J
V\
Vijandelijke aanvallen in Italië voortgezet
Vrijdag 2 Juni 1944
BOLSWARDER EDITIE
No; 22
3e Jaargang
No. 31
NIEUWSBLAD VOOR HET WESTEN VAN FRIESLAND
BUITENLAND
Ook gij behoort bij ons
V
V\
'7 -
-
WEERMACHTBERICHT
ta
pe
U. W
-‘.7
■WO
WESTERGOO
4
Führer verleende het Ridderkruis van het
9
n
ïi
i
i»
goed geslaagd worden genoemd.
100 cent
7 cent
e
e
i ken-
ieren.
t zijn
5t Op
amen
5i. h< A
volko->
•anties, j
es ge- I
m het
tiging
erk. i
'orden
i Mu- -I
ust
der
ten
ten.
zon-
het
lijke
zeil-
be-
lige
van I
BOLSWJ
Giro 81
100
T cent
tot 10 uurl
enties
Bolsward. 1
Pro-
ram-
taar-
itootr
De
Ijzeren Kruis aan den commandant van het regi
ment „Generaal Seijffardt”, SS-Obersturmbann-
führer Wolfgang Joerchel.
(Orbis/Holland Pax s).
Tot besluit van den inzet bij den dijkaanleg door
den N.A.D. werd door de deelnemende afdeelin-
gen een groote marschwedstryd gehouden.
(C.N.F./N.A.D.—C. Hurke Pax s).
Bureau
Firma A. J. OSINGA BOLSWARD
Marktstraat 13 TeL 451 Girp 87926
Advertentieprijs:
1 tot 10 m.m.
elke m.m. meer
Toezending der adv. Donderdags tot 10 uur
Verantwoordelijk voor de advertenties
A. J. Osinga Bolsward
viel overdag en des nachts het Sovjet-Russische
spoorwegverkeer met waargenomen uitwerking
aan. Talrijke spoorwegemplacementen werden ver
nield en 2 treinen met oorlogsmateriaal vernietigd.
Bij een onderneming van stoottroepen via het
meer van Pleskau werden op den noordoostelyken
oever verscheidene Sovjet-russische nesten van
verzet verwoest.
Formaties Amerikaansche bommenwerpers heb
ben. in West- en Zuid-West Duitschland op ver
scheidene plaatsen bommen geworpen; vooral in
Osnabrück en Hamm werd schade aangericht
aan gebouwen en ontstonden verliezen onder de
bevolking. Boven het Rijksgebied en boven de be
zatte Westelijke gebieden werden 13 vijandelijke
vliegtuigen neergeschoten. Een formatie Ameri
kaansche bommenwerpers, dié boven Roemenië
vloog veroorzaakte in het gebied van Ploesti
schade en verliezen onder de bevolking. Strijd
krachten der Duitsche en Roemeensche luchtver
dediging vernietigden 28 vijandelijke vliegtuigen.
Snelle Duitsche gevechtsvliegtuigen vielen in
den afgeloopen nacht afzonderlijke doelen in Z.O.
Engeland aan.
De luchtmacht en de marine hebben in de
maand Mei van de Britsch-Amerikaansche aan-
voervloot 24 koopvaardij- en transportschepen
met een gezamenlijken inhoud van 131.700 b.r.t.
tot zinken gebracht en 23 andere schepen met een
gezamenlijken inhoud van 169.000 b.r.t. bescha
digd. Bovendien werden 17 torpedojagers en
escortevaartuigen, 2 onderzeebooten, 8 torpedo-
motorbooten en 3 vaartuigen voor de bescherming,
in den grond geboord. 1 torpedobopt, talrijke tor-
pedomotorbooten en andere vaartuigen werden
beschadigd.
SCHEEPSVERLIEZEN DER GEALLIEERDEN
IN MEI.
UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN
FÜHRER, 1 Juni. Het opperbevel der weer
macht maakt bekend:
De vijand zette ook gisteren zijn groote aan
vallen, vooral op onze stellingen aan de zuidelijke
hellingen van de Albaner bergen en in den sector
van Frosinone voort. Ten westen van Veiletn
sloegen onze troepen in verbitterde gevechten alle
met krachtige ondersteuning van pantserwagens
ondernomen aanvallen af. 23 vijandelijke pantser
wagens werden daarbij stukgeschoten. Ten oos
ten van Velletri zijn zware gevechten met vijande-
lijke strijdkrachten, die onze stellingen zijn binnen
gedrongen, aan den gang. Een valschermstorm-
regiment onder bevel van majoor Timm heeft zich
daar bijzonder onderscheiden.
Bij en ten westen van Frosinone zijn gedurende
den geheelen dag sterke vijandelijke aanvallen
mislukt. Des nachts opereerende slagvliegtuigen
vielen het stadsgebied van Aprilia alsmede vijan
delijke batterijen en kolonnes in hetzelfde gebied
met goede uitwerking aan.
In het Oosten zetten onze troepen hun aanval
in het gebied ten noorden van Jassy, in weerwil
van taaien vyandelyken tegenstand en heftige
tegenaanvallen voort. In hard' gevechten werden
in samenwerking met formaties gevechts- en
slagvliegtuigen 37 vijandelijke pantserwagens ver
nietigd. Jagers, slagvliegtuigen en verkenners
schoten 87 vijandelijke vliegtuigen omlaag. Ook
in hét voorterrein van de Karpathen en in het
gebied ten zuidoosten van Brody verliepen plaat
selijke aanvalsacties van Duitsche en Hongaar-
sche formaties, ondanks hevigen vijandelijken te
genstand, met
DE NEDERRIJNSCHE KULTUURDAG
TE ARNHEM.
De Nederrijnsche Kultuurdag is Zaterdag be
sloten met een zeer druk bezocht concert in Mu
sis Sacrum, waarbij het Concertgebouworkest on
der leiding van W. van Otterloo, die prof. Hubert
Balzer verving, uitvoerde de 5de Symphonie van
Beethoven, variaties op een thema (Korale St.
Anthoni) van Haydn door Brahms, Zomerzang
van Alex Voormolen en recitatief en aria uit
„Ah Perfido van Beethoven met Corrie Bijster
als soliste en tot slot de ouverture Tannhauser.
Het enthousiast gestemde publiek heeft het
orkest voor zijn machtige uitvoering warm toe
gejuicht. De Rijkscommissaris behoorde tot de
toehoorders. Des ochtends is in het Rembrandt-
theater de première voor Nederland gegeven van
de Bavariafilm „Der unendliche Weg”. Deze rol
prent, waarby Hans Schweikardt de regie voerde,
geeft een levensschets van den staathuishoud
kundige Walter Molo.
Deze tweede Nederrijnsche Kultuurdag kan
traalnavA wnrdpn crpnAAmd.
Terwijl nog in een vorig overzicht gewag kon
worden gemaakt van hetgeen Churchill in een
rede in het Lagerhuis met betrekking tot Turkije
had gezegd, opmerkingen welke intusschen niet
duidelijk hebben gemaakt, aldus de N. R. Crt.,
hoe men zich den militairen gang van zaken in
Zuidoost-Europa en op den Balkan zonder een
Turksche medewerking voorstelt, volgt hier nog
een en ander uit deze rede. Ten aanzien van
Spanje stelde de spreker vast, dat de Britsche
politiek jegens dat land meer beteekent, dan ca-
ricaturistische uitbeeldingen van generaal Fran
co zouden doen denken. Ten betooge daarvan ver
wees hij o.a. naar de overeenkomsten nopens de in
Spaansche havens gevluchte schepen en betref
fende de beperking van de wolfram-leveringen
aan Duitschland. De politieke kwesties van het
Middellandsche Zee-gebied namen ook overigens
in de rede wel een groote plaats in. Churchill
overwoog de mogelijkheid, of men na den val van
Mussolini in Italië niet sneller en vermeteler had
kunnen handelen. Hier was ook gelegenheid om
terloops de militaire vooruitzichten aan te roeren,
namelijk in verband met de positie van Rome.
Van Duitsche zijde is daarover reeds verklaard,
dat Rome als open stad geen luchtafweer bezit,
dat het militaire verkeer om het stadsgebied is
heengeleid en dat er op het oogenblik zelfs geen
reconvalescente soldaten meer te zien zijn. Chur
chill heeft zich over deze punten niet uitgespro
ken en slechts gezegd, dat de geallieerden thans
hoopten, dat de stad den strijd der legers niet te
voelen zou krijgen en hij herhaalde nogmaals, dat
de koning na de bezetting van Rome ten gunste
van den prins van Piemont afstand zou doen en
zich in het particuliere leven zou terugtrekken.
De verwarde aangelegenheid van de elkander be
strijdende Grieksche bewegingen vindt men in
de rede eveneens behandeld; het blijkt, dat de
muiterij op de Grieksche vlo t in Alexandrië en
van Grieksche troepen elders in Egypte inderdaad
het gevolg is geweest van een beweging tegen den
koning en zijn regeering. Zooals men weet, zijn
de jongste wijzigingen in deze regeering bedoeld
als een inleiding tot het overbruggen van de
tegenstellingen. Zulk een toenadering is reeds
eerder beproefd en er zijn destijds zelfs coalities
gesloten, maar deze hebben blijkens de gebeurte
nissen van Maart geen bestand gehad. Ook in de
Zuidslavische kwestie is men thans bezig door
ingrijpende regeeringswijziglngen de grootste te
genstellingen weg te nemen; daarover is in het
vorig nr. reeds iets vermeld. Churchill heeft er in
hoofdzaak dit over gezegd, dat Engeland geen
oorlogsmateriaal meer naar Mihailowitsj zou zen
den, maar militair met Tito zou samenwerken,
een samenwerking, welke in de toekomst ook
hierin tot uiting zou komen, dat een persoonlijke
militaire vertegenwoordiger van Tito zich in Lon
den zou vestigen. De krachtige Engelsche pogin
gen om een toenadering tusschen de Sowjetunie
en de te Londen gevestigd^, Poolsche regeering
tot stand te brengen waren, naar Churchill verder
opmerkte, niet geslaagd, maar iedere overeen
komst tusschen de Sowjetunie en Polen, in wel
ken vorm en op welke wijze ook gesloten, ware
toe te juichen, een overeenkomst, waarvan de
regeling van de Poolsche Oostgrens een essentieel
deel moest uitmaken en waarbij Polen compensa
tie moest krijgen door Duitsch gebied. Hiermee
bevestigde Churchill nogmaals, dat zijn regeering
zich niet gebonden acht aan de Duitsche grenzen
bij het begin van dezen oorlog. Ten aanzien van
het Algiersche comité, dat onlangs door de ver
tegenwoordigende vergadering tot „voorloopige
regeering van de Fransche Republiek” verklaard
is en als zoodanig de erkenning van de geallieer
den zoekt, stelde Churchill vast, dat de Engelsche
regeering het op het oogenblik nog niet als repre
sentatief voor het Fransche volk kon beschou
wen: de Gaulle had intusschen een uitnoodiging
naar Londen aanvaard om de geheele aangelegen
heid nog eens te bespreken.
De Wilhelmstrasse zegt van deze rede, dat zij
gelijk kan worden gesteld met een bekentenis van
het mislukken van de imperiale conferentie.
Churchill, zoo verklaart men, die bij het begin
van deze bijeenkomst een nauwere aaneensluiting
van het Britsche imperium en gemeenebest den
dringendsten eisch heeft genoemd, heeft thans
indirect het mislukken van zijn ijverige pogingen
om tot een nauwere aaneensluiting te komen toe
gegeven, doordat hij thans over deze geheele
kwestie niet meer spreekt, doch het er alleen nog
over heeft, dat het imperium en het gemeenebest
met andere staten tot grootere organisaties zou
den moeten komen. Opmerkelijk acht men te Ber
lijn verder het deel van zijn verklaringen, dat zich
met Turkije bezighoudt. Daaruit spreekt openlijk
de groote teleurstelling, die Churchill wegens de
houding van dezen staat in de neutraliteitskwes-
tie gevoelt. Nu Churchill zegt, dat de overdreven
voorzichtige houding van Turkije de hoop op een
„moedig in den oorlog gaan” van dit land te niet
heeft gedaan, meent men te Berlijn naar Zuid-
slavië en Griekenland te moeten verwijzen, om op
treffende wijze de typische Engelsche laagheid te
karakteriseeren, welke andere staten in den oor
log verwikkelt, zonder dezen in geval van ernst
Europa is in oorlog
De beveiliging van de kusten en de bestrijding
van den vijand vergen de hoogste inspanning van
den soldaat en den arbeider. Het front heeft wa
pens, munitie en voedsel noodig, iederen dag weer.
Het luchtwapen van de Duitsche weermacht is
een groote afnemer. Te dien einde is er een spe
ciale transport-organisatie geschapen, welke alles,
wat het luchtwapen noodig heeft, aanvoert. Deze
organisatie draagt den naam van NSKK-Gruppe
Luftwaffe.
Reeds honderdduizenden kilometers hebben de
groote NSKK-vrachtauto’s, waarop nu eens bom
men van 2000 kilo, dan weer mudzakken aard
appelen of andere levensmiddelen, door geheel
Europa afgelegd.
Het grootste aandeel in deze organisatie heb
ben de Nederlanders. Duizenden vrijwilligers staan
in de NSKK-regimenten Nederland, waarvan het
grootste deel van het kader eveneens uit Neder
landers bestaat. Deze mannen hebben zich door
hun schitterende prestaties als chauffeur, maar
niet minder als soldaat, reeds in enkele jaren een
uitstekenden naam bij de hoogste leiding van het
NSKK verworven.
Iedere gezonde Nederlander tusschen 17 en 45
jaar of hij al dan niet kan autorijden, doet niet
terzake kan zich melden voor het regiment
Nederland der NSKK-Gruppe Luftwaffe. Het
spreekt vanzelf, dat er behalve aan chauffeurs
ook behoefte is aan koks, verplegend en admini
stratief personeel, enz.
Na een korte oefening in het gebruik der wa
pens en een opleiding tot chauffeur of monteur
op een motorschool van het NSKK' kunnen de
mannen him plaats in de kolonnes innemen.
Over zijn achtergebleven gezin kan de NSKK-
vrijwilliger geheel onbezorgd zijn. Voor hem en
zyn gezin gelden n.l. in alle opzichten dezelfde re
gelingen als voor de Duitsche soldaten. Er worden
extra-levensmiddelen- en -kolenbonnen verstrekt,
etc. Vrouw en kinderen kunnen zoo noodig ge
durende eenigen tijd in mooie rusthuizen worden
opgenomen, by voorkomende moeilijkheden ver
leent een speciaal daarvoor aangestelde verbin-
dingsstaf hulp.
De NSKK-Gruppe Luftwaffe zal, nu de laatste
phase van den strijd, naar het zich laat aanzien,
weldra zal aanbreken, op volle toeren moeten
draaien. Daarom is het zaak, de gelederen tijdig
zoo hecht mogelijk te maken. Meldt u by het
werfkantoor van de NSKK-Gruppe Luftwaffe,
Lange Vijverberg 10, Den Haag, want:
OOK GIJ BEHOORT BIJ ONS.
Berkelmans, van Spaendonck, de Jong, Verbunt,
Busnac en Meintser. De veroordeelde Aarts zag
zijn doodvonnis gewyzigd li 15 jaren tuchthuis.
Naar de Höhere SS- und Polizei-führer „Nord-
west” mededeelt, heeft het Polizeistandgericht te
’s-Hertogenbosch op 24 Mei 1944 de volgende
Nederlandsche burgers ter dood veroordeeld
1. den ambtenaar Harmen van Rossum, geb
op 22 Febr. 1917 te Bergen op Zoom;
■2. den student Cornells Anna Hendrik Wagtho,
geb. op 10 Sept. 1921 te Bergen op Zoom;
3. den kantoorbediende Petrus Adrianus Juten,
geb. op 6 Dec. 1918 te Bergen op Zoom;
4. den bakkersknecht Jacob Everaers, geb. op
5 Nov. 1917 te Tholen;
5. den landbouwer Jacob Jan Hage, geb. op 9
Juli 1921 te St. Maartensdijk.
De veroordeelde van Rossum heeft den overval
op het distributiekantoor te Bergen op Zoom op
4 Maart 1944 mogelijk gemaakt door den daders
den in zijn bezit zijnden sleutel tot 't gebouw als
mede een teekening van het kantoor te overhan
digen, terwijl hij tevens aan voorbesprekingen
over den overval heeft deelgenomen.
De veroordeelde Wagtho heeft verscheidene
vuurwapens, munitie en ontplofbare stof in zijn
bezit gehad. Hij heeft als lid van een terreur
organisatie deelgenomen aan het in brand steken
van een opslagplaats van de Wehrmachtbezirks-
verwaltung te Bergen op Zoom op 4 Jan. 1944,
voorts door inbraak, in den nacht van 29 op 30
Oct. 1943, opgeborgen radiotoestellen en op 26
Febr. 1944 een motorrijwiel ten behoeve van de
terreurgroep gestolen. De veroordeelde Ever
aers heeft aan Wagtho een pistool met munitie,
de veroordeelde Hage heeft Waghto twee pisto
len verschaft. Beide hebben geweten, dat Wagtho
de wapens voor sabotage-doeleinden zou gebrui
ken. De veroordeelde Juten heeft als lid van de
terreurgroep na de arrestatie van Wagtho diens
wapens uit een bergplaats weggehaald. By de
motiveering van het vonnis van het Polizeistand
gericht is uiteengezet, dat voor het verschaffen
van wapens aan leden van terreurgroepen alleen
de doodstraf in aanmerking komt.
Het vonnis is na onderzoek van de kwestie van
gratieverleening aan alle veroordeelden voltrok
ken.
De debatten in het Britsche Lagerhuis over de
buitenlandsche politiek zyn gesloten met een rede
van Eden. Deze zeide onder meer, dat Engeland
de laatste dagen overeenkomsten heeft gesloten
met België, Noorwegen en Nederland. Het is
moeilijk, aldus Eden, deze overeenkomsten open
baar te maken, omdat zy niet alleen politieke
maar ook militaire clausules bevatten. De betrek
kingen met de Vereenigde Staten zyn „nauw en
hartelyk”, zooals zij steeds geweest zijn, zoo ver
volgde Eden. Met de Sowjetunie wil Engeland de
meest volledige en nauwe samenwerking. Het is
echter in het belang van beide landen te erken
nen, dat zich hlerby zekere moeilijkheden voor
doen.1 In de eerste plaats is er de erfenis aan
wantrouwen, die nauwelijks overdreven kan wor
den. Dit wantrouwen bestond reeds in den tijd
van het tsaristische Rusland. In de Engelsch—
Sowjetrüssische betrekkingen heeft het zijn rol
gespeeld en het heeft de eigenschap, dat het van
zelf steeds grooter wordt. „Er is een verdenking
hunnerzijds, die weer een verdenking onzerzijds
uitlokt en voor we nog goed weten waar we aan
toe z}jn, heeft zich een berg van wantrouwen op
gestapeld”. Vs remedie noemde Eden een elkan
der geleidelijk beter leeren kennen en de Engel
sche regeering wil daartoe al het mogelijke doen.
Er zijn echter nog meer moeilijkheden en mee-
ningsverschillen, b.v. in den regeeringsvorm, in
de houding tegenover- individu en pers. Al deze
verschillen zijn vrij aanzienlijk. Anderzijds is het
een feit, dat 1 de drie groote wereldconflicten, de
Napoleontische oorlogen, den eersten wereldoorlog
en den huldigen oorlog, Engeland gemeene zaak
heeft gemaakt met Rusland. Bij de beide vorige
Wat den eigenlijken oorlog aangaat blijft na
tuurlijk het Italiaansche front de aandacht trek
ken. Sedert de vereeniging van de geallieerde
troepen by Nettuno met het vijfde Amerikaan
sche leger aan het hoofdfront hebben de aanval
lers, zooals verwacht werd, zich toegelegd op een
penetratie tusschen de gebergten beoosten de
Pontynsche moerassen. De genoemde penetratie
moest gezocht worden tusschen de Monti Albani,
een dooden vulkaan, die zich uit de Romeinsche
Campagna verheft, en de Monti Lepini, een lang
gerekt gebergte, dat het hevig omstreden dal
van de Sacco, aan de zuidzijde beheerscht. Spoor
lijnen en wegen rondom de Albaansche hoogten
vormen een belangrijke schakel in het verkeer
van en naar Rome en het zijn in het bijzonder de
knooppunten van Velletri en Valmontone, welke
de laatste dagen het doel van de geallieerde aan
vallen zijn geweest. De directe spoorlijn en de
straatweg (Via Cassilina) door het dal in de
richting van Rome loopen over Valmontone, men
kan dan ook aannemen, dat deze sector niet al
leen een onderdeel uitmaakt van de verdedigings-
zone vóór Rome, maar dat hier tevens sterke
tegenstand wordt geboden om de Duitsche ver
bindingen met de troepen in het dal zoo lang
mogelijk in stand te houden. Daarbij moet intus
schen niet uit het oog worden verloren, dat er
ook indirecte verbindingen door het gebergte ten
Noorden van het dal mogelyk zijn. De gevechten
in het dal hebben zich verder naar het Noord
westen verplaatst. De legerberichtéh noemen nu
o.a. Ceprano en spreken ook van de Sacco, die in
Naar Oost en Idlest, naar Noord en Zuid
Gaat Neerland’s jeugd het zeegat uit.
Aan roer, geschut en aan machine
Doet zij haar plicht bij de Marine,
En strijdt, naast Duitsche kamerader^
Steeds onversaagd en vastberaden
Voor vrijheid op de tvereldzee
Talm dus niet langer, maar strijd meef
Indiensttreding bij de Kriegsmarine is mogelijk voor iederen Nederlander
tusschen 17—45 jaar. Aanmelding en inlichtingen bij de Marineannahme-
stelle West, Plompetorengracht 24, Utrecht; alle Hafen- en OrtskommaD-
danturen en de verschillende ff-Meldestelleh in Nederland.,
BEKENDMAKING.
Naar de Höhere SS- uhd Polizeiführer „Nord-
west” mededeelt, heeft het Polizeistandgericht te
’s-Hertogenbosch op 24 Mei 1944 de Nederlanders
Jan Roes, geboren 8 Februari 1918 te Delft;
Jan Noorda, geboren 10 September 1919 te
Amsterdam;
Willem Oosterheers, geboren 6 December 1918
te Groningen ter dood veroordeeld, omdat zij op
29 Maart 1944 te Groningen een overval hebben
gepleegd op een banklooper, om hem van een
aanzienlijk bedrag aan geld te berooven. Het Po
lizeistandgericht heeft de daders beschouwd als
geweldmisdadigers en aangenomen dat door de
daad de openbare orde in Nederland verstoord
kon worden. De daders hebben gehandeld in op
dracht van een terreurorganisatie, doch hebben
te hunnen eigen bate aanspraak gemaakt op een
belangrijk aandeel in den te verwachten buit.
Ofschoon de daad door het beleid- van den bank
looper mislukt is, is met toepassing van artikel
1 van de Ordnungsschutzverordnung de doodstraf
uitgesproken.
Het vonnis is na onderzoek van de gratiemoge-
lykheid voltrokken.
Naar de Höhere SS- und Polizeiführer „Nord-
west” mededeelt, heeft het Polizeistandgericht
’s-Hertogenbosch op 24 Mei 1944 de volgende Ne
derlanders ter dood veroordeeld
1. den ambtenaar Wilhelmus Berkelmans, geb.
op 31 Maart 1912 te Tilburg;
2. den textielfabrikant Robert van Spaendonck,
geb. op 30 Juli 1916 te Tilburg;
3. den onderkopman by den Nederlandschen
Arbeidsdienst Johannes de Jong, geb. op 27 Aug.
1916 te Vlaardingen;
4. den ambtenaar Henricus Verbunt, geb. op
16 Dec. 1909 te Tilburg;
5. den bediende Carolus Aarts, geb. op 12 Sept.
1907 te Tilburg;
6. den kantoorbediende Barend Busnac, geb. op
12 Mei 1922 te Rotterdam;
7. den kantoorbediende Albertus Meintser, geb.
op 14 Dec. 1920 te Amsterdam.
De veroordeelde Berkelmans heeft als ambte
naar by het bureau van den burgerlijken stand
te Tilburg deel uitgemaakt van een geheime or
ganisatie en sinds jaren voor ondergedoken per
sonen valsche persoonsbewijzen gemaakt. De ver
vaardiging van de valsche persoonsbewijzen is
met het oog op den aanzienlijken omvang be
schouwd als sabotage volgens par. 1 van de
Ordnungsschutzverordnung. Berkelmans heeft
in Januari 1944 de veroordeelden de Jong, Ver
bunt, Aarts, Busnac en Meintser aangezet tot
het vermoorden om politieke redenen van een
Nederlandschen politie-ambtenaar. De veroordeel
de van Spaendonck heeft deelgenomen aan voor
besprekingen over den voorgenomen moord en
zijn pistool ter beschikking gesteld. Hoewel de
moord door de oplettendheid van den Nederland-
schen politie-ambtenaar niet is gelukt, heeft het
Polizeistandgericht de op politieke grondslagen
berustende daad met gebruikmaking van par. 1,
alinea 2 der Ordnungsschutzverordnung als een
gepleegde daad bestraft en tegen alle betrokke
nen de doodstraf uitgesproken.
De veroordeelden de Jong, Verbunt en Busnac
hebben bovendien onbevoegd een vuurwapen in
hun bezit gehad.
Het vonnis is na onderzoek van de kwestie van
gratieverleening voltrokken aan de veroordeelden
VIER JAREN RIJKSCOMMISSARIAAT.
Op 29 Mei was het vier jaar geleden, dat Rijks-
minister dr. A. Seyss-Inquart als Rijkscommissa
ris voor het bezette Nederlandsche gebied zijn
ambt aanvaardde. Naar aanleiding hiervan heeft
dr. Seyss-Inquart een vertegenwoordiger van het
D.N.B. te ’s-Gravenhage een onderhoud toege
staan, waarin hij vragen over de ontwikkeling in
zijn arbeidsressort beantwoordde.
Ten aanzien van de bijdrage van Nederland in
den strijd voor een nieuw Europa zeide de Rijks
commissaris, dat afgezien van de Nederland
sche vrijwilligers aan het Oostfront die bij
drage, zoowel absoluut als in vergelijking met
andere gebieden zeer hoog is. Ook in de tewerk
stelling, die zortder noemenswaardige moeilijkhe
den en met goede resultaten verloopt, leveren de
Nederlanders een aanzienlijke prestatie. De scha
de, gelegen in het verlies van werkkrachten door
„onderduiken” is voor Duitschland slechts ge
ring. Dit „onderduiken” brengt juist moeilijkhe
den in Nederland, waar de „onderduikers” zich
grootendeels op den zwarten handel toeleggen en
de toch reeds uiterst moeilijke ravij.ailleering ver
storen, nog afgezien van het gevaar dat zy steeds
meer, zooals voortdurend blykt, in handen vallen
van communistische verzetorganisaties.
De Nederlandsche bevolking, zoo zeide dr.
Seyss-Inquart, heeft de groote lasten, die uit den
algemeenen oorlogstoestand voortvloeien, kalm en
verstandig aanvaard. De onlangs noodzakelijk ge
worden inundaties zijn zonder eenig bezwaar en
met berging van alle voorraden uitgevoerd.
Al zyn er in de jaren 1941 en 1943 moeilijkhe
den ontstaan, zoo zijn dit toch geen teekenen ge
weest voor algemeene onrust in Nederland. In
1941 was het een stakingsactie, die uitsluitend en
rechtstreeks door joden werd veroorzaakt. Als
gevolg daarvan is toen de jodenquaestie volledig
opgelost en thans is de evacuatie van joden uit
Nederland practisch voltooid.
De werkelyk verbitterde vyanden van Duitsch
land en het nationaal-socialisme vindt men slechts
in een betrekkelijk kleinen kring. Het gros van de
Nederlanders neemt een af ’achtende houding
aan, waarbij valt op te merken, dat de belang
stelling voor uiteenzettingen van politieken aard
toeneemt.
Ten aanzien van de politieke groepsvorming
zeide de Rijkscommissaris o.m.: De N.S.B., die
thans dertien jaar bestaat, werd door ons hier
aangetroffen en is dus door en door een Neder
landsche aangelegenheid. Zij heeft zich in de af
geloopen jaren meer en meer gericht naar de
doelstellingen van het nationaal-socialisme, zooals
deze reeds vroeger in Duitschland bestonden.
De heer Mussert, zoo ging de Rijkscommissaris
voort, zelf ziet op dit tijdstip zijn taak niet in
staatkundigen zin maar veeleer in politieken zin,
doordat hij werkt aan-het-vestigen van de over
tuiging dat voor Nederland in het samengaan met
Duitschland in den zin van de Europeesche lots-
gemeenschap de eenige mogelijkheid gelegen is
zich te handhaven, en overeenkomstig zijn betee-
kenis zich te laten gelden. Dat de N.S.B. op groot
verzet stuit, is volkomen natuurlijk, want er zijn
onder de Nederlanders vele menschen, die zoo
vastgeroest zitten in oude voorstellingen en syste
men, dat zij slechts zeer tegen hun zin zich los
maken van den vermeenden grondslag van hun
bestaan en de neiging hebben om in het alge
meen het nationaal-socialisme verantwoordelijk te
stellen voor den algemeenen toestand en de
N.S.B. in het bijzonder voor bepaalde moeilijk
heden.
Bij de N.S.B. valt een te waardeeren standvas
tigheid van het standpunt te constateeren. On
danks de militaire gebeurtenissen van de afge
loopen maanden hebben het aantal en de bereid
willigheid van haar leden om op te treden, geen
verzwakking ondergaan.
Ten aanzien van de te verwachten invasie
zeide de Rijksminister tenslotte nog: Het kan zyn
dat er bij een invasie hier of daar storingen
zullen komen, maar tot een uit de bevolking zelf
voortspruitende crisis zal het niet komen. Wij
Duitschers zijn evenwel vol vertrouwen, dat wij
de taak zullen vervullen, die onze Führer in dit
gebied heeft gesteld, met het wapen in de hand
wanneer de vijand zal komen, en in orde en arbeid
wanneer wij den vrede tegemoetgaan.
Comb, van: SNEEKEK NIEUWSBLAD
(Drjjfhout’s Nieuwsblad en
Nieuwe Sneeker Courant) en
DE JONG’S NIEUWSBLAD, Bolsward.
Verschijnt eiken Vrijdagavond.
Leesgeld ƒ0.75 per kwartaal bij vooruit
betaling. Losse nummers 10 et.
HoofdredacteurL. Kleze brink, Sneek.
Plaatsverv. hoofdredacteur: C. Smit, Sneek
K. 2248
en
•l. er
lie
k-
1-
gelegenheden zijn de beide landen het weldra
weer oneens geworden, dat moet thans beter ge
daan worden. Eden bevestigde, dat de Engelsche
regeering geconsulteerd is bij de publicatie van de
Sowjet-vredesvoorwaarden voor Roemenië en by
de Sowjet-onderhandelingen met Finland. De mi
nister zeide, dat hij de mate van inspanning, die
men zich in Engeland en de Sowjetunie moet ge
troosten om van het 20-jarige verdrag een wer
kelijkheid van blijvende waarde voor beide staten
te maken, geen oogenblik zou willen bagatellisee-
ren. Voor de toekomst staat hierbij echter zoo
enorm veel op het spel, dat beide partijen zich
alle moeiten moeten geven om succes te waar
borgen. Tenslotte verklaarde Eden, dat de Ver
eenigde Staten, de Sowjetunie, het Britsche ge
meenebest en China op militair en politiek ter
rein moeten samenwerken. De voorgenomen „we
reldorganisatie” kan op deze vier groote mo
gendheden er om haar heen opgebouwd worden.
De N. R. Ct. staat nog even stil bij de ver
houding Engeland en de Sovjetunie in verband
met de verhouding tuëschen Engeland en Spanje.
Als Churchill en Eden uitgaan van het beginsel,
dat de Engelsche politiek in Europa wordt be
heerscht door het twintigjarige verdrag met de
Sovjetunie, moet voorop gesteld, dat er nog altyd
een groote tegenstelling tusschen het huidige be
wind in Spanje en de Sovjetunie bestaat, een
tegenstelling bovendien, die nog onlangs door
Franco in een openbare rede zeer principieel is
uiteengezet en waarnaar, volgens dezen spreker,
alleen om dringende belangenoverwegingen niet
kan worden gehandeld. Bij die gelegenheid heeft
Franco immers gezegd, dat Spanje aan den lijve
de gevaren van het communisme heeft leeren
kennen en om die reden zyn vrijwilligers heeft
toegestaan om deze gevaren te helpen voorko
men. Het had het bolsjewisme en de botsing van
de beschaafde naties in het Westen als twee ver
schillende problemen beschouwd en toen later de
bestrijding van het communisme Spanje had kun
nen betrekken in een oorlog tegen de landen,
waarmee het goede betrekkingen onderhield,
moest het voor het oogenblik zijn ideaal opgeven
ten behoeve van de verdediging van de hoogste
belangen van het moederland. Deze motiveering
van de terugtrekking en ontbinding van de be
kende Blauwe divisie zal voor verschillende groe
pen in Engeland de feitelyke beteekenis van dit
besluit hebben verminderd, hoewel andere er ten
aanzien van de Engelsch-Spaansche betrekkingen
door geru gesteld konden worden. Maar ook
onder deze laatste waren er, die tevoren hun
verwachtingen hadden gesteld op de pogingen,
die van Franco zelf waren uitgegaan teneinde de
inwendige verschillen te overbruggen. Wel is het
daarbij gelukt de grens, die door den burgeroor
log was getrokken, door diverse maatregelen te
vervagen, maar het bleek niet mogelyk de mo
narchisten als stabiliseerenden factor in dit
streven te betrekken, terwijl onderhandelingen
met de voor hun terugkeer gereedstaande leiders
van het Republikeinsche Spanje niet in aanmer
king kwamen.
de noodige hulp te verleenen. Ook in het geval
van Turkije zou het Groot-Brittannië uiteindelyk
onverschillig geweest zijn, zoo verklaarde men
tenslotte, of, wanneer dit land in den oorlog zou
gaan, by v. in de groote Turksche steden de lucht
bescherming voldoende zou zyn geweest of niet.