Buit enlandsciie Revue.
;n
V =VICT0RIA
H
De Bolswardsche Courant en Westergoo
GEDULD.
y
Stadsnieuws.
LITSj-ACtN
Uit den Omtrek.
37— Jaargang
Dinsdag 4 November 1941
Uitgever Fa. A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
III
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 451
No. 85
ts.
ts.
r
I
ts.
n
n
KIMSWERD.
m,
de
leid
Duitschland wint
voor Europa
op alle fronten
m
m
>41
>41
>41
>41
>42
141
>41
>42
142
)42
>41
>41
141
DE KENING SKAEK.
De Krite Boalsert kin wol tofreden
wêze oer de bilangstelling for dizze
Krite-joun.
It Ljouwerter Kritetoaniel wier oer-
komd ta de opfiering fen „De Kening
Skaek”, in toanielwirk yn trije bidriuwen
fen Abe Brouwer.
As if it greate part fen 'e minsken gien
is as üs, den binne se net alhiel bifre-
dige.
De skriuwer is in bikende figuer yn ’e
Fkyskej literatuer. Safolle weerdije wy
hawwe for it talint fen Abe Brouwer as
skriuwer fen boeken, sa min binne wy
eigenliks oer dit toanielstik to sprekken.
Yn „De Kening Skaek” wirdt ’n maet-
skiplik probleem oansnijd fen ’n djippe
strekking. De ütwirking yn it koarte bi-
stek fen in toanielstik freget toanielken.
nis en technyk, hwertsjin dizze skriuwer
net opwoechsen is.
Der sit lang net genóch banneling yn
en de spilers binne mei hjar seis forle-
gen. Nim bygelyks de nije dokter, ’n
swiere rol, dy’t mei folie oergave ta ’n
maetskiplik bibline figuer wirde moat.
Bij dizze spilers bliuwt det allinne oan
’e bütenkant en de skild derfen lelt for
80 by de fierst to lange „prologe”. Jan
Aukes wier ’n goed type, koe sa wol (as
Douwe Ates) üt „de Gouden Swipje”
stapt wêze.
Jan Aukes syn dochter fortsjinnet ’n
komplimintsje for hjar moaije ütbylding
fen dizze rol. Berend wier wol ’n aer-
dich tiype en de oare lytse rollen wieme
frij goed.
De hear Noardenbos, dy dizze gear-
komste lepene, herinnere efkes oan de
Fryske Kursus dy’t Tongersdel yn it
Convent hélden wirde sell.
November 1941.
Aangenomen naar Terwispel-Tijnje,
Da. J. Roelofsen te Pingjum en Zurich.
HOOFDREDACTEUR A. J. OS1NOA,
JONGEMASTR. 8, BOLSWARD.
Advertentiën per regel:
Dlnsdagsnummer 10 cent
Vrijdagsnummer 12 cent
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
►en
50
te
2 November 1941.
Onder voorzitterschap van den heer
W. K. Postma hield Zaterdagavond de
Coöp. Vereen, voor Electr. Centrale Ver
lichting c.a. alhier haar jaarlijksche le
denvergadering.
Aan het jaarverslag ontleenen we het
volgende: De stroomafname bedroeg
over het afgeloopen boekjaar 42048
K.W.U., het vorig jaar 25831 K.W.U.,
een toename dus van 16217 K.W.U. De
oorzaak hiervan is de aansluiting van
19 kookklanten als mede het veelvuldig
gebruik van expreskokers en kookplaat-
jes.
De exploitatierekening sloot met een
nadeelig verschil van f 1558.79.
De heeren E. Brunia en Sj. R. Politiek
per. aftr., werden herkozen, resp. als
bestuurslid en commissaris.
in
ak
en
iOO
lar
er
op
:ht
fe
es
eel
is.
n-
16
en
ij-
en
an
:r-
lo-
m-
en
De
►en
on
de
gt,
ud
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.57
Buiten de provincie f 2.10; inn. 15 c.
Voor het Buitenland f 735 per jaar.
Leesg. p. looper 42 ct, p. kwartaal.
PINGJUM
ontkomen meer aan en wordt deze een
welkome prooi van de Stuka-bommen en
ten tweede zou de strijd rechtstreeks
naar den Kaukasus kunnen worden ver
plaatst, waardoor de druk op Turkije
zou kunnen toenemen, ook wanneer het
gelukt de Sovjetvloot uit de zee van Azov
naar de Zwarte Zee over te brengen is
deze vloot nog niet in veiligheid, want
ook rondom de Zwarte Zee is de ge
heels kust, behalve dan natuurlijk Tur
kije in handen van de As-mogendheden.
Voor Turkije is de situatie thans
uiterst moeilijk. Toestemming verleenen
aan de Sovjetvloot om de Dardanellen
door te varen, zal men niet kunnen doen,
dit strijdt tegen de tot nu toe gevolgde
neutrale houding van Turkije.
In den laatsten tijd leest men nog al
eens van het pact van Saédabod en wan
neer men niet regelmatig z’n dagblad
bijhoudt, komt onwillekeurig de vraag
op: Wat is dit nu weer en in welk ver
band moet <üt pact worden gezien?
Allereerst moeten we U dan vertellen,
dat het pact van Saédebod een overeen
komst is tusschen Turkije, Iran, Irak en
Afghanistan; een vier-mogendheden-
verdrag, waarbij men elkaar wederkee-
rig hulp en bijstand heeft toegezegd. Nu
Iran en Irak voorloopig niet meer als
souvereine staten kunnen wonden be
schouwd en het een vraagstuk van actu-
eele beteekenis is wat het lot van Afgha
nistan zal worden, ligt het voor de hand
dat in Turkije de meening postvat dat
men nu practisch aan dit pact niet meer
kan vasthouden.
Engeland blijkt hierover een andere
meening te hebben. Volgens berichten uit
Kaïro koestert men te Londen het voor
nemen het verdrag van bijstand uit te
breiden tot een formeel militair bondge
nootschap. De Engelsche diplomatie zou
reeds met de regeeringen van deze lan
den in contact getreden zijn. Uiteraard
hebben deze berichten op de Turksche
openbare meening een grooten indruk
gemaakt en men houdt zich thans druk
bezig met de vraag of het neutrale Tur
kije militaire verplichtingen kan aangaan
ten aanzien van landen, die feitelijk on
der Britsche heerschappij staan. Volgens
te Berlijn ontvangen berichten wordt de
ze vraag in den regel ontkennend be
antwoord.
In Duitsche politieke kringen legt
men voor de Engelsche diplomatieke ac
tiviteit in Voor-Azië een groote belang
stelling aan den dag. Begrijpelijkerwijze
is men te Berlijn van meening, dat het
voor Turkije onvereenigbaar is met zijn
neutraliteit om dergelijke militaire ver
plichtingen aan te gaan. Daar komt nog
bij, zoo zegt men, dat onder de gegeven
omstandigheden een bondgenootschap
met Iran, Irak en Afghanistan niet alleen
voor Turkije, maar ook voor deze an
dere landen volkomen waardeloos is.
Het eenige, wat Turkije zou kunnen
gen vóór den oorlog 80 van zijn
broodgraan importeerde. De eigen oogst
van broodgraan was vorig jaar slechts
voldoende voor 50 dagen en hoewel we
voor dit jaar iets meer mogen verwach
ten, blijft toch de noodzakelijkheid de
groote hoeveelheid broodgraan van el
ders te moeten betrekken.
Tot nu toe heeft Duitschland ongeveer
100.000 ton broodgraan aan Noorwegen
geleverd en is reeds een groote hoeveel
heid gerst voor de voeding beschikbaar
gesteld. Met de veevoederpositie is het
niet veel beter gesteld. Beter is het ge
steld met de vetpositie. Het vetrantsoen
kan worden gehandhaafd op 291 gram
per week. Hoofdzakelijk vindt dit zijn
oorzaak in de vischrijkdom van zijn
kustwateren. Niet alleen is visch in vele
districten het voornaamste dierlijke voed
sel en wordt het veel als grondstof voor
de margarine-industrie gebruikt, maar
ook levert de visch de grondstof voor
de bakolie en de olijfolie en andere vet
ten.
Zoo zien we, dat elk land, ook wan
neer het niet direct betrokken is bij den
strijd, met groote moeilijkheden heeft te
kampen.
H. Z. C. I—C. A. B. I 1-4.
Zondag ondernam C. A. B. I per fiets
de reis naar Harlingen, om daar den
strijd aan te binden tegen H. Z. C. I. Het
is voor C. A. B. een moeilijke opgaaf ge
weest, de H.Z.C.ers zaten geducht op
de bal en daarbij maakte de schuin over
het veld staande harde en koude wind
goed voetbal onmogelijk.
Over de wedstrijd het volgende:
C. A. B. trapt met den wind in den
rug af en zit direct voor ’t H.Z.C.doel.
Het eerste kwartier weet de H.-achter-
hoede de druk te weerstaan, doch wan
neer op een gegeven oogenblik de bal
hoog voor het doel zweeft, weet de kee
per op een gegeven oogenblik niet an
ders te doen dan weg te stompen, echter
precies tegen een der toeloopende spe
lers aan, waardoor de bal precies in de
uitatrst^ Ihoek jverdwi|rft.
H. Z. C. begint zich na dit doelpunt
duchtig te roeren, eenige zeer gevaar
lijke aanvallen worden ondernomen en
daar de achterhoede niet geheel schijnt
Ingespeeld, ontstaan eenige hachelijke
situaties voor van der Zee’s heiligdom.
Eenmaal is de H.-midvoor doorgebro
ken en denken we reeds aan de gelijk
maker, doch door een rukwind vliegt de
bal juist naast
Het laatste kwartier is weer geheel
voor C. A, B. Twee prachtkansen gaan
echter verloren, doordat Bosma het al
leen wil probeeren, inplaats naar zijn
vrijstaande binnenspelers door te geven.
Toch kunnen doelpunten niet uitblij
ven, en wanneer Herre goed doorgeeft
naar Hoekstra, zet deze mooi voor doel
de Ruiter loopt toe, en met een fraaie
kopbal heeft C. A. B, opnieuw succes.
Na rust is H. Z. C. direct in den aan
val en alhoewel de achterhoede thans
in goeden vorm is, kunnen zij toch niet
voorkomen, dat H. Z. C. reeds binnen
5 minuten de achterstand verkleint.
H. Z. C. zet door en het begint nu
werkelijk critiek voor C. A. B. te wor
den, onophoudelijk trekt H. ten aanval,
doch de middenline en achterhoede, met
als laatste instantie v. d. Zee, weten van
geen wijken. Langzamerhand komt C.
A. B. er echter weer beter In, eenige
goede aanvallen worden opgezet en als
Antholt 15 min. voor ’t einde goed voor
zet, is het de Benjamin van ’t elftal
„Herre”, die met ’n prachtgoal C. A. B.’s
overwinning veilig stelt. Wel tracht H.
Z. C. het spel nog even te forceeren, doch
het uithoudingsvermogen begint nu een
woordje mee te spreken en daar kunnen
de Harlingers niet tegen op.
Wanneer uit een goed opgezette aan
val door Bosma opnieuw gescoord wordt
is het pleit beslecht. Met C. A. B. In den
aanval kondigt de uitstekend leidende
scheidsrechter het einde aan en is C.A.B.
opnieuw 2 punten rijker.
Zondag de bigmatch C. A. B.-Nicator,
dan is het oppassen C. A. B.ers.
C. A. B. n—H. Z. C. 11 3-0.
De harde wind maakte goed voetbal
somstijds onmogelijk en toch heeft het
tweede elftal deze middag een bijzonder
goede wedstrijd gespeeld.
Natuurlijk zijn er nog enkele zwakke
pljefkjes, maar daarover zal de elftal
commissie haar eigen kijk wel hebben.
Reeds spoedig na de aftrap weet C.
A. B., hoewel tegen den wind spelende,
den Harlinger keeper te passeeren. Wel
wordt zoo nu en dan de bal door de
Harlingers goed opgebracht, maar men
vervalt in de fout te lang te treuzelen,
waardoor goede kansen teniet gaan.
C. A. B. daarentegen speelt een open
spel, waardoor dikwijls gevaarlijke si
tuaties ontstaan. Na verschillende ver-
geefsche jpogingen den voorsprong te
vergrooten, gaat de rust in met 1-0 voor
C. A. B.
Na de rust wordt zoowat steeds op de
H. Z. C.-heift gespeeld. De keeper heeft
druk werk en weet heel wat schoten te
houden. Toch is de druk te sterk en na
verschillende niet benutte kansen wordt
het ten lotte 2-0 en daarna 3-0.
Een alleszins verdiende overwinning.
Harlingen III—C. A. B. m 0-4.
Ook de oude garde, C. A. B. III, fiet
ste Zondag naar Harlingen, en won daar
in een goed gespeelde wedstrijd met
4-0.
Harlingen III was vrijwat sterker dan
In den wedstrijd te Bolsward, doch niet
temin konden zij het ook thans niet bol
werken.
De rust ging In met 1-0 voor C. A. B.,
door een zeer mooie goal van E. Buik-
stra. Na rust nam C. A. B. het spel ech
ter geheel in handen ,en was het vooral
door toedoen van den uitstekend spe
lenden midvoor Karei, dat de score tot
4-0 werd opgevoerd.
Zoo zoetjes aan begint C. A. B. ITÏ
kampioensailures te krijgen, de kans
wordt hoe langer hoe fraaier, nu door
zetten C. A. B. m.
van Duitsche zijde ook niet ontkend
dat de taaie verdediging van de Sovjet
troepen een langere termijn vraagt dan
oorspronkelijk was berekend, al dienen
we hier direct aan toe te voegen, dat
van officieele Duitsche zijde nog geen
enkele keer een datum is genoemd,
waarop deze of gene stad moest worden
ingenomen.
Het uitblijven van berichten over vor
deringen in den midden-sector zou men
voor een groot deel kunnen toeschrijven
aan het slechte weer, waardoor de we
gen in eien dermate erbarmelijke toe
stand worden, herschapen, dat vervoer
van eenige beteekenis niet mogelijk is.
Voor de zware gemotoriseerde afdeeling
is er, zoolang de wielen tot aan de assen
toe in den grond wegzinken, geen door
komen aan.
Herhaaldelijk leest men dan ook be
richten, die er op wijzen, dat een beetje
winter Inplaats van door de Duitschers
gevreesd, eerder met vreugde zal worden
begroet. Is dit misschien ook een ver
klaring van het feit, dat thans weer een
doorbraak naar de Krim is geforceerd?
Het klimaat is hier belangrijk zachter,
maar bovendien ligt hier ook een goede
kans da Sovjetvloot, die nog altijd in de
zee van Azov ligt, ter bescherming van
de steden Rostov en Ozow, een gevoelig
verlies toe te brengen.
Wanneer we de kaart van dit deel van
het oorlogsterrein even beschouwen, dan
blijkt direct, dat die vloot in zekeren zin
in de golf van Taganrog ligt opgesloten
en alleen nog zou kunnen ontsnappen
door de straat van Kerstj.
De laatste oorlogsberichten wijzen dan
ook wel in die richting, n.l. dat meer
dan Sebastopol, de straat van Kerstj
voor de Duitsche legerleiding van be
teekenis Is. De bezetting of beter ge
zegd de beheersching van deze door- kade-politlek een zeer moeilijken toe
vaart schept twee mogelijkheden. Ten stand doen ontstaan, wanneer we b.v.
De bepaling van de Rijnspoorweg- eerste Is er voor de Sovjetvloot geen alleen reeds memoreeren, dat Noorwe-
overal heeft men haast. Het woord
„langzaam” is een prae-historisch be-1
grip geworden.
Iemand die rustig voor ons uit op een
trottoir wandelt, maakt ons nijdig en
met driftige passen halen wij hem in om
hem snel voorbij te loopen. En wee hem,
wanneer hij ons in den weg loopt 1
De snelheidsrecords op verschillend
gebied zijn phenomenaal en grenzen aan
het ongelooflijke: per fiets 45 kilometer
per uur; met de racewagen 380 km per
uur; met het vliegtuig 800 km per uur....
vult u het lijstje zelf maar verder in. Be
reken maar eens de snelheid, waarmede
het gesproken woord via den aether
door het 'luchtruim vliegt en opgevangen
wordt in de radiotoestellen
Snelheid is het parool van dezen tijd.
Een gesloten overweg, een geopende
brug, een verkeersopstopping, een file
auto’s voor een veerpont maken ons
woedend. Een verlate trein, een lang
zaam voortsukkelende tram doen ons
booze brieven schrijven aan de betrok
ken directies. Een treuzelende kelner
doet ons direct naar het klachtenboek
grijpen. We hebben nu eenmaal haast in
al de factoren en episoden van ons korte
bestaan en wee degenen of datgene, die
daartusschen als rem durft op te treden I
Ons leven duurt kort en we willen het
uitbuiten. Maar of het de goede manier
ta?
maatschappij in 1845 was inderdaad
zoo gek niet als men misschien door
onze twintigste eeuwsche bril opper
vlakkig bekeken, mag lijken. Want ge
duldige menschen zijn in den regel de
aangenaamste; daarentegen zijn ruste-
looze menschen gewoonlijk prikkel
baar en spoedig geraakt. Toets U zelf
eens aan deze definities en overleg dan
bij Uzelf of de automobilist die het pa
pier met de woorden: „Beter om 6 uur
thuis dan om 5 uur in het ziekenhuis”
achter op zijn wagen had geplakt, niet
gelijk had.
Onze wijze voorvaderen hadden van
die eenvoudige spreekwoorden, die ech
ter zoo duidelijk tot uitdrukking brach
ten, wat hun levensbeginsel was. Ja,
onze voorvaderen reisden wel met de
trekschuit, maarmet hun geduld en
hun onverstoorbare kalmte bereikten ze
naar verhouding betere resultaten op
ieder gebied, dan wij tegenwoordig.
Men spreekt wel eens schamper ovei
„dien goeien, ouwen tijd”, maar inder
daad hadden onze grootvaders het in
veel opzicht beter met hun rust en ge
duld, dan wij tegenwoordig met ons
jakkerende leven.
Ook in onze dagen en zéker in
onze dagen is een zekere mate van
rust, geduld en kalmte onmisbaar voor
ieder mensch.
De strijd in het Oosten heeft voor een
scherpe opmerker deze eigenaardigheid,
dat hoewel de nederlaag van de Sovjets
uiteraard een kwestie van tijd wordt,
toch telkens de aanvalspunten van de
Duitsche legers verschillend gekozen
worden. Eerst was het hoogtepunt van
den strijd rondom Smolensk, daarna
kwam een kort moment van hevigen
druk op Leningrad met als resultaat de
insluiting van deze stad; daarna zien we
de verovering van Odessa en weer even
later een sterke aanval op Moskou.
De bedoeling van dit offensief is dui
delijk. Geen oogenblik over het geheele
front wordt de Sovjet met rust gelaten,
een rust, die dringend noodig was voor
de hergroepeering van de Sovjetlegers.
Toegegeven moet worden en dit is bereiken, dóór aan de Engelsche ver
langens tegemoet te komen, is, zoo con
cludeert men te Berlijn, dat het door
een achterdeurtje toch nog in den oor
log waar het beslist buiten wil blij
ven gesleept zou kunnen worden.
Meer in het Noorden van Europa ver
keert nog een land in de uitzonderlijke
positie van In dezen wereldkrijg neutraal
te kunnen zijn. We bedoelen Zweden.
De Zweedsche minister van Binnen-
landsche Zaken Günther heeft dezer da
gen in de Rijksdag een rede gehouden
en daarin klaar en duidelijk de positie
van Zweden uiteengezet. Het Is de taak
der Zweedsche politiek het land op te
bouwen op de grondpijlers der Zweed
sche traditie en der Zweedsche levens
opvattingen zonder de oogen te sluiten
voor de werkelijkheid rondom het land
en de eischen die deze weikelifkheid
stelt. De politieke weg buiten de oor
logsfronten mag niet tot isoleering van
Zweden leiden, maar het land moet de
samenhang met de overige Noorsche
volken in de eerste en met Europa In
zijn geheel in de tweede plaats bewa
ren.
Zweden beseft ten volle, dat Europa
zich in een geweldige evolutie bevindt.
De verhouding tot Finland vormde
wel een der hoogtepunten In deze rede
en het Is voor de Finnen een geruststel
lende verklaring, dat men het streven
van Finland naar beveiliging en afron
ding van zijn gebied volkomen billijkt.
Het is en blijft voor Finland in de aller
eerste plaats noodig dat Zweden van zijn
levensmiddelenvoorraad zoo lang en zoo
veel mogelijk aan Finland afstaat. Dat
levensmiddelenprobleem is voor alle
Europeesche landen in dezen tijd van
zeer groot belang, ook b.v. voor Noor
wegen.
Ook in dit land heeft de Britsche blok-
1
Het is in dezen tijd van snelheid, top
prestaties, kostbare minuten en rationa
lisatie, loopende band en andere effi-
ciëntie-methoden een zekere bespotting
om een begrip als „geduld” nader te
willen beschrijven.
Rusteloos is het leven steeds geweest,
doch niet in die mate, zooals wij het le
ven tegenwoordig kennen. Op straat, het
verkeer in de lucht en te water, de ar
beid in de werkplaatsen en fabrieken
----1
prae-historisch be-
Ik heb hier voor me liggen een dienst
regeling van den Rijnspoorweg van het
jaar 1845. Daarin staat o.m. te lezen:
„De reizigers worden verzocht een
kwartier voor den vertrektijd, op de
Stations aanwezig te zijn”.
Stel U zichzelve eens voor, dat de Ne-
derlandsche Spoorwegen met ingang
van het nieuwe jaar deze bepaling weer
eens ging invoeren. Welk een storm van
verontwaardiging zou er in de kranten
kolommen losbreken en hoeveel kost
baar papier zou nutteloos met booze
letters beschreven worden 1
In den goeden ouden tijd oefende men
geduld uit en wachtte men, gezellig
keuvelend, op het station tot den tijd
van vertrek. Tegenwoordig komt men
op het laatste nippertje het perron op
stormen, gooit gauw het portier van den
reeds rijdenden trein open en springt er,
met gevaar voor zijn leven, in. Lang
voordat de trein stilstaat, staan de reizi
gers al op en gaan naar den uitgang om
toch maar zoo spoedig mogelijk weer
weg te zijn. Rusteloosheid kenmerkt
deze eeuw in het bizonder. Alles ademt
haast en spoed, en geduld is een begrip,
dat men maar in een woordenboek moet
zoeken; gebruikt wordt het hoegenaamd
niet meer.
De uitwassen van het rustelooze le
ven, de gevolgen, kenmerken zich ook
in dezen tijd. Zenuwinrichtingen zijn
vol, rusthuizen eveneens. Af en toe ver
laat er iemand ons millieu, die genezing
gaat zoeken voor zijn overspannen ze
nuwen, ergens in de stilte van de na
tuur.
Geduldig zijnhoe moeilijk is het
voor den modernen mensch! Geduld uit
oefenen, hoe weinigen kunnen het nog.
Alles lijdt onder onze jakkermanie,
vooral het huiselijk leven, want wie zit
er tegenwoordig nog rustig thuis na den
volbrachten dagtaak? En ook het toe
komstige geslacht zal er later de wran
ge vruchten vaa plukken. Ook hierin
schuilt een niet te onderschatten gevaar.
Het is daarom fictief, te beweren dat het
menschelijk geslacht bij iedere generatie
minder weerstandsvermogen bezit, kort
om; zwakker wordt. Het jakkerende le
ven, de moderne, rustelooze eeuw, de
zenuwsloopende arbeid in de vele zoo
genaamde gerationaliseerde bedrijven,
zijn daaraan schuldig.
„Geduld is zulk een schoone zaak....”
Maar het dreigt tegenwoordig een
vergeten zaak te worden. De zelfbezin
ning bij ieder mensch moge er uitein
delijk toe leiden, dat we eens wat meer
geduld gaan uitoefenen bij dingen, die
daarvoor in aanmerking zouden kunnen
komen. Het zou ons leven kunnen ver
fraaien en vele andere bijkomstigheden
ten goede kunnen komen.
Tl
■n
Tl
Tl
I."
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen