Nering.
füe lering
naar de
ive
ei uil.
rd
vard
I’S
Illium
Ptnadag 7 JawxsaH 194?
No. 2
43? Jaargang
009
Friesland
Uitgave van Drukkerij Fa. A. J. OS1NGA Bolaward
5.
0.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
tsl
iNUARI
aterdaj
n^en
Vk.
47, van
H. F.
E.
1.
2.
3.
4.
f.
Streekblad voor West-
8 uur
Arard
M7
Temper het gas, wanneer de inhoud
van de paq kookt.
Houd de pannen tijdens het koken
goed gesloten.
Zorg ervoorr dat de vlam niet om
de pan speelt, daar anders warmte
onbenut verloren gaat.
oKok groenten slechts tot zij gaar
zijn. Stoof ze niet na. U spaart dan
tevens voedingsstoffen.
Maak geregeld gebruik van stamp
pot met rauwe groenten, alleen de
aardappelen behoeven dan gekookt
te worden. Heel goed smaakt b.v.
stamppot van rauwe andijvie of
rauwe zuurkool.
Gebruik groenten als sla bij warme
aardappelen met een saus.
Houd gerechten warm door ze bo
ven op een pan te zetten, waarvan
de inhoud tc koken staat.
Dien de maaltijden zoo spoedig
mogelijk na de bereiding op, zij
gaan dan tevens zoo min mogelijk
in voedingswaarde achteruit.
Zet gort, gortgrutten, havermout,
gortmout, boonen en erwten 24 uur
voor het koken in water te weeken,
zij zijn dan vlugger gaar.
U denkt toch wel aan de kachel?
Ook daar kan iets op warm gehou
den worden of aan de kook ge-
AbonnsmeMsprljsi
1,25 per kwartaal bij voorultbei#ll»U
Ad»erUnti«pr|J» i io eent pv
CHr® 879»
K
uw
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Redactie en Administratie
Marktstraat 13 - Bols ward
Telefoon 451 (K 5157)
De K.LM. redde
Geertje de Kooter het leven
Een ware historie.
De snelle K. L. M.-Constellations, die,
vliegend over landen en oceanen, de ver
binding met het Moederland met Neder-
landsch West-Indië onderhouden, heb
ben eenige weken lang nog iets anders
gedaan buiten hun gewone functie: het
vervoeren van passagiers, vracht en post.
Zij hebben gezamenlijk het leven gered
van een klein jongetje, dat ergens in een
ziekenhuis in ons land langzaam lag te
sterven. Maar eerst moeten wij in ge
dachten eenige weken teruggaan.
Plaats van handeling: het Itterson zie
kenhuis te Gouda.
Gp de kinderzaal van het Goudsche zie
kenhuis ligt een 3-jarig jongetje Geert
de Kooter. De helft van zijn korte be
staan heeft hij hier reeds doorgebracht
Hij is n.l. een slachtoffer van de gevrees
de kinderziekte intestinaal infantilisme.
Hierbij neemt het lichaam geen of onvol
doende voedsel op, daar de darmen niet
normaal functionneeren. De patiënt wordt
dus steeds zwakker. Het eenige redmid
del hier is een minimaal dieet,, welks sa
menstelling afhankelijk is van de ziekte
verschijnselen.
Dr. de Planque, de Geneesheer-Directeur
van het Itterson ziekenhuis heeft in dir
geval een dieet van vruchtensappen
voorgeschreven, dat gewettigd wordt
door het gebrek aan een bepaalde vita-
minecombinatie. Desondanks gaat de
kleine patiënt voortdurend achteruit. Tot
op zekeren dag het ziekenhuis de be
schikking krijgt over een, helaas zeer
Zoo zijn we zuinig
met Gas.
Wij zullen 20 pet. op het gas diénen te
bezuinigen. Aangezien het meeste gas
voor het toebereiden van het eten ge
bruikt wordt, zouden wij de volgende
wenken willen geven:
Kook aardappelen en groenten •zoo
veel mogelijk in één pan, naast el
kaar of als stoofschotel.
Kook aardappelen en groenten met
zoo weinig mogelijk water, U hebt
dan ook het minste verlies aan op
losbare voedingsstoffen.
Steek het gas pas aan, als de pan
geheel gereed op het comfoor staat
Breng de spijzen zoo vlug mogelijk
aan de kook op de volle gasvlam.
bracht. Wanneer U er geregeld een
ketel water op hebt staan, hebt U
ook steeds koffie-, thee-, en af-
waschwater bij de hand.
Illlllll
In deze bijna 95 jaren heeft de Frie-
sche Maatschappij belangrijk werk ver
richt, aanvankelijk met medewerking
van koning Willem III. Z.M., die per
soonlijk en uit eigen middelen den
landbouw wenschte te beschermen,
zond een 5-tal vragen van de Land-
bouwmaatschappijen ter beantwoording
aan de afdeelingen, om te vernemen,
ter dan de stuurlui op het schip van
staat.
Of ik dan ontkennen wil, dat er fouten
gemaakt worden? Ik denk er niet over.
Die mensch moet nog geboren worden,
die'werkt en géén fouten maakt. En van
geen politicus mag men dat verwachten,
allerminst in deze verwarde na-ooriog-
sche tijd. Nee, dat is een koud kunstje
om staatslieden hun vergissingen voor te
houden.
Maar dat is alles zoo onvruchtbaar en
zoo onbillijk. Het ware beter, dat de
staatsburger met wat meer begrip stond
voor de daden van zijn regeering en haar
maatregelen op economisch gebied, ook
als deze niet prettig zijn en zelfs vaak
hard. En het zal een dringende plicht
zijn van alle democratische politieke
partijen zonder onderscheid om het volk
op te voeden tot meer begrip voor de
noodzakelijkheden in de regeering van
het volk en de bestiering van de volks
huishouding. Anders krijgen de steeds op
de loer liggende demagogen hun graag
genomen kanc om Fel volk tegen de re
geering op te z> tien en impopulaire maar
onvermijdelijke maarregelen tegen haar
uit te spelen. De nationaal-socialisten
waren daar meesters in en. het behoort
ook tot de geliefde methoden van de
communistische tactiek.
Ook een regeering mag nimmer verge
ten, dat men in de leiding van de volks
huishouding de tering naar de nering
moet zetten. Wij zijn straatarm, wij zijn
door de bezetters van alles beroofd, wij
moeten daardoor van alles invoeren, veel
meer dan vroeger. Maar die invoer moet
betaald worden. En geld hebben we
niet. Dus moeten we betalen met onze
eigen uitvoer. Daarom moet die zoo hoog
mogelijk worden opgevoerd. Want als
we maar doorgaan met meer in te voeren
dan we uitvoeren dan moeten'we ook
meer aan het buitenland betalen dan we
uit dat buitnland teiug ontvangen. En
dan teren we in en dan worden we nog
aimer dan we al zijn en dan verliest ons
geld zijn waarde, dan wordt de inflatie
onvermijdelijk, dan gaat het gevaar drei
gen, waartegen minister Lieftinck zijn
titanische strijd voert. En wie wordt bij
inflatie het kind van de rekening? De
kleine man, de man met zijn vaste loon
cn zijn vaste salaris, dat hij dan uitbe
taald krijgt in guldens van steeds min
der waarde, omdat hij voor datzelfde
aantal guldens steeds minder koopen
kan, want bij inflatie vliegen de prijzen
omhoog. De ondernemer, de bezitter
gaat bij inflatie niet te gronde. Vaak
geldt het tegendeel: hij werkt door in-
en Zuidwest
boerderijen de Deensche wijze
terbereiding werd toegepast.
De heer G. Gabel te Eutin in Sleeswijk-
Holstein, die jaren lang aldaar aan het
hoofd had gestaan van een school voor
boterbereiding, werd uitgenoodigd, te
gen een salaris van f 300.per maand,
om in Friesland die landbouwers, die
dit verlangden, te bezoeken en te on
derrichten. De heer H. B. Hylkema, die
in Denemarken bij de boterbereiding
was werkzaam geweest, werd hem als
tolk toegevoegd; 34 boterbereiders
werden bezocht, die allen hun tevre
denheid betuigden.
Vele tentoonstellingen zijn er door de
Friesche Maatschappij van Landbouw
en haar afdeelingen gehouden. Vele
Friezen hebben hun herinneringen be
waard aan de groote tentoonstelling te
Leeuwarden ter gelegenheid ’‘van het
75-jarig bestaan. De tentoonstelling in
1947 zal de herinneringen aan 1927 nog
in de schaduw stellen!
Een Friesche
Landbouwtentoonstelling
in 1947
ter gelegenheid van het 95-jarig
bestaan der Friesche Mij. van
Landbouw.
Den 12en Augustus 1851 besloten de
Staten van Friesland, „in aanmerking
hebbende genomen, dat de daarstelling
eener Provinciale Commissie van
Landbouw en de Veeteelt in dit ge
west,” een Provinciale Commissie op te
richten, welke bestond uit 14 leden, n.l.
uit ieder rechterlijk kanton één, be
noemd door de Friesche Staten.
I December 1851 werd deze com
missie geïnstalleerd; ieder lid ont
ving van Gedeputeerde Staten een ont
werp van statuten eener op te richten
Maatschappij tot de bevordering van
den Landbouw en de Veeteelt, aan het
hoofd waarvan de Provinciale Com
missie zich moest stellen. Honderden
leden traden onmiddellijk toe. en keur
den de voorwaarden van vestiging der
maatschappij goed, zoodat men op 1 Ja
nuari 1852 de Maatschappij als geves
tigd mag beschouwen.
In ieder rechterlijk kanton, behalve
Hindeloopen, werd een afdeeling opge
richt en reeds op 20 Maart 1852 werden
de statuten vastgesteld. Koping Willem
II betuigde Zijn tevredenheid en inge
nomenheid met de oprichting der maat
schappij en aanvaardde het bescherm
heerschap.
De oprichting dezer maatschappij,
waarvan de voorzitter was mr. U. H.
Wieling Huber en secretaris mr. E.
Jongsma, is derhalve te danken aan de
Provinciale Staten van ons gewest.
Nog één belangrijk besluit van het
hoofdbestuur der Friesche Maatschappij
willen we vermelden. Friesland’s boter
kon de concurrentie met die van het
buitenland niet meer doorstaan. Het
Hoofdbestuur besloot op 14 December
1877 een commissi? van 3 leden te be
noemen, om in die landen welker zuivel
het onze overtrof, den aard en de wijze
van cultuur der graslanden, de inrich
ting der boerderijen en de wijze van
boterbereiding in oogenschouw te ne
men.
In 1878 ging deze commissie, bestaande
uit de heeren jhr. mr. C. L. van Beijma
thoe Kingma, P. C. Walma en H. F.
Pasma, haar veelomvattende taak aan
vaarden, met tot gevolg, dat op tal van klein quantum Amerikaansche geconfijte
boerderijen de Deensche wijze van bo-1 bananen. Bij wijze van proef wordt dit
aan het dieet toegevoegd. De uitwerking
overtreft de verwachtingen. Het ziekte
proces, dat steeds in ernst was toegeno
men, wordt geremd. Maar, de kleine
voorraad blik-bgnanen is in 10 dagen
uitgeput en de gevolgen blijven niet uit.
Het patiëntje komt weer in levensgevaar.
Het geheele personeel van het zieken
huis, dat Geertje als troetelkind is gaan
beschouwen, zoekt naar een oplossing
van het probleem om bananen te krij
gen.
Redding door de lucht
Zoo was de toestand, toen de hoofdver
pleegster Zr. Drooggelman, in de krant
iets las over den dienst Amsterdam-Cu
racao van de K. L. M. Misschien wist
onze luchtvaartmaatschappij, die elke
week in drie dagen de afstand van Ne
derland naar de West aflegt, er iets op
te vinden. Het antwoord van de hoofd
stewardess Trix Terwindt op Zuster
Drooggelmans brief liet niet lang op zich
wachten. Er moesten bananen komen,
dus er kwamen bananen. Binnen een
week kon de eerste zending van Schip
hol worden gehaald. Sindsdien werd elke
Vrijdagmiddag aan de poort van het zie
kenhuis een groot pakket per K. L. M.-
auto bezorgd. En Geert herstelde, hoe
wel langzaam. Het directe levensgevaar
was echter geweken. Na een maand
was hij zoover hersteld, dat andere voe
dingsmiddelen konden worden toege
diend.
Dr. De Planque aan het woord.
Wij spraken dezer dagen Dr. de Planque,
die ons mededeelde, dat het ziekenhuis
nu een geregelde toewijzing van bananen
van het Rijksbureau krijgt, zoodat men
meende niet langer van de diensten der
K. L. M. gebruik te mogen maken.
„Maar,” zoo zeide hij, „de K. L. M- heeft
op het meest critleke moment ingegrepen
en daardoor het leven van Geert gered."
Ilatie zijn schulden weg en zijn bezittin
gen stijgen In waarde. Hij zou rpisschien
tegen inflatie niet eens zoo veel bezwa
ren hebben. De Duitsche zware industrie
heeft er zijde bij gesponnen, toen de
mark kelderde in het rampjaar 1923.
Maar de kleine man betaalde het gelag.
En dAt wil onze regeering tot eiken prijs
voorkomen. Zij wil het inflatlegevaar
weghouden van ons volk, juist in het be
lang van de kleine man alweer. Juist
hieruit blijkt haar sociaal-vooruitstre-
venden aard. En daarom neemt zij die
vaak onbegrijpelijke, schijnbaar onrecht
vaardige en onsociale en daarom impo
pulaire besluiten van heel veel uit te voe
ren, dat we zelf zoo goed kunnen ge
bruiken: onze zuivel, onze radio’s, onze
haring naar Rusland. Rondweg toegege
ven, we konden dat alles dubbel en
dwars gebruiken. Het is hier waarachtig
nog geen vetpot en onze ontbijttafel is
vergeleken bij vroeger nog maar schraal
voorzien. Maar we hebben genoeg, we
hebben geen honger, we kunnen leven.
Overvloed kan men ons echter niet toe
staan. Al, wat we even missen kunnen,
moet er uit. Want nog eens, we moeten
invoeren. Hebben we soms geen katoen
noodig, geen wol, geen tarwe, geen
kunstmest, geen machinerieën, geen hout
voor de dringend noodige woningbouw?
Welnu, dat moeten we uit onze mond
besparen en we moeten noodzakelijke
dingen uitvoeren, omdat we nog noodza
kelijker dingen invoeren moeten. De te
ring naar de nering. In- en uitvoer moe
ten in evenwicht gebracht worden. Geen
regeering, die zich van haar verantwoor
delijkheid bewust is, ontkomt aan deze
eisch. Het is haar allervoornaamste taak
inflatie te voorkomen juist om der wille
van de groote massa van het volk. Geljl
drukken is gemakkelijk, maar de regee
ring, die deze methode lichtvaardig han
teert, handelt gewetenloos. Dat leert ons
nu de zwendelpolitiek van de Nazis.
Hitler gaf maar uit. Hij drukte maar
raak. Toen hij kwam 5 miljard papier
geld, toen hij verdween 140 miljard. Zoo
kan men royaal zijn en zoogenaamd so
ciale maatregelen nemen. Maar dat
royaal getracteerde volk betaalt later
het gelag.
Daarom de tering naar de nering is oud-
Nederlandsche wijsheid, die ook een re
geering niet vergeten mag. En een volk
is gelukkig, welks regeering naar die
wijsheid handelt. Be+<*r nu wat krapte en
later verruiming dan nu wat meer ruimte
en later de ellende. Wij deden beter min
der te kankeren en harder te werken en
het kwaad.van de zwarte handel te over
winnen door er zelf niet aan mee te doen.
Des te gauwer kan onze fegeering het
ons ruimer geven, doordat op een grooter
nering een grooter tering volgen kan.
Dat is oud-Nederlandsche wijsheid!
Maar het schijnt, dat velen die thans
vergeten zijn. Ik bedoel niet in hun prF
véleven, niet in hun gezinsleven. Daar
is nog wel veel van die oud-Nederland-
sche degelijkheid gebleven en blijft men
beseffen, dat men nietameer kan* uitge
ven dan men verdient. Al is de spaarzin
afgenomen cn maakt menigeen op wat
er in komt (en trouwens, dat kan ook
in vele gevallen niet anders; spaar maar
eens wanneer alles peperduur is en de
stijging der loonen ondanks sterke loons-
verhoogingen niet aan die der prijzen
evenredig is!) in verreweg de meeste
gezinnen wordt een taaie strijd gestre
den om iedere week of iedere maand de
eindjes bij elkaar te krijgen en de moed
en de energie van menige huismoeder
dwingt het diepste respect af.
En toch heeft de opmerking hierboven
zin, dat velen de oude stelregel: zet de
tering naar de nering vergeten zijn. Al
thans op een bepaald en zeer belangrijk
terrein passen ze hem niet toe. Ik be
doel op het terrain van de volkshuishou
ding niet. Daar schijnen velen ondoor
dacht en Onbewust het principe van het
potverteren te huldigen.
Het is trouwens toch opvallend, hoe 'ge
heel anders de gemiddelde mensch staat
tegenover particuliere aangelegenheden
als tegenover zaken van volk en staat.
Menig in het persoonlijk leven strikt
eerlijk mensch ziet er geen been in de
staat te bedriegen en te bestelen, te
knoeien met z’n belastingaangifte om zoo
zijn aanslag omlaaggeschroefd te krij
gen en. hij schijnt er niet aan te denken,
dat hij voor het bedrag, waaryoor hem
dat gelukt, de staat en dus de volksge- i
meenschap besteelt. Tegenover personen
nauwgezet en gewetensvol verliest men
deze eigenschappen zoodra het de altijd
onpersoonlijke gemeenschap betreft.
Maar laat mij op mijn chapiter terug
komen. Velen, die in hun persoonlijke
leven er zich bewust van blijven, dat
men niet meer uit kan geven dan men
irtbeurt, bedenken niet, dat deze eisch
ook geldt voor de volkshuishouding. In
het algemeen valt het steeds weer op,
hoe weinig begrip de meeste menschen
hebben van de voorwaarden, waaraan
ook het volksbestaan gebonden is. Zij
meenen vaak, dat men zich hier in het
land van de onbegrensde mogelijkheden
bevindt, dat hier alles kan en dat hier
niet gerekend behoeft te worden, dat
hier de noodzaak van het huisje bij het
schuurtje te houden niet geldt. Hier ligt
een ernstige zwakte en op den duur een
groot gevaar voor een democratisch
staatsbestel, dat de burgers niet weten,
hoe de volkshuishouding functioneert en
dat het tot de voortdurende taak en -de
aanhoudende zorg van de regeering be
hoort, dat haar grondslagen niet worden
ondermijnd. Hier geldt vooral de waar
heid van het Fransche spreekwoord:1
gouverner c’est prévoir, regeeren is voor
uitzien. Een regeering kan niet leven bij
den dag, zij moet rekenen, zij moet
trachten de komende ontwikkelingen ver
vooruit vast te stellen en op grond van
die prognose haar houding bepalen, haar
maatregelen treffen. Dat geldt voor het
politieke leven: als de burger nog niets
in de gaten heeft van dé komende drei
gende politieke ontwikkelingen, moet de
regeering al op haar qui vive zijn. En
dan neemt zij vaak maatregelen die de
gewone man nog niet begrijpt, overbo
dig vindt vaak en dat brandt hij los met
zijn overijlde critiak: waarom legeruit-
breiding, waarom vlqptuitbreiding, waar
om vergrooting van de luchtmacht; het
geld kon beter gebruikt worden, vindt
hij. Laten ze liever dat doen of dat ver
beteren. Men versta ons goed, wij geven
slechts een voorbeeld, breken hier geen
lans voor de hooge militaire uitgaven
van onze huidige regeering. Wij vinden
dat zelfs niet onbedenkelijk bij de te
genwoordige slechte staat van onze fi
nanciën.
En precies zoo liggen de dingen op eco
nomisch terrein: de regeering ziet hier
samenhangen, die de man in de straat
niet ziet en neemt daarom maatregelen,
die hij al weer niet begrijpt en waarover
hij diep ontevreden is. Wat drommel nog
en toe, ze ?eggen, dat onze veestapel
weer nagenoeg het vooroorlogsche peil
heeft bereikt. Waarom moet dan het
extra vleeschrantsoen er weer af. En in
de kranten hebben we kunnen lezen, het
werd met veel ophef en voldoening ver
teld, dat Philips zijn vooroorlogsche pro
ductie weer bereikt had. Maar waar blij
ven dan onze radiotoestellen; ze zijn
met de grootste moeite te verkrijgen. En
zoo zouden we door kunnen gaan nog
een tijd lang. Allemaal grieven, allemaal
klachten en de regeering fungeert voor
kop van* Jut: die heeft het allemaal op
zijn gewéten. Ze mozze dit en ze mozze
dat, en de eeuwige stuurlieden aan de
kant weten het als steeds weer veel be
riefje in
richtingen van jaar tot jaar achteruit
gaan,”
In 1865 zonden de Friesche Staten aan
het hoofdbestuur om advies deze vraag:
„in hoeverre de Provinciale Commissie
van Landbouw als provinciale instel
ling kon worden opgeheven, zoodat de
Maatschappij geheel als zelfstandig li
chaam zou optreden.” Hét hoofdbestuur
adviseerde ongunstig, omdat het vrees
de, dat het verband met het provinciaal
gezag en daarmede grootendeels den fi-
nancieelen steun verloren zou gaan.
Nog hetzelfde jaar besloten de Staten
met één stem meerderheid tot instand
houding dezer commissie, maar het vol
gend jaar werd tot opheffing besloten,
ingaande op 1 Januari 1867.
De opnieuw gevestigde en thans als
zelfstandig lichaam optredende maat
schappij begon haar werk onder geen
gunstige voorteekenen. De longziekte
heerschte nog en de runderpest dreigde.
Het hoofdbestuur wendde zich tot den
Koning met het verzoek, het Kon. Be
sluit van 4 December 1870 zoodanig te
wijzigen, dat het luidde: Runderen door
de longziekte aangetast of daarvan ver
dacht, moeten worden afgemaakt. Mi
nister Thorbecke antwoordde hierop,
dat het systeem van afmaking, in Fries
land toegepast, niet tot beteugeling der
longziekte had geleid, maar dat door
inenting en schadeloosstelling daarbij
uit verzekeringsfondsen, de veehouders
zich zelve kunnen helpen.
Het hoofdbestuur wendde zich opnieuw
tot den Koning en kreeg op een desbe
treffend verzoek tot antwoord, dat de
inenting van rundvee zooveel mogelijk
door de regeering wordt bevorderd,
maar dat tegen inenting van Rijkswege
en op Rijkskosten bezwaar bestaat. La
ter werd Friesland, door de krachtige
maatregel van minister Heemskerk, n.l.
hét systeem van afmaking, van de long
ziekte bevrijd. Ze heerschte nog epide
misch in Zuid-Holland het z.g.n
spoelingsdistrict vanwaar de besmet
ting hier en daar werd overgebracht.
De gevolgen bleven niet uit; Duitsch-
land en Engeland sloten de grenzen,
totdat eindelijk met steun van de groote
landbouwmaatschappijen gelukte het
stelsel van afmaking ook toe te passen
in bovenbedoeld district. Dientenge
volge verdween de longziekte voor goed
uit ons land.
wat in dit opzicht door Z.M. kon wor
den verricht.
Voornamelijk betrof het’’t benuttigen
van nieuwe uitvindingen, het invoeren
van vreemde rassen, drainage en land
bouwonderwijs.
De antwoorden liepen nogal uiteen,
doch omtrent het invoeren van vreem
de rassen waren de afdeelingen in
Friesland eenparig van gevoelen, dat
kruising met vreemdsoortige stieren wel
loffelijk was te noemen, maar geen
openbare onvoorwaardelijke aanmoedi
ging verdiende, vooral in Friesland,
waar een rundersoort wordt, gevonden,
dat, zoo het niet al de overige bekende
rassen overtreft, met de beste althans
voorzeker gelijk is te achten. Men achtte
het dus beter de veredeling in eigen ras
bij voortduring aan te wenden.
In 1855 reeds nam de Friesche Maat
schappij als een der grootste vereeni-
gingen, een plaats onder dergelijke in
richtingen in ons land in. In 1854 werd
op het Huis ten Bosch op verzoek van
den Koning een vergadering gehouden
met het doel een algemeene Koninklijke
Landbouwvereeniging op te Richten,
hetgeen geschiedde. Het volgend jaar
trad de Friesche Maatschappij voorloo-
pig toe.
Deze vereeniging had tot doel, overeen
komstig den wensch van den Koning:
A. een band te vestigen en te behou
den tusschen de verschillende instellin
gen, ter bevordering van den landbouw
in Nederland;
B. kennis te nemen van hetgeen in en
buiten het Rijk als verbetering van den
landbouw is erkend en het invoeren en
aanmoedigen daarvan en
C. het bevorderen van landbouwkundig
onderwijs, alsmede het geven van in
lichtingen en raad aan de leden der
vereeniging.
Het ging inmiddels met de jonge ver
eeniging goed; het ledental was tot
1557 gestegen, zoodat op het 12e land-
bouwhuishoudkundig Congres te De
venter de vraag werd gesteld: „Waar
aan is het toe -te schrijven, dat de Frie
sche Maatschappij van Landbouw
bloeit, terwijl andere soortgelijke in-
Bolswards Nieuwsblad
47. van
i 8.30—
t
4 Febr.';
nderdag
i 8.30—
7 Jan.,
Jonder-
sns van
opnemer'
ardt dooi
actie,
den
mei
RKE
14 Jan.;
ima tot
jdag 17
AAT
LRD
'REKEN
bandel in
1, Dini-
!2 Jan.;
tot Lei,
I uur.
30 uur.
t, Dini-
9 Jan.;
ij dag 31
v. d.
p..
iger»
en ver
zorgers.
i inwo-
ER en
Sneek
.30 uur.
'ries tot
1. Werf,
nderdag
telken*
■■■■I"!
.30 uur.
.an hen.
ran een
ontvan-
een ge
er, ont-
:mengde
sen ver-
kaarten
wenscht
tributie-
ilbonn-
iet aan
terstond
■op men
behan-
rordt er I
moeten
te wor-