J V\ Vijandelijke aanvallen in Italië voortgezet Vrijdag 2 Juni 1944 BOLSWARDER EDITIE No; 22 3e Jaargang No. 31 NIEUWSBLAD VOOR HET WESTEN VAN FRIESLAND BUITENLAND Ook gij behoort bij ons V V\ '7 - - WEERMACHTBERICHT ta pe U. W -‘.7 ■WO WESTERGOO 4 Führer verleende het Ridderkruis van het 9 n ïi i i» goed geslaagd worden genoemd. 100 cent 7 cent e e i ken- ieren. t zijn 5t Op amen 5i. h< A volko-> •anties, j es ge- I m het tiging erk. i 'orden i Mu- -I ust der ten ten. zon- het lijke zeil- be- lige van I BOLSWJ Giro 81 100 T cent tot 10 uurl enties Bolsward. 1 Pro- ram- taar- itootr De Ijzeren Kruis aan den commandant van het regi ment „Generaal Seijffardt”, SS-Obersturmbann- führer Wolfgang Joerchel. (Orbis/Holland Pax s). Tot besluit van den inzet bij den dijkaanleg door den N.A.D. werd door de deelnemende afdeelin- gen een groote marschwedstryd gehouden. (C.N.F./N.A.D.—C. Hurke Pax s). Bureau Firma A. J. OSINGA BOLSWARD Marktstraat 13 TeL 451 Girp 87926 Advertentieprijs: 1 tot 10 m.m. elke m.m. meer Toezending der adv. Donderdags tot 10 uur Verantwoordelijk voor de advertenties A. J. Osinga Bolsward viel overdag en des nachts het Sovjet-Russische spoorwegverkeer met waargenomen uitwerking aan. Talrijke spoorwegemplacementen werden ver nield en 2 treinen met oorlogsmateriaal vernietigd. Bij een onderneming van stoottroepen via het meer van Pleskau werden op den noordoostelyken oever verscheidene Sovjet-russische nesten van verzet verwoest. Formaties Amerikaansche bommenwerpers heb ben. in West- en Zuid-West Duitschland op ver scheidene plaatsen bommen geworpen; vooral in Osnabrück en Hamm werd schade aangericht aan gebouwen en ontstonden verliezen onder de bevolking. Boven het Rijksgebied en boven de be zatte Westelijke gebieden werden 13 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. Een formatie Ameri kaansche bommenwerpers, dié boven Roemenië vloog veroorzaakte in het gebied van Ploesti schade en verliezen onder de bevolking. Strijd krachten der Duitsche en Roemeensche luchtver dediging vernietigden 28 vijandelijke vliegtuigen. Snelle Duitsche gevechtsvliegtuigen vielen in den afgeloopen nacht afzonderlijke doelen in Z.O. Engeland aan. De luchtmacht en de marine hebben in de maand Mei van de Britsch-Amerikaansche aan- voervloot 24 koopvaardij- en transportschepen met een gezamenlijken inhoud van 131.700 b.r.t. tot zinken gebracht en 23 andere schepen met een gezamenlijken inhoud van 169.000 b.r.t. bescha digd. Bovendien werden 17 torpedojagers en escortevaartuigen, 2 onderzeebooten, 8 torpedo- motorbooten en 3 vaartuigen voor de bescherming, in den grond geboord. 1 torpedobopt, talrijke tor- pedomotorbooten en andere vaartuigen werden beschadigd. SCHEEPSVERLIEZEN DER GEALLIEERDEN IN MEI. UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER, 1 Juni. Het opperbevel der weer macht maakt bekend: De vijand zette ook gisteren zijn groote aan vallen, vooral op onze stellingen aan de zuidelijke hellingen van de Albaner bergen en in den sector van Frosinone voort. Ten westen van Veiletn sloegen onze troepen in verbitterde gevechten alle met krachtige ondersteuning van pantserwagens ondernomen aanvallen af. 23 vijandelijke pantser wagens werden daarbij stukgeschoten. Ten oos ten van Velletri zijn zware gevechten met vijande- lijke strijdkrachten, die onze stellingen zijn binnen gedrongen, aan den gang. Een valschermstorm- regiment onder bevel van majoor Timm heeft zich daar bijzonder onderscheiden. Bij en ten westen van Frosinone zijn gedurende den geheelen dag sterke vijandelijke aanvallen mislukt. Des nachts opereerende slagvliegtuigen vielen het stadsgebied van Aprilia alsmede vijan delijke batterijen en kolonnes in hetzelfde gebied met goede uitwerking aan. In het Oosten zetten onze troepen hun aanval in het gebied ten noorden van Jassy, in weerwil van taaien vyandelyken tegenstand en heftige tegenaanvallen voort. In hard' gevechten werden in samenwerking met formaties gevechts- en slagvliegtuigen 37 vijandelijke pantserwagens ver nietigd. Jagers, slagvliegtuigen en verkenners schoten 87 vijandelijke vliegtuigen omlaag. Ook in hét voorterrein van de Karpathen en in het gebied ten zuidoosten van Brody verliepen plaat selijke aanvalsacties van Duitsche en Hongaar- sche formaties, ondanks hevigen vijandelijken te genstand, met DE NEDERRIJNSCHE KULTUURDAG TE ARNHEM. De Nederrijnsche Kultuurdag is Zaterdag be sloten met een zeer druk bezocht concert in Mu sis Sacrum, waarbij het Concertgebouworkest on der leiding van W. van Otterloo, die prof. Hubert Balzer verving, uitvoerde de 5de Symphonie van Beethoven, variaties op een thema (Korale St. Anthoni) van Haydn door Brahms, Zomerzang van Alex Voormolen en recitatief en aria uit „Ah Perfido van Beethoven met Corrie Bijster als soliste en tot slot de ouverture Tannhauser. Het enthousiast gestemde publiek heeft het orkest voor zijn machtige uitvoering warm toe gejuicht. De Rijkscommissaris behoorde tot de toehoorders. Des ochtends is in het Rembrandt- theater de première voor Nederland gegeven van de Bavariafilm „Der unendliche Weg”. Deze rol prent, waarby Hans Schweikardt de regie voerde, geeft een levensschets van den staathuishoud kundige Walter Molo. Deze tweede Nederrijnsche Kultuurdag kan traalnavA wnrdpn crpnAAmd. Terwijl nog in een vorig overzicht gewag kon worden gemaakt van hetgeen Churchill in een rede in het Lagerhuis met betrekking tot Turkije had gezegd, opmerkingen welke intusschen niet duidelijk hebben gemaakt, aldus de N. R. Crt., hoe men zich den militairen gang van zaken in Zuidoost-Europa en op den Balkan zonder een Turksche medewerking voorstelt, volgt hier nog een en ander uit deze rede. Ten aanzien van Spanje stelde de spreker vast, dat de Britsche politiek jegens dat land meer beteekent, dan ca- ricaturistische uitbeeldingen van generaal Fran co zouden doen denken. Ten betooge daarvan ver wees hij o.a. naar de overeenkomsten nopens de in Spaansche havens gevluchte schepen en betref fende de beperking van de wolfram-leveringen aan Duitschland. De politieke kwesties van het Middellandsche Zee-gebied namen ook overigens in de rede wel een groote plaats in. Churchill overwoog de mogelijkheid, of men na den val van Mussolini in Italië niet sneller en vermeteler had kunnen handelen. Hier was ook gelegenheid om terloops de militaire vooruitzichten aan te roeren, namelijk in verband met de positie van Rome. Van Duitsche zijde is daarover reeds verklaard, dat Rome als open stad geen luchtafweer bezit, dat het militaire verkeer om het stadsgebied is heengeleid en dat er op het oogenblik zelfs geen reconvalescente soldaten meer te zien zijn. Chur chill heeft zich over deze punten niet uitgespro ken en slechts gezegd, dat de geallieerden thans hoopten, dat de stad den strijd der legers niet te voelen zou krijgen en hij herhaalde nogmaals, dat de koning na de bezetting van Rome ten gunste van den prins van Piemont afstand zou doen en zich in het particuliere leven zou terugtrekken. De verwarde aangelegenheid van de elkander be strijdende Grieksche bewegingen vindt men in de rede eveneens behandeld; het blijkt, dat de muiterij op de Grieksche vlo t in Alexandrië en van Grieksche troepen elders in Egypte inderdaad het gevolg is geweest van een beweging tegen den koning en zijn regeering. Zooals men weet, zijn de jongste wijzigingen in deze regeering bedoeld als een inleiding tot het overbruggen van de tegenstellingen. Zulk een toenadering is reeds eerder beproefd en er zijn destijds zelfs coalities gesloten, maar deze hebben blijkens de gebeurte nissen van Maart geen bestand gehad. Ook in de Zuidslavische kwestie is men thans bezig door ingrijpende regeeringswijziglngen de grootste te genstellingen weg te nemen; daarover is in het vorig nr. reeds iets vermeld. Churchill heeft er in hoofdzaak dit over gezegd, dat Engeland geen oorlogsmateriaal meer naar Mihailowitsj zou zen den, maar militair met Tito zou samenwerken, een samenwerking, welke in de toekomst ook hierin tot uiting zou komen, dat een persoonlijke militaire vertegenwoordiger van Tito zich in Lon den zou vestigen. De krachtige Engelsche pogin gen om een toenadering tusschen de Sowjetunie en de te Londen gevestigd^, Poolsche regeering tot stand te brengen waren, naar Churchill verder opmerkte, niet geslaagd, maar iedere overeen komst tusschen de Sowjetunie en Polen, in wel ken vorm en op welke wijze ook gesloten, ware toe te juichen, een overeenkomst, waarvan de regeling van de Poolsche Oostgrens een essentieel deel moest uitmaken en waarbij Polen compensa tie moest krijgen door Duitsch gebied. Hiermee bevestigde Churchill nogmaals, dat zijn regeering zich niet gebonden acht aan de Duitsche grenzen bij het begin van dezen oorlog. Ten aanzien van het Algiersche comité, dat onlangs door de ver tegenwoordigende vergadering tot „voorloopige regeering van de Fransche Republiek” verklaard is en als zoodanig de erkenning van de geallieer den zoekt, stelde Churchill vast, dat de Engelsche regeering het op het oogenblik nog niet als repre sentatief voor het Fransche volk kon beschou wen: de Gaulle had intusschen een uitnoodiging naar Londen aanvaard om de geheele aangelegen heid nog eens te bespreken. De Wilhelmstrasse zegt van deze rede, dat zij gelijk kan worden gesteld met een bekentenis van het mislukken van de imperiale conferentie. Churchill, zoo verklaart men, die bij het begin van deze bijeenkomst een nauwere aaneensluiting van het Britsche imperium en gemeenebest den dringendsten eisch heeft genoemd, heeft thans indirect het mislukken van zijn ijverige pogingen om tot een nauwere aaneensluiting te komen toe gegeven, doordat hij thans over deze geheele kwestie niet meer spreekt, doch het er alleen nog over heeft, dat het imperium en het gemeenebest met andere staten tot grootere organisaties zou den moeten komen. Opmerkelijk acht men te Ber lijn verder het deel van zijn verklaringen, dat zich met Turkije bezighoudt. Daaruit spreekt openlijk de groote teleurstelling, die Churchill wegens de houding van dezen staat in de neutraliteitskwes- tie gevoelt. Nu Churchill zegt, dat de overdreven voorzichtige houding van Turkije de hoop op een „moedig in den oorlog gaan” van dit land te niet heeft gedaan, meent men te Berlijn naar Zuid- slavië en Griekenland te moeten verwijzen, om op treffende wijze de typische Engelsche laagheid te karakteriseeren, welke andere staten in den oor log verwikkelt, zonder dezen in geval van ernst Europa is in oorlog De beveiliging van de kusten en de bestrijding van den vijand vergen de hoogste inspanning van den soldaat en den arbeider. Het front heeft wa pens, munitie en voedsel noodig, iederen dag weer. Het luchtwapen van de Duitsche weermacht is een groote afnemer. Te dien einde is er een spe ciale transport-organisatie geschapen, welke alles, wat het luchtwapen noodig heeft, aanvoert. Deze organisatie draagt den naam van NSKK-Gruppe Luftwaffe. Reeds honderdduizenden kilometers hebben de groote NSKK-vrachtauto’s, waarop nu eens bom men van 2000 kilo, dan weer mudzakken aard appelen of andere levensmiddelen, door geheel Europa afgelegd. Het grootste aandeel in deze organisatie heb ben de Nederlanders. Duizenden vrijwilligers staan in de NSKK-regimenten Nederland, waarvan het grootste deel van het kader eveneens uit Neder landers bestaat. Deze mannen hebben zich door hun schitterende prestaties als chauffeur, maar niet minder als soldaat, reeds in enkele jaren een uitstekenden naam bij de hoogste leiding van het NSKK verworven. Iedere gezonde Nederlander tusschen 17 en 45 jaar of hij al dan niet kan autorijden, doet niet terzake kan zich melden voor het regiment Nederland der NSKK-Gruppe Luftwaffe. Het spreekt vanzelf, dat er behalve aan chauffeurs ook behoefte is aan koks, verplegend en admini stratief personeel, enz. Na een korte oefening in het gebruik der wa pens en een opleiding tot chauffeur of monteur op een motorschool van het NSKK' kunnen de mannen him plaats in de kolonnes innemen. Over zijn achtergebleven gezin kan de NSKK- vrijwilliger geheel onbezorgd zijn. Voor hem en zyn gezin gelden n.l. in alle opzichten dezelfde re gelingen als voor de Duitsche soldaten. Er worden extra-levensmiddelen- en -kolenbonnen verstrekt, etc. Vrouw en kinderen kunnen zoo noodig ge durende eenigen tijd in mooie rusthuizen worden opgenomen, by voorkomende moeilijkheden ver leent een speciaal daarvoor aangestelde verbin- dingsstaf hulp. De NSKK-Gruppe Luftwaffe zal, nu de laatste phase van den strijd, naar het zich laat aanzien, weldra zal aanbreken, op volle toeren moeten draaien. Daarom is het zaak, de gelederen tijdig zoo hecht mogelijk te maken. Meldt u by het werfkantoor van de NSKK-Gruppe Luftwaffe, Lange Vijverberg 10, Den Haag, want: OOK GIJ BEHOORT BIJ ONS. Berkelmans, van Spaendonck, de Jong, Verbunt, Busnac en Meintser. De veroordeelde Aarts zag zijn doodvonnis gewyzigd li 15 jaren tuchthuis. Naar de Höhere SS- und Polizei-führer „Nord- west” mededeelt, heeft het Polizeistandgericht te ’s-Hertogenbosch op 24 Mei 1944 de volgende Nederlandsche burgers ter dood veroordeeld 1. den ambtenaar Harmen van Rossum, geb op 22 Febr. 1917 te Bergen op Zoom; ■2. den student Cornells Anna Hendrik Wagtho, geb. op 10 Sept. 1921 te Bergen op Zoom; 3. den kantoorbediende Petrus Adrianus Juten, geb. op 6 Dec. 1918 te Bergen op Zoom; 4. den bakkersknecht Jacob Everaers, geb. op 5 Nov. 1917 te Tholen; 5. den landbouwer Jacob Jan Hage, geb. op 9 Juli 1921 te St. Maartensdijk. De veroordeelde van Rossum heeft den overval op het distributiekantoor te Bergen op Zoom op 4 Maart 1944 mogelijk gemaakt door den daders den in zijn bezit zijnden sleutel tot 't gebouw als mede een teekening van het kantoor te overhan digen, terwijl hij tevens aan voorbesprekingen over den overval heeft deelgenomen. De veroordeelde Wagtho heeft verscheidene vuurwapens, munitie en ontplofbare stof in zijn bezit gehad. Hij heeft als lid van een terreur organisatie deelgenomen aan het in brand steken van een opslagplaats van de Wehrmachtbezirks- verwaltung te Bergen op Zoom op 4 Jan. 1944, voorts door inbraak, in den nacht van 29 op 30 Oct. 1943, opgeborgen radiotoestellen en op 26 Febr. 1944 een motorrijwiel ten behoeve van de terreurgroep gestolen. De veroordeelde Ever aers heeft aan Wagtho een pistool met munitie, de veroordeelde Hage heeft Waghto twee pisto len verschaft. Beide hebben geweten, dat Wagtho de wapens voor sabotage-doeleinden zou gebrui ken. De veroordeelde Juten heeft als lid van de terreurgroep na de arrestatie van Wagtho diens wapens uit een bergplaats weggehaald. By de motiveering van het vonnis van het Polizeistand gericht is uiteengezet, dat voor het verschaffen van wapens aan leden van terreurgroepen alleen de doodstraf in aanmerking komt. Het vonnis is na onderzoek van de kwestie van gratieverleening aan alle veroordeelden voltrok ken. De debatten in het Britsche Lagerhuis over de buitenlandsche politiek zyn gesloten met een rede van Eden. Deze zeide onder meer, dat Engeland de laatste dagen overeenkomsten heeft gesloten met België, Noorwegen en Nederland. Het is moeilijk, aldus Eden, deze overeenkomsten open baar te maken, omdat zy niet alleen politieke maar ook militaire clausules bevatten. De betrek kingen met de Vereenigde Staten zyn „nauw en hartelyk”, zooals zij steeds geweest zijn, zoo ver volgde Eden. Met de Sowjetunie wil Engeland de meest volledige en nauwe samenwerking. Het is echter in het belang van beide landen te erken nen, dat zich hlerby zekere moeilijkheden voor doen.1 In de eerste plaats is er de erfenis aan wantrouwen, die nauwelijks overdreven kan wor den. Dit wantrouwen bestond reeds in den tijd van het tsaristische Rusland. In de Engelsch— Sowjetrüssische betrekkingen heeft het zijn rol gespeeld en het heeft de eigenschap, dat het van zelf steeds grooter wordt. „Er is een verdenking hunnerzijds, die weer een verdenking onzerzijds uitlokt en voor we nog goed weten waar we aan toe z}jn, heeft zich een berg van wantrouwen op gestapeld”. Vs remedie noemde Eden een elkan der geleidelijk beter leeren kennen en de Engel sche regeering wil daartoe al het mogelijke doen. Er zijn echter nog meer moeilijkheden en mee- ningsverschillen, b.v. in den regeeringsvorm, in de houding tegenover- individu en pers. Al deze verschillen zijn vrij aanzienlijk. Anderzijds is het een feit, dat 1 de drie groote wereldconflicten, de Napoleontische oorlogen, den eersten wereldoorlog en den huldigen oorlog, Engeland gemeene zaak heeft gemaakt met Rusland. Bij de beide vorige Wat den eigenlijken oorlog aangaat blijft na tuurlijk het Italiaansche front de aandacht trek ken. Sedert de vereeniging van de geallieerde troepen by Nettuno met het vijfde Amerikaan sche leger aan het hoofdfront hebben de aanval lers, zooals verwacht werd, zich toegelegd op een penetratie tusschen de gebergten beoosten de Pontynsche moerassen. De genoemde penetratie moest gezocht worden tusschen de Monti Albani, een dooden vulkaan, die zich uit de Romeinsche Campagna verheft, en de Monti Lepini, een lang gerekt gebergte, dat het hevig omstreden dal van de Sacco, aan de zuidzijde beheerscht. Spoor lijnen en wegen rondom de Albaansche hoogten vormen een belangrijke schakel in het verkeer van en naar Rome en het zijn in het bijzonder de knooppunten van Velletri en Valmontone, welke de laatste dagen het doel van de geallieerde aan vallen zijn geweest. De directe spoorlijn en de straatweg (Via Cassilina) door het dal in de richting van Rome loopen over Valmontone, men kan dan ook aannemen, dat deze sector niet al leen een onderdeel uitmaakt van de verdedigings- zone vóór Rome, maar dat hier tevens sterke tegenstand wordt geboden om de Duitsche ver bindingen met de troepen in het dal zoo lang mogelijk in stand te houden. Daarbij moet intus schen niet uit het oog worden verloren, dat er ook indirecte verbindingen door het gebergte ten Noorden van het dal mogelyk zijn. De gevechten in het dal hebben zich verder naar het Noord westen verplaatst. De legerberichtéh noemen nu o.a. Ceprano en spreken ook van de Sacco, die in Naar Oost en Idlest, naar Noord en Zuid Gaat Neerland’s jeugd het zeegat uit. Aan roer, geschut en aan machine Doet zij haar plicht bij de Marine, En strijdt, naast Duitsche kamerader^ Steeds onversaagd en vastberaden Voor vrijheid op de tvereldzee Talm dus niet langer, maar strijd meef Indiensttreding bij de Kriegsmarine is mogelijk voor iederen Nederlander tusschen 17—45 jaar. Aanmelding en inlichtingen bij de Marineannahme- stelle West, Plompetorengracht 24, Utrecht; alle Hafen- en OrtskommaD- danturen en de verschillende ff-Meldestelleh in Nederland., BEKENDMAKING. Naar de Höhere SS- uhd Polizeiführer „Nord- west” mededeelt, heeft het Polizeistandgericht te ’s-Hertogenbosch op 24 Mei 1944 de Nederlanders Jan Roes, geboren 8 Februari 1918 te Delft; Jan Noorda, geboren 10 September 1919 te Amsterdam; Willem Oosterheers, geboren 6 December 1918 te Groningen ter dood veroordeeld, omdat zij op 29 Maart 1944 te Groningen een overval hebben gepleegd op een banklooper, om hem van een aanzienlijk bedrag aan geld te berooven. Het Po lizeistandgericht heeft de daders beschouwd als geweldmisdadigers en aangenomen dat door de daad de openbare orde in Nederland verstoord kon worden. De daders hebben gehandeld in op dracht van een terreurorganisatie, doch hebben te hunnen eigen bate aanspraak gemaakt op een belangrijk aandeel in den te verwachten buit. Ofschoon de daad door het beleid- van den bank looper mislukt is, is met toepassing van artikel 1 van de Ordnungsschutzverordnung de doodstraf uitgesproken. Het vonnis is na onderzoek van de gratiemoge- lykheid voltrokken. Naar de Höhere SS- und Polizeiführer „Nord- west” mededeelt, heeft het Polizeistandgericht ’s-Hertogenbosch op 24 Mei 1944 de volgende Ne derlanders ter dood veroordeeld 1. den ambtenaar Wilhelmus Berkelmans, geb. op 31 Maart 1912 te Tilburg; 2. den textielfabrikant Robert van Spaendonck, geb. op 30 Juli 1916 te Tilburg; 3. den onderkopman by den Nederlandschen Arbeidsdienst Johannes de Jong, geb. op 27 Aug. 1916 te Vlaardingen; 4. den ambtenaar Henricus Verbunt, geb. op 16 Dec. 1909 te Tilburg; 5. den bediende Carolus Aarts, geb. op 12 Sept. 1907 te Tilburg; 6. den kantoorbediende Barend Busnac, geb. op 12 Mei 1922 te Rotterdam; 7. den kantoorbediende Albertus Meintser, geb. op 14 Dec. 1920 te Amsterdam. De veroordeelde Berkelmans heeft als ambte naar by het bureau van den burgerlijken stand te Tilburg deel uitgemaakt van een geheime or ganisatie en sinds jaren voor ondergedoken per sonen valsche persoonsbewijzen gemaakt. De ver vaardiging van de valsche persoonsbewijzen is met het oog op den aanzienlijken omvang be schouwd als sabotage volgens par. 1 van de Ordnungsschutzverordnung. Berkelmans heeft in Januari 1944 de veroordeelden de Jong, Ver bunt, Aarts, Busnac en Meintser aangezet tot het vermoorden om politieke redenen van een Nederlandschen politie-ambtenaar. De veroordeel de van Spaendonck heeft deelgenomen aan voor besprekingen over den voorgenomen moord en zijn pistool ter beschikking gesteld. Hoewel de moord door de oplettendheid van den Nederland- schen politie-ambtenaar niet is gelukt, heeft het Polizeistandgericht de op politieke grondslagen berustende daad met gebruikmaking van par. 1, alinea 2 der Ordnungsschutzverordnung als een gepleegde daad bestraft en tegen alle betrokke nen de doodstraf uitgesproken. De veroordeelden de Jong, Verbunt en Busnac hebben bovendien onbevoegd een vuurwapen in hun bezit gehad. Het vonnis is na onderzoek van de kwestie van gratieverleening voltrokken aan de veroordeelden VIER JAREN RIJKSCOMMISSARIAAT. Op 29 Mei was het vier jaar geleden, dat Rijks- minister dr. A. Seyss-Inquart als Rijkscommissa ris voor het bezette Nederlandsche gebied zijn ambt aanvaardde. Naar aanleiding hiervan heeft dr. Seyss-Inquart een vertegenwoordiger van het D.N.B. te ’s-Gravenhage een onderhoud toege staan, waarin hij vragen over de ontwikkeling in zijn arbeidsressort beantwoordde. Ten aanzien van de bijdrage van Nederland in den strijd voor een nieuw Europa zeide de Rijks commissaris, dat afgezien van de Nederland sche vrijwilligers aan het Oostfront die bij drage, zoowel absoluut als in vergelijking met andere gebieden zeer hoog is. Ook in de tewerk stelling, die zortder noemenswaardige moeilijkhe den en met goede resultaten verloopt, leveren de Nederlanders een aanzienlijke prestatie. De scha de, gelegen in het verlies van werkkrachten door „onderduiken” is voor Duitschland slechts ge ring. Dit „onderduiken” brengt juist moeilijkhe den in Nederland, waar de „onderduikers” zich grootendeels op den zwarten handel toeleggen en de toch reeds uiterst moeilijke ravij.ailleering ver storen, nog afgezien van het gevaar dat zy steeds meer, zooals voortdurend blykt, in handen vallen van communistische verzetorganisaties. De Nederlandsche bevolking, zoo zeide dr. Seyss-Inquart, heeft de groote lasten, die uit den algemeenen oorlogstoestand voortvloeien, kalm en verstandig aanvaard. De onlangs noodzakelijk ge worden inundaties zijn zonder eenig bezwaar en met berging van alle voorraden uitgevoerd. Al zyn er in de jaren 1941 en 1943 moeilijkhe den ontstaan, zoo zijn dit toch geen teekenen ge weest voor algemeene onrust in Nederland. In 1941 was het een stakingsactie, die uitsluitend en rechtstreeks door joden werd veroorzaakt. Als gevolg daarvan is toen de jodenquaestie volledig opgelost en thans is de evacuatie van joden uit Nederland practisch voltooid. De werkelyk verbitterde vyanden van Duitsch land en het nationaal-socialisme vindt men slechts in een betrekkelijk kleinen kring. Het gros van de Nederlanders neemt een af ’achtende houding aan, waarbij valt op te merken, dat de belang stelling voor uiteenzettingen van politieken aard toeneemt. Ten aanzien van de politieke groepsvorming zeide de Rijkscommissaris o.m.: De N.S.B., die thans dertien jaar bestaat, werd door ons hier aangetroffen en is dus door en door een Neder landsche aangelegenheid. Zij heeft zich in de af geloopen jaren meer en meer gericht naar de doelstellingen van het nationaal-socialisme, zooals deze reeds vroeger in Duitschland bestonden. De heer Mussert, zoo ging de Rijkscommissaris voort, zelf ziet op dit tijdstip zijn taak niet in staatkundigen zin maar veeleer in politieken zin, doordat hij werkt aan-het-vestigen van de over tuiging dat voor Nederland in het samengaan met Duitschland in den zin van de Europeesche lots- gemeenschap de eenige mogelijkheid gelegen is zich te handhaven, en overeenkomstig zijn betee- kenis zich te laten gelden. Dat de N.S.B. op groot verzet stuit, is volkomen natuurlijk, want er zijn onder de Nederlanders vele menschen, die zoo vastgeroest zitten in oude voorstellingen en syste men, dat zij slechts zeer tegen hun zin zich los maken van den vermeenden grondslag van hun bestaan en de neiging hebben om in het alge meen het nationaal-socialisme verantwoordelijk te stellen voor den algemeenen toestand en de N.S.B. in het bijzonder voor bepaalde moeilijk heden. Bij de N.S.B. valt een te waardeeren standvas tigheid van het standpunt te constateeren. On danks de militaire gebeurtenissen van de afge loopen maanden hebben het aantal en de bereid willigheid van haar leden om op te treden, geen verzwakking ondergaan. Ten aanzien van de te verwachten invasie zeide de Rijksminister tenslotte nog: Het kan zyn dat er bij een invasie hier of daar storingen zullen komen, maar tot een uit de bevolking zelf voortspruitende crisis zal het niet komen. Wij Duitschers zijn evenwel vol vertrouwen, dat wij de taak zullen vervullen, die onze Führer in dit gebied heeft gesteld, met het wapen in de hand wanneer de vijand zal komen, en in orde en arbeid wanneer wij den vrede tegemoetgaan. Comb, van: SNEEKEK NIEUWSBLAD (Drjjfhout’s Nieuwsblad en Nieuwe Sneeker Courant) en DE JONG’S NIEUWSBLAD, Bolsward. Verschijnt eiken Vrijdagavond. Leesgeld ƒ0.75 per kwartaal bij vooruit betaling. Losse nummers 10 et. HoofdredacteurL. Kleze brink, Sneek. Plaatsverv. hoofdredacteur: C. Smit, Sneek K. 2248 en •l. er lie k- 1- gelegenheden zijn de beide landen het weldra weer oneens geworden, dat moet thans beter ge daan worden. Eden bevestigde, dat de Engelsche regeering geconsulteerd is bij de publicatie van de Sowjet-vredesvoorwaarden voor Roemenië en by de Sowjet-onderhandelingen met Finland. De mi nister zeide, dat hij de mate van inspanning, die men zich in Engeland en de Sowjetunie moet ge troosten om van het 20-jarige verdrag een wer kelijkheid van blijvende waarde voor beide staten te maken, geen oogenblik zou willen bagatellisee- ren. Voor de toekomst staat hierbij echter zoo enorm veel op het spel, dat beide partijen zich alle moeiten moeten geven om succes te waar borgen. Tenslotte verklaarde Eden, dat de Ver eenigde Staten, de Sowjetunie, het Britsche ge meenebest en China op militair en politiek ter rein moeten samenwerken. De voorgenomen „we reldorganisatie” kan op deze vier groote mo gendheden er om haar heen opgebouwd worden. De N. R. Ct. staat nog even stil bij de ver houding Engeland en de Sovjetunie in verband met de verhouding tuëschen Engeland en Spanje. Als Churchill en Eden uitgaan van het beginsel, dat de Engelsche politiek in Europa wordt be heerscht door het twintigjarige verdrag met de Sovjetunie, moet voorop gesteld, dat er nog altyd een groote tegenstelling tusschen het huidige be wind in Spanje en de Sovjetunie bestaat, een tegenstelling bovendien, die nog onlangs door Franco in een openbare rede zeer principieel is uiteengezet en waarnaar, volgens dezen spreker, alleen om dringende belangenoverwegingen niet kan worden gehandeld. Bij die gelegenheid heeft Franco immers gezegd, dat Spanje aan den lijve de gevaren van het communisme heeft leeren kennen en om die reden zyn vrijwilligers heeft toegestaan om deze gevaren te helpen voorko men. Het had het bolsjewisme en de botsing van de beschaafde naties in het Westen als twee ver schillende problemen beschouwd en toen later de bestrijding van het communisme Spanje had kun nen betrekken in een oorlog tegen de landen, waarmee het goede betrekkingen onderhield, moest het voor het oogenblik zijn ideaal opgeven ten behoeve van de verdediging van de hoogste belangen van het moederland. Deze motiveering van de terugtrekking en ontbinding van de be kende Blauwe divisie zal voor verschillende groe pen in Engeland de feitelyke beteekenis van dit besluit hebben verminderd, hoewel andere er ten aanzien van de Engelsch-Spaansche betrekkingen door geru gesteld konden worden. Maar ook onder deze laatste waren er, die tevoren hun verwachtingen hadden gesteld op de pogingen, die van Franco zelf waren uitgegaan teneinde de inwendige verschillen te overbruggen. Wel is het daarbij gelukt de grens, die door den burgeroor log was getrokken, door diverse maatregelen te vervagen, maar het bleek niet mogelyk de mo narchisten als stabiliseerenden factor in dit streven te betrekken, terwijl onderhandelingen met de voor hun terugkeer gereedstaande leiders van het Republikeinsche Spanje niet in aanmer king kwamen. de noodige hulp te verleenen. Ook in het geval van Turkije zou het Groot-Brittannië uiteindelyk onverschillig geweest zijn, zoo verklaarde men tenslotte, of, wanneer dit land in den oorlog zou gaan, by v. in de groote Turksche steden de lucht bescherming voldoende zou zyn geweest of niet.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1944 | | pagina 1