Het Communisme
1
JA
minder
ÏIEUX
de film
'is
fRS
IRQ'
iteurs-
irkade
16
esiotan
Vrijdag 7 Juni 1946
'ARD
-
PINKSTEREN I
TJ. DB J.
te
I
n
ile
te
Parregi
oren
•psen
Fan de Martiny-toer.
Stadsnieuws.
Mededeelingenblad vanwege het Militair Gezag, district Sneek. Verschijnt 1 maal p. week
2e Jaargang No. 2J Gedrukt I. o. v. M. a. bij de Fa. A. J. OS1NOA - Bolsward
larsum.
larsum,
larsum
n
|8 jaar
3 Juni
De Commissie.
martei
ing
Vk.
en
Vk.
arsum,
larsum
mr
ste
>P
ni
m
>P
n inb.)
1945
I vam
'MAN,
ilNUS
tile
ar-
NI
in-
n
Ie
Ie
:r
an.
a en
We
er
ing
aor
ikt,
an-
in-
ns-
■R-
de
en
in
tn,
vm.
tm
uur
ten-
aag
nen
:ge-
een
it
t.
e 8 uur
b «peel-
:n
il-
:n
n.
ni
-i-
:n
is
f-
n,
is
e
tn
t.
lie
.3.
tm.
.30
de
jui-
fe-
an
Ti
na
n.
n.
«10
,|u.
d
Bij de muziekuitgeverij Klavarskribo te Rot
terdam zijn onlangs weer twee muzieknummers
van onze plaatsgenoot O. Leeverink in druk
verschenen, t.w. Bravour mars en Alles sal reg
kom.
MI a.i.
ID op
Openbare Leeszaal en Bibliotheek
Bolsward en Omstreken.
Over de maand April werden in totaal 1016
boeken uitgeleend.
Het aantal bezoekers bedroeg 19, t.w. 4 da
mes en 15 heeren.
A
olswari
erij vat
te Par.
Ü9SI0III
ng. De
Roden.
de Bi.
Jan.
ben
i tie-
ling
nen
Geslaagd.
Voor het eind-examen Gymnasium Sneek
slaagden o.m. onze stadgenooten de heeren G.
J. Onvlee en K. Visser.
Zaterdag 25 Mei j.l. hield het hoofdbestuur
der Ned. Ver. van Lichamelijk gebrekkigen,
die door fusie met de Bond van Invaliden nu
werkt onder de naam van A.N.I.B. (Algemeene
Nederlandsche Invaliden-Bond, in zaal Boer-
mans een vergadering van lichamelijk gebrek
kigen om te komen tot de oprichting van een
afdeeling van de A.N.I.B.
De alg. secr., de heer J van Oeveren van Rot
terdam, gaf na een inleidend toespraakje het
woord aan den blinden propagandist, den heer
R van der Zee uit Rotterdam, die in een uit
voerig betoog een heldere uiteenzetting gaf van
het ontstaan, doel en streven en de groei van
de Invaliden-Beweging in Nederland.
De declamatrice mej. Van Helden uit Rotter
dam droeg op verdienstelijke wijze een viertal
welgekozen gedichten voor.
Eenige vragen uit de vergadering werden uit
voerig beantwoord. Hoewel er belangstellende
invaliden uit Bolsward, Tjerkwerd, Witmar-
sum, Kimswerd en Piaam waren komen op
dagen, gaf slechts een zestal zich op als lid,
zoodat Bolsward voorlopig met een corres
pondentschap moet volstaan. Als correspondent
werd gekozen de heer S. S. de Jong Dzn.,
Tjerkwerd 48, en als voorloopig penningmees
ter de heer Jan Deelstra, Tjerkwerd.
der Boom 60 p„ Jac. Bonnema 60 p. Afgewe
zen 3 candidaten.
Van de muziekvereen. „Harmonie” te Pingjum
diploma C de heer Sj. Tijsma 61 p., diploma
A de heer Jan Hoekema 67 p., afgewezen één
candidaat.
Van de muziekvereen. „Frisia” te Witmarsum:
Diploma A, de heeren: S. Yntema 74’/^ p-, D.
Reitsma 70 p., (10 jaar). W. Katstra 63’/^ p.,
P. Hidma 62’/a P-, J. van der Honing 7O’/2 p„
Y. Yntema 61p., afgewezen 4 candidaten.
Van de Chr. Muziekvereen. „Oranje” te Wit
marsum: diploma A de heeren: A. Feenstra
83 p., A. J. van Gelder 68 p., K. Wijbenga 68
p., J. de Jong 65 p.
Van de Chr. Muziekvereen. „Oranje” te Bols
ward: diploma A de heeren: D. de Witte 75
p., P. van der Meer 65 p., E. Nawijn 65 p.,
F. Hamstra 61 '/2 P-, P. Kooistra 61 p. B. Albe-
da 60 p., M. Conradi 60 p„ afgewezen 7 can
didaten.
Wij kunnen niet anders zeggen, dan het zijn
prachtige dagen geweest. Laten er meer zulke
volgen.
Dat ook onze Chr. Harmonie- en Fanfare
corpsen het mogen zien en ter harte nemen en
zich een beetje inspanning willen getroosten,
om ook deel te nemen aan de examens, die in
het najaar zullen worden gehouden.
Besturen en h.h. dirigenten wekt de leden op
dit examen niet te verzuimen. Inlichtingen
worden gaarne verstrekt door den heer P. van
der Werf, secr. Chr. Muziekvereen. „Oranje”
te Bolsward.
Dizze wike hat it bistjür fan de Fryske Mij.
fan LAnbou twa meidielings de wrêld yn-
stjürd, ünderteikene fan Ir. Oosterbaan en Dr.
Van der Meulen, dy’t yn FryslAn mei oandacht
lézen wurde sil. Hja binne dat ek wurdich,
hwant it is fan bilang, hwat dit Haedbistjür
oer de dingen fan it forroune jier tinkt en seit.
Lit ik mei it minste bigjinne. Der stiet yn
dizze meidielingen in sin, dy’t pertinent ün-
wier is. Ik lit him hjir folgje: De Fr. M. v. L.
acht het zeer onjuist en bedroevend, dat men
de boeren-gemeenschap in onze Friesche dor
pen zelfs op zuiver technisch gebied, wil uit
eenscheuren in drie afzonderlijke hermetisch
van elkaar afgesloten groepen, die alleen aan
de top federatief kunnen samenwerken.”
Dit is ünwier! Yn de gearkomste fan 21 Maeije
hawwe de wurdfierders fan de C.B.T.B. mei
alle oandrang de Friesche Mij. frege, dat hja
dochs de Stifting it technyske wurk hólde litte
soene. En Gerbrandy èn Mr. van der Schaaf én
Simen de Vries hawwe dat mei klam bipleite.
Mar de iennige, dy dat net tasizze koe wie de
Fr. Mij. seis. Hja binne toloarsteld oer de
Ontwikkeling fan de Stichting, sa’t dy yn hiel
it lón giet, hja libje noch alhiel yn de ge
dachte, dat de Fr. Mij. de Boereorganisaesje
foar alle boeren is of wêze moast, hja wolle
net sjen, dat dit net mei de realiteit oerien-
komt en nou skuorre hja ek de grounslach On
der de Stifting wei.
It bistjür fan de Friesche Mij. sjocht de suster-
Voetbal.
Zondag a.s. speelt C.A.B haar eerste promo
tie-wedstrijd, en wel uit tegen Houtigchage.
Gezien het spel in de wedstrijd Oosterparkers-
Houtigehage te Groningen, waarin uitstekend
spel vertoond werd, en Houtigehage in de
laatste min. met 21 het onderspit moest
delven, zal C.A.B. Zondag voor een moeilijke
taak komen te staan.
Er kan echter gewonnen worden, mits alle spe
lers zich tot de laatste seconde geheel geven,
en daarbij een vlug en open spel spelen.
Houtigehage is een forsche ploeg, daarom geen
gepingel, doch direct afgeven, dit is de eenig-
ste kans op succes.
We hopen, dat de extra tram voor deze be
langrijke wedstrijd volgeboekt zal worden, daar
dit ook de spelers een moreele steun zal geven.
Er moet deze Zondag gewonnen worden, de
eerste klap is een daalder waard, dus opgepast
C.A.B.-ers.
Concert G.O.V.
Ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van
het stedelijk muziekkorps „Bolsward” gaf het
Groninger orkest op 30 Mei j.l. (Hemelvaarts
dag) ’s middags 2.30 uur een concert in de
Martini-Kerk.
Er was wel belangstelling, doch wij hadden
een grootere opkomst verwacht bij dit voor
Bolsward toch zeer bijzondere concert. Mis
schien was de entreeprijs voor velen wat te
hoog, ook is er op een dag als Hemelvaarts
dag overal van alles te doen. Hoe dit zij, het
door de G.O.V. gegeven concert had stellig een
stampvolle kerk verdiend en de afwezigen
hebben een paar uren van hoog kunstgenot ge
mist. Het programma stond op een hoog peil
en bevatte toch geen stukken die niet door
ieder mensch met gevoel voor muziek gevolgd
en genoten konden worden. Sommige menschen
zijn wel eens bang dat de muziek hen te hoog
zal gaan. Meestal ten onrechte. De op dit con
cert uitgevoerde werken van Weber, Wagner
en Beethoven spreken direct tot het hart, voor
opgezet natuurlijk dat men gevoel voor mu
ziek heeft. En vooral orkestwerken met hun
rijkdom aan klankkleur spreken wel onmiddel
lijk aan.
Over de uitvoering kunnen wij kort zijn. Het
Groninger orkest heeft onder de bezielende lei
ding van den dirigent Jan van ’t Hoff, prach
tig en geestdriftig gemusiceerd. De groote lij
nen kwamen uitstekend naar voren, doch ook
de details werden minitieus verzorgd. De
klank, ook van het koper, was heel mooi. Al bij
het eerste nummer, Ouverture Eurianthe van
Weber, was men er in. Het Clarinetconcert
no. 1 (op 73) werd door J. Meekers op mees
terlijke wijze vertolkt. De begeleiding door het
orkest was uitnemend. De hoogtepunten van
het programma vormden wel de nos. 3 en 4.
Van no. 3 vooral a. het voorspel voor de eer
ste acte van de opera „Lohengrin” van Wag
ner, welk voorspel ons schildert de afdaling
van een schare Engelen uit den hooge met de
heilige graal, de aanbidding en de geestvervoe
ring van de menschen die deze uit de handen
der engelen mogen ontvangen. Dit is een van
de ontroerendste stukken orkestmuziek die ooit
geschreven zijn. De uitvoering beantwoordde
aan de beste verwachtingen. Ook het slotnum
mer, de bekende symphonic no. 5 van L. van
Beethoeven, opgebouwd op het z.g. „noodlots
motief” en met als inhoud: strijd berusting
organisaesjes sa: „Wat onze houding tegenover
de confessioneele organisaties betreft: hoewel
wij van meening zijn, dat zij geen bestaans
recht hebben buiten de Algemeene Landbouw
organisatie en dat zij een onnoodige en scha
delijke splitsing teweegbrengen zoolang zij
daarbuiten blijven, toch zullen wij hen geens
zins bestrijden, maar integendeel ook hier
vooropstellen, wat vereenigt, boven dat wat
verdeeldheid brengt en streven naar samenwer
king, waar die mogelijk en nuttig is.
De C.B.T.B. en de A.B.T.B. hawwe dos gjin
bisteansrjocht. Hja binne ünnoadich en skealik.
It is goed, dat de Fryske boer wit hoe’t de Fr.
Mij. oer dejingen tinkt, dy’t harren prinsipieel
organisearje. Mar dat sil doch ek de domste
wol bigripe, dat it meiinoaroparbeidzjen allin-
nich bitsjutting hat tusken minsken, dy’t el-
koars sjenswize respektearje kinne. De Fr. Mij.
kin dat noch altyd net, hja kinne it goed rjocht
fan de katholieke en kristelike organisaesjes
nou noch net sjen. Hja achtsje harren ónnoa-
dich en skealik. Wy wolle earlik sizze, dat sa’n
forklearring fan it Haedbistjür fan de Fr. Mij.
in klap yn it gesicht is fan de susterorgani-
saesjes. Hja binne fan dy kant wol hwat wend,
mar dat it nou noch krekt sa is as tritich jier
lyn, dat hiene wy net mear forwachte.
Wy kinne ek net oannimme, dat dit it bigjin
wêze sil fan it meiinoar opbouwen fan in pu-
blykrjochterlik orgaen. Hwant ót dizze mei
dielingen blykt gjin achting foar de collega’s
mar minachting, gjin stribjen om neist elkoar
to stean, mar to oerhearskjen en dat fordrage
Voor de Anti-Rev. Partij is de volgende can-
didatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezing
vastgesteld:
J. Heeres. B. Veltman, C. P. de Jager, Joh.
Dijkstra, R. Wijbrandij, K. Nawijn, J. Onvlee,
W. Bos,
Candidaten Gemeenteraad.
Door de R.K. Volkspartij is de volgende can-
didatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezing
vastgesteld:
T. v. d. Zee, P. Bijvoets, J. Boekema, J. R. v.
d. Oever, F. B. v. d Meer, A S. de Jong, J. Al
tenburg, I. Wolke, J. Hiemstra, S. Palstra.
Pinksteren Is het feest van de uitstorting
van den Heiligen Geest en daardoor van de
heilige geestdrift. Voor de moderne mensch
zal het verhaal daarvan in Handl. 2 veel
kinderlijks en veel primitiefs bevatten en hij
zal zijn verstandige critische bezwaren heb
ben tegen de vormen en de voorstellingen,
waarin het Pinkstergebeuren er wordt me
degedeeld. Maar arm is hij toch, wanneer hij
de diepe zin ervan niet meer verstaat.
Er is veel sprake van geest onder de men
schen naast veel ongeestelijkheid èn er is
ongelijk, niet slachts omdat hiermede een
initiatief, ten doel hebbende onder de leuze
„De Kunst gaat door het vrije land" in den ver
volge jaarlijks in de Meimaand in alle centra
van eenige beteekenis een kunstmanifestatie te
brengen, gevaar loopt te worden versmoord,
doch óók omdat men de gelegenheid heeft ver
zuimd een tooneelstuk te gaan zien, dat de
problemen van het verzet en de daaraan ver
bonden consequenties, tooneelmatig verant
woord, naar voren schuift, en last not least
omdat men hierdoor de gelegenheid heeft
gemist een groep uitstekende amateurs te zien
spelen.
Want laten we rustig vaststellen, dat hier een
spel ten tooneele werd gevoerd, dat de moeite
waard was en dat de spelers een sublieme
prestatie hebben geleverd. Dat we daarenboven
nog eens werden teruggeplaatst in de spannin
gen van de staking van 1943, mag heusch geen
kwaad men vergeet zoo gemakkelijk.
In Geuzerwaard, een dorpje in de Betuwe, gaat
ieder staken ondanks de machtelooze en in
die machteloosheid belachelijke en weinig
overtuigende pogingen van den brieschenden
burgemeester, dien niemand vertrouwt, omdat
hij nog steeds niet beseft, dat hij als gezags
drager nog slechts ledepop van den bezetter is.
De buitengewoon menschelijke pastoor en de
opgewonden, vrij rhetorische predikant, scha
ren zich aan de zijde van de stakers, en ziedaar
het conflict tusschen drie dorpsnotabelen, die
allen op hun wijze de verantwoordelijkheid
voelen en willen dragen. Het conflict wordt
toegespitst, als de Grünen het dorp binnen
komen en drie mannen uitkiezen, die zullen
moeten vallen om de rust te doen weerkeeren.
Drie mannen die allen op de een of andere
wijze met het leven van den burgemeester, den
pastoor en den predikant verweven zijn. Stuk
voor stuk worden ze nu voor de vraag gesteld,
of ze na den dood der gevangenen de menschen
nog recht in de oogen zullen kunnen zien, en
ieder op zijn wijze komt tot de conclusie, dat
hij zijn verantwoordelijkheid alléén zal kunnen
dragen, door zichzelf te offeren in de plaats
van één der slachtoffers. Theatraal?
Gezien uit menschelijke kleinheid, inderdaad 1
Maar in wezen terecht, en juist de persoonlijke
bij-overwegingen, de zorg en de nood om den
evennaaste, maakten dit tooneel tot een ju
weeltje van diepe menschelijkheid.
Dat door een voor oud-illegalen waarschijn
lijk moeilijk te slikken tegenzet de drie ge-
doemden aan hun lot ontkomen en de oer-
Duitsche en oer-stomme luitenant Heidepriem
het slachtoffer wordt van de „kadaverdisci-
pline”, vooral ook dank zij de verleidingskunst
van de frivool schijnende, maar in het verzet
werkzame, burgemeestersvrouw, mag voor het
happy end een aanvaardbare oplossing zijn, het
blijft een oplossing, die niet bevredigt, die tot
een anti-climax leidde en die de figuur van
den verzetsleider Joris Denver minder aan
vaardbaar maakte.
Al met al echter toch een stuk, dat de aan
dacht weet vast te houden.
Over de spelers niets dan lof. Een bespreking
van ieders prestatie zou te ver voeren. Het
spel van den pastoor overigens de dank
baarste rol uit het stuk dient echter met
name te worden genoemd: het getuigde van
een opvatting, die slechts weinige auteurs zich
eigen zullen weten te maken. Ook het spel van
den burgemeester was uitstekend. De rol van
zijn vrouw, Marion, was in goede handen, hoe
wel de uitbeelding niet in alle opzichten Vol
deed. Deze rol, met haar sterke „ups and
downs”, vraagt echter een technisch vakman
schap, dat men bij dilletanten niet kan Ver
wachten. Als men verder bedenkt, dat Marion
het zakkende derde bedrijf met haar spel moest
dragen en aannemelijk maken, en zij dus hier
onder de meest ongunstige omstandigheden
moest optreden, mag een prijzend woord niet
ontbreken. T.
xvan de menschelijke waardigheid en vindt
daarin alleen zijn grondslag; Marx verwierp
de kapitalistische productiewijze om haar in
vloed op de mensch; het is Marx om de
concrete mensch te doen geweest; zijn pro
test geldt de onverschilligheid van het kapi
talisme tegenover den mensch; Marx wil,
dat wij weer aan de mensch leeren geloo-
ven; zijn bestemming is de menschelijke vrij
heid; zij vormt het gevoel van eigenwaar
de van de mensch; Marx zegt het duidelijk,
dat hij het socialisme wil om de mensch;
het heeft niet de totale staat, maar het totale
individu ten doel.”
Wie dit niet ziet miskent het marxisme en
wie dit niet erkent, miskent het communis
me.
Maar is dan het '■-ommunisme de legitieme
voortzetting, erfgenaam van het marxisme?
Ja en neen. Ja, voor zoover het de leidende
gedachten van het Marxisme vasthoudt: het
historisch materialisme en de leer van de
klassenstrijd. Maar neen, voor zoover het als
bolsjewisme of wilt ge Leninisme en Stalin
isme een omvorming van het Marxisme be-
teekent, speciaal door de Russische toestan
den teweeggebracht.
Welke zijn deze wijzigingen? In de eerste
plaats dit: Marx heeft óók gerekend met een
dictatoriale overgangstijd, maar de dictatuur
van een proletariaat, dat meerderheid zou
zijn. De communistische in Rusland echter
is de dictatuur van een minderheid. Dat
hangt samen met een tweede verschilpunt:
Marx heeft zich de overgang v^n kapitalis
me naar socialisme alleen kunnen denken op
het moment van de kapitalistische rijpwor
ding, tegen de tijd van uiterste industriali-
seering en concentratie van de bedrijven in
trusts en kartels en van het kapitaal in de
groote banken, in de tijd dus, waarin de
groote massa van de onteigenden zou staan
tegenover de kleine groep der onteigenaars.
In Rusland werd de overgang geforceerd en
sprong men van een achterlijke agrarische
samenleving in de socialistische maatschap
pij; men sloeg ’n fase over: de kapitalistische;
er was slechts in samenhang daarmee een
kleine bewuste socialistische minderheid van
industrieele proletariërs, die naar de macht
greep en haar socialistische wil dictatoriaal
oplegde aan de groote meerderheid des
volks dat zich deels in conservatisme ver
zette tegen de nieuwe koers, deels in onver
schilligheid en onwetendheid de dingen over
zich heen liet gaan, maar daartoe onbe
trouwbaar was.
Zoo is daar overeenkomst en verschil. Maar
de verschillen zijn verklaarbaar uit de Russi
sche verhoudingen; de overeenkomst treft ’t
meest: het hartstochtelijk verlangen gerech
tigheid in het maatschappelijk leven verwer
kelijkt te zien. Prof. Banning in zijn lezens-
waardig boekje: „Marx en verder” noemt
het Leninisme een voluntarische ombuiging
van het Marxisme (bl. 98), waarmee hij be
doelt, dat Marx de proletarische activiteit
sterk bindt aan de economische mogelijk
heden, Lenin daarentegen de wil voorop
stelt (voluntas wil), alle nadruk op de
daadkracht legt om daarmee des noods
zijnde de ongunst der economische omstan
digheden krachtdadig te overwinnen.
En toch! Het communisme heeft de moed
I der consequentie, zeiden wij. Die eer mag
men het niet onthouden. Maar, zoo rijst de
„Geuzerwaard".
Of het actieve Feestcomité 1945 van Bolsward,
dat zoo bereidwillig was de organisatie van
deze uitvoering op zich te nemen, zich heeft
vergist, door het maken van een intensieve
propaganda in de stad, waaraan uiteraard de
propaganda in de buitengemeenten moest wor
den opgeofferd, óf de oorzaak moet worden
gezocht in een algemeene uitgaansmoeheid,
ófwel in de omstandigheid, dat „verzets-stuk
ken” zoo langzamerhand zouden beginnen te
vervelen, vast staat, dat èn spelers èn orga
nisatoren terecht onbevredigd waren, toen
Dinsdagavond in de Doele het doek opging
voor een
Tot badmeester, bode en magazijnhouder
van de Vereen. „Het Groene Kruis” is be
noemd de heer P. de Jong alhier.
strijd overwinning, genoot een geestdrif
tige vertolking, vooral het triomfantelijke laat
ste deel. Wij besluiten met een woord van
hulde voor het stedelijk muziekkorps voor het
genomen initiatief.
Kerkconcert.
Maandag 3 Juni j.l. gaf het Sneeker Gantate-
koor, dirigent Gezinus Schrik, een concert in
de Martini-kerk. Medewerkers waren volgens
het programma Laurens Bogtman, bariton,
Etty Kouwenaar, sopraan, Gezinus Schrik, or
gel en een kamer-orkest. Dit concert was het
eerste van de reeks orgelconcerten die de heer
Schrik dit zomerseizoen weer denkt te geven.
Wij hopen dat er meer belangstelling voor deze
concerten mag komen dan op deze avond werd
getoond. En het mooie orgel èn de organist
Gezinus Schrik, zijn deze belangstelling ten i voor een slechts matig gevulde zaal,
volle waard. In de wijze waarop hij de beide 1 In dit geval hadden de afwezigen inderdaad
orgelwerken van Baeh vertolkte, de Fantasia
en Fuga g moll en het preludium en Tripelfuga
Es dur (vooral het laatste vereiicht een hoog]
ontwikkelde techniek) toonde hij zich een or
ganist van beteekenis, ook door zijn fijne,
kunstzinnige registratie.
Het grootste deel van de avond was echter
deze keer aan de zang gewijd. Het koor zong
als no. 1 twee liederen van Bach en als slot
nummer de Cantate no. Ill „Was mein Gott
will”. Het koor ontwikkelt een fraaien klank en
er werd met toewijding gezongen. Wel waren
de vrouwenstemmen naar ons oordeel soms iets
te zwak tegenover de mannen, en was het jam
mer dat de orgelbegeleiding achterwege bleef
In plaats van Laurens Bogtman, die verhin
derd was, trad als baryton-solist op Guus
Hoekman, die over een vol en warm stem
orgaan beschikt en zijn partij in de cantate
voortreffelijk weergaf. Ook in de drie door
hem gezongen solo’s hebben we van zijn stem
en voordracht genoten. Ook de sopraan Etty
Kouwenaar beschikt over een glasheldere stem
en zong haar partij in de cantate met veel be
grip en overgave. Ook genoten wij zeer van
haar gevoelige voordacht in de door haar ge
geven solonummers. Vooral in „Ich ende be-
hende mein irdisches Leben”. Het alt-recitatief
en het duet voor alt en tenor door leden van
het koor gezongen kwamen ook zeer goed tot
hun recht. De begeleiding was bij het orkest in
goede handen. Een woord van lof teö slotte
voor den leider van het geheel die ons zulk
een stijlvolle vertolking van deze Bachcantate
heeft gegeven.
BOLSWARD’s NIEUWSBLAD
o J. RedactieraadTJ. DE JONG, Ds J. VINK en J. VISSER
Velen zijn gewend om communisme en na
tionaal socialisme over één kam te scheren.
Het is precies hetzelfde, zeggen ze en of je
nu van de kat of van de kater gebeten
wordt, komt er weinig op aan. En het erge
vinden zij, dat we het nazistisch gevaar
overwonnen hebben en nu met het commu
nistische hebben te rekenen.
Voor dit op één hoop gooien van beide be
wegingen is eenige aanleiding. Immers bei
den zijn typische uitingen van collectivisme:
het individu, de enkeling telt niet mee, de
collectiviteit, het geheel is alles: de mensch
gaat op, gaat onder, verdrinkt in de gemeen
schap. En beiden zijn typisch dictatoriaal
(hetgeen samenhangt met het eerste ken
merk: dictatuur is alleen mogelijk, waar het
individu niet meetelt). Of de dictator nu
Stalin heet of Hitler, of nu de eenig toege
laten partij de communistische of de natio-
naal-socialistische is, maakt in wezen geen
verschil. En dat beiden tegen de kwalificatie
dictatuur protesteeren en zich de ware de
mocratie noemen is een punt van overeen
komst temeer! En beiden streven een straffe
ordening na, al erkent men'hier verschil: het
communisme ondanks N. E. P. strevend
naar consequent staatssocialisme, het nazisme
althans de schijn van particulier initiatief
nog handhavend, maar nochtans de parti
culiere ondernemer aan handen en voeten
bindend aan de eischen van de staat.
En toch, ondanks al deze uiterlijke overeen
komsten zijn er wezenlijke verschillen. Dt
wezenlijkste zijn wel de beide volgende:
de dictatuur van het nazisme is permanent,
zij behoort bij het systeem; de dictatuur
van het communisme is overgangsphase, on
vermijdelijk voor den duur van de omzet
ting van de kapitalistische in de socialisti
sche maatschappij;
en het socialisme van het nazisme was fei
telijk een leugen, een lokvogel voor de ar
beiders gelijk zijn christelijkheid een lok
middel voor de christenen moest zijn;
het socialisme van het communisme is een
hartstochtelijk beleden ideaal, het is door en
door waarachtig, omdat het eerlijk gemeend
is. En men aanvaardt er alle consequenties
van en durft ook iedere consequentie aan.
Men heeft de durf der consequentie; men
deinst voor geen enkele consequentie terug.
Het socialisme is hier grimmige ernst.
Men verstaat het communisme niet, indien
men er niet in verneemt de schreeuw om
sociale gerechtigheid als protest tegen het
schreeuwend onrecht der huidige maat
schappij. Daarin is het communisme mede
de voortzetting van het veelgesmade Mar
xisme. Zijn grondlegger was een bezetene
van deze gedachte van sociale gerechtig
heid, een gemartelde door het onrecht onzer
wereld, een, die maar'één ding wilde: recht
voor allen, recht ook voor de ontrechten en
die maar één ding zocht: een weg om tot de
verwezenlijking van dat recht te geraken.
En nu mag men het duizend maal oneens zijn
met zijn levens- en wereldbeschouwing, men
mag heel dat historisch materialisme wijs-
geerig en religieus volkomen onaanvaard
baar vinden en de methode van de klassen
strijd op zedelijke en christelijke gronden
verwerpen, maar men zal de man en zijn
beweging niet mogen en kunnen onthouden
de erkenning van hun ernst, hun eerlijkheid
en hun diepe menschelijkheid. Menschelijk
heid? Ja, menschelijkheid! In een prachtig vraag: is niet zeer terecht gezegd: Jede
artikel over Humanisme en Socialisme in de Konsequenz führt zum Teufel (ieder conse-
Nieuwe Stem zegt Prof. Mr. H. R. Hoetink: quentie leidt naar de duivel)?
„het marxistisch socialisme is de hersteller Daarover in een laatste artikel.
Muziek
Bondsexamen 1946 gehouden door de Algem.
Nederl. Unie van Muz. vereenigingen op 22, Veel’ geestdrift naast' veel 'lauwheid 'en laks"
28, 24 en 25 Mei 1946 in de gebouwen aan de
Gasthuissingel te Bolsward.
Jury-leden de h.h. D. Stein en H. Verhaar;
secretaris de )heer J. Gregoor; secretaresse
Mej. v. d. Laan.
Voor een Diploma moeten 60 punten worden
gehaald.
De volgende leden van de muziekvereen. „O.
K. K.” te Kimswerd verwierven een diploma.
Diploma B mej. T. Visser 71'/2.pnt. mej. J.
Banning 61 p., Diploma A de heeren R. H.
Politiek 72 p., W. Smits 72 p., W. de Boer
71 p., R. van den Berg 70 p., A. Jagersma 67
p., R. Bierema 63 p., J. Zijlstra 61 p., J. van
de Fryske boeren net, dér kinne de haed-
bistjürsleden fan de Mij. wis fan wêze.
Yn it jier dat foarby is, hawwe Fryske boeren
meiinoar de fékarrings hólden, en elk wie der-
mei yn it skik. Dit jier hawwe wy foarsteld om
it wer to dwaen. En hokfor organisaesje koe
der net yn meigean? De Fr. Mij! Hja hiene
it earstgeboarterjocht en prinsipieel hearde dit
wurk oan de Mij. Woene de öfdielingen mei de
oaren dwaen, goed, mar hja Wiene net safier to
bringen, dat hja it titstel byfoelen om it oan de
Stifting oer to litten. En dochs wie dat de
oplossing, dy’t de saek dódlik en ienfóldich
makke hie. En alle boeren hiene dat dè oplos
sing foun.
It is Jammer, dat de Fr. Mij. nou noch net
ynsjen kin, dat it oan de boeren seis stiet to
bipalen hoe hja harren organisearje wolle, dat
it in unduldbere oanmatiging is, dat ien orga
nisaesje it monopoalje mient to hawwen. Dat
is net Frysk en net frij, dat rökt nei Lónstón
en E.V.C., dat nimme de Kristelike en Katho-
like boeren en tünders net. De Fryske boere-
stan sil him organisearje, sa’t hja seis wolle
en sa’t hja dat seis dogge en dien hawwe. Dy’t
der gjin respekt foar opbringe kin, komt to-
koart yn fordraechsumens en earbied foar de
fiif grounslaggen, dy’t yn de meidieling op-
neamd wurde. It muoit ós tige, dat it Haed-
bistjür fan de Mij. it safier noch net brocht
hat. Wy hiene fan harren mear ynsjoch for
wachte en minder sektarisme.
heid. Maar het gaat niet om geest in het
algemeen en niet om geestdrift zonder meer.
Er is ook veel onheilige geest onder de
menschen en velen zijn van een onheilige
geestdrift gedreven. Daar is de geest van
hebzucht, genotsdrift, wantrouwen, machts
wil en geweld, materialisme en mammonis-
me. Dat alles is óók geest. En daar is de
geestdrift voor het toch eigenlijk onbelang
rijke, voor wat de wereld en de menschheid
niet redden kan, de afgoderij van de sport
en van de lichaamscultuur en hartstocht voor
bewegingen en stroomingen, die wereld en
menschheid noodlottig kunnen worden.
„Wij leven in een bezeten wereld,” aldus
begon Prof. Huizinga zijn prachtig en terecht
beroemd geworden boekje: In de schaduwen
van Morgen. Bezeten, ja maar niet door den
Heiligen Geest, bezeten als door duivelen.
Daar is een individueele bezetenheid en daar
is een collectieve bezetenheid. Zij is er ten
goede en ten kwade.
Het schijnt dat ze er nu alleen maar ten
kwade is. Daarom ziet onze wereld er zoo
verloren uit, holt zij naar alle schijn ander
maal ellende en misschien de ondergang te
gemoet. Een van de duivel bezeten mensch
gaat te gronde in drankzucht, in sexualiteit,
in caesarenwaanzin. Tenzij.En een door
demonen voortgedreven menschheid gaat
Verloren, alweer tenzij.
Ja, tenzij die mensch, tenzij de menschheid
bevrijd wordt, verlost wordt en de duivelen
uitgedreven worden en er een andere, een
volkomen tegengestelde bezetenheid over
hen komt! door den Heiligen Geest, de Geest
die uitgaat van God, die uitgaat van Jezus
Christus. En nu wordt de mensch en de
menschheid bezeten van dat eene volkomen
andere: de dienst van God, de arbeid voor
Zijn koninkrijk, de heiliging van zich zelve
en de heiliging van de wereld.
Alleen die geest kan een mensch redden;
alleen die Geest kan de wereld redden. Al
leen door het Pinksterwonder kan het goed
met ons komen en met de menschheid. En
daarom ridden wij: Veni, Creator Spiritui:
kom Schepper Geest!