Bnitenlandsche Revue.
De Oorlog
De Bolswardsche Courant en Westergoo
,1
Sr -
Distributievraagstukken.
n
T
CT
Uitgever Fa. A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
o.
VursclJJjnt DINSDAGS- en
VRIJDAGmAVuNDS.
DE N.V.D.
Zomerkolen, schoenen en theesurrogaat.
HOOFDREDACTEUR
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
a Telefoon No. 451
-tr.j ir p r ijr n,
i iü ."x-.. jQö ct,
dkc filter 6 'ct.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
38— Jaargang
Dinsdag 16 Juni 1942
.1
r
ak
tl.
ts.
:en
am
■v
LUCTOR.
et
n
ien
ltS.
JA,
ISA
r>
n
n
Ltcsgeld Ir. p. p. per hall jaar 11.57
Buiten de provincie f2.10; inn. 15 c.
Voor het Buitenland f 7.35 per jaar.
Leesg. p. looper 42 ct. p. kwartaal.
Nog veel te wenig is het doel en
streven van de Nederlandsche Volks-
dienst bekend. Nog veel te weinig wordt
Rome, 14 Juni. (Stefani). Het Italiaan-
sche weermachtbericht van heden luidt
als volgt:
De slag in de Marmarische woestijn
gaat voort. In de streek van Ain-el-
Gazala is een aanval van gemotoriseer
de afdeelingen en gepantserde strijd
middelen op jonzej infante,rie-eenheden
mislukt. De vijand werd krachtig terug
geslagen na opmerkelijke verliezen te
hebben geleden.
Ten .Westen van El Adem hebben ge
en
tus
'42
!11,
uni
NEDERLANDSCHE VOLKSDIENST.
im
im
ts.
im
im
im
im
im
sr
sr
am
am
am
ts.
ts.
en
Uitstapje van N.A.D.
Bezoek van de arbeidsmannen aan één van de oude kasteden In Limburg
De gids vertelt bijzonderheden over een historisch tijdperk.
(V.P.B.-Arbeidsdienst-Molkenboer-c)
„Beste Luctor, Met belangstelling heb
Ik nu al verscheidene weken Uw artike
len in onze krant gelezen, maar het heeft
mij verwonderd, dat, bij al die dingen,
die ons omringen, U nog nooit eens iets
geschreven heeft over verschillende dis
tributievraagstukken. Zoudt U daar ook
niet eens een artikeltje aan kunnen wij
den?”
Zoo begint een brief van een der
abonné’s, die blijkbaar wekelijks mijn ar
tikelen napluist, en ik moet er, eerlijk
heidshalve aan toevoegen, dat ik meer
dere van dergelijke brieven ontving.
Waarom ik nog nooit over de diverse
distributieproblemen heb geschreven?
Tja, dat weet ik zelf eigenlijk niet. Mis
schien, omdat er ook zooveel andere be
langrijke dingen zijn, die de aandacht
vragen. Maar ik meen, dat ik verplicht
ben om de verschillende briefschrijvers
van repliek te dienen en daarom dus
ditmaal eens een praatje over de distri
butievraagstukken.
Eigenlijk begeef ik mij daarbij op glad
ijs, want een mensch heeft ten slotte niet
overal verstand van. Dan zou hij zoo-
lets als een loopende encyclopaedle
moeten zijn. En met distributievraag
stukken is het dikwijls al heel moeilijk.
Ik moet dan ook eerlijk bekennen, dat ik
niet altiid °P alle vragen antwoord weet
en mij in diverse gevallen heb moeten
begeven naar een insider, te weten:
hoofd van een distributiedienst, die op
dit gebied wat beter georënteerid is.
Maar om nu eens op het kardinale
punt terug te komen. Een tweetal leze
ressen klaagt over het rantsoen kolen.
Voor den zomer wel te verstaan. Beide
dames wonen op het platteland, hebben
noch electriciteit, noch gas en moeten
alles koken en warm houden op het for
nuis of op teen pefroleumstelletje. De
eene dame is moeder van acht kinderen,
de ander heeft er zes, terwijl de zevende
op komst is. Beiden klagen er over, dat
het rantsoen zomerkolen te laag is. Zij
hebben er aan te kort, vooral, omdat er
in een gezin, waar kleine kinderen zijn,
veel gewasschen moet worden. Naast de
eene dame woont een kinderloos echt
paar en dat krijgt een even groot rant
soen kolen. Zij hebben dit rantsoen niet
eens geheel noodig en kunnen zelfs wat
oversparen voor den komenden winter,
ts dat billijk? vraagt de lezeres.
Neen, wij moeten bekennen, dat is ’t
niet Het ligt voor de hand, dat er in
een gezin met acht kinderen meer kolen
des zomers voor het koken, warm ma
ken van water e.d. noodig is, dan in een
kinderloos gezin. Daarmede heeft men
met de uitreiking van de kaarten voor
zomerkolen geen rekening gehouden. Op
het oogenblik is daaraan niets te veran
deren, maar wel kan gezegd worden, dat
deze aangelegenheid thans de aandacht
heeft van het Rijkskolenbureau. Wellicht
komt hierin binnenkort verandering Dus
nog even geduld.
Een anderd lezer heeft een heel ander
probleem. Hij heeft een paar schoenen
hoog noodig. Reeds driemaal heeft hij
een aanvraagformulier ingevuld, doch
heeft tot nu toe nog geen bon kunnen
bemachtigen. Deze maand kan hij geen
eens een aanvraagformulier invullen, om
dat in Mei aan volwassenen geen schoe
nenbonnen worden verstrekt. Nu klaagt
Een volk wordt geboren op het land en
sterft uit in de steden. Het boerendom is de
eeuwige bloedbron van ons volk. De boer
bewerkt onzen bodem en zorgt voor onze
voedselvoorziening. Door den boer zijn wij
verbonden met ons bloed en met onzen bodem.
Strijdt mede voor bloed en bodem.
Treedt in de rijen der Nederlandsche SS.
I a J
N1EUWMARKT 29,
1. D. OSINGA,
BOLSWARD.
F
I ct
1 n
tl
t tl
deze lezer: Ik weet van menschen, die
tijdens het begin der schoenendistributie
een schoenenbon aanvroegen en kregen,
hoewel zij nog geen schoenen noodig
hadden. Ik wilde geen misbruik maken
van de toch al moeilijke omstandigheden
waarin wij «allen thans verkeeren,, en
heb nef zoo lang gewacht, tot ik wer
kelijk een paar schoenen noodig heb. En
nu kan, ik geen bon krijgen. Dat is niet
in orde.
Neen, mijnheer, U hebt gelijk, dat is
inderdaad niet in orde. En wij kunnen
er aan toevoegen, dat per 1 Juni a.s.
een nieuwe regeling van de schoenen
distributie op komst is, die, naar wij
mogen aannemen, billijker, eenvoudiger
en doeltreffender zal werken. Waar U
tot nu toe nog in het geheel geen schoe
nenbon hebt gehad, mag worden ver
wacht, dat U in Juni het eerst aan de
beurt zal zijn.
Een derde probleem, van geheel an
dere aard en slechts zijdelings betrek
king hebbende op de distributie. Een
viertal lezers schrijft mij, dat de dokters
in hun! gemeente, waar, dat doet er niet
toe waarschuwen tegen het gebruik
van de theesurrogaattabletten. Zij zou
den volgens deze artsen, schadelijk zijn
voor de gezondheid en aanbevolen werd
de fleschjes theesurrogaat. Nu vragen
deze vier lezers: Laat de overheid en de
inspectie voor de volksgezondheid toe,
dat er theesurrogaat-tabletten in den
handel worden gebracht, die schadelijk
zijn voor de gezondheid.
Ik moet bekennen, dat ik met die thee
surrogaat-tabletten een beetje in mijn
maag zat. In figuurlijken zin van het
woord althans. Zelf drink ik geen thee,
laat staan het surrogaat daarvan, dus ik
zal er geen last van hebben, aangeno
men, dat Je er last mee kunt krijgen.
Maar ik heb mij om advies gericht tot
een instantie, die het „weten” kan en
deze heeft geglimlacht, dus dat was al
wat geruststellend. Bovendien mag Ik op
hun gezag mededeelen, dat de theesur
rogaat-tabletten niet gevaarlijker voor
de gezondheid zijn dan de echte thee of
koffie. Echte thee was ook niet giftvrij
(hadden we er maar een baal of wat
van) en in koffie zit caffeine, dat even
eens schadelijk voor de gezondheid heet
te zijn. Maar de menschen worden toch
oud, ondanks ze dagelijks jaar en dag
hun bakje troost dronken! En in tabak
zit nicotine, wat ook een zwaar vergif
is. Maar ik rook al twintig jaar en ben
nog zoo lekker als kip, ondanks de ni
cotine. Ons dunkt, dat die anti-^thee-
surrogaat-tabletten-doktoren wel wat al
te hoog van den toren hebben gebla
zen.
En hiermede wlil ik dan dit eerste
praatje over distributievraagstukken be
sluiten. Hebt U andere distributie-pro-
blemen? Stuur ze gerust op. Als Ik er
'n oplossing voor weet, zal ik die publi-
ceeren. Richt uw brieven gewoon aan de
redactie van dit blad met vermelding
van woordje „distrlbutievraagstuk” in
de linkerbovenhoek van de enveloppe.
De redactie stuurt deze brieven dan wel
door naar mijn adres. Te zijner tijd kom
ik dan wel opnieuw met een distributie-
artikel, waarin ik dan een volgende serie
vragen beantwoord.
I
misschien bij uitzondering wel het bui-
tenlandsch overzicht in onze courant
volgen, dienen we iets uitvoeriger bij
deze opgerichte Oost-Compagnie stil te
staan. De bedoeling dan is om alle, bij
werkzaamheden in de bezette Oostelijke
gebieden geïnteresseerde Nederland
sche kringen uit landbouw, industrie,
bankwereld, handwerk en handel, in één
eenheid samen te vatten. De speciale
eigen aard van de compagnie moet er in
gezien worden, dat zij in de eerste
plaats met raad en daad, met volledige
steun van de staat en de Nederlandsche
bank ter beschikking staan van alle Ne
derlandsche ondernemingen en indivi-
dueele personen, die economisch in het
bezette Oostelijke gebied werkzaam
willen zijn. Nu zullen sommigen de op
merking maken, waarom zullen onze
jongeren buitenlands hun bestaan moe
ten zoeken, er is hier toch zeker werk
genoeg? Neen, dat is het hem juist,
er is hier geen werk genoeg en we kun
nen dat heel eenvoudig aantoonen door
enkele cijfers. Het is een niet te weer
leggen feit, dat we in Nederland sukke
len met een overbevolking waarvoor op
onze betrekkelijke levensruimte geen
emplooi meer is, maar bovendien ver
meerdert onze bevolking per jaar met
bolsjewering van het eigen land, maar
was en is steeds gericht geweest op het
wereldcommunisme. De waarde van een
dergelijke clausule zal dan ook niet al te
hoog worden aangeslagen, temeer waar
de voorbeelden in tegenovergestelden
zin zoo maar voor het grijpen liggen.
Neem b.v. Finland, dat bij de eerste
vrede met Rusland het steunpunt Hanjö
moest afstaan en dit ondanks de gege
ven belofte van inmenging in de binnen-
landsche aangelegenheden, een onder-
grondsche actie van communistische or
ganisaties te verduren heeft gehad.
We zouden kunnen wijzen op Spanje,
Frankrijk enz. en voor wat f
betreft klinkt deze clausule over de ter
ritoriale aanspraken wel een beetje als
het gefluit van den vogelaar. Ook hier
zijn er voorbeelden te over dat men zelfs
met inachtneming der bovenaangehaal
de verplichting er toch in geslaagd is
verschillende steunpunten en landstre
ken te annexeeren. Vermoedelijk heeft
deze nieuwe zin in het oude verdrag
wat meer propagandistische waarde.
En nu ten slotte nog een kort woord
over het
probleem van de scheepsruimte
en de daarmee zeer nauw verbonden
mogelijkheid van een tweede front. We
hebben reeds eerder betoogd, dat de
enorme scheepsverliezen van Engeland
en nu in de laatste maanden ook van
Amerika, de mogelijkheid van een twee
de front sterk beïnvloeden. Een actie
van tienduizenden heeft geen succes te
gen de waakzaamheid van de Duitsche
kustverdediging. Er zullen eerst 2 mil-
lioen achter dit cijfer moeten worden
geplaatst, voor en aleer men eenig ver
trouwen in een dergelijke onderneming
kan stellen.
Daarmee willen we alleen maar aan
toonen, dat de overbrenging, de be
voorrading, de verzorging en het onder
houd een enorme scheepsruimte vraagt,
die momenteel in het geallieerde kamp
niet beschikbaar is. Wel wordt er met
alle kracht gewerkt, vooral in Amerika,
aan de bouw van nieuwe schepen en
hoort men soms fantastische verhalen
over een schip klaar in de 2 dagen, maar
we gelooven dat we deze fantasie veilig
naast de bewering van één vliegtuig per
5 minuten kunnen neerleggen.
Met woorden alleen wint men geen
oorlog, daarom is een daad noodig die
men tot nuxtoe, zoowel van Engeland
als Amerika gemist heeft.
Er zijn deze week
drie onderwerpen
die buiten het eigenlijke oorlogsnieuws
onze speciale aandacht vragen: ten eer
ste het Engelsch-Russische bondgenoot
schap; ten tweede het steeds nijpender
wordende scheepvaartprobleem en ten
derde de nieuwe Nederlandsche kolo
nisatieplannen. Hoewel dit laatste punt
niet in zijn volle omvang tot het spe
ciaal buitenlandsche nieuws gerekend
mag worden, meenen we toch deze
kwestie, die voor geheel Europa van
overwegend belang is, in ons buiten-
landsch overzicht te mogen bespreken.
We hebben daarbij rekening te houden
met een drietal factoren, n.l. met een
lezerskring die in het geheel niet meer
de krant leest, met een deel dat zeer
oppervlakkig leest en met een kleine
categorie, die kennis neemt van de be
langrijke gebeurtenissen op economisch
en sociaal terrein. Deze laatste groep is
natuurlijk bekend met de oprichting van
de Nederlandsche Oostcompagnie, een
stichting, die beoogt de kolonisatie van
Oost-Europa te bevorderen. Terwille
van de twee eerstgenoemde groepen, die
honderdduizend zielen, die uiteindelijk
ook weer in het productieproces moeten
worden opgenomen. Dat was voorheen
niet mogelijk en daardoor hebben we
mede gekregen ons leger van werkloo-
zen en dat is in de toekomst zonder spe
ciale voorzorgen evenmin mogelijk.
Zonder een belangrijke emigratie naar
andere gebieden ziet de toestand er voor
de Nederlandsche jongeren zeer donker
uit. Dit is niet alleen een Nederlandsch
maar een Europeesch verschijnsel. Ook
in de 18e en 19e eeuw leidde de sterke
toeneming van de Europeesche en spe
ciaal de Germaansche bevolking tot een
groote volksverhuizing naar de nieuwe
wereld. Onwillekeurig is men geneigd
de vraag te stellen, waarom er dan in
de 20e eeuw, toen de emigratie nog veel
noodzakelijker was geworden niet een
dergelijke volksverhuizing plaats vond.
Het antwoord kan hier luiden, dat de
ontwikkeling van het kapitalisme daar
aan schuldig is. Niet meer de primaire
levensmogelijkheid gaf den doorslag,
niet meer het feit dat hier in Nederland
honderdduizenden werkloos en doelloos
rondliepen en elders in de wereld groote
gebieden op ontginning wachtten, die
aan millioenen werk en brood konden
bieden, werd beslissend, maar slechts
de overweging of er kansen waren voor
het rentezoekend kapitaal werd bepa
lend voor het besluit of er geëmigreerd
zou worden of niet. In deze omstandig
heden was het de plicht van de Ned.
staat het initiatief te nemen tot de op
richting van de Oostcompagnie. Hier
mede meenen we in zeer korte trekken
dit nieuwe instituut te hebben verduide
lijkt, Nog enkele cijfers zullen U een
indruk kunnen geven van het bevol
kingsprobleem in Europa. Die toename
der bevolking is niet overal in Europa
even groot geweest. Van 1815 tot 1925
nam
de Nederlandsche bevolking
't meest toe, n.l. van 100 tot 355, daarna
de Duitsche tot 297de Skandinavische
tot 283; de Engelsche tot 278. De lan
den van Oost- en Zuid-Europa kwamen
ongeveer tot 200 en die in Frankrijk
slechts tot 135. Sprekende cijfers die
voor wat ons land betreft geen nadere
verklaring noodig hebben.
Binnenkort hopen we aan dit punt
nog eens een korte bespreking te wij
den.
We komen dan nu aan ons eerste
punt, het
Engelsch-Russisch bondgenootschap.
Met nogal eenige fanfare moet dit
nieuwe verdrag in de geallieerde pers
zijn aangekondigd en toch staat er op
de keeper beschouwd weinig meer
nieuws in dan in het verdrag dat Eden
op 12 Juni van het vorig jaar te Moskou
gesloten heeft.
Nu is Molotov, de Sovjet volkscom
missaris voor buitenlandsche zaken,
naar Engeland en Amerika gereisd en
het is geen geheim meer, dat in deze
bespreking het vormen van een tweede
front in Europa een der hoofdpunten is
geweest. We krijgen straks nog wel ge
legenheid bij een bespreking over het
probleem der scheepsruimte iets over dit
tweede front te zeggen. In het nieuwe
nu onderteekende verdrag vraagt arti
kel 5 de bijzondere aandacht. Deze
clausule luidt, dat de verdragsluitende
partijen overeenkomen, dat zij na den
vrede de zekerheid der economische
welvaart zullen bevorderen. Dat zij na
het sluiten van de vrede geen territoriale
aanspraken voor zichzelf zullen laten
gelden en zich niet in de binnenlandsche
aangelegenheden van andere staten zul
len mengen. Het klinkt wel een beetje te
mooi om waar te zijn. De doelstelling
van het communisme is niet alleen de
DE SITUATIE AAN HET OOSTELIJK
FRONT
Belangrijke ontwikkeling ten Oosten
van de Donetz.
Berlijn, 13 Juni. (D.N.B.), De militaire
correspondent van het D.N.B. meldt:
Aan het geheele Europeesche Ooste
lijke front van Moermansk tot aan Kertsj
is reeds sedert dagen het initiatief uit
sluitend in handen van de Duitsche en
verbonden troepen. Het duidelijkst blijkt
dit feit voor Sebastopol.
Tijdens de gevechten, aan de Donetz
is het gelukt de rivier over te steken.
Op den Oostelijken oever spelen zich
gebeurtenissen af, die voor het nog in
Sovjet-Russische handen zijnde gedeel
te van het Donetz-industriebekken een
buitengewoon dreigend karakter hebben
aangenomen.
De krijgsoperaties in den centralen
sector beoogen van Duitsche zijde ken
nelijk het opmarschgebied voor de Duit
sche en verbonden strijdkrachten voor
iedere vijandelijke storing te behoeden.
Hiervoor zijn ook de opruimingsacties
in het achterland, waar de bolsjewisti
sche vrijbuitejrsi na hevige gevechten
thans zoo goed als uitgeschakeld zijn,
uitgevoerd.
In den Noordelijken sector toont da
bolsjewistische leiding door plaatselijke
sterke aanvallen, die zoowel waf voor
bereiding als uitvoering betreft ieder
verband missen, hevig verontrust te zijn.
Hier zijn Duitsche formaties bezig haar
stellingen naar het Oosten te schuiven
in een terrein, dat als uitgangspunt voor
komende aanvalsoperaties gunstige mo
gelijkheden biedt. De vijand tracht deze
bewegingen te verhinderen, doch de
bolsjewistische strijdkrachten, die in dit
gebied in den strijd worden geworpen,
hebben geenerlei offensief vermogen
meer.
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin op^enomen
Giro no. 87926.
er in onze samenleving aandacht ge
schonken aan het doel en streven van
de N.V.D. Velen zien in de Neder
landsche Volksdienst een verlengstuk
van de Winterhulp en deze gedachte
is absoluut foutief. De N.V.D. heeft
een permanent karakter; het is niet
alleen een materieele, maar meer nog
een moreele hulpverleening. Streeft de
Winterhulp er naar de gevolgen van
den maatschappelijken nood te lenigen,
oEai.jt,idan is het werk va" de N.V.D. meer
Engeland gericht de oorzaken van dien nood
j- zooveel mogelijk weg té nemen.
Het hoofddoel van de N.V.D. is de
bestaande wantoestanden weg te nemen
en een bijdrage te Jeveren tot de g -
zonde ontwikkeling van de tegen
woordige en komende generaties door
doeltreffende maatregelen op he’ ge
bied van de volksverzorging. Ook
wordt getracht het gemeenschapsge
voel in ons volk aan te kweeken ue
mensch in nood moet zich geborgen
weten in eigen volk. Het herstel van
onze volkskracht is «en der eerste
opgaven welke men zich ten doel
heeft gesteld. Van deze bemoeiingen
mogen vooral genoemd worden de
gezinshulp, de uitzending van kinde
ren* naar vacantiekolonies, de uitzen
ding van huisvrouwen, het laten stu-
deeren van begaafd» kinderen wier
ouders de kosten niet kunnen dragen,
de zorg voor de gezondheid, bovenal
van moeder en kind enz.
Van hoeveel belang het is voor een
volk, dat het opgroeiende kind en de
jonge moeder een voortdurende goede
verzorging genieten, behoeft geen be
toog. Een volk dat prijs stelt op een
vooraanstaande plaats onder de naties
in te nemen, zal er zorg voor hebben
te dragen dat zijn jeugd en zijn arbei
ders in niets te kort komen.
De Nederlandsche Volksdienst wil
allereerst onze volkskracht herstellen
en daarbij moet en mag zij kunnen
rekenen op de volle belangstelling en
op het medeleven, ook daadwerkelijk,
van breede lagen uit onze Nederland
sche bevolking.
4’1
a- I
4 J