Buit enlandsclie Revue. „Mel Duiischland legen hel üolsieuilsme” BE IBEMISl DEI PUnElMOSBEBOLKIDO. 41 De Bolswardsche Courant en Westergoo Nederland in de kentering der tijden. Stadsnieuws. No. 89 Dinsdag 18 November 1941 37gg Jaargang Uitgever Fa. A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLS WARD Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel A Telefoon No. 451 het credietwezen enz., of wel zij zullen moeten trachten een bestaan te vinden De regeer,ing heeft een plan uitge werkt voor aanvullende militaire uitga ven ten bedrage van 3.8 milliard yen. Hiermede zal zich de In December te houden gewone Rijksdagzitting bezig houden. Met deze laatste som bedragen de buitengewone militaire uitgaven se dert het begin van 't conflict met China meer dan 26 milliard yen, met inbegrip van een bedrag van 74 milliard yen, dat uit het reservefonds Is genomen. Bi] keizerlijk besluit is bepaald, dat personen, die tot dusver werden afge keurd, opnieuw aan een onderzoek kun nen worden onderworpen. Deze maat- Advertentifin per regel: Dlnsdagsnummer 10 cent Vrijdagsnummer 12 cent Tusschen de tekst dubb. prijs. Giro no. 87926. Verschijnt DINSDAGS- en VRIJDAGSAVONDS. Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.57 Buiten de provincie f 2.10; inn. 15 c. Voor het Buitenland f 7.35 per jaar. tmig) p. looper 42 ct, p. kwartaal. VERGADERING FRIESCHE MIJ. VAN LANDBOUW. Afdeeling Bolsward. Maandagmorgen werd in hotel Boer- mans een ledenvergadering gehouden, die vrij goed bezocht was. Voorzitter de Vries opende deze bij eenkomst met een kort woord van wel kom. Dit welkom heeft in deze Novem- bervergadering een wat diepere beteeke- nis, omdat eigenlijk de Friesche Maat- IJSPRET TE BOLSWARD. Het actieve bestuur van onze IJsveree, niging „Bolsward” heeft wel succes ge had met de vlugge openstelling van onze ijsbaan op j.l. Zondagmiddag. Een groot aantal jongelui heeft gepro fiteerd van del juist houdbare gladde baan. Deze vroege gelegenheid tot schaatsrijden, een unicum op half No vember, werd door de aanwezigen ten zeerste gewaardeerd. Aan de eene kant was het voor de schaatsliefhebbers een strop dat de vorst reeds zoo spoedig door een sterke stij ging van de thermometer gevolgd werd, maar aan den anderen kant zullen de meesten toch het einde van deze koude golf met vreugde begroet hebben. Het is voor de beschikbare brandstof niet gewenscht, dat we dit keer een zoo vroege en strenge winter krijgen. Naar ons werd medegedeeld was een persfotograaf aanwezig om deze ijspret op de gevoelige plaat vast te leggen. schappij van Landbouw in zijn ouden vorm niet meer bestaat en zeer waar schijnlijk in de nieuwe Landstand zal op genomen worden. De tijd zal moeten leeren hoe de nieuwe organisatie zich zal ontpoppen. In de vergadering van ’t hoofdbestuur is deze vraag ook gesteld, maar ook daar kon men niet tot een vaste conclusie komen. Op de vraag of allen die zich tot nu toe in het vereenigingsleven verdienste lijk hebben gemaakt ook aan de nieuwe organisatie haar krachten willen geven wordt niet bevredigend beantwoord. Er kon dus geen definitieve beslissing worden genomen. Ook wat betreft een nieuwen voorzitter. De algemeene indruk is, dat men over het algemeen een af wachtende houding wenscht aan te ne men, temeer waar de Friesche Maat schappij van Landbouw steeds op zoo uitstekende wijze de belangen van den landbouw heeft verzorgd. Spreker hoopt, dat deze vergadering nog zal staan in het teeken van de be langstelling voor den boerenstand in het algemeen. Notulen werden hierna door den secre taris den heer M. F. de Boer, gelezen en goedgekeurd. Voorgelezen worden enkele ingekomen stukken. Onder de mededeelingen beluisteren we, dat de landbouwcursus weer zal aanvangen met 21 cursisten. Het ledental der afdeeling is ongeveer gelijk gebleven. Agenda der vergadering op 24 November te Leeuwarden geeft geen opmerkingen, zoodat de afgevaar digden vrij mandaat meekrijgen. Tot afgevaardigden worden benoemd de heeren M. F. de Boer en A. de Boer. Inplaats van het aftredende bestuurs lid, Y. Wiersma, (niet herkiesbaar) wordt benoemd de heer Ids Boersma, die deze benoeming niet aanvaardt, daarna gekozen de heer Breeuwsma. Del bekroningen van de gehouden fok- veekeuring worden hierna uitgereikt. De Voorzitter bengt nogmaals dank aan allen, die door het schenken van medailles en geldelijke bijdragen meege werkt hebben tot het goede resultaat van deze fokveekeuring. De rondvraag bracht nog enkele land- bouwtechnische kwesties, waarna de voorzitter met een woord van dank voor de amicale bespreking de vergadering sloot. HOOFDREDACTEUR A. J. OSINOA, JONGEMASTR. 8, BOLSWARD. Resumeerende komen we dus tot deze i stelling: 1 Alle voorbereidende maatregelen wij- i zen op een uitbreken van het conflict i tusschen Japan en Amerika inclusief En. geland, maar de bereidheid om het eerst een daad te stellen, die tot een oorlogs- j verklaring zou leiden, is bij beide par- i tijen niet groot. Wanneer echter ook bin nenkort hier een vonk het kruitvat uit een doet spatten, zal er een oorlog wor den ontketend van geweldige afmetingen en meer dan buitengewone beteekenis, in de onderlinge verhouding der we relddelen. De kwestie van de hulpverleening aan Rusland is voor Amerika naar het schijnt van zooveel belang, dat er een conflict met Finland aan gewaagd wordt. Men weet, hoe zich de vorige week de Amerikaan- sche regeering tot Finland richtte om er op te wijzen, dat de Finnen buiten de noodzakelijke verdedigingsbehoefte om, geen waardevolle hulp aan de Duitschers zullen geven bij de blokkade der leve- rantiewegen voor het Ehgelsch-Ameri- kaansche materiaal via Moermansk en Archangel. Het antwoord van Finland Is afwijzend, wat natuurlijk te verwachten was. Deze afwijzing vindt in de Zweedsche pers groote voldoening. Een der hoofdbladen schrijft o.m.: „Wij, Zweden, vinden het bijzonder gemakkelijk het standpunt van Finland te begrijpen, temeer daar Finland’s zelfstandigheid ook voor ons van groo te beteekenis is. Wij moeten het Fin- sche probleem steeds zien van ’t stand punt der grootere Noorsche problemen. Het valt moeilijk te begrijpen, waarom de Angelsaksische mogendheden zich ge dwongen zien een kleinen staat als Fin land onder druk te zetten.” Stockholms Tidningen wijst op de uiterst zorgvuldige en weloverwogen re dactie van het antwoord, dat door zijn zakelijken en gematigden toon indruk moet maken op alle rechtvaardige en eerlijk denkende lezers. Het blad besluit met de woorden: „De zin, dat de vrijheid van Finland en der overige Noorsche landen voor de toekomst van het Noor den onontbeerlijk is, is onder alle om standigheden geldig, wie deze vrijheid ook moge bedreigen.” Aan de Amerikaansche eisch aan Fin land lag ook tot grondslag een zoeken naar een compromis tusschen Finland en Rusland. Naar het oordeel van de regee ring in Finland is dit niet eerder moge lijk dan nadat de Russische bedreiging in het Oosten voldoende veilig is gesteld. In het antwoord aan Amerika wijst Fin land nogmaals op de strategische punten door Rusland aangelegd, op de voortdu rend zwaarder wordende eischen van Rusland, ook na den vrede in Maart 1940 en de communistische activiteit in Finland. Daarmee werd de Finsche vei ligheid en onafhankelijkheid voortdurend bedreigd. Eerst wanneer deze voldoen de veilig gesteld is, zal Finland er aan kunnen denken over vrede te praten. De Amerikaansche staatssecretaris Cordell Hull verklaarde dezer dagen te gelooven, dat Finland de eigenlijke kern kwestie van de Amerikaansche voor stellen ontwijkt. Daarmee heeft hij dus toegegeven, dat de geheele actie er op gericht is, de toevoerwegen naar de Sovjet-Unie open te houden. Wanneer bovendien de Amerikanen geen garantie aan Finland kunnen geven van de vei ligheid voor het land en het lot van O1.- Karelië, dan kunnen we ons levendig in denken, dat Finland er niet veel voor ge voelt, nu men aan de winnende hand is, de strijdbijl te begraven. Men zou de kwestie ook zoo kunnen uitleggen, dat wanneer Finland zou toegeven aan de Amerikaansche eisch, men daarmee een vijand ongelimiteerd bewapent met de groote kans te zijner tijd zelf met die bewapening kennis te maken. Ten slotte dan nog even iets uit Japan i en wel een bericht, dat ons doet zien, welke financieele bedragen Japan zich moet getroosten voor den strijd in China, maar ook hoe deze oorlog enorme offers speelt in deze streken voor belangrijke jkost aan menschenmateriaal. operaties een belangrijke rol. In de maand November loopt in Zuid-Oost- Azië de regentijd ten einde, zoodat de krijgsverrichtingen in grooter verband weer mogelijk worden. Uit verschillende geruchten zou men ’t voornemen van Japan kunnen opmaken om van Fransch Indo-China uit op Chi- neesch gebied de straatweg van Birma naar Yoennan te onderbreken. Daarmee zou dan natuurlijk de eenige goede ver bindingsweg voor den aanvoer van troe pen en materiaal voor China worden af gesneden en practisch de tegenstand van Tsjang Kal Sjek gebroken. 500.— BOETE VOOR EEN BOLSWARDER WINKELIER. Wegens het verhoogen van ma- nufacturen-prijzen. De Bolswarder winkelier J. P. zag zijn omzet in manufacturen eenigszins terug- loopen, met het gevolg, dat ook zijn winst verminderde. Door een schepje op den prijs van zijn artikelen te leggen, trachtte hij zijn inkomsten weer op te voeren, doch hij bedacht daarbij te wei nig, dat daarmee een extra-last op de schouders van de koopers werd gelegd. Vooral de menschen met kleine beurzen, die in de huidige omstandigheden toch al moeite hebben om zich van het noodige te voorzien, worden door een dergelijken maatregel getroffen, hetgeen in elk geval voorkomen dient te worden. Met dat doel is het verbod tot verhoogen van prijzen ingesteld, waardoor het zakenleven ge noodzaakt wordt eveneens zijn aandeel in de lasten van dezen tijd te dragen. In het aangehaalde geval handelde de winkelier dus lijnrecht in strijd met de ter bescherming van de kleine koopers genomen maatregelen, hetgeen voor den Inspecteur voor de Prijsbeheersching te Leeuwarden aanleiding was hem de zware boete van f500.op te leggen. regel geldt voor personen tot en met de lichting van 1911. De met verlof zijnde onderofficieren tot 41 jaar en de officie ren tot 51 jaar kunnen weer in actieven dienst worden genomen. Japansche dienstplichtigen in China, Hongkong en Macao die tot dusver waren afgekeurd, moeten zich thans aanmelden. Onder bovenstaande titel heeft Rijks- minister Seyss Inquart Donderdag j.l. een rede gehouden te Keulen. Allereerst herinnerde spreker eraan, dat de bezetting van Nedeland in Mei 1940 noodig was, om een bedreiging van het Ruhrgebied door de Westelijke mo gendheden veilig te stellen. Groote beteekenis moet verder worden gehecht aan de omstandigheid dat de regeeringsbevoegdheid in het bezette Ne- derlandsche gebied, evenals in Noorwe gen, niet onder de militaire macht is ge komen. Het verschil hierin is gelegen in het feit, dat een militair bestuur het uit voerend orgaan is van de weermacht, terwijl de Rijkscommissaris rechtstreeks lasthebber is van den Führer. Dit Neder- landsche en Noorsche bestuur vindt zijn oorzaak in de Qermaansche volkeren familie, Daarom is het ook de wensch van den Führer in deze twee landen zoo snel mogelijk normale toestanden te her stellen, opdat zij kunnen medewerken aan den opbouw van het nieuwe Euro pa. Wat het openbare leven in Nederland in den huidigen tijd betreft, kan worden gezegd, dat rust en orde verzekerd zijn. De handhaving daarvan is echter slechts een onderdeel van de taak van den Rijks commissaris. Een even groote beteekenis komt toe aan de economische aanpassing van Nederland aan Midden-Europa. In het bestek van deze economische aan passing zijn speciaal de douanegfens en de deviezengrens tusschen Duitschland en Nederland opgeheven. De spreker behandelde vervolgens de geo-politieke problemen van Nederland en verduidelijkte in welke mate Enge land er in den loop van vele eeuwen naar heeft gestreefd de belangrijke Oce- aanpoort van de Rijn-Schelde-monding te beheerschen en onder zijn invloed te brengen. Indien het gelukt, aldus ver volgde de Rijkscommissaris, de Neder landers voor de gedachte van het nieu we Eüropa te winnen, zouden wij niet alleen negen millioen buitengewoon waardevolle medewerkers aan onze zijde hebben, maar ook een der beslissende geo-politieke stellingen van het vaste land betrekken in het groote Europee- sche gebied. Als wij onszelf de vraag voorleggen of de Nederlander Duitscher is of niet, moet gezegd worden, dat haar afstam ming behoort tot Friezen, Neder-Saksers en Franken. Om volstrekt gemeenschappelijke oriënteering te bereiken, is ontwikkeling noodig met orienteering op een doel, dat van beide kanten duidelijk onderscheiden en bewust nagestreefd wordt. Bij de be handeling van dit probleem nu wordt te genwoordig vaak gesproken van onaf hankelijkheid en zelfstandigheid. In wezen gaat het echter om de gelijk- gerechtigheid. Dat is het grootste, dat 't Duitsche volk heeft te vergeven en ook het schoonste dat aan een volk gegeven kan worden. Zoo is het ook de ernstige wil van den Führer de Nederlanders als gelijkgerechtigde kameraden in het Ger- maansche gebied op te nemen. Bij de mannen, die thans de verantwoordelijk heid in Nederland dragen, treedt steeds meer het steven aan den dag in de toe komst samen met het Duitsche volk op te trekken, een gemeenschappelijke ver tegenwoordiging van alle belangen naar bulten te vormen, maar daarenboven ook zoo noodig door een gemeenschappelijk bloedoffer het gemeenschappelijke be staan te beveiligen. Veel Nederlanders, die de toekomst met helderen blik be schouwen, zien in den Führer van het Duitsche volk de groote persoonlijkheid, die het lot van Europa en vooral van de Qermaansche volken beheerscht en vormt. wagenmaker, smid of iets dergelijks. Een tweede vraagstuk is dit: op welke wijze zal de werkgelegenheid in den landbouw gedurende het geheele jaar kunnen worden gewaarborgd? Het Is een bekend feit, dat vooral ge durende de wintermaanden werkloosheid heerscht in het landbouwbedrijf. Kleine bedrijven beschikken over meer aan passingsvermogen dan groote; er zal derhalve op moeten worden gelet, dat het aantal kleine bedrijven niet te sterk vermindert In dit verband is het eveneens van belang, om na te gaan in hoeverre de Industrie zich in den winter zal kunnen aanpassen aan de tijdelijke werkloosheid In den landbouw, aangezien deze even tueel een goed deel van deze winter- werkloosheid zou kunnen opvangen. De streken, waarin dit soort werkloosheid veel voorkomt, zullen een onderwerp van plaatselijke studie moeten vormen, ten einde na te gaan, welke mogelijkheden de industrieën in de streek bieden om arbeidskrachten uit den landbouw tijde lijk op te nemen. Ten slotte blijft de vraag bestaan, op welke practische wijze onze Industrieën moeten worden Ingedeeld, In verband met de mogelijkheid voor export van onze agrarische producten. Dit vraag stuk Is In de laatste jaren meer en meer op den voorgrond getreden. Onze landbouwende bevolking zoekt haar werk op het land. Zij kan in de stad, als algemeene regel, geen werk vinden en voelt daar over het algemeen ook niet voor. Het Nationale Plan zal de oplossing van al deze problemen kracht dadig ter hand nemen. Een vraag van het allergrootste be lang is; aan hoeveel menschen kan de landbouw in ons land nog werk ver schaffen? Voor de agrarische ontplooi ing in ons land zullen door inpoldering ongeveer 225.000 hectaren beschikbaar komen. In 1935 bedroeg de zuiver agra rische bevolking van Nederland 0.8 per soon per hectare. Wanneer wij ons op dit cijfer baseeren, kan als bevolking van de ingepolderde gronden een totaal van 180.000 inwoners worden aangeno men, Vermoedelijk zal dit aantal te hoog zijn geschat, in verband met de mecha nisatie van het landbouwbedrijf, waar door het aantal voor elk bedrijf benoo- digde werkkrachten vermindert. Ongeveer 40.000 hectaren in hoofdzaak nieuwe veenkoloniale gronden, zullen door ontginning in cultuur kunnen wor den gebracht. Door ontwatering van on geveer 57O.poq hectaren zal een ver hoogde opbrengst worden verkregen van 20 die du* gelijkstaat met een land- aanwinst van 110.000 hectaren. Ruilver kaveling van 500.000 hectaren zal een hoogere opbrengst opleveren van 25 hetgeen neerkomt op een landaanwinst van 125.000 hectaren. In het geheel zou dus de agrirische bevolking kunnen toe nemen met 292.000 personen, globaal geschat. Hierbij Is nog geen rekening gehouden met de mogelijkheid, om ondergeloopen gronden in Zeeland droog te leggen, ter wijl er ook nog een aantal zand- en hei degronden is, dat in cultuur kan worden gebracht. Aan den eenen kant zouden deze laatste gronden slechts met hooge kosten tot voldoende productie te bren gen zijn (daarmee zou een cultuur-op- pervlakte van ongeveer 265.000 hectaren te verkrijgen zijn), doch aan den ande ren kant zouden deze gronden kunnen worden bestemd voor ontspannings. doeleinden. In totaal echter zal in het jaar 1970, bij een aangenomen maximale bevol king van Nederland van 10.6 millioen Inwoners, slechts 2 0% van deze bevol king In den landbouw werkzaam zijn, hetgeen dus een achteruitgang zou be- teekenen in vergelijking met 1930, toen in den landbouw 22.6 van de bevol king werkzaam was. Hierbij moet evenwel niet uit het oog worden verloren, dat de bevolking op het platteland sneller toeneemt dan in de steden. De jonge menschen, die geen werk kunnen vinden in het agrarisch be drijf, zullen dus hun geluk moeten be- Reeds sedert meerdere weken vormt in de diplomatieke oorlog Amerika het hoogtepunt van onze be langstelling. De spanning, welke voor enkele maanden terug naar men meende tot een conflict tusschen Amerika en Japan zou moeten leiden, is sindsdien nog steeds toegenomen. Da,t kan na tuurlijk niet zoo doorgaan en binnen niet te langen tijd zullen ook deze twee we reldrijken in de algemeene chaos dee- len. De stemming over de wijziging der neutraliteitswet in het huis van afge vaardigden in de Ver. Staten, welk nieuw ontwerp met iets meer dan de helft is aangenomen, geeft een duidelijk beeld van de algemeene stemming in Amerika ten aanzien van een deelnemen aan de>- zen oorlog. De bereidheid van het Ame rikaansche volk zich weerspiegelend in de stemming der afgevaardigden voor een deelnemen aan dezen oorlog, blijkt dus niet zoo algemeen als wel eens wordt voorgesteld. De groote vraag is nu of na de wij ziging van de neutraliteitswet een oorlog in den Stillen Oceaan voor de deur staat. Het is natuurlijk zeer moeilijk hier op een concreet antwoord te geven, maar wel is de conclusie te trekken dat de toestand thans zeer verscherpt is. In de Zaterdag te Washington gehou den persconferentie was President Roo sevelt zeer gereserveerd ten aanzien van een commentaar op de stemming over de herziening van de neutraliteitswet. Ook in Japan acht men den toestand thans ernstiger. Volgens Japansche bla den is een verscherping van den toestand op den Atlantischen en op den Stillen Oceaan te verwachten. Voor Roosevelt is thans een hindernis op den weg naar deelneming aan den oorlog weggenomen. Politieke kringen in Japan beschouwen de kwestie der wijziging ongetwijfeld als een barometer voor de stemming van het Congres ten aanzien van de deelneming aan den oorlog. Den laatsten tijd worden nogal eens berichten gelanceerd over troepenvervoer langs de Birma-weg over de vlootbasis Singapore, over Thailand en het Pana- ma-kanaal, waaruit men den indruk krijgt, dat hier voor Engeland en Ame rika vier zeer belangrijke punten wor den genoemd en inderdaad is dit het ge val. De Birma-weg is de eenige verbin- proeven bij de industrie, In den handel, Jingsweg voor massa-vervoer tusschen H J het tegen Japan strijdende Tsjoenking - - - China en de Engelsch-Amerikaansche in het beoefenen van een dorpsambacht: wapenindustrie De andere drie hierboven genoemde brandpunten hebben eveneens een voor dit doel waardevolle beteekenis. Als een zeer ernstige maatregel heeft men in Japan opgevat de Amerikaansche eisch tot uitwijzing van alle in de Panama- zöne wonende Japanners. Dat is natuur lijk voor Amerika een uiterste voorzorgs maatregel ter beveiliging van het Pana- ma-terrein. Wat Singapore betreft, doen nog steeds de meest tegenstrijdige be richten de ronde. Volgens sommige berichten wordt de Engelsche vloot aldaar versterkt, maar uit een bericht van een Reutercorrespon- dent zou men de conclusie kunnen ne men, dat nog geen enkel Engelsch oor logsschip ter versterking van de daar aanwezige vloot is aangekomen. Men zou dit bericht ook zoo kunnen uitleggen, dat een versterking nog niet heeft plaats gehad, maar dat er evenveel mogelijk heid bestaat, dat de Amerikaansche Pacific-vloot deze vlootbasis gedeeltelijk van de Ehgelschen overneemt. Momenteel wordt Singapore gebruikt voor belangrijke troepentransporten die waarschijnlijk gebruikt zullen moeten worden tusschen de grenzen van Ma- lakka-Birma en Thailand. Het weer -(O)- DE JONG s NIEUWSBLAD waarin opgenomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1941 | | pagina 1