ia h DimtnD.
I
w
Buitenlandsche Revue.
De Bolswardsche Courant en Westergoo
Stadsnieuws.
Welke bons j
zijn thans geldig?
BLOK
37fl!g Jaargang
Dinsdag 25 Maart 1941
No, 23
Uitgever Fa. A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLS WARD
I
Officieel orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 451
er
J
g
1,
e
1
Het is zeer moeilijk uit de vele en
dikwijls tegenstrijdige berichten van het
eigenlijke oorlogsterrein om een juist
denkbeeld te schetsen van de situatie,
zooals deze zich week na week wijzigt.
Op een gegeven moment concentreert
AdvertentiBn per regel:
Dinsdagsnummer 10 cent
Vrijdagsnummer 12 cent
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
zich in een zoo groote belangstelling
mag verheugen en dat het ook dit jaar
weer mogelijk is een aantal diploma’s
te kunnen uitreiken. Een 20-tal jongelui
heeft door hard werken getoond het di
ploma waard te zijn. Het hebben van ’n
diploma is een stuk, waarop ge trots
moogt zijn. Het moet als het begin van
’n loopbaan worden aangemerkt; dit di
ploma moet de brug vormen waarover
ge U in de maatschappij een positie kunt
verwerven.
Van het geleerde op deze school kun
nen de leerlingen veel profijt trekken;
die aanpakt, brengt het tot iets. Spre
ker wijst in dit verband op onze stad,
waarin ook aangepakt moet worden, wil
len we een achterstand van jaren her
weer inhalen. Immers we hebben hier ’n
achterstand in woningen en in het ver
keerswezen die door eendrachtige sa
menwerking kan worden opgelost.
Ten slotte feliciteert de Burgemeester
de leerlingen en de leeraren met dit be
haalde resultaat en wenscht de school
toe onder leiding van dezen Directeur
nog vele jaren aan de vorming van jonge
vakmenschen te mogen medewerken.
Vervolgens werd overgegaan tot de
uitreiking van de diploma’s.
Aan al de 10 leerlingen van de hoogste
klas werd een getuigschrift uitgereikt en
wel aan: Piet Bootsma, Siebren van der
Veen, Rudolf Hoekstra, Albert Foekema,
Hans de Jong, Wiebe Franzen, Corrie
den Teuling, Jouke Hoekstra, Teake de
Jong en Siepie Huisman.
De leerlingen hebben in het algemeen
goed hun best gedaan en over de vor
deringen kunnen wij nog tevreden zijn.
Het groote verzuim van enkele leerlingen
is merkbaar in de vorderingen en veel
verzuim is voor een geheele klas altijd
een rem. Voor enkele leerlingen is het
vele verzuim mede een reden van niet
bevorderen. Dit jaar ontvangen de eerste
leerlingen een diploma van den 5-jarigen
cursus, nadat in Augustus 1939 het leer
plan voor een 5-jarigen cursus was
goedgekeurd en onze school van een 4-
jarige in een 5-jarige cursus is overge
gaan.
De bevorderingen waren als volgt:
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inn. 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesg. p. looper 40 ct. p. kwartaal.
1ste klas. Van de 12 leerlingen van
deze klas 9 onvoorw. bevorderen naar
de 2de klas, n.l.: Lieuwe Breeuwsma,
Piet Kramer, Hendrik Willemsma, Jaco
bus van der Weide, Thomas Wobma,
Joh. Siemonsma, Remmert van der Zee
Arjen Draaisma en Ymke de Vries. Niet
bevorderen 3.
2de klas. Van de 9 leerlingen 3 on-
vaarw. bevorderen naar de 3de klas en
wel: Bertus Gerritsma, Sjoerd Yntema en
Hein de Jong. Voorw. bevorderen: Do-
minicus Bootsma, Nico Jorritsma en
Haaije Willemsma. Niet bevorderen 3.
3de klas. Van de 8 leerlingen van de
ze klas 7 onvoorwaardelijk bevorderen
naar de 4de klas en wel: Tjipke Hofstra,
Jan Jorritsma, Ype Hemstra, Watte
Roopmans, Jan Mooij, Corrie van der
Zee, en Jan van der Meulen. Voorw. be
vorderen Bernard van der Zee.
4de klas. Van de 7 leerlingen on
voorw. 6 bevorderen naar de 5e klas en
wel: Jacobus Lammertsma, Ale Horjus,
-Gerrit de Jong, Riens Jonkers, Theo van
der Hoek en Ale Koopmans. Niet bevor
deren 1.
BENOEMINGEN.
Aan de R.-K. Jongensschool alhier is
tot onderwijzer benoemd de heer A.
Feenstra te St. Nicolaasga.
De heer C. J. Knook, hoofd van de
R.-K. Ulo-school alhier, heeft een benoe
ming aanvaard aan een lagere R.-K.
school met ulo-afdeeling te Utrecht.
rije niet de volle instemming kon ver
werven van de Russische regeering en
we hebben in een vorig overzicht uit
voerig gewezen op de motieven voor dit
standpunt. We dienen nu verder de Bal
kan even met rust te laten om nog eeni-
ge ruimte beschikbaar te houden voor de
andere niet minder belangrijke kwesties
op het wereldtooneel.
Allereerst de houding van Amerika.
De bewapening gaat in een vqrsneld
tempo, een bedrag van 4.1 milliard dol
lar is voor de uitbreiding van leger en
vloot gevoteerd. Voor de oprichting van
nieuwe munitiefabrieken stelt men 550
millioen dollar beschikbaar. De onder
staatssecretaris heeft verklaard, dat
nieuwe fabrieken noodig zijn om zoo
noodig een leger van vier millioen man
te kunnen uitrusten.
Reeds thans zijn opdrachten verstrekt
voor den bouw van 230 kleinere hulp-
schepen der marine, waaronder 180 mij
nenvegers, 10 sleepbooten en 30 duik-
bootjagers. Dat een vermeerdering van
het aantal schepen noodig is, bewijzen
de verliezen, die de laatste weken ook
van Engelsche zijde worden toegegeven.
Een nieuw element in de zee-oorlog is
het optreden van de Duitsche slagkrui
sers in den Grooten Oceaan, dicht bij
de vaarroute Amerika-Engeland. Met de
duikbooten vormen deze strijdkrachten
een bedreiging voor de verbindings
lijnen tusschen Engeland en Amerika.
Zoowel voor de voorziening met oor
logsmateriaal als voor de voedselvoor
ziening is Engeland voor een groot deel
op Amerika aangewezen en alles moet
over zee worden aangevoerd. Men mag
dus verwachten, dat in de komende we
ken een felle strijd zal worden gevoerd
om zooveel mogelijk scheepsruimte te
vernietigen.
Aan de eene kant de handelsschepen
en aan den anderen kant de onder- en
boven water opereerende strijdkrachten.
Een eigenaardige opmerking lazen we
dezer dagen, overgenomen uit een Ita-
liaansch blad: Dc oorlog tusschen Ame-
rike en Europa, aldus deze schrijver, dat
tot een wederkeerig isolement en tot een
blokkade over en weer der twee conti
nenten zal leiden, ’n Invasie van de Ver.
Staten in Europa is even ondenkbaar als
een invasie der As-mogendheden in
Amerika. Indién de Engelsche zeemacht
zou worden uitgeschakeld, zouden de
As-mogendheden haar economisch leven
in Europa kunnen organiseeren om zich
in zeker opzicht onafhankelijk te maken.
Zoodoende zou men kunnen komen tot
een oorlog tusschen continenten die tot
in het oneindige kan worden voortgezet.
We willen hopen dat er vóór dien tijd
een betere oplossing komt.
Ten slotte nog iets over de positie van
Ierland. Dat land heeft gebrek aan oor
logsmateriaal en de minister van verde
diging Aiken is naar Amerika getrokken
om tegen contante betaling materiaal,
vliegtuigen enz. te koopen. Het gaat hier
om de behoefte-voorziening voor een le
ger van honderd duizend man.
Ierland zal zich, aldus verklaarde
minister Aiken, tegen iedere indringer,
of het een Engelschman of een Duitscher
is, verdedigen.
Op de vraag, waarom Ierland zijn ha
vens niet aan de Engelschen afstaat, ant
woordde Aiken, dat deze havens het
eigendom van Ierland zijn en dat Ierland
zijn neutraliteit heeft afgekondigd. Wan
neer het zijn havens aan de Britten af
staat, zou het daarmee via een achter
deur in den oorlog geraken. Wanneer
Ierland echter aan den oorlog moet deel
nemen. dan door de voordeur. In den
wereldoorlog heeft Ierland 250.000 man
ter beschikking gesteld, die onder Brit-
sche vlag voor het zelfbeschikkingsrecht
der kleine volken streden. Een van deze
rechten is het bepalen van oorlog of
vrede. Het lersche volk is voor 99.9
voor den vrede. De Ieren hebben beslo
ten niet aan dezen oorlog deel te nemen,
tenzij zij zouden worden aangevallen.
Dan zullen zij echter strijden. Wanneer
de Duitschers een inval zouden trachten
te doen, zouden de Ieren om Britsche
hulp verzoeken.
AMBACHTSTEEKENSCHOOL.
Zaterdagmiddag had in het teekenlo-
kaal bij de R. Z. S. de tentoonstelling
van de werkteekeningen der leerlingen
en de uitreiking der diploma’s plaats. De
diverse teekeningen getuigden ook nu
weer van ernstige studie. Vooral het re
clame schilderwerk gaf vele nieuwe ont
werpen. Ook het lijn- en handteekenen
was correct van kleur en lijn.
Te ruim 5 uur opende Burgemeester
de Jong, als voorzitter van de Vereen.,
bovengenoemd de bijeenkomst. Het ver-
38 JAAR BIJ HET ONDERWIJS.
Naar we vernemen gaat de heer A.
Ridder, de bekende onderwijzer aan de
R.-K. Jongensschool, binnenkort met
pensioen.
Ruim 38 jaar heeft de heer Ridder het
onderwijs in Bolsward gediend en zonder
uitzondering kunnen de talrijke door hem
onderwezen jongelui verklaren, dat
meester Ridder niet alleen een goed on
derwijze^ maar ook een goed paedagoog
was.
Onder de talrijke oud-leerlingen zijn er
vele vrienden die hem nog vele jaren
in een goede gezondheid toewenschen.
e
II
Vormt Duitschland een afzetgebied
voo ronze overtollige arbeidskrachten?
Op dit oogenblik ongetwijfeld, want
meer dan honderdduizend Nederlanders
vinden er op het oogenblik werk.
Duitschland zet er natuurlijk alles op,
zoowel militair als op economisch ge
bied, om een maximum aan kracfft te
ontplooien.
Hiervan getuigt ook het feit, dat niet
alleen buitenlandsche, maar ook binnen-
landsche krachten worden gemobiliseerd.
Bij de openbare diensten heeft men dui
zenden vrouwelijke werkkrachten aan
gesteld; en ook in de industrie speelt
het vrouwelijk element thans een groote
rol. Maar zelfs al deze vrouwelijke
werkkrachten zijn niet voldoende, om
den arbeid te volbrengen, waarvoor
Duitschland zich op het oogenblik ge
plaatst ziet.
Dit is de reden, waarom men zijn toe
vlucht heeft genomen tot buitenlandsche
werkkrachten; en daarom zijn duizenden
en nog eens duizenden Nederlanders
naar Duitschland getrokken.
De vraag, of deze werkverschaffing
van duurzamen aard zal blijken te zijn,
is geen vraagstuk meer. Na den oorlog
zal Duitschland ongetwijfeld in staat
blijken het overschot aan arbeidskrach-
zich aller aandacht op de Balkan en
eenige dagen later vormt Amerika weer
het hoogtepunt van de belangstelling.
Daartusschen door hebben we de
Japansch-Chineesche kwestie, de duik
boot- en de luchtoorlog. Wat de Balkan
betreft hebben we meermalen de ge
dachte geopperd, dat de bezetting van
Bulgarije door Duitsche troepen met een
voorop gezet doel is uitgevoerd. Wel
wordt dit van bepaalde zijde ontkend,
maar zoo naïef zal wel niemand zijn om
te gelooven, dat de groote colonne pant
serwagens en zwaar geschut, welke,
zooals verschillende foto’s in de bladen
ons hebben laten zien, over de Donau
Bulgarije binnentrokken, niet te zijner
tijd voor een offensief in de een of an
dere richting zullen worden gebruikt.
In vorige oorlogen was de Balkan ook
steeds de onberekenbare factor en het
heeft er allen schijn van, dat ook thans
in die hoek van Europa zich verrassingen
zullen voordoen.
Het bericht, dat in Griekenland 150.000
man Engelsche troepen ter,verdediging
gereed staan, is eenige dagen later te
gengesproken, maar we hebben in dezen
tijd wel zooveel geleerd, dat we niet
altijd moeten gelooven wat er geschre
ven wordt, maar veel meer wat tusschen
de regels door niet gezegd wordt.
Reeds de vorige week hebben we met
enkele woorden gewag gemaakt van de
spanning, die momenteel rondom Tur
kije zweeft. De Engelsche regeering had
in de persoon van Eden een afgezant
gezonden, die persoonlijk eens pools
hoogte zou moeten nemen, maar ook de
Duitsche rijksregeering heeft gemeend
den Turkschen president door een per
soonlijk schrijven met het standpunt van
de Duitsche regeering bekend te maken.
Op deze brief hejeft Turkije geant
woord, maar van den inhoud van dit
schrijven is nog niets bekend.
Volgens het Duitsche Nieuwsbureau
is een verheldering van de wederzij d-
sche standpunten ingetreden. Dat zegt
natuurlijk niet veel. De verhouding
Duitschland-Griekenland is er de laatste
weken ook niet beter op geworden. Dat
b.v. Roosevelt tot eereburger van Athene
is benoemd, zou men kunnen beschou
wen als een soort demonstratie.
Geheel anders is het gesteld met Joe
go-Slavië. Dit land heeft zich reeds eer
der als voorstander getoond van de nieu
we orde in Europa. Dit brengt zon
der nu direct van een militair bondge
nootschap te spreken met zich mee
een bijzondere oriëntatie naar de politiek
van de As-Staten. Het standpunt van
Joego-Slavië is natuurlijk te Berlijn met
groote instemming begroet. Op dezen
grondslag zullen de betrekkingen tus
schen Joego-Slavië en Duitschland wor
den opgehelderd, evenals die tusschen
Joego-Slavië en het wordende Europa.
Dank zij de weldoordachte, geordende
en openhartige politiek van Joego-Slavië
aldus schreef dezer dagen het officieele
blad „de Vreme” (die nauwkeurig weet
waar ’t gevaar en waar het belang ligt)
zullen vrede en vrijheid gewaarborgd
worden door samenwerking en vriend
schap.
Wanneer men oude atlassen raad
pleegt, dan zoekt men tevergeefs naar
deze staat Joego-Slavië en geen wonder.
Het is voor het grootste gedeelte een
product van den vorigen wereldoorlog.
Joego- of Zuid-Slavië is eigenlijk het
oude Servië, dat indertijd ongeveer 3
millioen zielen telde. Hierbij werden ge
voegd de vroegere Oostenrijksche pro
vincie Slovenië, het indertijd door Oos
tenrijk geannexeerde Bosnië en Herze-
gowina en de westelijke districten van
Hongarije.
Bovendien werd in deze nieuwe staat
opgenomen het aloude Montenegro. De
bedoeling van deze concentratie is onge
twijfeld geweest een oude haard van on
rust; een ongewenschte tegenstelling
tusschen verschillende groepen van in
woners te overbruggen. De tegenwoor
dige Prins-Regent Paul is in deze opzet
vrij goed geslaagd, maar in onze snel
wisselende tijd is een binding van de
verschillende stroomingen in het land
zelve niet voldoende, er moet ook doel
bewust worden gestreefd naar de ver
houding tot de omliggende landen. In
dit opzicht heeft Joego-Slavië slechts één
keus, omdat het geheel ingesloten ligt
tusschen de Asstaten en de daarmee be
vriende regeeringen. Algemeen verwacht
men dan ook dat binnen korten tijd Joe
go-Slavië het voorbeeld van Bulgarije
zal volgen, met dit verschil evenwel, dat
Bulgarije lang niet in die mate als dit
met Joego-Slavië het geval is, rekening
moet houden met de meening van Rus
land.
Het is voldoende bekend, dat de in
tocht van de Duitsche troepen in Bulga- heugt spreker, dat deze tentoonstelling
ten uit de omliggende landen op te ne
men. Van de buitenlandsche werkkrach
ten, die op het oogenblik in Duitschland
aan den arbeid zijn, zal het grootste deel
wel ginds blijven. Hoe is nu het Duit
sche oordeel over den Nederlandschen
werkman?
In algemeenen zin maakt de Neder-
landsche werker een goed figuur. Hij
staat voor zijn plicht en is plichtsge
trouw. Met het arbeidstempo heeft hij
aanvankelijk eenige moeite. Daarom kon
hij niet dadelijk tusschen de Duitsche
werkploegen gebruikt worden, vooral
niet bij accoordwerk. Al spoedig ging
dit vlotter en beter.
Meer moeite heeft men gehad met de
werklieden, die tengevolge van langdu
rige werkloosheid in Nederland het ar
beiden ontwend waren. Die waren den
eersten tijd slap en energieloos; met
hen had men ook de meeste moeite, ook
op zedelijk gebied.
Een en ander is het gevolg van de
volmaakt^ vrijheid, die da werklieden
ondervinden, ook ten aanzien van de
besteding van hun geld. Doch thans is
er een verordening in voorbereiding, dat
In uitzonderingsgevallen, 60 kan
worden ingehouden van het loon van een
man, ter opzending naar zijn gezin in
Nederland.
Men ziet in den arbeider niet de ar
beidskracht, doch den mensch. Een man,
die uit zijn omgeving is weggehaald en
die zich dus nog moet oriënteeren. Een
man ook, die juist door deze vreemde
omstandigheden en omgeving, gevoegd
bij de groote mate van vrijheid die hij
geniet, onevenwichtig kan worden. Dat
moet opgevangen worden. Daarom heeft
men in de eerste plaats de werkkrach
ten zooveel mogelijk naar hun landsaard
samengebracht.
Er wordt voor gezorgd, dat de man
zich thuis gaat gevoelen in zijn tweede
vaderland, doch dat hij zijn gezin in
Nederland evenmin vergeet. Er wordt
ook gezorgd voor Nederlandsche lectuur,
voor een gratis bibliotheek in de lands
taal, voor sport en wedstrijden, voor
ontspanningen en feestavonden en
voor de zedelijke opvoeding.
Voorts is er gezorgd voor Nederland
sche koks en derhalve voor de Neder
landsche keuken. In één woord: het be
hoeft den menschen aan niets te ont
breken. De Nederlander heeft het opper
best in Duitschland. Er t^esta^t (geen
enkele reden, waarom dit niet zoo zou
blijven.
BROOD. Op bon 09 tot en met 30 Maart (eventueel tot en met j
6 April) elke bon 100 gram brood of een rantsoen gebak.
BLOEM. Op bon 06 tot en met 20 April elke der 8 bons 50 gram
brood of een half rantsoen gebak, of 35 gram meel of bloem.
BOTERKAART. Op bon 00 tot en met 30 Maart (eventueel 6
April) y2 pond boter.
VETKAART. Op bon 09 tot en met 30 Maart (eventueel 6 April)
y2 pond boter of margarine of 2 ons vet
VLEESCH. Op bon 08 tot en met 30 Maart elk der 4 bons 100
gram vleesch (been inbegrepen) of 100 gram vleeschwaren of 100 j
gram ongesmolten vet.
WORST, VLEESCHWAREN. Op bon 08 tot en met 30 Maart
één rantsoen vleeschwaren.
SUIKER. Op bon 17 tot en met 13 April 1 kg suiker.
KAAS. Op bon 62 en 72 tot en) met 30 April elke bon 100 gr. kaas.
ZEEP. Op bon 16 tot en met 30 Maart 150 gram toiletzeep of
120 gram huishoudzeep of 150 gram zachte zeep of 300 gram zachte I
zeeppasta of 250 gram zeeppoeder, of 125 gram zeepvlokken, of 250
gram zelfwerkende waschmiddelen of 200 gram vloeibare zeep.
Speciale bon 117 uitgereikt met de textielkaart tot en met
30 April 50 gram scheerzeep of een tube scheercrême dan wel een
pot scheerzeep.
EIEREN. Op bon 82 tot en met 30 Maart en op bon 92 tot en met
6 April één ei.
PEULVRUCHTEN. Op bon 15 tot en met 30 Maart een pond
bruine boonen, witte boonen, capucijners en groene erwten.
KOFFIE EN THEE. Op bon 18 algemeen boekje tot 30 April 125
gram koffie of 50 gram thee.
GRUTTERSWAREN:
RIJST, enz. Tot en met 20 April a.s. op bon 19 250 gram rijst
of rijstmeel of rijstebloem of rijstgries of gruttenmeel (gemengd meel)
VERMICELLI enz. Tot en met 20 April a.s. op bon 09 100 gram
vermicelli of macaroni of spaghetti.
GORT enz. Tot en met 20 April a.s. op bon 08 uitsluitend 250
gram gort of gortmout of grutten.
HAVERMOUT enz. Tot en met 20 April a.s. op bon 07, 250 gram
havermout of havervlokken of haverbloem of aardappelmeelvlokken
of gort of gortmout of grutten.
MAÏZENA enz. Tot en met 20 April a.s. op bon 10, 100 gram
maizena of griesmeel of sago of aardappelmeel, dan wel een hoe
veelheid puddingpoeder of puddingsauspoeder.
BRANDSTOFFEN. Op brandstoffenbons 25 tot 32 en 35 tot en
met 41 „centrale verwarming” tot 14 Maart (resp. de maand Maart)
elk één eenheid vaste brandstoffen. Voorts de met 15, 16, 17 genum
merde bons „haarden en kachels” elk één eenheid gedurende de
maand Maart.
De bons „één eenheid vaste brandstoffen vierde periode” en „één
eenheid cokes vierde periode” geven tot en met 14 Maart, eventueel
5de periode tot einde Maart recht op één eenheid vaste brandstoffen.
PETROLEUM. Op bon 9 van 24 Februari tot en met 20 April 2
liter petroleum.
Petroleumzegel „e”. Tot en met 31 Maart a.s. 2 liter petroleum,
uitsluitend voor verlichting in het huishouden.
I
Accountantskantoor
SNEEK BOLSWARD
Singel 58 Bargefenne 4
Donderdagsmorgens zitting
te Bolsward, Schildwijk 33,
bij de markt.
f
rant
t
1
i
iAi
V
(X
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen
Aangiften - Reclames
OMZETBELASTING