r
De Oorlog
Buit enlandsche Revue.
De Bolswardsche Courant en Westergoo
f
r7'. 1
I
Fietsers, let op Uw vehikel!
er
t
I
Dinsdag 2 Juni 1942
Jaargang
No. 44
1.
A
i
o
154.-
f -
f -
f -
f -
f -
f
f -
f -
f -
De plechtige opening van de
Nederlandsche Cultuurkamer
r
W*
Verschijnt DINSDAGS- en
VRIJDAGSAVONDS.
raatt
i j&gL 500 Ct.
s&si, m&sr 6 ct,
rd.
a
HOOFDREDACTEUR
Strengere straffen tegen de zwijntjesjagers zijn
zeer gewenscht.
n.
Officieel orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever Fa. A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD a Telefoon No. 451
Ms j
it
1
1.
d
3.
veel
;anti
f
y
LUCTOR.
ouder
shou-
p. st
p. st
p. st
soo
t
n
n
NOA,
tent*
211,
ri 3-12
irt en
;ustus
lei '42
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.57
Buiten de provincie f 2.10; inn. 15 c.
Voor het Buitenland f 7.35 per jaar.
Leesg. p. looper 42 ct. p. kwartaal.
Gedurende de laatste week is er aan
het Russische front een veldslag gaande
van geweldige afmetingen. Meer dan een
millioen menschen met al het moderne
materiaal in den vorm van tanks, ka
nonnen, vlammenwerpers enz. enz. ston
den hier tegenover elkaar. Het voorspel
van dezen strijd, we bedoelen
de slag rondom Charkov,
is reeds afgespeeld in het begin van de
nu afgeloopen maand Mei, toen de ver
bonden Duitsch-Roemeensche legers in
een krachtige aanval het schiereiland
Kertsj hebben veroverd. Deze Duitsche
aanval was het sein voor de troepen
van generaal Tlmosjenko om een groot-
Bcheepsche aanval in het gebied rondom
Charkov op touw te zetten.
Aanvankelijk scheen het, dat deze
Russische aanval belangrijke successen
opleverde. Immers meerdere Russische
divisies drongen door de eerste verdedi
gingslinies van de Duitsche troepen heen
Achteraf blijkt idiit, naar het Duitsche
Nieuwsbureau in een beschouwing weer
geeft, een doorgestoken kaart. Toen de
legers van Timosjenko diep genoeg in
de Duitsche linies waren doorgedrongen
hebben de pantserlegers van von Kleist
uit het Zuiden en die van Paulers uit
het Zuld-Oosten ongeveer 80 A 100 km
opereerend achter de bolsjewistische
aanvalslegers ’n omsingeling uitgevoerd,
waardoor het grootste deel der aanval
lende Sovjettroepen als het ware van
hun aanvoerbasis werden afgesneden.
Te laat bemerkte toen Tlmosjenko dat
hier een val voor hem was opengezet,
waarop hij niet gerekend had. Het groo-
HOOFDKW ARTIER VAN DEN FüHRER,
31 Mei. (D.N.B.). Het opperbevel der
weermacht deelt mede:
In den centralen en den Noordelijken
sector van het Oostelijke front brachten
eigen plaatselijke aanvalsoperaties suc
ces. Achter de linie zijn vrij sterke bol
sjewistische benden in gevechten, welke
twee weken duurden, door Hongaarsche
afdeelingen vernietigd. De vijand verloor
daarbij behalve een aantal gevangenen,
meer dan 4300 mdn £an dooden^ 21
stukken geschut, 97 mortieren en mi
trailleurs, alsmede een hoeveelheid hand-
vuurwapens en munitie.
Bij den slag om Charkov heeft een
Kroatisch regiment zich bijzonder onder
scheiden.
Van de rest van het vijandelijke con-
vooi in de Noordelijke Ijszee dat de
laatste dagen reeds herhaaldelijk zwaar
was getroffen door de aanvallen van
luchtmacht en vlootstrijdkrachten, zijn
wederom vier groote koopvaardijsche
pen door bommen zwaar beschadigd. Bij
deze aanvallen kwam het tot luchtge
vechten, waarbij zes vijandelijke jagers
van de typen Tomahawk en Hurricane
werden neergeschoten.
In Noord-Afrika duurt de strijd voort
Duitsche en Italiaansche jacht- en ge
vechtsvliegtuigen schoten 25 Britsche
vliegtuigen neer.
Aan de Kanaalkust heeft de Britsche
luchtmacht bij aanvallen van jagers gis
teren overdag twee vliegtuigen verlo
ren. Voor de Nederlandsche kust werden
bij een aanval op een Duitsch convooi
acht vijandelijke vliegtuigen door be
schermende strijdkrachten der marine
neergeschoten.
tg.
ranta
ranü
ek«
k-g.
gram
rans
graai
gram
gram
gram
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Giro no. 87926.
2
n
t
er.
idend,
run-
iteren
Tegenover de bloedroode Internationale van
den bolsjewistischen haat staat de S3 als
„internationale” van bet Germaansche bloed.
Deze tegenstelling is onuitwischbaar, de
strijd gaat op leven en dood.
Daarom staan nu schouder aan schouder In
de gelederen der SS de Germaansche vrij
willigers uitalielandenaaangetreden.Zij zullen
het roode beest van het Kremlin vernietigen.
Strijdt ook gij mede tegen de bolsjewistische
internationale.
Treedt in de rijen der Nederlandsche SS.
I J
gram
liter
liter
gram
gram
gram
reken
gram
lagen
rants.
;ent
;ent
\ies
te aantal krijgsgevangenen en het zeer
groote aantal vernielde pantserwagens
bewijst, dat het Sovjetleger hier een ge
voelige klap heeft gekregen. Zeer waar,
schijnlijk is het Timosjenko den eersten
tijd onmogelijk een nieuw offensief in
te zetten. Was dit offensief nu alleen
maar een doorbraakpoging zonder meer
of zit er misschien een verder strekkende
beteekenis achter? We hellen meer tot
de laatste stelling over. Het uiteindelijke
doel van dit Sovjetoffensief is klaarblij
kelijk geweest door te stooten tot de
Dnjepr en dan de Oekraïne te heroveren.
Dat mag men afleiden uit het Reuter-
bericht dat dato 23 Mei uit Moskou werd
gezonden en waarin we deze passage
lezen: In de heete en stoffige steppen
wordt een van de verbitterdste veldsla
gen van dezen oorlog gestreden. Van
zijn uitslag hangt het lot der geheele
Oekraïne af. Hieruit valt duidelijk af te
leiden dat het doel van dit Sovjet-offen-
sief geweest Is, het belangrijke Russische
voedsdlarsenaal en grondstoffengebied
wat de Oekraïne altijd voor Rusland ge
weest is, terug te winnen.
Ook in Afrika
in de MarmarisChe woestijn
is de strijd opnieuw ontbrand. De reeds
gedurende enkele weken stelselmatig
volgehouden vliegtuigaanvallen op Malta
hebben het vermoeden bevestigd, dat
de Duitsch-Italiaansche legerleiding een
offensief in Lybië voorbereidde. Sedert
Woensdag is een Duitsch-Italiaansch
offensief ingezet en hoewel het jaarge
tijde door de geweldige hitte die daar
heerscht nu juist niet de meest geschikte
genoemd kan worden, trekt men zich
hiervan In den modernen oorlog bitter
weinig "an Reeds bij vorige gelegenhe.
zijn hoofdkwartier deze Indische leider
ontvangen.
Omtrent het resultaat van deze bespre
kingen zullen we vooreerst nog wel in
het duister tasten.
De berichten over een tweede front
blijven nog regelmatig aanhouden en
worden natuurlijk in de hand gewerkt
wanneer in de Engelsche bladen berich
ten worden gepubliceerd over de aan
komst van Amerikaansche troepen in N.-
lerland. Zoo langzamerhand zullen hier
zoo spoedig worden weggekaapt, als ’n
fiets, die niet staat afgesloten. Welis
waar schrikken de doorgewinterde fiet
sendieven nergens voor terug, maar het
risico wordt toch minder. Een Larensche
wielrijder heeft een zeer origineele uit
vinding gedaan, die het stelen van zijn
fiets onmogelijk maakt. Hij zet zijn fiets
ergens neer en als een ander er met het
karretje van door gaat, rijst er achter
aan de fiets een blikken plaat omhoog,
waarop te lezen staat: Deze fiets is zoo
juist gestolen! Houdt den dief!
De man een ingenieur heeft een
en ander heel vernuftig geconstrueerd.
Alleen hij is in staat om het ingewikkel
de apparaat buiten werking te stellen.
Een andere wielrijder de man
woont in Amsterdam heeft weer iets
anders bedacht. Hij heeft een apparaatje
aan het voorwiel gebouwd, dat hij in
werking zet, wanneer hij zijn fiets alleen
laat. Indien nu een onbevoegde er met
het karretje vandoorgaat, dan gaat het
apparaat een soort rem op het voor
wiel na een twintigtal meters eens
klaps werken en blokkeert onverwachts
het voorwiel. Het gevolg Is, dat de wiel
rijder over den kop slaat. Hij heeft al
eens de proef op de som genomen. Het
resultaat was, dat de fietsendief met ’n
hersenschudding in het ziekenhuis te
recht kwam.
Waarmede wij maar zeggen willen,
dat er verschillende mogelijkheden zijn
om het stelen van fietsen zooveel moge
lijk tegen te gaan. Wij mogen dan al
mopperen over de slechte menschen, die
zich niet ontzien een anders karretje te
ontvreemden, wij allen hebben den plicht
er zelf voor te zorgen, dat het stelen
van een fiets zoo weinig mogelijk kan
gebeuren. Men late niet nonchalant zijn
fiets onbeheerd ergens voor een winkel
staan. Breng hem naar een fietsenstal
ling, als ge boodschappen moet doen in
de stad of op het dorp. Of is Uw fiets
U geen vijf cent of een dubbeltje waard?
Het parool is dus op het oogenblik:
„Fietsers let op Uw vehikel!” Geeft de
zwijntjesjagers geen schijn van kans;
laat Uw karretje geen moment zonder
toezicht staan. Zoodoende verkleint U
de kans van diefstal. Het kwaad van de
fietsendiefstallen neemt een bedenkellj-
ken omvang aan. Wij allen hebben de
plicht er voor te zorgen, dat de kans,
om een fiets te stelen, zoo miniem mo
gelijk is. Met een beetje medewerking
kan gezamenlijk heel wat gebeuren. Het
is toch altijd nog goedkooper, zélf voor
afdoende maatregelen te zorgen, dan te
moeten loopen of bussen, omdat de fiets
gestolen is. En als de justitie dan ook
eens met strengere straffen begint uit te
deelen tegen de zwijntjesjagers, dan zal
het aantal fietsendiefstallen In ons land
zeker weer verminderen.
NIEUWMARKT 29,
1. D. OSINOA,
BOLSWARD.
den is de strijd in Lybië met voor beide
partijen wisselend succes vastgeloopen
en ook door geen van beide kanten het
uiteindelijke doel bereikt.
Voor de Duitsch-Italiaansche troepen
is dit door te stooten tot het Suez-ka-
naal en daardoor deze bruikbare aan-
voersweg voor Britsch-Indië af te snij
den, voor de Geallieerden de beheer-
sching van dit deel van de Middelland-
sche Zeekust. We zullen moeten afwach
ten of dit nieuwe offensief werkelijk zoo
groot zal worden opgezet, dat nu de heel wat troepen aangevoerd zijn. Met
een bepaalde bedoeling? Natuurlijk,
maar hoe en wanneer? Dat is en blijft
voorloopig een raadseL
d ii 2 n,
verbonden troepen den aanval hebben
ingezet, ook het uiteindelijke doel, n.l.
het Suezkanaal zal kunnen worden be
reikt. Dit hangt natuurlijk voor een groot
deel af van de versterkingen welke En
geland voor dit deel van het strijdtooneel
nog zal kunnen missen.
Wanneer we dan verder onze aan
dacht even vestigen op het Japansche
strijdtooneel, dan zijn we eenigszins ver
wonderd, dat het offensief tegen Austra
lië zoo lang uitblijft. Blijkbaar riskeert
Japan geen enkele mogelijkheid, maar
tracht de voorbereidingen voor dit of
fensief zoo intens mogelijk uit te voe
ren. Men zou ook de veronderstelling
kunnen lanceeren, dat eerst met China
moet worden afgerekend. Nu de Birma-
weg voor de aanvoer van oorlogsmate
riaal is afgesneden, is het voor het Chi-
neesche leger onder bevel van Tsjang
kai Sjek uiterst moeilijk zich tegenover
de goed uitgeruste Japansche troepen te
verdedigen. Dit Chineesche leger is voor
het grootste deel afhankelijk van den
aanvoer van materiaal uit Engeland of
Amerika. We willen in düt verband even
wijzen op een uitlating van Cripps in ’t
Engelsche Lagerhuis, dat „geen prijs te
hoog lijkt voor de voortzetting van de
dappere Russische krachtsinspanning,
zelfs wanneer dat zou beteekenen dat ’n
deel van ons gebied in gevaar zou wor
den gebracht”.
Men zou hieraan de conclusie kunnen
vastknoopen, dat de oorlogsleveranties
aan Rusland belangrijker worden geacht
dan die aan China, zelfs al zou daardoor
de Britsch-Indische bezitting in gevaar
komen.
We geven toe, dat deze uitlating even
goed betrekking kan hebben op Noord-
Afrika, maar ons inziens is dit laatste
object voor Engeland belangrijker, dan
het eerste. Bovendien bestaat voor En
geland nog steeds het gevaar, dat door
de onafhankelijkheidsbeweging van de
Britsch-Indiërs dit gebied toch verloren
dreigt te gaan. Nu de poging van Cripps
is mislukt om de Britsch-Indiërs zonder
politieke tegenprestatie in de Engelsche
oorlogspolitiek te betrekken, moet men
meer dan gewone waarde hechten aan
de rede, die de Japansche minister-pre
sident Tojo j.l. Woensdag in de Japan
sche Rijksdag heeft gehouden. Speciaal
verdient aandacht de passage, dat de
bevolking van Birma, nu de vijandelijk
heden daar nagenoeg ten einde zijn, on
der leiding van hef Japansche leger op
vreedzame wijze het doel: politieke vrij
heid te verwerven, zal verwerkelijken.
Deze verklaring zal natuurlijk ook in
Britsch-Indië weerklank vinden, temeer
nu een groot deel van deze Indische be
weging door middel van een der leiders
h.l. Chandra Bose, contact zoekt met de
Asmogèndheden,
Nadat deze voorvechter van de Indi
sche beweging een onderhoud heeffj ge.
had met de Duitsche minister van bui-
tenlandsche zaken, heeft ook Hitler in
In het vorige artikel vertelde ik U iets
omtrent de practijken van de zwarte
handelaren in de fietsen- en banden
branche en van het kwaad van de rij
wieldiefstallen, dat den laatsten tijd
zoo’n bedenkelljken omvang heeft aan
genomen. Na mijn bezoek aan het cen
trum van dezen zwarten handel, sprak
ik met een rechercheur van politie in de
bewuste stad en vroeg hem, of de po
litie niet krachtdadiger kon optreden. De
man haalde de schouders op en zeide.
„Wat moeten wij er meer aan doen?
Geregeld houden wij razzia’s onder men
schen, van wie wij verwachten kunnen,
dat zij ziich bezig houden met het ver
handelen van gestolen rijwielen en ban
den. De vangst is vrijwel steeds goed,
maar morgen duiken er op een an
der punt van de stad weer handelaren
op. Honderden gestolen fietsen worden
er wekelijks in beslag genomen, tien
tallen processen-verbaal worden opge
maakt, maar niet altijd kan bewezen
worden, dat de verkoopers weten, dat
deze vehikels van diefstal afkomstig zijn
en dikwijls moeten wij die menschen,
wegens gebrek aan bewijs weer vrij la
ten, hoewel wij ervan overtuigd zijn,
dat zij er wel meer van weten. De Ne
derlandsche wet eischt nu eenmaal het
wettig en overtuigend bewijs en lever
dat nu maar eens in al die gevallen.
Er zijn echter twee factoren van be
lang, aldus onze zegsman, die de dief
stallen van de rijwielen zullen kunnen
tegengaan. In de eerste plaats moeten
de straffen tegen de fietsendieven en de
handelaren in gestolen rijwielen en ban
den veel zwaarder worden. In de tweede
plaats moeten de fietsers zelf er meer
voor zorgen, dat de kans, om hun fiets
te stelen, geringer wordt. Dat kan in de
eerste plaats door: geen fiets onbeheerd
te laten staan en in de tweede plaats
door er voor te zorgen, dat er een deug
delijk slot op het rijwiel zit.”
„Rijwielsloten zijn schaarsch,” meen
de ik te moeten opmerken.
„Inderdaad, maar dan kan men ook
gebruik maken van gewone hangsloten.”
Dat is het oordeel van een politieman,
dat we gaarne publiceeren. Want het is
Inderdaad juist. Met alle respect voor de
Nederlandsche justitie, zijn wij eveneens
van meenlng, dat tegen fietsendieven in
de eerste plaats veel zwaardere straffen
moeten worden uitgesproken. Dat kan
alreeds preventief werken. Het schrikt
menig aspirant-zwijntjesjager af, als het
risico wat grooter wordt.
En voorts Is het inderdaad juist, dat
nog menige wielrijder niet zorgvuldig
genoeg er voor zorgt, dat zijn rijwiel
niet gestolen kan worden. De gelegen
heid maakt nu eenmaal den dief. Een
rijwiel, dat stevig op slot staat, zal niet
Hoogwater in de Oekraïne.
De aan den anderen kant van de
spoorbaan liggende troepenonder-
deelen ontvangen hun voedsel door
middel van vlotten en roe: booten.
(V.P.B.-Zander-s.)
hoogen en daarmee onze cultuur te die
nen.
Het is terra nova, die voor ons ligt
en als pionjers gaan wij, die leiding
moeten geven, het voor een deel onge
kende gebied tegemoet
Zonder hartstocht, heeft Hegel gezegd,
is niets grootsch in de wereldgeschie
denis tot stand gebracht Om dien harts-
tochtelijken wil gaat het en niet om de
zekerheid, het doel te bereiken.
In antwoord op de redevoering van
prof. Goedewaagen heeft de Rijksminis-
ter Dr. Seyss Inquart een rede gehou
den, waaruit we eveneens enkele punten
aanstippen.
De oprichting van de Ned. Cultuurka
mer zal door velen overbodig worden
geacht, omdat zij meenen dat de Neder
lander op het oogenblik wel andere zor
gen heeft dan juist nu voor het welzijn
van de kunstenaars te zorgen.
Wie zoo denkt, heeft den dieperen zin
van dezen oorlog nog niet begrepen. Hij
is er zich nog niet van bewust geworden
dat in dezen strijd Europa strijdt met
de machten van het verval om het be
staan van zijn cultuur. Wij staan aan
getreden tegen het materialisme van het
Westen en tegen het bolsjewisme in het
Oosten, ten slotte om geen andere reden
dan om onze cultuur van het avondland,
welke in onze landen is geschapen en
ontwikkeld door de prestaties van den
Germaanschen geest, te behouden.
De conclusie, waartoe gij zijt geko
men, wortelt niet in een toevallige
vriendschap of in de persoonlijke sym
pathie van enkelen dan zou ik op
dezen grondslag niet mijn besluit hebben
genomen doch op de nauwe verbon-
henheid in bloed en cultuur met het Rijk.
Hoe verscheiden ook voor den oorlog
nog de sociologische vormen in Neder
land en het rijk zijn geweest, onder de
oppervlakte werken toch ook in de Ne
derlanden reeds dezelfde krachten.
Deze gemeenschappelijke levens
krachten, gemeenschappelijk uit de ver
wantschap van bloed en cultuur, drin
gen thans tot een ontwikkeling in gelijke
vormen van het leven der gemeenschap.
Derhalve heeft het een diepen grond,
dat de Nederlandsche Cultuurkamer de
Reichskulturkammer tot voorbeeld heeft
genomen. Hetzelfde geldt ook voor de
andere inrichtingen, welke in Nederland
nieuw zijn opgebouwd. Wie hier spreekt
van ovememen of nabootsen, sluit de
oogen voor den niet te miskennen die
peren samenhang. Wij bootsen niet na,
wanneer wij uit gelijken wortel tot gelij
ken vorm komen.
Ik hoop thans, dat deze nieuwe instel
ling tot het welzijn van de Nederland
sche kunstenaars en daarmede tot zegen
van de Nederlandsche cultuur moge
zijn.
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen
Zaterdagmiddag heeft in jdej Stads-,
schouwburg te Den Haag de plechtige
opening plaafts gehad van de Neder
landsche Cultuurkamer.
Prof. Dr. T. Goedewaagen hield een
redevoering ‘waaraan we zejer in het
kort enkele gedeelten ontleenen. De lijf
spreuk van den nieuwen mensch, de
nieuwe staat en de nieuwe cultuur is,
dat de mensch er niet is om gediend te
worden, maar om zelf te dienen. De bes
ten uit ons volk waren reeds lang vóór
1940 overtuigd dat °nze cultuur, on
danks haar groote verleden, vooral sinds
de laatste generatie verstrikt was in on
oplosbare problemen, zoowel ten aanzien
van de kunstwerken en kunstenaars,
als ten aanzien van de pers, de film, van
de journalisten en filmwerkers. Wij leef
den onder den doem van ondergang der
Europeesche cultuur, van een langzaam
uitdooven der vitale krachten onzer
kunst en haakte naar bevrijding uit die
fatale stemming en richtten reeds lang
onze oogen naar wat in het Derde Rijk
langzaam werd opgebouwd.
Dat in de nieuwe ordening van Europa
de staat zwaarder zal wegen en moet
wegen dan in de burgerlijke maatschap-
pij-orde der vorige eeuw en dat deze
herijking der waarde ook in ons land
moest komen, zooals zij dan ook is ge
komen, was een gedachtengang, waar
toe de gemiddelde Nederlander en al
lerminst de cultuurscheppende Neder-
lander zich kon verheffen. Velen onder
ons vreezen een overdreven staatsbe
moeiing met de cultuur, staatsabsolutis-
me, staatsdwang, alsof men in de cul
tuur meer zou kunnen doen dan leiden.
Om met liefde te kweeken en te telen
wat van zelf reeds groeikracht in zich
bergt.
De boven aangehaalde lijfspreuk van
den nieuwen mensch, is de mythe van
de volksche staat. Deze richt zich niet,
zooals vroeger, of tot dusver, naar den
wil van kerk, vorst, adel of burgerij,
maar naar den volkswil, waarvan de
staat niet meer dan een orgaan is.
Hierna behandelde spreker de drie-
deelige taak, welke de volksche staat
heeft ten opzichte van de cultuur: ten
eerste de cultuur steunen, stuwen, zui
veren, ordenen en op haar toezien, ten
tweede het brengen van die cultuur tot
heel het volk in al zijn onderdeden en
ten derde de zorg voor hen die in den
ruimsten zin op cultureel gebied werk
zaam zijn.
De cultuurkamer is gesticht om jour
nalist, filmwerker, musicus, schrijver,
tooneelspeler, schilder, beeldhouwer, en
bouwmeester een verzekerde basis voor
hun scheppingsdrang te geven, hun be
langen in economischen zin te verzor
gen, hen sociaal In een steviger positie
te brengen, hun vakkundigheid te ver-
4»