Het jaar der teleurstellingen
I
IE
18
f De Balans
■ll
D
4.
S..
»en
Üf
rt
us
I
1
No. 64
42e Jaargang
Dinsdag 31December 1946
StreeRblad voo'r West* en Zuidwest Friesland
Uitgave van DruRRerij Fa. A. J. O SIN GA
IER
k J
TS
juf
eenvoudig.
Tegenover
Sa sil oan al hwat fan diz’ ierd ia,
’n Ein komme, neat bliuwt bistean.
Ek ’t forroune jier is ós óntgliden,
Yn ’t nije sil we fierder gean.
Veischijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Redactie en Administratie
Marktstraat 13 - Bolsward
Telefoon 451 (K 5157)
Wol mei elkoar de wr^ld opbouwe,
Fêst stiet, dat ’t ringen better wurdt.
Wol elkoar de hén tarikke,
Dat neistenleafde ’t wint fan ’t swurd
Kimsert W. L. L. SMITS
>en
Abonnementsprijs i
1.25 per kwartaal bfl vooruitbetaling
Advertentieprijs10 cent per «.m.
Giro 87926
ijks
,75
jen
lijn
Ingezonden
ZOO KAN HET OOK!
M. de R.
Enkele weken geleden stond in Uw
blad een artikel, waarin geklaagd werd
over de qualiteit van boeken en tijd
schriften, die door de burgerbevolking
aan onze militairen geschonken zijn.
Oude telefoongidsen e.d. bevonden zich
onder deze lectuur.
Het kan ook anders! Wommels heeft
aan het Mariniers-Kamp te Völkel,
N. -Br., niet minder dan 500 over het
algemeen goede en mooie boeken in
Op de grens van oud en nieuw
Oude j aarsavond.
Met pijnlijke nauwgezetheid letten wij
op de klok nog een paar minu
ten nog eenige seconden. Wij kun
nen gerust zijn: de radio staat aan, die
zal het 12-uur-moment nauwkeurig
aangeven. Dadelijk bij het intreden van
het nieuwe jaar zullen wij elkaar onze
beste gelukwenschen kunnen aanbieden,
niet eerder maar ook niet later!
Dien laatsten avond van het jaar hou
den wij ons stipt aan de klok en wij
denken niet aan de nuchtere mededee-
lingen, die wij hieronder laten volgen,
maar die tóch wel interessant zijn.
Regelen wij ons met de jaartelling naar
de ion, de oude Grieken en Arabieren
bedienden zich van maanjaren. Een
maanjaar, dat uit 12 maans-loopen be
stond, duurde 354 dagen, 8 uur, 48 mi
nuten en 24 seconden.
De Romeinen richtten zich echter reeds
-naar de zon. Zij gaven het zonnejaar
365 dagen, 5 uur, 48 minuten en 45
seconden en Romulus verdeelde dit
jaar in tien maanden, beginnende met
Maart. Dit laatste blijkt nog uit de na
men September, October, November en
December, welke zevende, achtste, ne-'
gende en tiende beteekenen.
De maanden Januari en Februari heb
ben wij te danken aan keizer Pompilius,
die het toezicht over de tijdrekening te
vens toevertrouwde aan de opperpries
ters. Die heeren waren echter niet be
paald serieus. Als dat zoo in him kraam
te pas kwam als ze een consul bij
voorbeeld wat langer aan de regeering
wilden laten blijven, kondigden ze het
nieuwe jaar doodleuk piet af. En zij
slagen. Van 5 October 1582 sprong men
op 15 October 1582. Een heerlijk korte
maand voor de ambtenaren!
De Gregoriaansche tijdrekening houdt
zich vrijwel aan den loop van de aarde
om, de zon, doordat wij in de honderd
jaar 24 schrikkeljaren hebben met een
dag extra.
En de wederopbouw bleek veel langza
mer te gaan dan men onder de indruk
van de snelle verbetering in de eerste
maanden na de wapenstilstand had ge
meend te mogen verwachten. Al werd
ons land dan voor groote stakingen als
in het buitenland, met name Amerika
gespaard en al verrichten de spoorwe
gen wonderen, het bleef verder toch al
les heel traag verloopen en in het bij
zonder de verwoeste gebieden onder
vonden daarvan alle ellende. Het werd
steeds duidelijker, dat ons land in ont
stellende mafe verarmd is en dat de de
viezen ontbreken voor de noodige aan-
koopen in het buitenland. Wie met
menschen uit de verwoeste gebieden
spreekt, weet, hoe zwaar de teleurstel
ling en verbittering er op de harten
weegt.
Zoo nemen we dan afscheid van het
jaar der teleurstellingen, 1946. En de
vraag rijst: hoe gaan we het jaar 1947
binnen? Als moede, ontgoochelde men
schen, die het opgeven, die het maar
Aan het eind van het jaar pleegt elke
zakenman zijn boeken af te sluiten met
het oog op de balans. Het opmaken van
de balans is een zaak van spanning. Al
houden de meesten onzer geen boeken
aart, toch mogen wij en kunnen wij ons
niet aan zekere spanning onttrekken.
Het oude gaat voorbij en het nieuwe
komt, maar wij mogen ons niet diets
maken dat er geen verband zou zijn tus-
hadden het alleen voor het zeggen. Zoo
kon het gebeuren, dat Oudejaars
avond in het hartje van den zomer
viel dat de lente al haast voorbij
was, als volgens de priesters de winter
nog moest beginnen!
Julius Caesar maakte aan deze verwar
ring een einde: de lengte van het jaar
werd door hem bepaald op 365 dagen
en 6 uur. Het overschot van 6 uur zou
worden weggewerkt door een dag ex
tra te nemen tusschen 23 en 24 Febru
ari. Later bleek, dat bij deze zg. Juli-
aanjfche tijdrekening het jaar 11 minu
ten en 15 seconden te groot was ge
nomen.
In 1582 werden er toen, op voorstel van
Paus Gregorius XIII 10 dagen overge-
schen ons verleden en onze toekomst.
Heeft de zakenman behoefte aan reser
ve, omdat hij er niet van verzekerd is
dat hij hetzelfde vertrouwen en dezelf
de gunst zal ontvangen, allen hebben
behoefte aan levensreserve. Want nie-1
mand weet voor welke moeilijkheden hij
innerlijk en uiterlijk in 1947 komt te
staan.
Zoolang het gaat om tastbare resulta
ten van goederen en productie, van za
ken en financieel voordeel, is het een
voudig een kwestie van optellen en af
trekken.
Wanneer het gaat om zedelijke en gees
telijke waarden, dan is de zaak niet zoo
ons zelf niet, maar ook te-
prima staat, als Kerstgeschenk gezon
den. Bovendien ontvingen alle mari
niers, die de Kerstdagen door dienst of
ziekte in het kamp te Völkel moesten
doorbrengen, een Kerstgeschenk uit
Wommels in, de vorm van een pakje
sigaretten en een koek. Ook waren er
die reepen loegezonden kregen.
De sigaretten en snoeperij zijn veelal
uitgespaard op eigen karig rantsoen!
Vooral voor de rookers moet dit een of
fertje beteekend hebben.
Zoo kan het ook! Inwoners van Wom
mels, heel hartelijk dank!
J. D. DE STOPPELAAR,
Vlootpredikant,
Mariniers-opl. Kamp
Völkel N. Br.
samenleving, maar vooral voor ons per
soonlijk. Dat Licht vraagt van ons: het
verlossende woord te spreken of de ver
lossende daad te verrichten. Want er
is geen vernieuwing dan in de weg van
verlossing van oijze liefdeloosheid ‘en
van ons egoïsme.
De vernieuwing van onze samenleving
begint met de vernieuwing van den
mensch, van ieder mensch, den mensch
en de samenleving tot heil.
Heil en zegen voor 1947.
Spreuken voor het oude jaar
Op de credit-zijde van ieders balans
staan drie dingen: Geloof, Verstand en
Goede Wil.
Zorg uit het verleden te loeren hoe ge
de toekomst moet tegemoet gaan.
Het jaar 1946 spoedt ten einde. Met
gemengde gevoelens nemen wij er af
scheid van! Het bracht zijn lief. Na
tuurlijk, geen tijd is zóó donker en
moeilijk, of daar zijn wel lichtpunten
zoowel in het individiieele bestaan als
in het collectieve. Ook in dit jaar heb
ben weer menschen hun geluk gevon
den, heeft menig mensch goede en
dankbaar stemmende dingen beleefd.
In dat opzicht onderscheid 1946 zich
niet van zijn voorgangers. Maar oude
jaar is niet uitsluitend en niet eens in de
eerste plaats de tijd van overdenking
van het indiv-idueele leven en de per
soonlijke lotsbedeeling. De mensch, die
er in slagen zou het collectieve, het we
reldgebeuren buiten zijn overpeinzingen
te houden, zou toch wel een doorgewin
terde individualist, om niet te zeggen
een volslagen egoïst moeten heeten.
Welnu, in collectieve zin genomen moet
het jaar 1946 het jaar der teleurstel
lingen heeten. Zeker, ook hier zijn in
alle donker wel lichtpunten aan te wij
zen. Wij voor ons achten het accoord
van Linghadjatti 'zulk een lichtpunt.
Maar anderen zullen daar anders over
denken! En zoo zijn er misschien nog
wel enkele dingen meer te noemen.
Maar desondanks moet men zeggen,
dat 1946 het jaar der teleurstellingen
is geweest en dat geldt zoowel in in
ternationaal als in nationaal opzicht.
Van welke groote verwachtingen zijn
wij in >1945 vervuld geweest! De oor
log was ten einde en wij hoopten op en
geloofden in de vrede. Het was ons im
mers beloofd! Het had aan schoone be
loften waarlijk niet ontbroken. Wie
denkt niet even terug aan het Atlan
tisch Handvest? Reeds in 1945 echter
begonnen we al te merken, dat het alles
zoo vlot niet loopen zou. De eerste te
leurstellingen begonnen zich toen reeds
te melden. En het is in 1946 van kwaad
tot erger geyorden en we hebben vrij
wel geen verwachtingen meer over ge
houden.
Internationaal. De bedreiging van het
nationaal socialisme is overwonnen.
Maar de vraag rijst: definitief? Er blij
ven verontrustende teekenen, dat wel
de macht van het nationaal socialisme
gebroken is, maar het stelsel zelf is nog
bij lange na niet dood. Het blijft zijn
invloed oefenen op veler geest: ouderen
en jongeren en niet alleen in Duitsch
land.
En het internationale machtsblok, dat
de agressiestaten overwon? Het is in
stukken gevallen en de vroegere bond-
genooten zijn elkanders felle tegenstan
ders geworden. Rusland en Amerika
het allermeest en hun verbeten tegen
stelling roept het gevaar voor een derde
wereldoorlog op. We hebben het ge
haspel gezien over de vredesverdragen
met de zoogenaamde assatellieten: Ita
lië, Hongarije, Burgarije, Roemenië en
Finland en ten aanzien van de vrede
met Duitschland is men nog nauwelijks
aan de voorbereidingen toe. En inmid
dels blijft Franco zitten, dank zij de ver
deeldheid van de grooten. Geen regee
ring voelt een grein sympathie voor
hem. Rusland wil hem weg hebben, om
dat het daarin kansen voor het commu
nisme ziet en de anderen laten hem
juist daarom toch maar liever zitten.
Met een variant op het oude gezegde:
liever Turksch dan Paapsch, redenee-
ren zij: liever Franco dan Stalin. En de
'nieuwe organisatie voor de vrede, de
Uno toont nog het beeld van volslagen
machteloosheid: door de rivaliteit der
groote mogendheden krijgt hij tot he
den zoo min kans op machtsontplooiing
als de oude Volkenoond. Van de groo
ten geldt het oude woord: niets gelét rd
en niets vergeten. Het oude diploma
tieke spel wordt verder gespeeld, de
oude strijd om de macht gaat voort en
geen staat is bereid het voor de vrede
noodige offer van een stuk der eigen
souvereiniteit te brengen. En reeds ziet
men in het verslagen Duitschland nieu
we kansen geboren worden door de
verdeeldheid van de anderen. Met En
geland én Amerika tegen Rusland is
daar veler hoop Zoo liggen- de
dingen internationaal aan het eind yan
1946.
En nationaal? Ach niet veel beter! 1946
is ook hier het jaar van de teleurstel
lingen geworden. Van de gehoopte
volkseenheid, waarvan de Nederland-
sche Volksbeweging het symbool was, is
niet veel terecht gekomen. Voor het
overgroote deel is ons volk in zijn oude
verdeeldheid teruggevallen. En er was
slechts een begin van doorbraak der
oude tegenstellingen, maar dé groote
doorbraak is het stellig niet geworden.
En de felheid der discussies rondom In
donesië heeft wel bewezen, dat het po
litiek fatsoen' er in het algemeen niet
op is vooruit gegaan.
Het is in het leven nooit te laat om te
herstellen. „Te laat” is een suggestie
van den duivel en die is een leugenaar
van den beginne.
overlaten, die het nu maay laten ko
men gelijk het komt, maar die in geen
geval veel goeds meer verwachten?
Het is goed, als wij door 1946 leerden
zonder illusies, zonder hooggespannen
verwachtingen het nieuwe jaar in te
gaan. De tijd eischt wel van ons illusie
loos te leven. Maar niet minder om on
verpoosd onze plicht te doen, bewust
van onze verantwoordelijkheid. Zonder
illusie, maar niet zonder moed en zelfs
niet zonder hoop. Alles is nog niet ver
loren. Kentering blijft mogelijk, om
keer, bekeering, individueel en mas
saal. Doen wij slechts ónze plicht. La
ten wij aan de aarde en aan de mensch-
heid in het algemeen en aan ons eigen
land en volk in het bijzonder trouw blij
ven, elk op zijn plaat-, elk in de kring,
waarin het leven hem plaatste, in stage
arbeid, in nauwgezette plichtsvervul
ling. Dan, maar ook dan alleen, mogen
we de dingen overgeven en verder af
wachten, hoe het komt.
Moge 1946 het jaar der teleurstellingen
zijn geweest, 1947 zij voor ons het jaar
der vernieuwde krachtsinspanning, van
het verbeten doorzetten, van de trouwe
en gehoorzame dienst. Dan zal het
waarachtig wel gaan. Dan kan alles
nog reg kom. Vk.
genover onzen naaste niet. Want wij
leven in verband, in verhouding tot
andéren: onze ouders, onze kinderen,
onze verdere verwanten en anderen,
die onze volksgenooten, onze medebur
gers, misschien onze naaste zijn d.w.z.
onze hulp en bijstand noodig hebben.
Misschien hebben wij nog 'een schuld,
een onbetaalde rekening in zedelijk op
zicht te vereffenen, zoowel tegenover
ons zelf als tegenover onzen naaste.
In de Kerstdagen is ons allerwege ge
sproken van een Licht der lichten, dat
is opgegaan voor de wereld, voor de
Nijjiersklanlcen
Uren, dagen, moannen, jierren,
Fleane as’n skaed foarby,
’t Is alles tydlik mar op ierde,
Ringen moatte we hjir wer wei.
Sa kaem dan ek ’n ein oan ’e oarloch,
De oerhearsker makke ós dröf en bang,
Mar hy is forslein, ’t is net to sizzen,
Hoe hy ós trape, fiif jier lang.
- Bolsward
Üf
Bolswartls Nieuwsblad
1946
.69
i
and
be-
bit
IW«
i en
1*0
I
<■-
I -■