Buitenlandsche Revue. °p met een Vrij en blij dat verjongende, opgeruimde gevoel dankt U aan „Welf” Heerlijk met zulke schoenen het voorjaar in te gaan. HENGST r De Bolswardsche Courant en Westergoo ARMOEDE. reis I 36= Jaargang Woensdag 10 April 1940 No. 27 P. LUNTER, gekocht bij Stadsnieuws. Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 451 INGEZONDEN MEDEDEEL1NOEN WAT WETEN WE ER VAN? Md. ■^RKRACMT k GEEFT JEUóOj De schoen met de wereldberoemde, verende en steunende bodem De beslissing gevende factor in deze uitzonderlijke oorlog schijnt zoo lang zamerhand toch op komst te zijn. Ver schillende in de laatste dagen genomen maatregelen wijzen er op, dat men zoo mogelijk in het komende zomerseizoen een beslissing wil trachten te forceeren. Door Engeland en Frankrijk wordt mo menteel het zwaartepunt gelegd op de Verschijnt DINSDAGS- en VRIJDAGSAVONDS Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct. Voor het Buitenland f 7.- per jaar. Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal. Appelmarkt, BOLSWARD. I b I Alleenverkoop voor BOLSWARD e.o. Schoenwinkels Ik wilde het hier toch even voor de „deugnieten” opnemen. Ik heb altijd een zwak voor ze gehad en meermalen met Diogenes verzucht: als ik niet was, die ik ben, dan zou ik een deugniet willen zijn. Pracht-menschen heb je onder ze. Wat thans van de Nijmeegsche kloos ters werd gezegd, kon ook 25 jaar ge leden en 250 jaar geleden, zijn gespro ken. Waint de gewraakte manier van wéldoen is voor deze instellingen een traditie, welke uit een ver verleden stamt. Misschien is ze wel ontsctaan uit de herinnering aan Christus. Die er óók op bedacht was om de hongerigen, zon der aanzien des persoons te spijzigen, Zijn brood zelfs deelde met een Judas en zich op Zijn beurt liet wéldoen door een Maria Magdalena, zonder er zich om te bekommeren, dat deze een pu blieke vrouw werd geheeten. Men moet niet denigreerend oordeelen over de arme „deugnieten”, zonder dat men heeft getracht om dezen in hun per soon, in hun natuur, strijd, lijden, ver zoekingen, te leeren kennen. In 1913, ’n jaar vóór de vorige oorlog uitbrak, heb ik met deze menschen gestaan vóór de kloosterpoorten van Nijmegen en verder op naar het Zuiden, in het land van Waal en Maas, op een wandeling heen en weer Utrecht-Maastricht. Het een aanval in grooten stijl wil onderne men. Aan Portugal zijn verschillende eischen gesteld met betrekking tot de aan dat land behoorende eilandjes in de Chinee- sche zee. Een daarvan is Lappa, aan de uitmonding van de Parelrivier en ligt voor het aan Porjtugal toebejhoorende Macao. Wanneer we eens even de kaart van dit gebied opslaan, komt men tot de ontdekking dat het Engelsche gebied met Hongkong als middelpunt, in een wat vreemde positie komt te liggen en aangezien Macao de voornaamste bron voor de voorziening van levensmiddelen van Hongkong is, zal het toegeven van de Japansche eischen door Portugal ook voor deze Engelsche kroon-kolonie wel eens vérstrekkende gevolgen kunnen hebben. land wordt uitgebuit. Men weet, dat in het vredesverdrag met Finland een clausule voorkomt, waarbij Rusland het recht krijgt een spoorweg dwars door Finland aan te leggen. Hierdoor verkrijgt Rusland een directe verbinding met de Botnische golf en indirect met Zweden; maar in Zweden ziet men die uitbrei ding van de verkeersfaciliteiten van Rusland in Finland niet zonder bezorgd heid en meent men dat die economische belangen slechts een voorwendsel kun nen vormen tot verberging van de stra tegische bedoelingen, die Rusland met den aanleg van deze spoorweg zou heb-' ben. Wanneer men economische criteria aanlegt, dan zijn de Russische eischen in Finland niet redelijk verklaarbaar. Het handelsverkeer van Rusland met Noor wegen en Zweden was in de laatste jaren zeer gering en bovendien kan dit veel goedkooper en gemakkelijker wor den onderhouden langs een het geheele jaar door ijsvrije waterweg. We hebben voor deze week wat extra lang bij dit Noorsche vraagstuk stilge staan, ook al door zijn belangrijkheid voor het heden' en voor de toekomst. Ook in het Verre Oosten is den laat- sten tijd wat meer actie merkbaar. De tegenstand van het Chineesche leger blijft, ondanks de telkens opnieuw op duikende berichten over het instellen van een Chineesche regeering, nog zeer De Kloosters in het land van Waal en Maas. i PROPAGANDA-AVOND BELLAMY. Er was zeer goede belangstelling voor deze propaganda-avond in de Doele. De heer Boersma opende met een woord van welkom en doet de teleur stellende jtnededeeling, dat de spreker van dezen avond mr. dr. IJssel de Schepper, door familie-omstandigheden niet aanwezig kon zijn. De voorzitter wekt allen op te werken voor de Bel- lamy-staat. Alleen daardoor kan verbe tering worden gebracht in onze benarde economische samenleving. De filmoperateur, de heer Zwier, gaf hierna enkele beschouwingen over de Bellamy-gedachte. Allereerst brengt spreker hulde aan den Voorzitter der beweging, Mr. Dr. IJssel de Schepper, die ondanks zijn 73- jarigen leeftijd nog steeds vol vuur de belangen van deze vereeniging behartigt. Het is een heerlijke gedachte: de Bel- lamy-staat. Alle menschen broeders, werkende door en voor elkander. Deze beweging staat zoo bij uitstek midden in de samenleving en er moet en kan een golf van enthousiasme door ons Neder- landsche volk gaan. Het begin van de Bellamy-beweging is niet zoo vlot ge gaan, maar door stoer volhouden is men geslaagd in de volksgemeenschap door te dringen. Bellamy is gelijkheid voor allen en daarom kan elk lid zijn; Katholieken zoowel als Protestanten, Jo den en Vrijdenkers. Deze samenbinding bewijst de groote gemeenschapszin wan neer men een hoog ideaal nastreeft. Het is eigenlijk een schande voor het Nederlandsche volk dat de Bellamy- staat nog niet aanwezig is. Wat is hier van de oorzaak? Ie. Ons materialistisch denken en de mammon het geld. We zijn teveel met ons eigen ik bezig en hebben geen oog voor den nood der tijden. We moeten ons inschakelen tot een gemeenschapsmensch en de Staat zien als de groote N.V. waarin ieder als een schakel optreedt. Bellamy is de profeet van onzen tijd en om dat te kunnen beseffen moet men de boeken van Bellamy lezen. Bellamy heeft in zijn tijd gezegd, dat we zouden stikken in onze voortbrengingstechniek. Er is van alles te veel en er lijden dui zenden gebrek, dat is de groote dwaas heid van onzen tijd. Spreker geeft verschillende voorbeel den uit onze economische samenleving een somber beeld, waaruit duidelijk de onmacht van het tegenwoordige stelsel blijkt. Als het Europeesche volk niet ten onder wil gaan, zal het tot de Bellamy- gedachte moeten overgaan, de eenvou dige en zekere oplossing, die voor allen werk en brood geeft, omdat alle men schen werken voor de gemeenschap en niet staat in dienst van het winst-sy- steem. Na deze inleiding werd de nieuwe geluidsfilm: „De nood der tijden” ge draaid. De film geeft .actueele beelden uit het verleden, heden en toekomst. Na de pauze werden verschillende vragen behandeld. Met een woord van dank aan spre ker en filmoperateur en een opwekking tot daadwerkelijk medeleven met het systeem Bellamy besluit de voorzitter deze goed geslaagde vergadering. Advertentiën per regel: Woensdagsnummer 10 cent Zaterdagsnummer 12 cent Tusschen de tekst dubb. prijs Giro no. 87926 was lust naar avontuur, verlangen naar officieele copie voor de krant, welke me een zestal weken deed aansluiten bij vagebonden, bedelaars, en marskramers, hun levenswijze deelende langs straat en weg, op logementen, politiebureaux en toevluchtsoorden van het Leger des Heils. Met tientallen verzamelden de men schen van het slag, waar ik toen mee omging, zich omstreeks het middaguur voor de kloosterpooorten. Dan deed een vriendelijk broeder-portier open, we gin gen zitten op lange banken in een rui me, frissche, lichte hal en we kregen dampende borden, vol met aardappelen jus, groente, vleesch of spek en boter hammen om mee te nemen. Daar was alleen maar vriendelijkheid, waarin niets neerbuigends was. Er werd niet ge vraagd, wie je was en hoe je zoo kwam. Er werd niet gekeken, of je een kruisje maakte vóór je eten of niet. Soms kwam de broeder aandragen met een broek of een paar schoenen naar iemand, van wien hij gezien had, dat-ie het erg noo- dig had. Daar was niet om gevraagd en er werd geen preek gehouden, als zoo iets gegeven werd. Er zullen onder de menschen, aan wie op deze wijze werd welgedaan, wel on- waardigen zijn geweest. Maar zelfs on- waardigen kunnen honger hebben. Ik weet echter heel zeker, dat er ook velen nog de Nijmeeg- aldus geholpen werden op de eenige wijze, waarop ze tijdelijk te helpen wa ren. De brave gemeente en de ordente lijke burgerij heeft er geen weet van, wAArom jonge en ook wel oudere men schen soms hun omgeving en verzorgde bestaan ontvluchten en zich een tijd lang laten voortdrijven door het lot, dat hun noodlot wordt, als ze af en toe geen veilige beschutting vinden in een haven waar men niet vraagt naar namen en papieren. Niet alle armoe laat zich reglementee- ren: niet alle armoe wil erkend worden. Dat weten we toch wel! Vandaar b.v. de jacht der geordende maatschappij op de „stille armoe”, welke wordt geleden. Niet alle stille armen laten zich ontdek ken en niet allen zijn ze op geordende wijze te helpen. Niet weinige geziene burgers dragen in zich het geheim mee der herinnering aan een spanne tijds, toen het leven hun te machtig was geworden en ze in ar moe zouden zijn vergaan, als ze niet nu en dan als anonymus een plechtanker hadden gevonden aan een kloosterpoort of aan de deur van een christenmensch, die een hongerige te eten geeft, zonder zich af te vragen, of dat eten terecht komt in de maag van een officieel inge schreven armen mensch, die bijdraagt in de ordening van de maatschappij en aldus mede in de rechtvaardiging van het bestaan van de ambtenarij der ar menverzorging. economische blokkade, welke zoo hier en daar nogal eenige lekken vertoonde, zoo b.v. de ertsaanvoer uit Noorwegen en nikkel uit Zweden, petroleum uit Roemenië, en vet via Rusland. Zoolang de geallieerden er niet in slagen deze bronnen, waaruit Duitschland de voor dit land onmisbare grondstoffen haalt, te stoppen, heeft de economische blok kade geen doel. Afsnijden van deze toe voer is dus het parool. Maar daarmee komen de belangen van de neutrale Sta ten in ’t geding. Noorwegen en Zweden hebben de handel met Duitschland even hard noodig als Nederland die met En geland voor zijn zuivelproducten. Wanneer de Fransche Minister voor de blokkade, Monnet, aan de pers ver klaart: „Het is nooit dé bedoeling van de Fransche regeering geweest maat regelen te nemen, welke de wettige be langen van de neutralen zouden kunnen schaden, doch de Geallieerden zijn van meening, dat zij alle maatregelen mogen nemen, welke de militaire capaciteit van Duitschland kunnen aantasten, doch nie mand moet er aan twijfelen, dat de Ge allieerden zoo snel mogelijk en op de minst moordende wijze de overwinning zoeken.” Niemand heeft het recht de oogen te sluiten voor de ontwikkeling van het ka rakter van den oorlog door den loop der eeuwen. Honderd jaar geleden was de oorlog nog een treffen tusschen de le gers, en wanneer een land niet betrok ken was in een slag, dan kon ’t zich neu traal verklaren. Op het oogenblik heb ben de landen in een oorlog niet alleen hun legers, doch al hun kracht noodig en derhalve bestaat neutraliteit in het niet geven van economischen steun aan de oorlogvoerenden. Daarom hebben de Geallieerden het recht een blokkade uit te oefenen, welke den vijand kan belet ten zich bij de neutralen te voorzien van de goederen, welke hij noodig heeft. We hebben deze passage uit de rede van den Franschen minister onverkort overgenomen om daarmee den nadruk te leggen op het feit, dat de economi sche oorlog voor Frankrijk en Engeland primair is. De positie van de neutralen wordt daardoor minder aangenaam en men zou haast geneigd zijn de conclusie te trekken, dat indien tot stopzetten van den buitenlandschen handel den oorlog zou kunnen bespoedigen, er dan per slot nog slechts een financieel offer gevraagd wordt. Zooals gezegd, zit momenteel Noorwe gen met de ijzerertsverschepingen naar Duitschland een beetje in de knel. De neutraliteit van de Noorsche, wateren kan in zijn tegenwoordigen vorm niet meer gehandhaafd blijven, aldus is de meening van Engeland. Wanneer Noorwegen zelf niet voor voldoende contröle kan zorgen, dan zal Engeland dit doen, omdat voor op staat, dat de ijzerertstoevoer naar Duitschland onmiddellijk moet worden afgesneden. Toen dan ook Duitsche schepen in de Noorsche territoriale wateren door En gelsche vlootstrijdkrachten werden aan gehouden, had deze kwestie zijn hoogte punt bereikt. Zweedsche en Noorsche zeelieden durven het risico niet meer aan op de schepen van dd 'erfsmaatschappij „de Grangesberg” te varen. Alleen Duit sche schepen riskeeren thans de blok kade langs de kustroute. Maar ook dit zal volgens de laatste berichten worden verhinderd door het leggen van een groot Engelsch mijnenveld. Wat er in dit geval van de neutraliteit en het zelf beschikkingsrecht van Noorwegen over blijft, is voor ieder, die een beetje met den internationalen toestand op de hoogte is, gemakkelijk te vatten. Sedert het oogenblik, dat Finland een deel van zijn grondgebied aan Rusland heeft moeten afstaan is de belangstelling voor die Noorsche staten gegroeid en vooral Engeland heeft met toenemende bezorgdheid de veranderde situatie be studeerd. De verstandhouding tusschen het Rus land van den laatsten tijd en Engeland is nooit bijzonder vriendschappelijk ge weest, maar sedert Rusland er in ge slaagd is door de verovering van de haven van Petsamo een uitweg naar de groote oceaan te krijgen, is de verhou ding zeer veel gewijzigd. Op zich zelf is deze haven niet zooveel waard, maar wie weet welke verlangens er in die Russische beer rondwaren.en weer denken we aan Noorwegen en Zweden, waarvan misschien een deel staat op ’t verlanglijstje van de Russische verove ringszucht. Eén klein voorproefje van den weg welke Rusland hier in het hooge Noor den wil bewandelen, kan men afleiden uit de manier, waarop de vrede met Fin- Door heel de pers circuleert in de laatste weken de inhoud van een min of meer opzienbarend requisitoir van den officier van justitie bij de rechtbank te Ambem tegen een man, die een in braak had gepleegd in een klooster te Nijmegen, waar hij regelmatig met wel daden was overladen. Dit requisitoir was minder gericht tegen den verdachte dan wel tegen de barmhartigheidsmethoden der kloosterlingen, die gewoon waren om dagelijks honderden armen te voe den, zonder zich om de omstandigheden dezer menschen te bekommeren. Onder deze armen school, volgens den Officier van Justitie, het schuim der maatschap pij, inbrekers, prostituee’s en andere a- sociale elementen. Zij leefden, aldus nog steeds de Officier, van de weldadigheid der kloosterlingen, sommigen sloten een huwelijk op deze bestaansbron; ja de kloosters in en rond Nijmegen trok ken met hun weldadigheidsmanieren on gure elementen uit heel het land tot zich. Het was een schande, zulke ongecontro leerde weldadigheid. De Officier is zelf R.-K., dus behoeft men hem niet van een zekere gezind heid tegen de kloosters te verdenken. Hij is een der zeer velen van onzen tijd, die meenen, dat Alles, dus ook de wel dadigheid, geordend behoort te wezen. Natuurlijk, een arm mensch zoo is hun redeneering behoort geholpen te worden. Maar dan moet hij zich op geven; zijn naam komt in een kaart- register; zijn omstandigheden worden onderzocht; er komt regelmatig een mijnheer of een mevrouw over de vloer, die zich aan maatschappelijk werk heeft gewijd en zich dus alle onbescheiden heden ten aanzien van de huishouding der armen kan veroorloven; de arme mensch wordt met raad en daad „bijge staan”. Want de arme mensch is na tuurlijk een mislukkeling; hij behoort in eenigerlei vorm onder de curateele te worden, gesteld van hen, die het beter is gegaan in het leven en „dus” veel meer verstand hebben, meer inzicht, meer verantwoordelijkheidsgevoel. Zelfs de Oproerige Krabbelaar van „Het Volk” zit zóózeer vast aan de or- deningsgedachte, dat hij meende, dat zóó alleen als hierboven beschreven mag worden geholpen. En niet op de manier van de Nijmeegsche kloosters. Zeker, vroeger, toen hij jong was, zeiden ze het bij A. B. K. thuis op de zelfde manier als nu i sche kloosterlingen het doen: „Beter tien keer te geven en negen keer onnoodig, dan één keer te weigeren als het noo dig is.” Maar Kleerekooper heeft de zaken an ders leeren bezien en concludeert thans (Volksblad 1 April): „Wie het niet voor de deugnieten, maar wél voor de mis kende armoede wil opnemen, die moet niet zonder onderzoek beginnen aan de kloosterpoort, maar na grondig onder zoek ingrijpen in het hart der samen leving. Weldadigheid moet hetzelfde zijn als rechtvaardigheid, gelijk de oude Bij bel voor die beide ook maar één woord heeft”. groot. Nog pas heeft de Chineesche op perbevelhebber Tsjiang Kai Sjek ver klaard, dat China momenteel 4 millioen man ondef de wapenen heeft en dat nog 8 millioen gedrild worden, die over een paar jaar klaar zullen staan om de Ja panners te verdrijven. Hier wordt dus door de Chineesche legerleiding gere kend op het nog jaren voortduren van dezen krijg en onwillekeurig stelt men zich dan de vraag: Kan ook Japan deze uitzonderlijke toestand zoo lang volhou den? Ongetwijfeld is de economische po sitie van Japan de laatste jaren niet ver beterd. De bevolking is belangrijk ver armd; er heerscht een toenemende schaarschte aan goederen, kledingstof fen, rijst, brandstof, melk, ijzer, tin, ce ment, chemicaliën. Geen wonder na een oorlog, die nu reeds drie jaar duurt. Bovendien onder vindt Japan ook nog moeilijkheden met andere mogendheden. Met Rusland b.v. is de verhouding allesbehalve roos kleurig, maar wat van veel grooter be lang genoemd mag worden, is de ver houding tot Amerika. De Amerikaansche staatssecretaris heeft nog kort geleden pertinent ver klaard, dat Amerika niets moet hebben van een onder Japansche leiding staan de Chineesche marionetten-regeering onder leiding van Wang Tsjing Wei. Verder wijzen verschillende teekenen er op, dat Japan ook militair nogmaals I L L vM, f <*DtS> 1 InMOeLSMOa* I 'l> I DE JONG s NIEUWSBLAD waarin opgenomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1940 | | pagina 1