Buitenlandsche Revue.
°p
meteen
I
1
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Sfericfit
NATIONALE FIERHEID
reis
I
36— Jaargang
Woensdag 19 Juni 1940
No. 47
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
gekocht bij
Stadsnieuws.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 451
■Md.
PINGJUM.
KIMSWERD.
kerkeraad
huize
heeft
Met 1 JULI begint het
nieuwe halfjaar.
Stort Uw abonnementsgeld
op onze giro no. 87926 vóór
dien datum. U krijgt dan
geen incassokosten. Het is
gemakkelijk en voordeelig.
Administratie
„DE JONG’s NIEUWSBLAD”
de gebeurtenissen de eenig juiste conse
quentie, voor wat haar persoonlijke han
delwijze aangaat, had vervonden.
„Trouw moet blijken”. We bewijzen
deze niet door het regelmatig meedoen
aan nationale feestjes en pretjes, maar
door aanhankelijkheid in moeilijke om
standigheden.
Wie karakter heeft, bewijze thans
zijn trouw. Aan alles, wat tesamen het
zelfstandige Nederlandsche volkswezen
heeft geschraagd.
Dan zal de bezettende macht ons blij
ven respecteeren en ons als dragers van
een eigen cultuur, als volk met een eigen
karakter, zoo gauw de omstandigheden
zulks veroorloven, ons de grootst moge
lijke vrijheid hergeven. Slechts een volk,
dat toont zich zelf te willen zijn en blij
ven, kan de vrijheid worden waard ge
acht.
Een volk, dat zich eigener beweging
in zijn wezen en karakter omschakelt
om zich te voegen naar den geest en
het karakter van een ander volk, ver
dient het knechtschap, waartoe het zich
verlaagde.
PASTORIE DOOPSGEZ. GEMEENTE.
Dezer dagen heeft de Kerkeraad der
Doopsgezinde gemeente de pastorie aan
de Polstraat no. 6 onderhands verkocht
aan deri heer S. S. van der Werf te Nij
megen, die van plan is daar zelf te gaan
wonen.
Genoemde
HULPACTIE 1940.
Nu de algemeene collecte ten bate van
het Nat. Hulpcomité een week is uitge
steld, zal dientengevolge ook de inzame
ling van beschikbaar te stellen goede
ren een week uitgesteld worden en dus
gehouden worden op Woensdag 26 Juni.
BENOEMING.
Vorige week is de heer A. G. Jager,
leerling aan de R. Z. S., benoemd tot as
sistent aan de Coöp. Zuivelfabriek te
Wirdum.
ZWEMSCHOOL.
De temperatuur van het water is he
den 21 graden.
15 Juni 1940.
De heer G. Schrik, toonkunstenaar te
Harlingen, is benoemd tot organist der
Ned. Herv. gemeente alhier.
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
P. LUNTER,
Appelmarkt,
BOLSWARD.
KAATSVEREEN. „WILLEM WESTRA”.
16 Juni 1940.
Heden had hier de gewoonlijke jaar-
lijksche ledenwedstrijd plaats, waaraan
10 parturen van drie personen deelna
men.
1ste prijs: J. van der Schel, Y. Goin-
ga en M. van der Weerd.
2de prijs: D. Kuipers, J. Sieswerda en
S. Aukema.
3e prijs: P. Tjeerdema, H. M. Kooijen-
ga en L. de Weerd.
De prijzen waren luxe voorwerpen.
16 Juni 1940.
De afd. „Pingjum” van den N. K. B.
hield heden een ledenkaatspartij, waar
aan door 13 parturen werd deelgeno
men.
De prijzen, welke uit luxe voorwerpen
bestonden, werden als volgt gewonnen:
1ste prijs: Jouke de Vries, M. H. Wij-
nalda en A. Strijker.
2de prijs: P. O. Dijkstra, Dirk Wij-
nalda en J. Burrij.
3de prijs: H. Personius, S. Bonnema
en H. Brander.
4de prijs: R. de Vries, H. E. Mulder
en Joh. Blanksma.
Elen groote Duitsche staatsman heeft
eens van het Nederlandsche volk ge
zegd, dat het zichzelf zou annexeeren.
Verdienden we in die dagen zulke
blaam? Waren we inderdaad zóózeer
geneigd om ons eigener beweging naar
vreemden wil te buigen?
Laten we liever niet naar het ant
woord zoeken, maar met verheugenis
vaststellen, dat de grootste Duitsche
staatsman van heden een ander en
vleiender oordeel over ons volkskarakter
heeft. De Führer van het Duitsche Rijk
heeft te kennen gegeven, dat hij geen
enkelen aanslag op het Nederlandsche
volkskarakter voornemens is en dat hij
integendeel hetzelve in zijn gevoelighe-
Ad ver te ntiön per regel:
Woensdagsnummer 10 cent
Zaterdagsnummer 12 cent
Tusschen de tekst dubb. prijs
Giro no. 87926
Spaansche koloniale rijk aanhoudend af
gebrokkeld. Na den oorlog met de Ver.
Staten van 1898 resteert van het Spaan
sche koloniale rijk niet veel meer dan
Spaansch-Marokko en enkele onbetee-
kenende gebieden en eilanden aan de
Westkust van Afrika. Het vernieuwde
Spanje droomt van een toekomstig
Spaansch imperium. Daartoe is evenwel
niet alleen een gunstige intemationaal-
politieke situatie noodlg, doch tevens ’n
innerlijke kracht en ontwikkeling, die
deze expansie kan dragen en onder
steunen. Alleen dan kan voor Spanje een
herstel van een deel van het vroeger
zoo uitgestrekte koloniaal bezit van blij
vende waarde en beteekenis zijn.
„Veldzicht” aan den Sneekerweg ge
kocht, dat als pastorie zal ingericht wor
den. Aan de Fa. H. Jorritsma is op
dracht gegeven hiervoor een plan en be
groeting in te dienen.
De buitengewone snelheid, waarmee
de gebeurtenissen zich in onzen tijd
voltrekken, wordt wel op sprekende
wijze geaccentueerd door de feiten in de
afgeloopen week. Moesten we in onze
vorige revue nog veronderstellender
wijze spreken over het deelnemen van
Italië aan dezen oorlog, thans hebben
we dit land tot de oorlogvoerende lan
den te rekenen. De vriendschap tusschen
de as Rome-Berlijn schijnt, ondanks alle
tegenwerking toch voldoende hecht te
zijn om ook Italië voor het fascistische
ideaal de verschrikkingen van den oor
log te doen ondergaan.
De beantwoording van de vraag of er
in onze tegenwoordige samenleving niet
een andere oplossing van deze wereld
crisis mogelijk was, zal misschien na
dezen oorlog beantwoord kunnen wor
den. Thans schijnt een ontzaggelijke
menschenslachting de eenige weg die tot
het gewenschte doel kan geraken.
Het deelnemen van Italië aan dezen
oorlog, brengt natuurlijk weer geheel
nieuwe problemen in den strijd, hoewel
de Italiaansche oorlogsverklaring niet
onverwacht komt. Reeds sedert het be
gin van den oorlog, heeft Frankrijk aan
de Zuidgrens een beduidende troepen
macht geconcentreerd, maar bovendien
in samenwerking met Engeland een
sterke vloot bijeengebracht in en om de
Middellandsche Zee. De eerste berichten
over de krijgsverrichtingen aan die hoek
van het oorlogsveld vermelden dan ook
bombardementen en zeegevechten aan
de zeekust en de eilanden rondom Italië
maar nog veel verder heeft het oorlogs
rumoer zich verplaatst.
Abessinië en geheel Oost-Afrika wordt
nu ook in dit conflict betrokken en wie
weet thans wat er in Egypte gebeurt?
De diplomatieke betrekkingen van dit
land met Italië zijn verbroken, maar om
het diplomatieke spel om de gunst van
Egypte en/of Turkije dringt den laat-
sten tijd heel weinig tot ons door. Voor
al wat Turkije betreft leeft men nog in
het onzekere.
Op het Westelijk oorlogsterrein vormt
de bezetting van Parijs weer een étappe
AANBIEDING OORKONDE.
Vrijdagavond vond in de Naaischool
van het St. Anthony-Gasthuis aan de
Jongemastraat een bijeenkomst plaats
van de Vrijw. Vrouwen-Hulp-Actie, wel
ke bijeenkomst tevens zou worden be
nut om nog enkele mededeelingen aan
de collectrices voor de algemeene col
lecte op j.L Zaterdag te doen door de
radio is deze collecte j.l. Vrijdag voor-
loopig afgelast.
Toch had deze bijeenkomst ook nog
een ander speciaal doel, wat bleek uit
de aanwezigheid van enkele militairen
uit de stelling Wons, die onder leiding
van kapitein van der Kruk in deze da-
mesbijeenkomst aanwezig waren.
Mevr. Ten CateBeekhuis opende
deze bijeenkomst met een woord van
welkom tot de officieren en manschap
pen en geeft hierna het woord aan den
kapitein.
Het is een plicht van dankbaarheid,
aldus deze spreker, welke ons vandaag
in dit gezelschap tezamen brengt. De
kennismaking tusschen Bolsward en de
stelling Wons dateert reeds uit de eer
ste dagen van de mobilisatie.
Toen de strenge winter het gemis aan
voldoende warme kleeding deed gevoe
len, is spontaan door de vrouwen van
Bolsward gearbeid aan de vervaardi
ging van sokken, handschoenen en mut
sen. Deze goede gave is door de man
schappen op zeer hoogen prijs gesteld
en spreker acht zich gelukkig vandaag
openlijk daarvoor allen die aan dit'
schoone werk hebben gearbeid te kun
nen bedanken. Het medeleven van de
burgerbevolking met het wel en wee van
de militairen heeft spreker diep getrof
fen.
Spontaan is toen uit de staf de ge
dachte opgekomen, iets te doen om deze
dankbaarheid te toonen. De omstandig
heden hebben veel plannen, die reeds
gemaakt waren, onmogelijk gemaakt.
Ten slotte heeft men gemeend zich te
moeten bepalen tot de aanbieding van
een oorkonde.
Door den sergeant-teekenaar van de
groep is een keurige oorkonde ontwor
pen, die nu met eenige dankwoorden
aan mevr. Ten Cate wordt overhandigd.
Spreker wijst daarbij op de nieuwe
structuur die ons moet doordringen en
waarbij we nooit moeten vergeten het
oog te slaan op Hem Die al onze daden
bestiert. Dat moet ons opvoeren tot da
den, waardoor we reiken boven de stof
en welke ons moet inspireeren tot liefde
voor de gemeenschap.
Mevr, ten Cate dankt namens de V.
V. H. A. voor de hartelijke woorden en
het aangeboden cadeau. Wij leven in ’n
moeilijke tijd en daarom is het zoo goed,
dat we zorg kunnen hebben voor die
genen, welke die zorg zoo hard noodig
hebben.
Er zijn in de afgeloopen maanden ban
den van vriendschap gevlochten. De be
klemming jis voorbij; maar de vriend
schap blijft en daarom mag deze zaal
met bloemen getooid, uit dankbaarheid
voor wat is gespaard gebleven.
Aan den sergeant-teekenaar werd ’n
hartelijk woord van dank gebracht voor
zijn keurig werk, wat met een passen
de bloemenhulde beloond werd.
De oorkonde zal met welwillende me
dewerking van den Burgemeester In het
Stadhuis worden geplaatst.
Mevr, ten Cate besluit met een dank
woord aan alle vrouwen en meisjes in
Bolsward en een opwekking tot moed,
en vertrouwen, om daardoor bij te dra
gen tot den opbouw van ons dierbaar
vaderland.
in de overwinningenreeks van de Duit
sche troepen, maar heeft nog niet het
einde in het zicht gebracht. De terug
trekking van de Fransche legers heeft
nog voor een groot deel op ordelijke
wijze plaats, hoewel heel wat materiaal
in handen van de oprukkende troepen is
gevallen. We mogen het een gelukkig
besluit van de Fransche regeering noe
men, dat Parijs in tegenstelling met de
gelanceerde berichten, niet is verdedigd,
waardoor deze prachtige stad vol kunst
schatten, is bewaard gebleven. Het zal
niettemin voor de Parijzenaars een
eigenaardige gewaarwording zijn, thans
van den Eiffeltoren de hakenkruisvlag
te zien wapperen, evenals thans Duit
sche soldaten de wacht betrekken bij ’t
kasteel van Versailles, de historische
plek, waar in 1918 aan Duitschland de
vernederende vrede werd opgelegd.
„Slechtst een groote domkop kan zich
verbeelden, dat een nieuw Versailles be
ter kan zijn dan Versailles was,” aldus
de eigen woorden van Hitler in een in
terview met den Amerikaanschen publi
cist von Wiegand.
Het doel van Duitschland in dezen
oorlog is, volgens den Führer, herstel
van den vrede. Deze vrede moet geba
seerd zijn op het principe, dat er
geen werkelijke vrede kan zijn, zonder
dat rekening gehouden wordt met de
levensbehoeften van de groote volken.
Onder meer verklaarde Hitler in dit in
terview: Amerika voor de Amerikanen
en Europa voor de Europeanen.
Deze wederzij dsche fundamenteele
Monroeleer zou, indien zij van beide zij
den in acht zou worden genomen, niet
alleen een altijd durende vrede tusschen
de oude en de nieuwe wereld verzeke
ren, maar ook de meest ideale grond
slag zijn voor den vrede in de geheele
wereld.
Over een zeer belangrijk punt in dit
vraaggesprek, n.l. de verkoop van Ame-
rikaansch oorlogsmateriaal aan de geal
lieerden is het oordeel van Hitler als
volgt: „De tusschenkomst van Amerika
met massa-leveranties van vliegtuigen en
oorlogsmateriaal kan den afloop van den
oorlog niet veranderen, motieven daar
voor behoef ik niet aan te geven, de
werkelijkheid zal daarover beslissen.”
De Italiaansche bladen onderschrijven
geheel deze verklaringen van Hitler.
Italië en Duitschland, die zooveel gele
den hebben als gevolg van de dwaas
heden van het verdrag van Versailles
zullen vermijden een nieuw Versailles
aan de overwonnenen op te leggen.
Ook de Japansche bladen schrijven,
dat het tijdstip voor een nieuwe orde
ning in Europa thans gekomen is. In ’n
Italiaansch blad verscheen dezer dagen
een artikel, waarin werd betoogd, dat de
voornaamste fout van Frankrijk zijn
trots is geweest.
„In den vorigen oorlog Is Duitschland
overwonnen, niet door Frankrijk, maar
door de hulp der Geallieerden, door de
economische blokkade en door het op
treden van Amerika. Frankrijk had daar
na een politiek dienen te volgen van
Europeeschen opbouw en geen politiek
van wraakneming. Maar de Fransche
trots heeft dit verhinderd. In plaats van
toenadering te zoeken tot Duitschland
en Italië wilde Frankrijk de hegemonie
voeren over Europa, welke ónmogelijk
was voor een land, dat, wat inwonertal
betreft de vijfde plaats onder de mo
gendheden inneemt. Thans treedt duide
lijk aan het licht, wat het resultaat is
van deze Fransche politiek van trots,
van vergissingen en van exploitatie der
overwinning.”
Wanneer we de Europeesche kaart
weer eens een oogenblikje beschouwen,
dan valt ons oog onwillekeurig op een
uithoek van het vasteland, wat momen
teel midden tusschen de oorlogspartijen
inzit. We bedoelen Spanje. Wel heeft
de Spaansche regeering medegedeeld,
dat met betrekking tot de uitbreiding
van den strijd tot de Middellandsche
Zee de regeering besloten heeft tot niet-
deelneming aan het tegenwoordige con
flict. maar we weten maar al te
goed, dat de meest onvoorziene omstan
digheden plots de geheele situatie kun
nen veranderen.
We dienen hierbij te bedenken, dat
Spanje misschien ook een klein verlang
lijstje heeft en daardoor in deze Euro
peesche oorlog nog wel eens belang
hebbende kon worden. Het sinds 1704 in
Engelsche handen zijnde Gibraltar is
natuurlijk in het oog van vele Spanjaar
den een onbillijke verhouding, maar bo
vendien is de internationale zóne in Ma
rokko een begeerenswaardig bezit voor
de Spanjaarden. Ook heeft Spanje nog
oude koloniën in Afrika, die nu mis
schien weer kunnen worden terugge-
eischt voor de Spaansche levensruimte.
Tot het begin dezer eeuw is het
WONS.
EEN AFSCHEID VAN DE STELLING
WONS.
Zaterdagmorgen had op het kerkhof
te Wons een treffende plechtigheid
plaats.
Manschappen en officieren waren hier
bijeengekomen om een krans te leggen
op het graf van een der gesneuvelde
manschappen de Frankrijker.
Kapitein van der Linden sprak daarbij
als volgt:
Het is mij een behoefte bij het afscheid
van deze plaats een laatsten eerbiedigen
groet te brengen aan de dooden, die wij
op het slagveld hebben achtergelaten.
De meesten hebben een laatste rust
plaats gevonden in hun voormalige
woonplaatsen, waar hun stoffelijke res
ten ervan zullen getuigen, dat in Wons
een heldhaftigen strijd gestreden is, ter
verdediging van ons vaderland, de elf
provinciën die gelukkig niet uit elkaar
gerukt zijn en die hopenlijk een eenheid
zullen blijven vormen, N 'e onge-
den izal ontzien. Rijkscommissaris Dr.
Seyss Inquart erkende de stevige veran
kering van onzen vrijheidszin en sprak
daar zijn respecten over uit.
In de nieuwe verordening dezer Duit
sche overheidsinstantie verordening
betreffende de uitoefening van de regee-
ringsbevoegdheden komt zeer duide
lijk het streven tot uiting om enkel de
beginselen van wederzijdsche achting en
de noodzaak van de overwinning in den
oorlog, tot grondslagen der onderlinge
tijdelijke samenwerking te doen strek
ken en overigens het Nederlandsche
volksleven zooveel mogelijk zijn eigen
gang te laten gaan. Geen souvereini-
teitsrechten worden aangetast slechts
worden deze geschorst „voor zoover dit
voor de uitvoering van zijn taak (dus
die van den Rijkscommissaris) noodig
is.”
Eten toelichting gevende op de voor
noemde nieuwe verordening, heeft de
Duitsche jurist Dr. Rabl in een perscon
ferentie als de Duitsche bedoeling ver
klaard, zoo min mogelijk rechten van de
afwezige Kroon over te hevelen en om
zooveel mogelijk de bestaande Neder
landsche verhoudingen in het gods
dienstige. en familieleven, overeenkom
stig de oude Nederlandsche tradities en
cultuur te eerbiedigen.
„Vandaar aldus werd woor
delijk gezegd dat men ook niet
een omschakeling beoogde van de
liberale levensbeginselen, die in ’t
bezette gebied steeds hebben ge
golden.” (Uit alles wat daaromheen
nog tot uiting werd gebracht, bleek,
dat met „liberale levensbeginselen”
bedoeld zijn de beginselen van ver
draagzaamheid en geestelijke vrij
heid).
De Duitsche autoriteiten toonen zich
vervuld van groot respect voor onze na
tionale eigenschappen, welke zij óók
voor zoover zij afwijken van de huidige
Duitsche politieke beginselen wen.
schen te ontzien, omdat ze wortelen in
ons volksleven.
We hebben helaas nu en dan reden
om ons eenigszins beangstigend af te
vragen, of we allen onze trouw aan het
eigen nationale karakter wel zóódanig
betoenen, dat het Duitsche respect er
voor zal blijven. Zijn velen onzer niet
bezig met zich zelf te annexeeren door
een laf verraad aan het verleden?
Men denkt misschien ten onrechte
overigens door zulke trouweloosheid
den bezetter in het gevlei te komen,
maar indien wij als waardeloos verwer
pen, wat de bezetter zoozeer in ons
meende te moeten respecteeren, zal
voor dezen het voornaamste motief ver
vallen om ons zelfstandige nationale
leven te ontzien.
„Trouw moet bEjken,” aldus her
innerde een dezer dagen de socialisti
sche burgemeester van Zaandam, Mr. J.
in ’t Veld, diegenen die bij de opening
van een militair tehuis aanwezig wa
ren. Hij verdedigde het Huis van Oranje
als den „hoeksteen van ons volksge-
bouw”. „Als wij dezen hoeksteen uit
breken^ dan komt het heele gebouw in
gevaar.”
Hij noemde het merkwaardig, dat hij
als sociaal-democraat de Koningin in
bescherming moest nemen tegen haar
trouwste(?) aanhangers. Hij toonde met
klem van redenen aan, dat H. M. aan
OVERPLAATSING WATERLEIDING-
PERSONEEL.
De directie van de N.V. Intercommu
nale Waterleiding, gebied Leeuwarden,
heeft besloten met ingang van 1 Augus
tus haar personeel alhier over te plaat
sen naar Sneek.
Deze maatregel houdt verband met de
uitbreiding der leiding naar het zuiden
der provincie en bevordert de plaatsing
der employé’s In het midden van het
buizennet.
Uit den Omtrek.
ARUM.
DE RIJZENDE KERK.
15 Juni 1940.
De afdeeling van De Rijzende Kerk
kwam bijeen in een gezellige bijeen
komst, waar tevens de uitslag der ver
loting plaats vond ten overstaan van de
dames K. YetsingaHiddinga en M.
HilverdaKuipers en den heer J. Broer-
sma.
De R. K. leden brachten verschillende
voordrachten ten gehoore, terwijl mevr.
YetsingaHiddinga een artikel uit een
boek van Mien Labberton voorlas.
r'
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen