw heeft
vervuld. De rechten van de nieuwe zee
varende naties en de opkomst van het
luchtwapen maken dit onmogelijk; de
macht ter zee zou in handen moeten
zijn van de democratieën en niet van
één mogendheid.”
Uitgaande van de gedachte, dat de
wereld in de toekomst bestaat uit de
mocratieën, acht lord Lothian een we
reldorganisatie slechts dan levensvat
baar, wanneer Europa in staat is, zijn
eigen interne aangelegenheden „door
het een of andere stelsel van federalis
me” te regelen;
het laatst van ’Z’irt rede b.:f dé<rTajp.'l*g-
nis van dén zaaier (Lukas 9 5-155 met -
groote ernst er op wijzende. dal de
Satan door allerlei zorgvnidyhrrW
levens-er op uit is het Wobrd Gads Hi.'-
nog hedeh klinkt de
t,Komt allen tof Mi|. d’e verm*’’* -y
belast züt en Ik zal u rus*
Gezien, het minder geschikt? yop
dien -avond. ‘V'as de onko^m
vredigend.
We profaneeren de zuiverheid dar
voren-uitgewerkte gedachte geenszins
wanneer we haar mede van toepassing
verklaren op onzen physieken arbeid en
op onze materieele strevingen.
Nu Nieuwjaar voorbij is wordt het
ons van alle kanten toegeschreeuwd,
van plakbiljetten en van de advertentie
pagina’s der krant: wij ruimen op!
Men beschouwe de opruimingsdriften
der winkeliers geenszins als een mode
van het seizoen, als een Januari-traditie
welke haar snelle sanctie vond in een
wettelijke regeling.
De Januari-uitverkoopen zijn een
nuchtere noodzaak; ze hebben
niets kunstmatigs aan zich. De winke
lier heeft niet enkel als mensch, maar
ook als koopman zijn balans moeten op
maken ter gelegenheid van de jaarwis
seling. En consequent volgt thans de
opruiming.
Hij kan het nieuwe jaar niet inzetten
met het blijven besteden van aandacht
en zorg aan de restanten van zijn eens
volledige voorraden, noch mag hij zijn
energie misbruiken aan ijver om voor
den vollen prijs artikelen aan den man
(of aan de vrouw) te brengen, welke
ten aanzien van de mode zijn achterge-
raakt. Wie een en ander zou doen,
brengt zijn taak tot liquidatie,
voert haar dus naar de opheffing toe.
De winkelier, die méé en vérder moet
met zijn zaak, ruimt restanten en verle
gen artikelen op voor een prijs, welke
overeenkomt met de betrekkelijkheid
van waarden naar tijd en smaak; hij
maakt ruimte en geld voor nieuwe
voorraden, die zich aanpassen aan de
gewijzigde behoeften en verlangens.
Zóó en enkel zóó kan hij weer
vooruit en herwint hij de bezieling voor
het nastreven van een succesvol zaken-
jaar.
Maar hulpvaardige menschen verschaf
fen inlichtingen en wij besluiten het ad
vies in de Leeuwarder Courant te ne-
geeren en niet over Sybrandaburen,
maar over de meer te rijden. Gelukkig
want het ijs bleek in het algemeen heel
goed en het panorama op de geweldige
wintersche vlakte was zoo onbeschrij
felijk schoon, dat wij dit niet hadden
mogen missen. De weg was zeer goed
aangegeven. Baanvegers druk aan het
werk. Een dezer heeren moest zijn hart
luchten over zijn collega s van een maar
niet te noemen gemeente. „Se moasten
in stik gember yn ’eha.”
Wij zetten door en komen in Terhor-
ne en vervolgden den weg, nu en dan
eens klune, wat nimmer de stemming
heeft bedorven, omdat het goede zoo
zeer overheerschte. Akkrum werd be
reikt en hotel Prinsen betreden. Vol,
eivol was het daar. Allemaal bekenden,
o.a. de oud-Bolswarder notaris Terp-
stra. Het bestuur glom van voldoening.
Ieder ging aan de snert, het was „Sted-
mans sop”, greidboers sop is solider,
maar ja, als het weer de toeloop doet
vermeerderen van een heel klein groepje
tot honderden en de erwten op de bon
zijn, zorg dan maar eens voor „Greid
boers sop”.
Welgemoed keerden wij huiswaarts.
De ster ligt in het verschiet en wordt
nagezonden.
Op de meer ontmoetten wij twee
Bolswardsche dames, een paar flinke,
die eerst laat hebben kunnen starten.
De een moest eerst school houden. Hoe
ver is het nog? Dat gaat nog wel, maar
terug? Het lijkt wat damp te worden.
Goede reis. De pleisterplaats Sneek
geeft thee en ofschoon het nu donkert
en mist willen we ook per schaats thuis
komen. Daar doemt in de duistere mist
de oude stad Bolsward op en. nu zijn
wij er ook. Dankbaar en voldaan.
De „Stedmans sop” is al weer ver
teerd en de warme maaltijd wordt eer
aangedaan. Ik hoop dat een volgend
jaar vele Bolswarders met elkaar deze
zelfde tocht zullen gaan maken. Zij zul
len er vast geen spijt van. hebben.
LEZING.
Zondagavond j.l. hield de heer Ro
zendal van Den Haag wederom een
Evangelie-veAondiging in het Voiksge-
bouw.
De heer Vos opende op de gebrui
kelijke wijze.
L/e spieker had dezen avond tot on
derwerp„Voor Hem geen plaats in de
herberg”.
Er werd bij den aanvang op gewezen
dat wat we in Lukas 2 6-13 iezen, geen
doel, doch middel is. Christus is gebo
ren om te worden den gekruiste.
God is geopenbaard in het vleesch,
wat men daar aanschouwde was God,
niets meer, niets minder. Dat was nood
zakelijk, als het mogelijk zou zijn, dal
God de eere zou ontvangen en er vrede
op aarde, in den menschen een welbe
hagen zou zijn.
Onbegrijpelijk voor het menschenver-
stand, dat Hij, de Schepper van ’t
heelal, Die heilig en rechtvaardig was,
door in het vleesch te ko,men, in staat
zou zijn al onze ongerechtigheid op zich
te nemen.
Hij, die volgens ’t onfeilbaar Woord
van God, Filip. 2 5, ’t zich geen roof
behoefde te achten Gode even gelijk ti
zijn, werd voor de menschheid een kind,
geboren in een beestenstal. Daar was
voor Hem geen plaats in de herberg.
Niet omdat ze Hem, den Zaligmaker
niet wenschten, De plaats in de herberg
was te voren bezet. Hij, die volgens 2
Cor. 8 9 rijk was, werd arm om door
Zijn armoede de menschen rijk te ma
ken. Gods liefde was onveranderd. God
had de menschheid evert lief, nadat ze
van Hem was afgeweten, als .voftr dien
tijd.
Thans biedt Xród reedi
eeuwen die liefc^B
Ter gelegenheid van de jaarwisseling
hebben we allen „balans gemaakt”
g e e s t e 1 ij k bedoel ïk. Sommigen
deden het imet groote nauwgezetheid,
de meesten met een min of meer zorge-
looze oppervlakkigheid, maar wie we
ook zijn of wat we ook waren, allen
hebben we het overdacht, dat „dit”
verkeerd was geweest in ons leven en
dat we reden tot voldoening hadden
over „dat”, wat we ondernamen. Allen
hebben we een conclusie getrokken uit
den staat van zaken we hebben ons
van de beste voornemens bezield.
Goed, maar laten we nu één ding
vooral niet vergeten: een balans be
hoort onmiddellijk gevolgd te worden
door een opruiming.
Willen we, opnieuw beginnende, iets
goeds bereiken, dan moeten we niet
vast blijven zitten aan het half-gedane,
dat niet worden wilde, wat we er ons
van hadden voorgesteld, noch moeten
we ons blijvend hechten aan wat voor
ons uit den tijd raakte. Om onze geest
kracht te onderhouden en zoo hoog mo
gelijk op te voeren, behoeven we ide
alen en een levenstaak, welke honderd
procent bevrediging in het vooruitzicht
stellen. Daarvoor kan ons niet langer
datgene dienen, wat ons reeds teleur
stelde of zijn aantrekkingskracht op ons
heeft verloren.
We ruimen dus op restanten en
„verlegen artikelen”. Wé herzien ons
program van werken en ijveren, palen
de nieuwe doeleinden af en laten ons
daarbij leiden door de leeringen uit het
verleden.
het publiek en n o o d z a k e 1 ij k voor
den winkelier. Tot onze goede voorne
mens van het Nieuwjaar behoorde na
tuurlijk óók de gedachte: voortaan zal
ik mijn best doen om de gemeenschap
waarin ik leef en werk, zoo hecht en
sterk mogelijk te helpen maken.
Welnu, herinner u dat voornemen,
wanneer ge de uitverkoop-advertenties
welke in dit blad verschijnen en nog
zullen verschijnen, doorleest. Sluit nie
mand uit vooroordeel uit van uw gunst
maar bedenk, dat het geld, hetwelk
p la a s,e ijj k circulejert, de pjfaat^e-
lijke en daarmee uw eigen welvaart ten
goede komt.
eeuwen die liefde in Chris’tpk de
mefischlreid. <tpnieuw^fan.'**- i
'is'er plaats>vp< s^h^M?’
Qf is die.,plaats, van Te yoren bezet?
Vervullen andere dingen ons hart1?
AHfenïihTtièFH^ri tan’’jjgp V^njaa^r
die gelooft dat hij eetf* verlosser nóo—
dig heeft, tot die kttnkt«’het wöörd: ,Jk
ben.gekomen oirTte zqeken en zalig te*-
maken- wat verloren waS”.‘ -
De spreker benaalde zijn* hoprders in.
IJSWEDSTRIJD VOOR WERKLOOZEN.
Op de Ijsbaan werd Zaterdagmiddag
een wedstrijd gehouden voor werkloo-
zen. De deelname was buitengewoon
groot voor deze| E'stafette-rijdarij, n.l.
29 parturen van drie rijders.
Meermalen kon men van spannende
ritten getuige zijn.en ontbrak zoo nu en
dan de vroolijke noot evenmin.
Er is zeer sportief gestreden om de
mooie prijzen. De technische leiding be
rustte bij het bestuur van onze IJsver-
eeniging, die eveneens gratis de baan
ter beschikking had gesteld.
De 1ste prijs bestond uit een rollade,
een kaas en een dikke deken per per
soon. Deze prijs was aangeboden door
de maatschappij „Hollandia”.
De 2de prijs een bon ter waarde van
f 2.50 plus een tabakspijp.
De 3de tot en met 8ste prijs bestonden
uit brandstof, vleesch, tabakspijpen,
kleedingstukken en levensmiddelen.
Bovendien kreeg elke deelnemer, rij
der zoowel als collectant en baan-
schoonmaker een bon ter waarde van
één gulden, een ons thee, en een half
pond koffie, plus een pakje Java-rijst.
De koffie en thee werd de commissie
aangeboden door de fa. van der Plaats,
de Javarijst door fa. de Boer „de Ster”.
In totaal werden 112 van deze pakketten
uitgereikt. Over het algemeen dus een
zeer goed geslaagde rijderij.
Een woord van hartelijken dank mag
zeker gesproken worden aan het adres
van al de goede gevers. Ook aan hen,
die een bijdrage in de collecte stortten
waardoor de waardebons betaald kun
nen worden.
DE STERRIT NAAR AKKRUM.
Toen wij een jaar geleden den sterrit
van den Frieschen Ijsbond trachtten
mee te maken en. op den bewusten Don
derdagmorgen de schaatsen op het
Kruiswater hadden aangebonden en
naar het Oosten trachten te komen, be
reikten we met moeite de Zwemschool.
Daar was ons de moed met de sneeuw
in de schoenen geschoven en wrevelig
zagen we van onze plannen af.
Dit jaar echter waren wij weer
de partij. Mijn vrouw en zoon,
buurman en inzender dezes meldden ons
op Zaterdag 6 Januari aan de controle
bij Boermans en vertrokken langs de
Sneekervaart. Wat een weertje, wat uit
gezócht ijs, wat een stemming, wat ’n
voorrecht gezond te .zijn en dit te mo
gen genieten. De zon zet het landschap
in gloed en de sneeuw schittert als dia
mant. Zestien Bolswarders zijn gestart,
en waarschijnlijk zijn hier nog Wonse-
radeelers onder begrepen? Jammer, dat
niet meerderen hebben begrepen, dat
men dergelijke buitenkansjes moet
waarnemen. Maar wij behoorden tot de
bevoorrechten, die genieten van het
mooiste wat Friesland biedt, ’n schaats
tocht op een stralende zonnedag zonder
'wind. Heel weinigen in Nederland kun
nen zich de luxe permitteeren om naar
de buitenlandsche wintersport te trek
ken en nu is dat voorrecht voor alle
gezonde Frieten vlak voor l^et grijpen.
En wij hebben het begrepen*^ JSven
klune bij de Wolsumer ketting, een
grapje met tegenliggers valt dg mond
uit, rechts, links, gaat het* weer. Mijn
zoon van 14'jXa’r, die ik'waf had moé
ten aanporren om mee te gaan, zegt ge
heel uit eigen bew£ging: „Vader', wat
ben ik blij,.'dat ik mee ging, wat is dit-
moot”.
«In Ijlst is een lage.brug en wg zou
den zeer diep in de bocht rpoeten, als
vindingrijke mannen er niet ^en.„slee-
taxi” hadden gefabriceerd. We .legger
ons neer op deze canapé «en woWen.a’
zingende onder de brug dbor ’gézèuld'
Te Sneek tmeenen wij d^t ons- een
kop koff(e’’toekomt, enz-nu - zwten j»e fli
de .beweging. Leeuwarder^, «Fr^qfcgrs. zqgènrijke kracht te ontnemen Maar
Mantgumers, jalles tréft rfreka&ii# 1 •-«-**
zijn wé opgetogen, allen,willen' we Tïefst
over de meer, Inaar hllen infö'rnf^ren
of het kan. Allen "ziln niet te bekt te
spreken over de Ijsbreker die ‘in dn
Houkesloot een geul haeft gemaakt
Seddrt flïis laatste buHenlandsch
overzicht is er door verschillende oor
zaken ongeveer 14 dagen verloopen en
wanneer we de hoop koesterden dat in
dit tijdsverloop de wereldtoestand zich
belangrijk zou hebben gewijzigd, dan
komen we in dit opzicht bedrogen uit.
Het nu achter ons liggende jaar 1939
heeft ons werelddeel gebracht een poel
van ellende.
Hoe dikwijls heeft in voorgaande ja-
ren de bede geklonken: voor pest, hon
gersnood en oorlog, verlos ons Heer, en
hoe dikwijls waren we met onze ge
dachten intens bezig met dit probleem.
O zeker, we zijn tot nu toe gelukkig zelf
gespaard gebleven voor de verschrik
king van den oorlog, maar dat mag ons
de oogen niet doen sluiten voor het leed
en de kommer van anderen. Het klinkt
zoo heel gewoon, wanneer we hooren,
dat duizenden jonge mannen met bevro
ren ledematen liggen in de sneeuwvel
den van Finland. Wat een onzegbaar
leed schuilt er in die simpele uitdruk
king. Of men nu Rus is of Fin, Duit-
scher of Engelschman, het zijn allen kin
deren van één Vader, geboren met een
onsterfelijke ziel en geschapen om God
te dienen.
Is er 'ooit grooter tegenstelling mo
gelijk met deze bestemming van den
mensch en de chaos waarin Europa ver
zonken ligt?
Telkens wanneer we ons buiten-
landsch overzicht schrijven, bekruipt
ons de onzekerheid ten opzichte van de
vraag of we wel op de juiste manier
hebben gewerkt om de wereld van de
straffende hand van God te redden. Ook
de oorlog is een van die rampen, die
God den mensch kan toezenden, het
kan een middel worden om de ver
dwaasde wereld tot inkeer te brengen,
maar laten we hierover niet te lang filo-
sofeeren en ons maar weer bepalen tot
de nuchtere feiten van eiken dag.
Hoe langer hoe meer begint de over
tuiging post te vatten dat aan het West
front tusschen de Fransch-Ehgelsche
en Duitsche legers de eindbeslissing
niet zal worden bevochten. De stellin
gen aan beide kanten zijn zoo zwaar
bewapend, dat geen van beide partijen
de risico wil loopen een massa-aanval
met de onvermijdelijke groote verliezen
in te zetten.
Onwillekeurig gaan: onze gedachten
naar een ander front en wel de strijd
tusschen Rusland en Finland. Met be-
wonderenswaardigen moed houden de
Finnen tegen de Russische overmacht
stand. Is dit, zoo vragen velen zich met
bezorgdheid af, ook in de komende
maanden mogelijk?
De beantwoording van deze vraag
hangt van verschillende oo?zaken af.
We kunnen, wat de strijd in Finland
betreft, een zekere overeenstemming
vinden met de Spaansche burgeroorlog.
Ook daar ging de strijd niet alleen en
uitsluitend tegen een regeeringsvorm.
maar tegen een wereldbeschouwing:
Communisme of Democratie; dit laatste
woord dan in de vérstrekkende beteeke-
nis die men daaraan tegenwoordig
geeft. Ook in Finland gaat de strijd te
gen het Russische Communisme, dat
zijn vaste steunpunten zoekt aan de
noordgrens om daardoor 't door Euro
pa opgedrongen isolement te verbreken
en de wereldrevolutie een kans te ge
ven.
Uit verschillende brieven en corres
pondenties uit Rusland is zoo langza
merhand komen vast te staan, dat de
graad van ontwikkeling van de gemid
delde Rus uit dit communistisch tijdperk
zeer weinig verschilt met d!ie uit het
Tsaristische tijdperk. Voorzoover er nog
van eenige ontwikkeling sprake is, be
haalt deze zich tot het enge eigen re
giem, wat holle phrazen, een van buiten
"'eleerd lesje en een totale onwetend
heid van alles wat buiten de eigen gren
zen voorva’t. Voeg daarbij een grenze-
looze zelfoverschatting en we hebben Ir
F
k
i
I-
1
1
DE JONG s NIEUWSBLAD
wüiuln opijenornen