Buitenlandsche Revue.
De Bolswardsche Courant en Westergoo
DE PRIJSBEHEERSCHING.
Waarschuwing.
Dinsdag 19 Mei 1942
38£g Jaargang
Bekendmaking.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeei en Hennaarderadeel
Uitgever Fa. A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 451
No. 40
1.
e
fet
Churchills dreigement met
de gasoorlog
heeft de gemoederen, ook in de bezette
gebieden danig verontrust. We herinne
ren ons uit de vorige na-oorlogsche pe
riode hoe we met afschuw kennis heb
ben genomen van de verschrikkingen,
die een gasoorlog niet alleen over het
strijdende leger, maar over de geheel»
burgerbevolking kan brengen. De mo
derne oorlog maakt van den mensch ’n
kuddedier, het zelfbehoud wordt omge
zet in het dierlijk instinct, de lust tot
Na de bezetting van Madagascar door
de Engelsche troepen is een nieuw ge
schilpunt 'ontstaan lomtrent het eiland
Martinique., De Amedikaanschje opper
bevelhebber in de Carabische zee, admi
raal Hoover, is door president Roosevelt
naar Martinique gezonden om met den
hoogen commissaris van Fransch West-
Indië te onderhandelen over een over
eenkomst. In verband hiermede heeft het
departement van buitenlandsche zaken te
Washington een verklaring uitgegeven,
waarin gezegd wordt, dat het besluit der
regeering genomen is met de algemeen»
politiek, welke gevoerd wordt sinds
Laval aan het bewind is gekomen. De
beoogde overeenkomst heeft tot doel de
bescherming en het behoud van Mar
tinique voor Frankrijk te waarborgen.
Ten opzichte van
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
Leesgeld fr. p. p. per hall jaar f 1.57
Buiten de provincie f 2.10; inn. 15 c.
Voor het Buitenland f 7.35 per jaar.
Leesg. p. looper 42 ct. p. kwartaal.
pr
t-
-v,- 100 et.
Jki. ra.Hl. jfiSiffif 6 ct.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
Officieeel wordt medegedeeld:
De doodvonnissen, die de duit-
sche kriegsgerichte dezer dagen
tegen een groep samenzweerders
tegen de veiligheid van de bezet
tende macht hebben moeten uit
spreken en die intusschen voltrok
ken zijn, hebben een taal gespro
ken, die niet misverstaan kan
worden. Het verloop van het pro
ces leverde de ondubbelzinnige be
wijzen op, dat de onverantwoor
delijke ophitsende leuzen van de
overzijde van het Kanaal in een
gepaalde minderheid van de be
volking steeds nog gewillige werk
tuigen vinden, die in hun grenze-
looze verblinding niet terug
schrikken voor kuiperijen, waar
door zij logischerwijze in conflict
moeten komen met de bezettings-
autoriteiten.
Daar alle vermaningen en waar
schuwingen blijkbaar niet gehol
pen hebben, heeft de bezettende
macht zich thans gedwongen ge
zien de noodzakelijke voorzorgs
maatregelen tegen een herhaling
van soortgelijke complotten te ne
men. 460 personen die vroeger in
het openbare leven stonden en van
wie aan te nemen is, dat zij met
de aanstichters van de tegen de
bezettende macht gerichte kuipe
rijen sympathiseerden, zijn als gij
zelaars in arrest gesteld.
Er gaat nauwelijks een dag
voorbij, waarop niet in scheldka
nonnades van den Londenschen
zender bedreigingen met den dood
aan het adres van Nederlanders en
Duitschers in de bezette Neder-
landsche gebieden worden gericht.
Elementen, die het zouden wagen
zich in verblinde onbezonnenheid
tot handlangers te maken van deze
zelf op veiligen afstand levende
volksvijandige elementen, moeten
weten, dat zij niet alleen met hun
eigen leven, doch ook met het le
ven van deze gijzelaars een roeke
loos spel spelen, waarvan de af
loop voor iedereen met eenig in
zicht niet twijfelachtig kan zijn.
Wanneer het door de kuiperijen
van de emigrantenclique te Lon
den tot gewelddadige handelingen
tegen Nederlanders en Duitschers
in de bezette Nederlandsche ge
bieden zou komen, en de rust en
orde verstoord zou worden, dan
staan deze gijzelaars met hun le
ven hiervoor borg.
moorden ontwaakt, en verlaagt den
mensch in zekeren zin tot beneden het
redelooze dier, maar de gasoorlog is veel
erger, die treft niet alleen den mensch,
de natuurlijke strijder voor een ideaal,
maar verminkt hem ook voor zijn ge-
heele verder leven als de koning der
schepping.
We hadden mogen verwachten dat ’t
gezond verstand over de waanzin van
den gasoorlog had gezegevierd, maar
we weten uit ondervinding, dat hoe lan
ger een oorlog duurt, hoe onmenschelij-
ker de middelen worden waarmede men
elkander tracht te bestrijden. Is er dan,
zoo zullen velen zich afvragen, werke
lijk gevaar voor een gasoorlog? Het is
jammer genoeg, dat deze vraag in be-
-o 879201
ft cent
Leent
ard,
de Prijzen en zijn staf van medewer
kers.
Zijn volgende taak is, krachtig op te
treden tegen hen, die zonder toestem
ming en op ongemotiveerde wijze de
prijzen van idiverse artikelen verhoogen.
Een leger van opsporingsambtenaren is
dagelijkks aan den weg om eventueele
overtredingen te constateeren en proces
verbaal op te maken. In het kader van
dezen arbeid valt ook de verplichte
prijsaanduiding voor bepaalde artikelen
(levensmiddelen, textielwaren, groenten
en fruit, lederwaren, enz.). Dat verge
makkelijkt de taak van de opsporings
ambtenaren.
De derde taak van den Gemachtigde
voor de Prijzen is de berechting van de
overtreders van het Prijzenbesluit. Zij,
die zonder toestemming de prijzen ver
hoogen de prijzen dus opdrijven
worden berecht door de diverse inspec
teurs. Al naar gelang van de zwaarte
van de overtreding volgen lichtere en
zwaardere straffen.
Meestal krijgt de overtreder een boe
te en worden de artikelen, waarvan de
prijs is opgedreven al of niet in beslag
genomen. Is het een ernstig geval of is
er sprake van overtreding, dan kan slui
ting der zaak voor een bepaalden tijd
tevens als bijkomende straf worden op
gelegd, terwijl de Inspecteur voorts het
vonnis, als afschrikwekkend voorbeerld
kan doen publiceeren in de bladen. Dit
is een preventieve maatregel, eenerzijds
om den overtreder in de kranten te sig-
naleeren, zoodat de klanten op hun hoe
de kunnen zijn; anderzijds om anderen
af te schrikken en te weerhouden een
zelfde overtreding te begaan.
Nu is het jammer, dat vele belangheb
benden, in casu de klanten, de koopers,
de groote beteekenis en het groote be
lang van de prijsbeheersching nog niet
inzien. Zij beschouwen al deze maatre
gelen als vijandig, terwijl de instelling
van het instituut van de prijsbeheer
sching bedoeld is als bescherming van
den minst kapitaalkrachtige. De prijsbe
heersching is dus geen vijand, maar een
vriend. De maatregelen worden geno
men in het belang van het geheele Ne
derlandsche volk. Vooral vele huismoe
ders zien dit nog niet in. Zij dienen te
beseffen, dat, wanneer er geen instituut
voor de Prijsbeheersching zou zijn in
ons land, de prijzen van de levensmid
delen, de kleeding en andere noodzake
lijke artikelen reeds lang op een dusda
nig niveau zouden zijn gekomen, dat 't
gros der Nederlandsche bevolking bittere
armoede zou lijden, terwijl het kleine
deel goed gesitueerden kommer nog ge
brek zou hebben.
Men waardeere dus de maatregelen,
die de Gemachtigde voor de Prijsbeheer
sching in zoovele gevallen reeds geno
men heeft. En komt men tot de conclu
sie, dat een bepaalde winkelier, grossier
of fabrikant tegen de voorschriften zon
digt en de prijzen ongemotiveerd ver
hoogt dan aarzele men niet, doch men
maakt melding van dergelijke overtre
dingen. Want slechts dan kan het insti
tuut van de Prijsbeheersching haar werk
met de volle 100 resultaat verrichten
en pas dan kunnen de opsporingsambte
naren op de juiste wijze en op het juiste
oogenblik ingrijpen, als er ook de volle
medewerking van de consumenten is. Zij
kunnen, aan de hand van de verschillen
de publicaties, zelf het beste controlee-
ren, of een prijs juist is of te hoog. En
het is in het belang van den consument
dat er tegen eiken prijsopdrijver met de
noodige gestrengheid kan worden opge
treden. Zoodra het publiek dit gaat in
zien, dan kan de Prijsbeheersching het
beste resultaat boeken. En er voor zorg
dragen, dat voor den duur van dezen
oorlog geen enkelen prijs op een onge
motiveerd hoog niveau komt.
Het Instituut van de Prijsbeheersching
verdient dan ook meer sympathie, dan
tot nu toe het geval is. Laten wij wat
meer begrip hebben voor het doel, dat
dit Instituut voor oogen heeft: te voor
komen, dat de minder-kapitaalkrachtige
bevolking van ons land, op den duur
verarmt en verkommert, en de enkeling
zich ten koste van de massa verrijkt.
vestigenden zin moet worden beant
woord. Daar is in de allereerste plaats
het dreigement van Churchill. In zijn
jongste rede heeft deze Engelsche oor-
logsleider onomwonden verklaard, dat
in dien Duitschland aan het Oostelijk
front gas zou gebruiken, Engeland on
middellijk de gasoorlog tegen Duitsch
land zou openen. Inmiddels is de Sovjet-
Russische bewering dat Duitschland
reeds gas zou hebben gebruikt, door de
Duitsche legerleiding pertinent tegenge
sproken, maar wat niet is kan komen.
Alleen het feit, dat men de mogelijkheid
onder oogen ziet, is reeds een zeer ge
vaarlijk symptoom.
In het Amerikaansche tijdschrift „New
York republic” komt in een artikel, ge
schreven door een zekere kolonel Alden
Watt, deze zinsnede voor: „Het gebruik
van gas is voor de Vereen. Staten een
ideale zaak en het is principieel verkeerd
geen voordeel te trekken uit het gebruik
van gas. Het is belachelijk te gelooven,
dat gas niet gebruikt zal worden omdat
de Duitschers het tot dusver niet ge
bruikt hebben. Het gebruik van gas is
een reeds vooruit beklonken zaak.’
Duidelijker kan het niet gezegd en
hoewel deze woordvoerder niet behoort
tot de officieele persoonlijkheden in
Amerika, bewijst toch de vrijmoedigheid
waarmede over deze kwestie wordt ge
schreven, voldoende, dat er ernstig re
kening met deze verschrikking moet ge
houden worden.
Waarschijnlijk heeft Paus Pius XII ook
op de mogelijkheid van de gasoorlog
gedoeld met deze woorden in de j.l. ge
houden radiotoespraak, „dat een nieuw
en groot gevaar voor de menschheid op
rijst”.
Verder zouden we nog willen wijzen
op de mededeeling van ’t nieuwsbureau
Reuter, dat Groot-Brittannië thans-
reeds over het beroemde Amerikaansche
gas-levisite beschikt, dat het krachtigste
gas ter wereld is en op de mededeeling
in de Daily Express dat de Russen
moordende gassen hebben gemaakt, die
in den vorm van gasbommen en vloei
baar gas ter beschikking staan.
Wat de oorlogstoestand betreft,
schijnt er door de iets betere weersge
steldheid een verhoogde activiteit aan
het Oostelijk front te ontstaan.
Van Duitsche zijde wordt de verove-
rijng van Kertsj gemeld, terwijl eveneens
melding wordt gemaakt van heftige Rus
sische aanvallen bij Charkow. Waar
schijnlijk zullen hier in de komende we
ken beslissende gevechten worden ge
leverd waarvan het resultaat wel eens
doorslaggevend voor het verdere ver
loop van den strijd zou kunnen zijn. Van
het Westelijk front valt behalve de re
gelmatige torpedeering van de voor den
oorlog onmisbare scheepsruimte zeer
weinig nieuws te vermelden.
In Birma gaat de Japansche opmarsch
regelmatig door en hebben de verbonden
Engelsch-Chineesche troepen alle moei
te om aan de omsingeling te ontkomen.
De bekende Birmaweg die gebruikt
werd voor de voorziening met oorlogs
materiaal van het leger van Tsjang Kai
Sjek is nu geheel in handen van de Ja
panners, waardoor de tegenstand van ’t
bedoelde Chineesche leger aanmerkelijk
is verkleind. Waarschijnlijk heeft Japan
door deze geslaagde operatie meer troe
pen vrijgekregen voor de inuitzichf ge
stelde aanval op Australië. Het was aan
dat front de laatste weken opmerkelijk
stil, maar nu blijkt, dat de Japanners
een invasievloot hebben geconcentreerd
ten Noorden van Australië. Deze vloot
wordt voortdurend versterkt met nieuwe
Japansche vliegtuigen en schepen, voor
al in de havens te Raboul en op de ove
rige door Japan bezette eilanden.
Volgens berichten uit Camberra is
Port Moresby Zaterdag door 26 Japan
sche bommenwerpers, begeleid door 17
jagers aangevallen.
Het bureau van den bevelheb
ber der weermacht in Nederland
maakt bekend:
Den 15den Mei zijn ruim 2.000
vroegere Nederlandsche beroeps
officieren en aspirant-officieren
weer in Duitsche krijgsgevangen
schap gebracht. Aan de betrokke
nen is daarbij de volgende moti-
veering bekend gemaakt:
„De fuehrer van het Duitsche
Rijk heeft in aansluiting aan de
capitulatie van de Nederlandsche
weermacht in Mei 1940 bevolen,
dat zij, die tot deze weermacht be-
hooren, niet meer als krijgsgevan
genen behandeld zouden worden,
doch vrijgelaten. Dit geschiedde
in de veronderstelling, dat zij het
daarin liggende vertrouwen waar
dig zouden toonen. Misbruik ma
kende van het loyale karakter van
dezen maatregel hebgen leden van
de voormalige Nederlandsche
weermacht den laatsten tijd in be
langrijke mate deelgenomen aan
allerlei vijandige handelingen te
gen Duitschland. Onder hen be
vond zich een aanmerkelijk aan
tal vroegere officieren en aspirant-
officieren. Deze hebben daarmede
tegelijk, voor zoover zij destijds
op eerewoord werden vrijgelaten,
hun eerewoord gebroken.
Het oppercommando van de
duitsche weermacht ziet zich
daardoor gedwongen de vrijlating
der vroegere Nederlandsche be
roepsofficieren en aspirant officie
ren ongedaan te maken en hen
weer in verzekerde bewaring te
stellen. Deze maatregel treedt on
midellijk in werking.
Daardoor werden zij weer in
vollen omvang onder de voor
krijgsgevangenen geldende beve
len en voorschriften gesteld en in
het bijzonder onder de voor krijgs
gevangenen gebruikelijke beper
kingen der persoonlijke vrijheid.”
Deze redenen voor de getroffen
maatregelen worden bij dezen ter
algemeene kennis van het Neder
landsche volk gebracht. Bovendien
gebruikt de bevelhebber der weer
macht in Nederland dezen nood
zakelijk geworden maatregel als
aanleiding om er opnieuw en met
nadruk op te wijzen, dat elke po
ging tot verzet tegen de bezetten
de macht meedoogenloos onder
drukt wordt. Indien in de toekomst
mocht blijken, dat leden van de
voormalige Nederlandsche weer
macht deel hebben aan vijandige
handelingen tegen Duitschland,
dan zou de thans getroffen maat
regel uitgebreid moeten worden
tot de vroegere reserve officieren
en beroepsonderofficieren van de
voormalige Nederlandsche weer
macht.
Een maatregel, die nog niet ten volle
wordt gewaardeerd.
In normale omstandigheden, als er
voldoende grondstoffen zijn om de noo
dige voedings- en genotmiddelen, de
kleeding-, en dekkingbehoefte te produ-
ceeren, zijn de prijzen, van al deze arti
kelen vrij;. De onderlinge concurrentie
tusschen de verschillende leveranciers,
zoowel de fabrikanten, grossiers als
winkeliers, zorgt er wel voor, dat de
prijs zoo laag mogelijk blijft Immers,
het publiek is nu eenmaal graag op een
koopje uit en wil een fabrikant in nor
male tijden aan zijn product populariteit
geven, dan is hij verplicht om de kos
ten zoo laag mogelijk en derhalve ook
den prijs van het artikel zoo gering, als
eenigszins mogelijk is, te houden.
In oorlogstijd verandert het handels-
leven geheel. Vooral nog, als de invoer
van de noodzakelijk» grondstoffen en de
verschillende noodzakelijke beperkingen
een zekere schaarschte doen ontstaan.
Wanneer de bevoegde instantie, die
daartoe is ingesteld, de prijzen ongecon
troleerd zou laten, dan zou men in kor
ten tijd geweldige prijsstijgingen coasta-
teeren, waarvan in de eerste plaats de
kleine man de dupe zou worden. Het
uiteindelijk gevolg zou derhalve inflatie
zijn, zooals men dat in 1918 in Duitsch
land heeft gekend. Het is derhalve dan
ook absoluut noodzakelijk, dat er in oor
logstijd een instantie is, die de bevoegd
heid bezit de prijzen dusdanig te rege
len, dat er geen sprake kan zijn van prijs
opdrijving, een euvel, dat wij ook in de
jaren 1914-1918 hebben gekend.
Na 5 Mei 1940 zijn in ons land ter
stond maatregelen getroffen om ongeli
miteerde prijsverhoogingen tegen te
gaan. Daartoe werd een gemachtigde
voor dei prijzen benoemd, die de prijzen
van alle noodzakelijke artikelen (levens
middelen, kleeding, alsook huur e.d.)
bevroor op het peil van 9 Mei 1940. Dat
wil zeggen, zonder toestemming van den
Gemachtigde voor de Prijzen, mag geen
enkele fabrikant, grossier, importeur of
winkelier de prijs van een bepaald arti
kel verhoogen. De z.g. „prijsstop” werd
ingesteld, een maatregel, die in de eerste
plaats ten, doel had het belang van den
arbeider te dienen en in de tweede
plaats om een inflatie tegen te gaan.
Nu spreekt het natuurlijk vanzelf, dat
het handhaven van de voor-oorlogsche
prijzen op den duur niet voor alle arti
kelen mogelijk is. De lasten (belasting,
sociale positie van den arbeider, duurder
vervoer e.d.) voor den fabrikant werden
hooger, dus de kostprijs van een bepaald
artikel werd duurder, ook al omdat de
nieuwe grondstoffen duurder werden.
Een redelijke prijsverhooging is dus in
verschillende gevallen mogelijk en zelfs
noodzakelijk. Wil een fabrikant zijn pro
duct Prijs verhoogen, dan vraagt hij
dit aan en wordt de aanvraag terdege
onderzocht De verschillende Rijksbu-
reaux onderzoeken de gegevens en als
de aanvraag billijk is, dan ontvangt de
fabrikant toestemming tot prijsverhoo
ging.
Hoe gaat dit nu? Een eenvoudig voor
beeld zal dit verduidelijken. Gestel een
fabrikant kan een bepaald artikel ver-
vaahrdigen voor f 1<Zijn winst be
draagt 25 hetgeen redelijk is, dus
f0.25. Do verkoopsprijs is dus f 1.25.
Nu kost de vervaardiging van dit pro
duct op het oogenblik meer en het arti
kel komt den fabrikant zoodoende zelf
op f 1.50. Mag hij nu weer 25 winst
er op leggen, dus f0.37'/2, waardoor de
verkoopsprijs stijgt tot f 1.87*4? Neen,
dat mag niet. De winst mag niet hooger
zijn, dus blijft 25 cent, al zou het artikel
f 3.kosten. De verkoopprijs wordt dus
na de toegestane verhooging, niet
f 1.87|4, maar fl.75.
De taak van den Gemachtigde voor de
Prijzen is dus de prijsverhoogingen, die
noodzakelijk zijn en niet kunnen worden
tegengehouden, te remmen tot een rede
lijk minimum. Zijn taak is dus in de eer
ste plaats: Prijsvorming. Van hoe groo
te beteekenis dit is, moge blijken uit
het feit, dat de verhoogingen van de
noodzakelijke levensmiddelen, zooals
brood, melk, groenten, fruit, aardappe
len, vleesch e.d. sedert 9 Mei 1940 nog
vrij gering zijn. Dat is te danken aan
den arbeid van den Gemachtigde voor
1st
In
n
1
JU
Groote wasch in de voorjaarszon.
Na lange, strenge wintermaanden
doen de Duitsche soldaten met ple-
zier weer hun wasch.
(VJ>_B.-Eur. Bildmat. dienst.-F JC
__ÜÊiizschel-m.).
HOOFDREDACTEUR I. D. OSINGA,
NIEUWMARKT 29, BOLSWARD.
Zuiq-Afrika
bestaan er bij Amerika eveneens vér
strekkende plannen. Amerikaansche
radiostations houden zich den laatsten
tijd bezig met het Amerikaansche voor
nemen om van Zuid-Afrika een groote
basis der geallieerden te maken. De chef
van de Amerikaansche missie in Noord-
Afrika, generaal majoor Maenwell, heeft
onlangs ten aanzien van de taak van
Amerikaansche troepen in vreemde lan
den verklaard, „hun taak is de strijden
de troepen van andere geallieerde lan
den, die wezenlijk strijden, hulpdiensten
te verleenen.”
Wanneer we dan ten slotte nog even
terugkeeren naar Europa, dan trekt op
diplomatiek terrein een artikel van von
Papen, de Duitsche ambassadeur in Tur
kije, sterk de aandacht. De politiek van
de Turksche regeering en evenzeer van
het geheele1 volk (aldus deze kenner van
den Turkschen toestand) is buiten den
oorlog te blijven. Turkije is na de groote
hervorming van Ataturk een nationale
staat geworden, die besloten is zich
te beperken tot de eigen krachten, de
welvaart der bevolking zooveel moge
lijk te vergrooten en in staat te zijn de
nationale krachten te verdedigen tegen
eiken aanval van welke zijde dan ook.
Zeker, het bondgenootschap, dat de ge
allieerden met Turkije hebben gesloten,
rechtvaardigt groote verwachtingen,
maar zelfs de domste propagandist
moet inzien, dat Turkije hiermee nooit
iets anders bedoeld heeft dan zijn eigen
veiligheid te waarborgen.
I
SWARD
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen