Buit enlandscbe Revue. DE WAARHEID MARCHEERT S3 fflSfS BEftTRIK. De Bolswardsche Courant en Westergoo t 36ÏS Jaargang Ne 8 Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD Stadsnieuws. 1938 31 Januari 1940, Woensdag 31 Januari 1940 Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel A Telefoon No. 451 zegt Md. Md. maar voor het oogenblik is ze NOG GEMASKERD. Berlijnsche belangstelling in neutrale persoonlijkheden Verschijnt DINSDAGS- en VRIJDAGSAVONDS. Leefgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Bulten de provincie f2.«; Inn. 15 et, Voor het Buitenland f7.- per |aar. Leeeg. p. looper 40 ct. p. kwartaal. DE CITADEL. De film onder bovenstaande titel ging Zondag in de Doelë door de fa. Gebr. Miedema. Deze film, gemaakt naar de zeer be kende roman, is evenals het boek van begjn tot einde boeiend. Meerdere mooie passages uit het boek werden nu op het doek getooverd en opnieuw be leefde men de spanning, die reeds bij 't lezen vandezen roman wordt opge wekt Het bijprogramma was deze keer, ook al om de lange hoofdfilm, een beetje kort, maar zooals altijd actueel. Het bezoek was (de weersgesteldheid In aanmerking nemende) goed. A (1 v e f t c h 1 i tl per regel WoeiisdagMHitmner 10 cent. ZfiterdagKnummer 12 cent Tuiichen de tekst dubb, prijs. Giro no. 87838, Niet elk weekoverzicht kan beginnen met het constateeren van bijzondere fei ten. De stilte op het groote oorlogster- rein (zooals we gevoegelijk het Weste lijk front kunnen noemen) maakt, dat er gezocht moet worden naar de motie ven voor deze stagnatie in den strijd. We hebben meermalen betoogd, dat de z.g. zenuwoorlog waaraan men nu reeds eenige maanden bezig is, de positie van de neutralen zeer moeilijk maakt. Tel kens weer moeten op onverwachte tijden maatregelen worden genomen, die on rust en angst met zich meebrengen. Ge lukkig blijkt tot nu toe, dat we ons een beetje al te vlug ongerust maken. De positie van Nederland midden tusschen de oorlogvoerende partijen in is niet ge makkelijk, maar onze veiligheid wordt ten deele ook bepaald door de vrees, zoowel van Engelsche als Duitsche kant ling van Polen is het geheele gebied, grenzende aan Hongarije en Roemenië aan Rusland toegewezen. In dat getjied En nu iets over „De Waarheid mar cheertDr. Werner Picht zegt in een voorwoord, dat de propaganda een sterk en krachtig wapen is in den oor log, maar er kan slechts overtuiging van uitgaan, „wanneer de massa des volks, tot welke zij zich richt, ervan is doordrongen, dat zij niet berust op een samenstel van verdraaiing der feiten, doch op de waarheid en de waarheid alléén.” Ik zou willen zeggen: dén hebben de Duitschers die volgens Dr. Picht in hun oorlogsberichten de waarheid spreken en niets dan de waarheid veel vóór op de „gealliseerden en de met hen sympathiseerende neutralen” die volgens denzelfden schrijver zich schuldig maken aan „vervalschin- gen en verdraaiingen”. De leugen zal zich zelf wel straffen en het was niet noodig, dat Dr. Picht in vele vellen druks de waarheid nog eens van den laster deed onderkennen. Want daartoe dient zijn boekje. De schrijver gaat daarbij op zeer naïeve wijze te werk. Hij behandelt de heele geschiedenis van de jongste oorlogsvoe ring in Polen en gaat dan van dag tot dag na, wat de Duitsche legerleiding in officieele communiqué’s vaststelde wat hij dan zonder meer als waarheid bestempelt om daartegenover de af wijkende zienswijzen te stellen, welke via Poolsche, Fransche en Britsche ra diozenders of nieuwsbladen werden gewekt. Deze documentatie is de eeni ge inhoud van het boekje dat 66 blad zijden telt. De lectuur is zóó droog en vervelend, omdat ze allemaal oude kost is, welke we al lang hebben genoten en verteerd, dat geen lezer het verder zal brengen dan tot de derde of vierde blad-, zijde. Dr. Werner Picht deed vergeefsche moeite. Ik kan hem verzekeren, dat wij, in neutraal Nederland, heel goed weten, hoezeer er in de oorlogsberich ten, via radio en nieuwsbladen, gelo gen wordt. Al of niet opzettelijk. Met Pr. Picht verschillen we slechts in zoo verre, dat we de Duitschers- niét van ’t oorlogs-leugenbedrijf uitsluiten. Ik ga nog verder in zijn richting en verzeker hem, dat we het althans achteraf beseffen, dat de Duitschers, gewagende van hun prestaties over den veldtocht in De schrijver heeft mij opgedra gen U te verzoeken, eventueele besprekingen rechtstreeks te zen den aan zijn adres: Dr. Werne/ Picht, Ludendorfstrasse 39, Ber lin W. 35.” Uit deze geciteerde regelen zal de lezer allicht concludeeren, dat ik min stens een 'goede Ikennis ben van Dr. Werner Picht. Immers, boekje en brief werden keurig per post aan mijn per soonlijk adres, onder vermelding van mijn familienaam, besteld, Ik ben me maar al te zeer bewust, dat Ik geen journalist van wereldreputatie ben en dus lijkt er. geen andere conclusie mogelijk, dan dat Dr. Picht te Berlijn en ondergeteekende relaties met elkaar hebben, welke eens toevallig werden gesloten. Maar zóó is het toch niet. Toen ik boekje en brief ontving, was het voor het eerst van mijn leven, dat ik den naam „Dr. Werner Picht” onder de oogen kreeg en tot blijde verrassing vond ik geen enkele aanduiding. Er was en is me maar één conclusie mogelijk, n.l. dat men te Berlijn beschikt over de namen van die persoonlijkheden in neutrale landen, die in het openbaar blijk geven van hun belangstelling in de internationale politiek. En ik heb er zoo’n idee van, dat men zich in het bij zonder geïnteresseerd voelt voor de namen van hen, die van hun hart geen smoorkuil wenschen te maken. Hoe komt men te Berlijn aan die adressen? Ik neem niet aan, dat men er zich de luxe permitteert oip een leger van betaalde spionnen achter het spoor te zetten van al degenen, die in de neu trale landen op de een of andere manier aan den openbaren weg timmeren. Veel eer geloof ik, dat er tegenwoordig over-' al, in stad en dorp, judassen schuilen onder de eigen volksgenooten, die hun ziel veil hebben voor den overweldiger, dien ze verwachten en om diens gunsten te? ver(wqrven zith beleid toonen om te belasteren of te verraden het milieu, waarin ze met spijt verkee- ren, omdat het te groot is voor hun klein gedoe. Men kan er verzekerd van zijn: als de Duitschers ooit eens mochten binnen vallen in ons land, dan zullen ze het voor iedere stad en elk dorp precies weten, met wie ze iets naar het ge voelen der verraders onder ons heb ben af te rekenen. het oorlogsfront met eenige honderden kilometers te verlengen en vooral de beschuttende zekerheid van een Magi- notlinle of Westwall prijs te geven. Maar er moet op de een of andere manier toch een beslissing komen, zult ge misschien zeggen. Zeker, en we kun nen zoowel aan de Fransch-Engelsche als de Duitsche legerleiding gerust de bevoegdheid toekennen op dit geschikte moment te wachten en het dan ook met alle energie uit te buiten. Normaal geredeneerd zouden Enge land en Frankrijk, die aan Duitschland den oorlog hebben opgedrongen.men begrijpe ons goed, we geven de schuld van dezen oorlog niet aan Engeland of Frankrijk. Misschien is het goed even de feiten te laten spreken. Op 6 October heeft Hitler na de over rompeling van Polen zekere vredesvoor stellen gedaan aan de Engelsche regee- ring. Deze vredesvoorstellen heeft En geland in eiken vorm afgewezen. Men weet, dat op ’t woord van Hitler niet vertrouwd kan worden, daarvoor was München een te groot fiasco gewor den. Men zou dus hoogstens kunnen zeggen, dat Engeland na 6 October aan Duitschland den oorlog heeft verklaard. In dien geest zou dus ook de aanval van Fransch-Engelsche kant moeten komen. Vooralsnog lijkt het daar niet op. Enge land tracht door een blokkade de toe voer van goederen naar Duitschland af te snijden, maar dank zij de Russische welwilendheid is tot nu toe die blokkade geen onverdeeld succes. Wanneer nu. zoo redeneert men onwillekeurig verder, de strijd aan het Westfront is vastge- loopen, de blokkade niet aan de ver wachtingen beantwoordt en de financi- eele en moreele noodzakelijkheid dwingt tot een beslissende slag; dan wordt daardoor de positie van de neutralen hoe langer hoe gevaarlijker. Ja, inder daad. Men eerbiedigt onze neutraliteit, tot zoolang de andere partij dat ook doet. In de rede die Winston Churchill, de vorige week in Engeland gehouden heeft, is duidelijk te onderkennen de ge dachtenwereld van de militaire leiders van dit land. De economische blokkade heeft niet de uitwerking die men er van verwachtte en om nu Duitschland zoo snel mogelijk tot andere gedachten te brengen moet een beslissende slag wor den geleverd. Ook uit Duitschland komen berichten over voorbereidingen voor een groot of fensief dat tegen het voorjaar verwacht kan worden. Wat tot nu toe is gepresteerd kan het beste vergeleken worden met een schaakspel, waarbij beide partijen vol komen tegen elkaar zijn opgewassen. Alle stukken staan nog op het bord, maar remise kan deze partij niet wor den, dan had men beter niet kunnen be ginnen. Wie zal de eerste zet doen? Aan het Finsche front hebben de Rus sen een week lang onafgebroken aan vallen ingezet, die echter door de Fin sche troepen zijn afgeslagen. Met een ware heldenmoed verdedigt dat kleine land zich tegen de veel grootere kolos. Uit dezen strijd blijkt weer dat gemo toriseerd materiaal niet ten allen tijde superieur is aan de persoonlijke afweer. De manier, waarop 'de Finsche leger leiding met belangrijk minder manschap pen een Russische massa-aanval weet af te slaan, dwingt allerwege bewondering af. We hebben de oorzaken van dit Rus sische échec reeds eerder besproken en willen daarop vandaag niet nogmaals ingaan. De débacle in Finland is ook in ander opzicht voor Rusland een strop. We moeten ter verklaring van dit feit even enkele maanden terug. Bil de dee- De vorige week kreeg ik een Duitsch propagandaboekje toegezonden, geti teld: „De Waarheid marcheert.door W. Picht. In een begeleidend schrijven stond vermeld, dat de toezending ge schiedde „op verzoek van den schrij ver”. De brief verluidde voorts: „Hij heeft mij speciaal verzocht dit aan U toe te zenden met het verzoek, zijn publicatie op eeni- gerlel wijze In een Uwer over- slchtaa ta willen vermelden. De ouders van onze kleine Prinses Beatrix wenschen, dat met het oog op de tijdsomstandigheden haar tweede ver jaardag niet feestelijk zal worden ge vierd, een gedachte, welke we allen gaarne ontzien en om haar beweegrede nen respecteeren. Een bescheiden woord van herdenking en gelukwensch moge echter op deze plaats tot uitdrukking worden gebracht. In de eerste plaats dus een woord van herdenking. Het zal maar zelden in de geschiede nis zijn voorgekomen, dat de geboorte van een koningskind met zoodanigen jubel door een volk is begroet als die van Prinses Beatrix. Nimmer in de jon gere geschiedenis van ons volksbestaan zijn alle geledingen der Nederlandsche gemeenschap zoo unaniem van overtui ging geweest, dat het heil der natie on verbrekelijk verbonden was en zijn zou aan haar verbondenheid met Oranje, als in de laatste jaren van het huidige de cennium, toen het oorlogsspook over de wereld en in het bijzonder over Europa rondwaarde, de onafhankelijk heid van alle kleinere volkeren bedrei gende. En terwijl dit gevaar ons nader en nader kwam, wisten we, dat er nog slechts één telg uit het Vorstenhuis ons restte, die, als dat noodig zou worden, de teugels van het bewind uit de han den onzer roemrijk regeerende Koningin zou kunnen overnemen. Was deze omstandigheid de beteeke- nis van een vonnis, dat aan onze natie dreigde te worden voltrokken? Ons volk was in vreeze. Maar toen deed de Voorzienigheid ons in de geboorte een nieuwe belofte voor de toekomst, een belofte, welke vooral de Koninklijke ouders bleken te hebben verstaan, toen zij hun kind noem-"- den: Beatrix, d.i. eene, die geluk in uit zicht stelt. Was het wonder, dat de jubel los brak in onze Lage Landen? Aan de herinnering aan deze blijde gebeurtenis, verbinden we thans een woord van gelukwensch tot de Konink lijke familie en tot ons geheele volk. Een gelukwensch om het feit, dat de Voor zienigheid Zijne belofte heeft versterkt door een voorspoedige ontwikkeling van het dierbare vorstenkind gedurende een moeilijke periode, de eerste twee jaren van het leven. Versterkt ook door den nieuwen zegen, welke aan het blijkbaar zoo gelukkige huwelijksleven van onze Kroonprinses en haar gemaal is ver leend. Ons volk bewondert de wijze, waar op de koninklijke ouders zich van hun opvoedingstaak kwijten en het deelt in de vreugde, welke de kleine Prinses Beatrix aan haar grootmoeder, onze dierbare Koningin, verschaft. Morgen de zorgen van ouders en grootmoeder, versterkt door de godde lijke genade uitwerken, dat onze jarige Prinses verder opgroeie tot eene, die nieuwen glans zal toevoeren aan het roemrijke en voor ons volk zegenrijke bestuur der Oranjes. liggen de voornaamste Poolsche petro- leumbronnen, die in dezen tijd een ook voor Duitschland zeer waardevol bezit beteekenen. Men heeft daarna tusschen Duitschland en Rusland de overeen komst gemaakt, dat Duitsche technici deze petroleumbronnen weer in exploi tatie zouden brengen en dat de op brengst geheel voor uitvoer naar Duitschland bestemd zou zijn. Hierbij kwam echter een groote moeilijkheid en wel dat de asbreedte van de Russische spoorweg grooter is dan die van de Duitsche, waardoor b.v. goederen uit Roemenië voor 'Duitschland tweemaal overgeladen moesten worden. Bovendien is het Russische transportstelsel minder waardig aan dat van Duitschland. Zot: dus dit deel van Polen in zijn geheel bij Rusland worden ingelijfd, dan zou ook de spoorbreedte op Russische maat wor den veranderd. In dit verband nu heeft de Duitsche diplomatie een overwinning behaald die van bijzonder belang is. Duitsche technici zijn in Oost-Galicië aangekomen onder geleide van Duitsche troepen en de rechtstreeksche spoorweg verbinding met Roemenië blijft gehand haafd. Het is wel eigenaardig, dat deze di plomatieke overwinning samenvalt met de débacle van het roode leger in Fin land. Deze Russische tegenslag heeft nog ’n ander gevolg en wel een verminderde in vloed op de Balkan en misschien dat hier de pogingen van Duitschland en Italië voor een neutrale vrede nu meer succes zullen hebben. Een uitbreiding van het groote conflict tot de Balkan zou dan kunnen worden vermeden. Eco nomisch gesproken is daar in dat hoekje van Europa strijd genoeg. .Om maar één voorbeeld te noemen: de strijd om de Roemeensche petroleum. De diplomatieke redacteur van de „Ti mes” schrijft over de geruchten, volgens welke Roemenië Duitschland meer pe troleum zou gaan leveren dan in de ac- coorden met de geallieerden overeenge komen was. Men heeft, zoo betoogt hij, veel te veel gesproken over meenings- verschillen tusschen Londen en Boeka rest en zelfs over protesten. Die ge ruchten werden terstond tegengesproken Het spreekt vanzelf, dat de Britsche regeering van haar bezorgdheid blijk zou geven, als de Duitsche olie-aankoo- pen in Roemenië den onredelijken om vang zouden aannemen, waarover de Duitschers, naar verluidt, het hebben. Als Duitschland de hoeveelheden zou verkrijgen, die het verlangt, is het dui delijk, dat het evenwicht van 't Britsch- Roemeensch handelsaccoord automa tisch verbroken zou worden en dus zou moeten worden hersteld. Engeland houdt om financieele en strategische redenen de zaak nauwlettend in het oog. Gelukkig probeert Dr. Werner Picht de waarheid geen geweld aan te doen door het fabeltje door te vertellen, dat Duitschland zich heeft moeten verweren tegen de Poolsche bedreiging. Neen, de voornoemde schrijver: „Duitsche kolonisatiedrang in Óostelijke richting is reeds meer dan duizend jaar oud en de jong ste veldtocht van het Duitsche 'leger is dan ook niet meer dan een der vele „ontladingen”, welke in den loop der eeuwen hebben plaats gehad.” Goed, ik wil aannemen, dat dit „de” groote waarheid is, welke het Duitsch- Poolsche conflict heeft gekenmerkt, maar deze waarheid is door de officieele instanties te Berlijn nooit ge steld I Dus: de aanval op Polen was een ontlading van de Duitsche kolonisa tiedrang en we mogen als Ber lijn de kans er toe krijgt nog meer dergelijke ontladingen verwachten. Misschien slaat de bliksem ook nog wel eens naar het Westen in. Als de waarheid, die Dr. Werner Picht in de hiervoren gestelde regelen schreef, eindelijk op marsch gaat, in en buiten Duitschland, en als alle bedreig de volkeren haar verstaan om er hun consequenties uit te trekken, dan is het boekje toch niet voor niets geschre ven. Polen, méér waar zjjn geweest dan hun verslagen tegenstanders. Het Is nu een maal zóó: de overwinnaar heeft niets te verzwijgen, maar de verliezer heeft een en ander te verdoezelen, wil hij den psy- chischen weerslag in het volk vermijden, welke de gevolgen van de nederlaag te noodlottiger zou maken. De Duitschers hebben, voor wat de oorlogvoering te land betreft, sedert September 1939 nog niet veel reden ge had om hun toevlucht te nemen tot leu gens. Maar in den vorlgen oorlog had den ze daartoe dikwijls aanleiding te over en toen hebben ze de gelegenheid niet ongebruikt laten voorbijgaan. Ik ben heusch geen anglophlel, maar den Engelschen moet Ik het toegeven, dat zij hun verliezen met open oogen durven bezien en ze In klare taal dur ven erkennen. Geen andere regeering geeft zooveel openbaarheid aan verlies- lijsten als de Engelsche. Toen zeer on langs de Duitsche admiraliteit berichtte dat twee Britsche onderzeeërs in de Duitsche Bocht verloren waren gegaan, corrigeerde de Britsche admiraliteit des anderen daags de mededeeling het waren er geen twee, zoo maakte ze be kend, maar drie. En wanneer mogen we een eerlijke op gave verwachten van de Duitsche ad miraliteit over de eigen verliezen aan duikbooten? Het verzwijgen van de waarheid verschilt niet veel van den leugen. Met kinderlijke trots wijst Dr. Wer ner Picht in zijn boekje op ,,de nieuwe methode” van oorlogvoering, door de Duitsche legerleiding in Polen toegepast de „bliksemoorlog”, welke verliep met „nimmer falende juistheid der oor spronkelijk in kaart gebrachte plannen”. Waarom passen de Duitschers deze me thode niet eveneens in het Westen toe? Ondergeteekende is óók in staat om een bliksemoorlog te voeren met een kleinen buurjongen en met niet falende juistheid aan te geven, hoe deze strijd zal verloopen. Maar als ik een ruzie moet uitzoeken met mijn grooten buur- marr,- dan- blijf ik liever aan de -eigen zijde van het tuinhek en ik geloof dat mijn buurman in dat geval evenzeer het liefst aan zijn eigen kant zou blij ven. p i ■r h««rtcht w««r Dim W woab>aamh«ld h d«n! Bij «i« ««rite irl«pv«r- i<hl|ni«lcn direct ASPIRIN 'l nemen. Zer« ASPIRIN bl| de hand te hebben. DE JONG s NIEUWSBLAD waarin opgenornen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1940 | | pagina 1