Buit enlandsche Revue.
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Uit den Omtrek.
Stadsnieuws.
DE DANK VAN HET
VADERLAND.
I
I
36—- Jaargang
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
Er is wel eens overwogen.
Md.
EEN BEDELSTAF VOOR DE
WEDUWEN DER GEVALLENEN.
in
aal
)or
BEEN GEBROKEN.
Vorige week had mej. A. T., wonende
bij haar ouders in ’f Hof alhier, bij werk
zaamheden op het achtererf, het ongeluk
door de gladheid zoo ernstig te vallen,
dat ze daarbij een been brak.
De patiënte is in het St. Anthonius
Ziekenhuis te Sneek opgenomen.
BLOEDTRANSFUSIEDIENST.
Februari 1940.
Op initiatief van burgemeester Mr. W.
Hoekstra heeft zich in deze gemeente
een werfcommissie voor den bloedtrans
fusiedienst gevormd, bestaande uit het
bestuur van de vereen. „Het Groene
Kruis” in Baarderadeel, waarvan de bur.
gemeester het voorzitterschap heeft aan
vaard. Getracht zal worden zooveel mo
gelijk personen bijeen te brengen, die
hun bloed beschikbaar willen stellen, in-
dien zulks noodzakelijk is, derhalve
bloedgevers (donors).
Bij de drie doktoren in de gemeente
te Baard, Weidum en Bozurh kan men
zich aanmelden. Voorts ligt het in de be
doeling nog deze maand een collecte
voor dat doel te houden.
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
Busgroenten, heel blik
Pakken gedroogde groenten
BRANDSMA’s WINKELS.
)d,
rat
an
iet
tar
ne
ij-
Ik
re
ut
dl-
ok
DE WINTER.
Nog steeds regeert koning Winter met
onverminderde kracht, maar de ijslief-
hebberij is er totaal uit. Zelfs de ijsbaan
trekt weinig bezoekers meer. Het beken
de woordje „teveel” is ook op de ijssport
van toepassing. Bovendien heeft de
sneeuwlaag het ijs in de vaarten gron
dig bedorven, zoodat het maken van
tochten geheel is uitgesloten.
Door het bestuur van den Frieschen
BAARDERADEEL,
IJSWEGENCENTRALE
10 Februari 1940.
Gedurende den geheelen winter is in
deze gemeente gewerkt aan de oprich
ting eener ijswegencentrale, daar zoo-
als vroeger de automatische plaatsing
van baanvegers, zoodra het ijs een be
trouwbare dikte had door de huidige
economische toestand eenigermate is
veranderd en weshalve de ijswegen meer
op het particulier inititief zijn aangewe
zen.
Reeds van den beginne af aan bleken
de ijsclubbesturen, een tiental in Baar
deradeel, zeer sympathiek tegenover een
centrale te staan, zoodat een z.g. leden
werfactie op touw werd gezet met als
resultaat dat 969 personen zich lieten in
schrijven, zoodat definitief is opgericht
de ijswegencentrale Baarderadeel.
Besloten werd voeling te houden met
den Frieschen ijsbond.
’t Is niet voor het eerst, dat ik thans
schrijf over het lot van weduwen en
weezen, (djie haar mam en hun vader
verloren in den dienst van het land. De
toestand, welken ik gisp, is er een,
welke niet enkel mij, maar vele duizen
den goede volksgenooten prengt. En
als ik er over schrijf, dan doe ik dat
niet om aan verantwoordelijke landsbe-
jaren gebleken is niet meer in het ka
der van dezen tijd te passen.
Ook in Amerika zelve zoekt men nog
steeds naar den rechten wag. Eenige
Amerikaansche R.K. prelaten hebben een
uitvoerige studie gepubliceerd, waarvan
de 'strekking is, dat men in zekeren zin
weer terug moet keeren tot de middel
eeuwen. Men motiveert deze uitspraak
op het fiasco van het individualisme, dat
de wereldorde heeft ontwricht en dat
moet plaats maken voor de opbouwende
beginselen van moreele en sociale een
heid tusschen de leden van het men-
schelijk gezin.
Het beginsel van geweld is echter ver
werpelijk en dit geldt zoowel voor den
werknemer als voor den werkgever. Het
standpunt, dat een arbeider slechts zoo
veel loon moet ontvangen, dat hij in
staat is zijn arbeidskracht te behouden,
wordt door de prelaten als onjuist be
stempeld. De loonen behooren zoodanig
te zijn, daf zij den werker zoowel de
middelen om te leven verschaffen als de
bescherming van zijn welzijn verzekeren.
Deze bescherming dient volgens de pre
laten bevorderd te worden door een
economisch stelsel, dat een rechtvaardi
ge verdeeling van de winsten beoogt.
Zoo zouden de loonsverhoogingen moe
ten voortvloeien niet uit een algemeene
prijsverhooging, maar uit een beperking
van buitensporige winsten van anderen.
Het loon moet voldoende zijn niet al
leen om den werker zelf in staat te stel
len behoorlijk te leven, maar ook zijn
gezin. Het loon moet hem in staat stel
len te sparen.
Over die autarkie heeft ook minister
Chamberlain binnenkort gesproken en
had daarbij natuurlijk Duitschland op 't
oog.
De diplomatieke medewerker van de
„Berliner Borse-Zeitung” is van meening
dat de autarkie een uitvloeisel is van de
totale economische oorlog door Enge
land tijdens den wereldoorlog begonnen.
Duitschland is b.v. bereid vc.n het stre
ven naar autarkie ‘af te zien, wanneer
Engeland afstand doet van zijn mono
polies en van de blokkeering van de
grootste, rijkste en minstbevolkte gebie
den van de aarde.
Om tot den vrijen handel terug te
kunnen keeren, moet Engeland tevens
afstand doen van de beheersching van
de zee, de contróle van de handelswe-
gen en de maritieme steunpunten.
Uit deze bescheiden opsomming blijkt
duidelijk dat voor herstel van de goede
verhoudingen niet één land tot onder
werping kan worden gebracht, maar dat
alle landen, oorlogvoerende zoowel als
neutrale, ter conferentietafel zullen moe
ten komen en met elkaar de belangrijke
problemen tot oplossing brengen.
Nog lijkt de toestand duister, maar
laten we bezield blijven met de vaste
hoop dat achter de duistere wolken van
dezen tijd de zon weer eens zal schijnen
en uit de moeilijkheden van onze dagen
een betere toekomst geboren kan wor
den.
bespiegelingen, hoe het weer zou wor
den als alles vrede werd.
Staat deze nieuwe vredespoging dan
direct gedoemd tot mislukking?
We willen dat allerminst beweren,
maar we waarschuwen voor overdreven
verwachtingen of directe resultaten.
Wanneer we de feiten der laatste dagen
even in volgorde memoreeren, krijgen
we het volgende verloop.
Op initiatief van president Roosevelt
zijn met verschillende neutrale landen
besprekingen geopend aangaande een
mogelijk herstel van de wereldvrede. De
bedoeling van deze besprekingen is, een
voorbereidend onderzoek inzake de vor
ming van een gezond internationaal eco
nomisch stelsel en beperking der bewa
pening over de geheele wereld.
Wanneer men deze laatste zin goed
leest, dan blijkt daar direct uit, dat
deze vredespoging niet is gericht tegen
de oorlogtoestanden van dezen tijd,
maar meer gezien moet worden als een
wissel op de toekomst. Niet alleen de
oorlogvoerende landen, maar ook alle
neutrale landen vragen zich met groote
bezorgdheid af, welke toestand zich na
dezen oorlog zal ontwikkelen.
De les van 1918 ligt nog teveel in
het geheugen om niet reeds nu maatre
gelen te treffen, die een herhaling van
die niet gewenschte toestand ónmogelijk
maken. Het heeft in ieder geval zijn
goede zijde, dat men nu tijdig tracht
voorbereidingen te treffen. De nieuwe
vredespoging van president Roosevelt
moeten we dus niet opvatten als een
middel om aan den wereldkrijg een
einde te maken. Noch Taylor, de nieuw
benoemde vertegenwoordiger bij het Va-
ticaan, noch Summer Wells, de onder
minister van buitenlandsche zaken, die
beide naar Europa afreizen, hebben con
crete voorstellen meegenomen. Taylor
gaat naar Italië om samen te werken met
den Paus, inzake de vredespogingen en
Summer Wells zal de verschillende re-
geeringen van het vasteland eens
polsen.
In sommige politieke kringen te Was
hington wijst men er op, dat de missie
van Wells eenigszins vergeleken kan
worden met den rol, die indertijd door
kolonel House is gespeeld tijdens den
wereldoorlog 1914-1918. Ook deze had
toen opdracht van president Wilson de
oorlogvoerende mogendheden te polsen.
Hoe reageert de officieele pers uit de
verschillende landen op dit nieuwe
vredesinitiatief?
Daarover valt nog zeer weinig mede
te deelen. Alleen uit Rome komen eenige
positieve berichten en wel dat de jong
ste stap van Amerika’s president met
verwondering, belangstelling en sceptis-
me is ontvangen. Niettemin stelt het
facsistische Italië dat steeds al zijn in
vloed heeft aangewend tot beperking
van het Europeesch» conflict, groot be
lang in elke vredespoging die een kans
op succes biedt.
De algemeene overtuiging is ook, dat
vredesstappen die worden ondernomen,
voor dat de tijd er rijp voor is, ondoel
treffend zijn. Wanneer we overtuigd zijn
dat dit vredesinitiatief niet gebaseerd is
op directe resultaten, dan vragen we ons
toch onwillekeurig af, welke doeleinden
men nastreeft.
De Amerikaansche minister Cordell
Hull heeft deze als volgt geformuleerd:
Vrede en een gezond economisch leven
in een tijdperk van den oorlog. De hoek
steenen van deze politiek zijn:
le. Stopzettnig en beperking van de
bewapening;
2e. aanvaarding door alle landen van
een gezonde vrijhandelspolitiek.
Deze doeleinden moet de wereld na
streven wil er in het tijdvak na den oor
log een gezond economisch leven zijn
en geen autarkie en totalitaire stelsels.
Dat is een streven wat aller medewer
king verdient, maar dat ook onmiddellijk
met 'zich jmeebjrengt, dat ‘onze maat
schappelijke ordegrondslag moet worden
herzien en verbeterd.
De grondoorzaak van alle strijd is tot
nui toe altijd nog geweest de macht, dat
is op het economische zoowel als het
financieele terrein van onze samenleving
een vastgeroeste waarheid.
De economische, de financieele en so
ciale verhoudingen van de volken onder
ling moet op geheel nieuwe fundamenten
worden opgetrokken en elke bijdrage
daartoe moet worden onderzocht en
getoetst aan de praktijk. De eene groep
meent die noodzakelijke verandering te
kunnen bewerkstelligen door de Bella-
my-beweging en een ander ziet meer
heil in de Quo Vadis-plannen (we stip
pen deze twe^ stelsels even ‘terloops
aan) maar allen zijn toch bezield
met het oprechte verlangen de mensch-
heid te verlossen van een economisch
stelsel, dat In de praktijk der laatste
Advcrtentiën per regel
Woensdagsnummer i() cent
Zaterdagsnummer 12 cent
Tusschen de tekst dubb. prijs
Giro no. 87926
Vredesgeruchten dalen rondom de
oude wereldzee, zouden we met een va
riant op een bekend gezegde, aan den
kop van deze weekbeschouwing over den
buitenlandschen toestand kunnen plaat
sen.
Gelukkig, dat het zoo langzamerhand
afgezaagde thema van een oorlog, die
nog oorlog moet worden, eens door
frissche gedachten kan worden verdron
gen. Vredesgeruchten? Als een reddende
ladder over de ijswoestenij van onze
tegenwoordige wereld, klampt de
menschheid zich eraan vast. Elk klein
lichtstraaltje in deze donkere tijden
wordt met groote vreugde begroet. Men
hoopt met nieuwe moed, men bespreekt
de kansen, men wikt en men weegt en
komt dan tot de conclusie, dat we nog
heel, heel ver af zijn van iets, dat op
een vrede begint te gelijken, maar.....
we hebben toch eens onze gedachten in
een andere richting gestuwd, we hebben
toch al was het maar enkele oogen-
bllkken ons kunnen overgeven aan
een tijd, welke op zich zelf reeds vol
genoeg is van zorgen en bezwaren, maar
ik doe het uit een gevoel voor recht en
omwille van het behoud van den goeden
geest in ons Volk, zonder denwelken alle
moeite tot verdediging van onze natio
nale goederen nutteloos zal zijn.
Toen een aantal njarine-schepellngen
het leven verloor bij het leggen en ve
gen van mijnen, is er door het Marine-
Rampenfonds gebedeld voor de na
bestaanden. Door de radio werd er he r-
h a a 1 d e 1 ij k een bewogen beroep op
onze milddadigheid gedaan; telkens op
nieuw werd het den luisteraars voorge
houden: geeft spoedig, dan helpt ge dub
bel! Zeer velen heeft de blijkbare nood
zaak van zulken oproep zeer gedaan.
Als de stand van zaken, door deze op
roepen gewekt, in strijd was met de
waarheid, dan had het de plicht geweest
van de autoriteiten om verdere opwek
kingen van dien aard te verhinderen,
maar dat gebeurde niet. Zelf schreef ik
in die dagen naar den Radioraad, vra
gende of het er inderdaad zóó voorstond
dat een openbaar beroep op de publie
ke liefdadigheid moest worden gedaan
ten behoeve van hen, die voor de be
scherming van de Nederlandsche belan
gen onder de wapenen waren gekomen
of.geroepen, ontboden dus,
verplicht. Ik hoorde er niets op.
Ik zweeg, totdat onlangs in Gronin
gen bij een militaire oefening met spring
stoffen vijf gemobiliseerden om het le
ven kwamen. Eenige dagen na die ge
beurtenis critiseerde het Groningsche
dagblad „Ons Noorden” de zorgeloos
heid der overheid jegens de achterge
laten betrekkingen. Een brief van rouw
beklag, saluutschoten boven het graf -r
daarmee, zoo schreef „O. N.” achtte de
overheid zich van haar plicht gekweten.
De' nagelaten betrekkingen werden aan
de publieke milddadigheid overgelaten.
Toen schreef ik ten tweeden male een
artikel over het onderwerp, dat talloo-
zen zoozeer prengt.
En eindelijk kwam er van de zijde
eener militaire autoriteit eene korte, bit
se reactie. „In tegenspraak met de waar
heid!” heette het. En ter verdere expli
catie volgde dan enkel een verwijzing
naar een bericht in de „Telegraaf”.
Op d i e manier dus krijgen we ein
delijk iets te hooren van wat de over
heid meent en weet over een zaak, wel
ke breede lagen des volks beroert. Een
verwijzing naar een bericht in de „Tele
graaf”! Van dat bericht citeeren we
thans:
De laatste dagen doet in een deel
van de pers het bericht de ronde,
dat nabestaanden van dienstplich
tigen, die bij een ongeluk door
dep dienst veroorzaakt om het le
ven kwamen, geheel onverzorgd
achterblijven. Hetzelfde zou ook
gelden voor dienstplichtigen, die
in een eventueelen oorlog sneu
velden.
Dit bericht is, naar men van offi
cieele zijde (aan de Tel.) mede
deelt, onjuist. De nabestaanden
van dienstplichtigen in dien dienst
gedood, hebben recht op rijks-
pensioen. Dit is niet hoog, maar
men moet daarbij in het oog vat
ten, dat het maximum rijkswedu-
wenpensioen f 1400 bedraagt. De
weduwen, ook van de hoogste
rijksambtenaren, krijgen niet
meer.
De pensioengrondslag van een
soldaat (marinier of matroos) en
een korporaal is vastgesteld op
f700. Hiervan krijgt de weduwe
50 dat is dus f350. Voor elk
kind wordt 10 betaald, tot een
maximum van 30 Het pensi
oen kan dus maximaal f650 be
dragen. Ook in de begrafeniskos
ten wordt bijgedragen. Elke we
duwe van een soldaat of korpo
raal, gesneuveld in oorlog of ver
ongelukt in den dienst, heeft dus
recht op dit bedrag.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Telefoon No. 451
Ijsbond wordt thans gewaarschuwd
voor de betrouwbaarheid van het ijs.
Door het stroomen komen er veel
wakken in, die dikwijls door de sneeuw
laag niet kunnen worden opgemerkt.
Als een bewijs hoe slecht die ijslaag
op sommige plaatsen is, diene^dat de vo
rige week twee jongens er op de Dijlak-
ker reeds doorzakten, waarbij een hun
ner kopje onder ging. Gelukkig Was
spoedig hulp aanwezig, maar niettemin
moge dit een waarschuwing zijn voor
onze jeugd om het ijs niet meer te ver
trouwen.
Een tegenovergesteld geval deed zien
Vrijdagavond omstreeks 8 uur voor aan
de Cnossenlaan. Een vrachtauto met aan
hangwagen, geladen met 12 ton vracht,
die bij de Groene Weide geparkeer i
stond, geraakte door de gladheid via de
lage wal op het ijs van de gracht.
Toen de chauffeur bemerkte, dat er
geen verschil bestond tusschen vaste
wal en bevroren water, bracht hij eerst
de vrachtauto bij den wal op, waarna
met behulp van omstanders de aanhang
wagen op den vasten wal werd gebracht
En dan te weten, dat een half uur eerder
een heer, wiens hoed op het ijs waaide,
zeer voorzichtig voetje voor voetje dit
hoofddeksel weer veilig stelde.
Deze twee voorbeelden doen duidelijk
zien de groote verschillen in de sterkte
van het ijs.
Men zij dus nogmaals gewaarschuwd.
Aannemende, dat het alles zoo is als
het hierboven staat vermeld, blijkt dus
dat er inderdaad iets wordt gedaan voor
de weduwen en weezen van hen, die in
dienst van het land vallen, maar juist
waar uit de regeling blijkt, dat de over
heid den onderhoudsplicht van het land
tegenover de mobilisatie- en oorlogs
slachtoffers erkent, valt het zoozeer op,
dat ze dien plicht op volstrekt onvolko
men en onafdoende wijze nakomt. Als
een bijzonderheid wordt het n.b. ver
meld, dat de staat zelfs „bijdraagt in de
kosten van de begrafenis”. Stellen we
het ons eens goed voor: een aantal mili
tairen komt om bij de ontploffing van
een grondmijn en.de staat draagt
niet eens zorg voor de teraardebestelling
van de stoffelijke resten, maar „draagt
in de kosten bij”.' De weduwe ontvangt
stuurders moeilijkheden te bereiden in f350 per jaar, nog geen zeven gulden in
de week, dat wil zeggen, dat ze als
ze in de stad woont zoowat genoeg
krijgt om haar huishuur door te beta
len!
De Staat geeft aan de nagelaten be
trekkingen een vergulden bedelstaf, al
thans weinig méér.
En dat wordt verdedigd met de op
merking, dat zelfs de wedowen van de
hoogste rijksambtenaren niet meer dan
f 1400 pensioen ontvangen. Wat een ver
gelijking! Die hoogste rijksambtenaren
hebben bij hun leven een behoorlijk sa
laris gehad. De gemobiliseerde had een
eigen van den staat onafhankelijk
bestaan. Uit dat bestaan is hij door den
Staat weggerukt. Hem wordt de bescher
ming opgedragen van ons aller welzijn,
het welzijn ook van de hooge ambtena
ren of dier weduwen. En als de man bij
zijii beschermingstaak omkomt, dank
krijgt zijn weduwe te hooren, dat zij te
vreden moet zijn met 7 gulden per week
omdat de weduwen van hooge ambtena
ren slechts viermaal zooveel ontvangen.
Het ergste vinden we den inhoud van
de laatste nog niet geciteerde regelen uit
het van officieele zijde geïnspireerde
„Telegraaf”-bericht. Die regelen lui
den:
Het pensioen is niet hoog en er
is wel eens overwogen het alsnog
te verhoogen. Bepaalde plannen in
die richting zijn er echter nog
niet.
Niet hoog....! En daarom,is er
wel eens overwogen het alsnog te ver
hoogen”. Maar er zijn „nog geen be
paalde plannen in die richting”!
Als ze in Den Haag maar iets voel
den van de mentaliteit van het volk, van
de massa, die een instinrtief, eerlijk
gevoelen heeft voor recht.Dan zou
den ze zich haasten om de weduwen
en weezen van voor ons heele volk ge
vallen mannen, weg te roepen van den
Stoep van het armhuis en aan Nederland
een stuk nationale schande besparen.
Als de oorlog er mocht komen, dan
staan we allen in het aangezicht van
een afschuwelijkeno dood en zullen we
allen ten volle onzen., plicht doen. Er
zullen er dan zoovelen vallen, dat hit
onmogelijk zal zijn om de financieele
gevolgen daarvan voor de gezinnen vol
ledig door den staat te laten ondervan
gen.
Maar voor de mobilisatie-slachtoffers
kunnen we zorgen. Dat kan aan publie
ke middelen in totaal niet méér vergen
dan één dag mobilisatie ons kost. En
dezen kleinen last te aanvaarden is wel
het minste, wat een volk kan doen, dat
door de plichtsbetrachting van de op-
geroepen weermacht buiten den oorlog
bleef, althans hoopt te blijven.
Woensdag 14 Februari 1940
BAYËR
Er haartch* waar griap! Dui
waobiaamhcid it gebo
den Bij da aertta griapvar-
Khijmalan direct ASPIRIN
naman. Zorg ASPIRIN bij
21.
15.
De-
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen
I