in hel Mo Leer en Smeer
II
HHuo
8
Het Groene Kruis
IES
k 17
ID
in de Noordelijke Provinciën
Dinsdag 21 Januarll947
No. 6
43e Jaargang
Weit* en Zuidwest Friesland
Streekblad voor
sS
adeel
ei-
j
I. C. O. B. E.-Nieuws
Het I.C.O.B.E. afkorting van Initiatief Co-
Jrengei
de we.
Er was een tijd, dat bij ons al
leen buiienlandsche schoenen
het „deden”. Maar nu is het 'n
aanbeveling, als de winkelier
zegt: „Hier hebt u een paar
schoenen zonder bon, maar het
zijn Nederlandsche".
ziet haar op de boulevards van
en
en
en
log raakten meer en meer kleeren en
schoenen versleten en men kon niets bij-
koopen. Iedereen heeft tegenwoordig dus
wel een paar schoenen noodig en ook
twee paar zou men heel goed kunnen
gebruiken. De vraag overtreft nog het
aanbod.
n al Uw
- Bo l n vtür- d
Wiere wurder.i
Wite hynders binne in bulte 1
struijen nedich.
Abonnementsprijs i
1.25 pèf kortaal bij ToaruiföuL'ïsg
Advertentieprijs i 10 eest psr e.e.
Clrc 87926
>Y
9
een interessant bedrijf en een bezoek is
zeker de moeite waard. Wij moeten
evenwel waarschuwen voor de onpretti
ge geur, die onafscheidelijk aan een der
gelijke fabriek is verbonden.
Voor de chemische praeparaten verrezen
fabrieken, waaraan altijd een laborato
rium is verbonden. Hier staan langs de
wanden en in1 de kasten honderden potjes
en flesschen met giften, kleurstoffen, zu
ren en zouten en noem maar op. De man
in de lange, witte jas, die hier heer en
meester is, weet de juiste potjes of
fleschjes te kiezen, die noodig zijn, om
weer een of ander nieuw praeparaat te
bereiden.
Is een verfje gereedgekomen, dan wordt
het op een monsterschoen of ledermon-
ster geprobeerd. Kan de scheikundige ’t
resultaat goed vinden, dan begint de fa
briek de massaproductie.
Nog niet zonder bon.
Momenteel heeft men bij de schoenfa
brieken ernstig te kampen met gebrek
aan personeel. De vele machines eischen
arbeidskrachten en er is vooral een groot
tekort aan vrouwelijk personeel, dat de
stikmachines kan bedienen. Ook treft
men in deze streek veel thuiswerkers
aan, speciaal op het gebied van het stik
ken der schachten. Het materiaal wordt
dan bij de arbeiders thuis afgeleverd, die
het verder bewerken. Een andere min
of meer ernstige belemmering vormt het
tekort aan machine-onderdeelen, terwijl
ook soms de schaarschte aan textiel
voor de voering zich laat gevoelen.
De capaciteit der verschillende fabrieken
varieert van 1500 schoenen per dag tot
100 schoenen. Er zijn zelfs fabrieken, die
niet meer dan 20 stuks per dag afleve
ren. Het is zeer twijfelachtig of deze laat-
sten zich zullen kunnen handhaven, als
de concurrentie weer verscherpt. Die fa
briekjes verrijzen vooral in dezen tijd als
paddestoelen uit den grond en zijn
meestal eigendom van vroeger personeel
der groote bedrijven, dat zelfstandig
wilde beginnen.
Het) geeft wel te denken, dat ons kleine
landje niet minder dan 350 schoenfabrie
ken bezit met een totale staf van 15000
man personeel. Engeland, dat ook een
zeer vooraanstaande plaats inneemt in de
schoenindustrie, bezit slechts 45 fabrie
ken, waarbij er zijn met 500 arbeiders
en meer, terwijl 14 van die fabrieken
meer dan 1000 arbeiders in dienst heb
ben.
Alles bij elkaar worden thans meer
schoenen vervaardigd dan voor den oor
log. Dat beweerde tenminste iemand uit
het vak zelf. Dit komt ook weer door
het groote aantal fabrieken, die, ieder
afzonderlijk, nog slechts 50 tot 75 pet.
van hun vroegere kwantum kunnen af
leveren.
Het eenigszins vreemde is, dat bij zoo’n
groote productie de schoenen nog niet
van de bon af zijn, en toch is het lo-
gisch. Met het verstrijken van den oor-
Hoe de schoen ontstaat
Voordat de schoen, kant en klaar, ons
uit de etalage toelacht, heeft zij vele
bewerkingen moeten ondergaan. De dra
gers en draagsters weten niet, welk een
inspanning het heeft gekost en hoe me
nig zweetdroppeltje van het hoofd van
den vermoeiden arbeider werd gewischt,
voordat dit thans zoo begeerde product
aan den liefhebber, nu nog reusachtigen
boffer, kan worden verkocht. Wij heb
ben een bezoek gebracht aan een schoen
fabriek te Kaatsheuvel en het hoofd dui
zelde ons bij het zien van al die machi
nes en het hooren van al die vaktermen.
Natuurlijk ontstaat de schoen het eerst
in de fantasie van den teekenaar, dr
deze fantasie op papier uitwerkt. Dit m
del, of beter gezegd snit, wordt op e
ander stuk papier overgebracht le
hetwelk in deelen wordt gesned
juist zooals die deelen straks ook uit 1
leder zullen worden gesneden. De stui
ken leer worden in de stikkerij, gelijk
met de voering, machinaal in elkaar ge
stikt, waardoor de z.g. schacht wordt
verkregen. Die schacht is eigenlijk het
bovenwerk van de schoen, waaronder wij
dus onze voeten steken.
Een andere afdeeling noemt men de
zwikkerij; weer een geleerd woord voor
iemand, die alleen van schoenen weet,
dat ze gedragen worden, soms erg zeer
doen en moeilijk te krijgen zijn. In deze
zwikkerij wo.rden contreforts nog
meer Grieksch dat zijn de stevige
stukken leer boven de hakken, in de
schoenen aangebracht en eveneens ste
vige stukken leer in de neus. Op een
houten leest is inmiddels een binnenzool
bevestigd, over het geheele gevalletje
wordt de schacht getrokken en dan
wordt het zaakje aan elkaar gezet. Ver
volgens maakt een machine er een tus-
schenzool of rand aan en tenslotte de
zool.
Maar nog is het eindpunt niet bereikt.
In de volgende étappe komt de afwerking
Er moet worden geschroeid (kanten ge
lijk maken), er moeten hakken aan wor
den gezet, geschuurd en geverfd. Ook
de zool wordt nog ’n beetje opgedoft en
van een streekje verf voorzien en nadat
de schoen mooi is opgepoetst, wordt de
laatste hand er aan gelegd. De rimpels
en oneffenheden moeten uit het leer ge
haald worden,, 'hetgeen geschiedt met
een soort strijkijzer.
En wanneer nu nog gebruik is gemaakt
van een glansmiddel, kan de schoen
naar de expeditie-afdeeling, die er voor
zorgt, dat de winkeliers ze in bezit krij
gen. Het laatste woord is dan aan de
koopers.en aan de distributiedienst!
nisterie van Economische Zaken, de h.h.
Rozenboom en Wegerif, hadden we een
prettig contact, alsmede met de Pers
dienst van hetzelfde Ministerie.
Het wekelijks vergaderen werd vrijwel
zonder uitzondering volgehouden.
De Kamer van Koophandel vatte op ons
verzoek de kwestie van de haven van
Harlingen krachtig aan; wij weten, dat
de Kamer bereid is door ons naar voren
gebrachte kwesties terstond te behande
len. Ook het provinciaal bestuur ant
woordde terstond op gedane suggesties.
In bescheidenheid kan worden geconsta
teerd, dat in 1946 het I.C.O.B.E. in de
provincie Friesland een taak had. Aan
ons de plicht om te zorgen, dat hetzelf
de aan het einde van 1947 kan worden
gezegd.”
LOOP DER BEVOLKING IN 1946 DER
GEMEENTE BOLSWARD.
Op 1 Januari 1946 bedroeg de bevolking
3573 m. en 3648 vr., samen 7221. De be
volking vermeerderde door geboorte van
135 m. en 100 vr., samen 235 en door
ingekomen personen met 269 m en 330
vr., samen 599. Totale vermeerdering:
404 m. en 430 vr., samen 834.
Vermindering door overlijden van 42 m.
en 46 vr., samen 88; idem door vertrok
ken personen 325 m. en 340 vr., samen
665. Totale vermindering 367 m. en 386
vr., samen 753. Over het geheel nam de
bevolking dus toe met 37 m en 44 vr.,
samen 81. personen, zoodat de bevol
king op 1 Jan. 1947 was: 3610 m. en
3692 vr., samen 7302.
Verdeeld over de kerkgenootschappen:
R.K. 2696 (37 pct.), Ned. Herv. 2132
(29 pet.) Gereformeerden 1097 (15 pet.)
Doopsgezinden 139 (2 pet.) en tot geen
kerkgenootschap behoorende 1238 (17
pet.).
Gesloten huwelijken 73, echtscheidingen
3, levenloos aangegeven 1.
die inzamelingen zorgden er voor, dat
vele honderdduizenden naar de andere
gewesten werden overgeheveld. Omge
keerd heeft de Friesche boer nog nooit
zulke goede afnemers gehad voor melk
en zuivelproducten als juist in 1946. De
zich snel tot het vooroorlogsche peil ver
heffende Friesche veestapel is daarvan
het bewijs. Moge door gebrek aan vee
voer en kunstmest het vooroorlogsche
kwantum melk nog niet zijn bereikt,
kwalitatief staat het vee boven het peil
van 1940, wat door het aantal t.b.c.vrije
bedrijven en het Friesch Rundveestam-
boek kan worden bewezen. De kostprijs
der Friesche boter is vrijwel gelijk aan
die der Deensche en ligt aanmerkelijk
gunstiger dan de prijs, die thans voor
het geheele land als kostprijs geldt (ruim
f4.-).
Terwijl Friesland voor ongeveer 20 pet
de Nederlandsche boterproductie en
voor 40 pet de kaasproductie verzorgde
en mede de melkverzorging der groote
steden op zich nam, heeft ons gewest
ook indirect aan Nederland groote dien
sten bewezen. Zoowel de uitvoer van
fokvee als die van pootaardappelen
werd hoofdzakelijk door Friesland geleid
en meerdere tientallen millioenen aan
deviezen werden hierdoor verkregen.
Nu de baten van Oost-Indië zullen ver
minderen of uitblijven en de scheepvaart
en handel op Duitschland kwijnen, is het
logisch, dat landbouw en veeteelt in het
middelpunt der belangstelling staan.
Toch mag dit geen reden zijn om ons
thans te verhoovaardigen.
Zuivere landbouwlanden hadden in het
verleden altijd een lage levensstandaard
en er is geen reden om aan te nemen,
dat dit met Friesland anders zal worden.
Het feit, dat andere landen actief zijn
(Engeland exporteert fokvee, Schotland,
Denemarken, en Tsjecho-Slowakije po
ters, Denemarken en Zwitserland kaas)
en een autarkisch streven ook elders
werkt, is een waarschuwing voor de toe
komst. In 1949-’5O wordt een ernstige
landbouwcrisis verwacht en het is ge
makkelijk te voorspellen, dat dan zoowel
voor onze aardappe en, ons vee als onze
in het gezin, gemis aan geestkracht, le
vensovertuiging, verantwoordelijk
heidsgevoel bij de ouders, geestelijke
debiliteit vormen den achtergrond van
vele ontsporingen en moeilijkheden.
Men
Scheveningen flaneeren, de dames met
de hooggehakte schoentjes of de sport
schoenen in alle mogelijke kleuren. Men
ziet haar ook in de Kalverstraat van
Amsterdam en zelfs in de kleine plaatsen
van de provincie.
Overal wordt de schoen in eere gehou
den en wie een bon krijgt, mag zich ge
lukkig prijzen. Zoolang de mensch be
staat, heeft men de schoen, zij het in
eenigszins anderen vorm, gekend. De rid
ders in oude tijden droegen, met hun
harnas, ijzeren voetbescherming en in
den Franschen tijd was de lange punt
schoen in zwang, waarin men veel hooi
kon stoppen. Sindsdien heeft de schoen
veel veranderingen ondergaan en van de
moccasins der Indianen zoowel als van
de „punt-hooischoen” is niet veel meer
in onze tegenwoordige modellen terug te
vinden.
We hebben een tijd gekend, waarin al
leen producten uit andere landen het „de
den”. Alleen Amerikaansche, Engelsche
of Fransche modellen waren in tel en een
degelijke Hollandsche schoen werd niet
gewaardeerd. Maar de wereld wil bedro
gen zijn en de Nederlandsche fabrikan
ten wisten raad. Wat was eenvoudiger
dan in Nederlandsche schoenen buiten-
landsche namen te zetten?
Doch de tijden zijn veranderd en tegen
woordig zou men heusch niet meer zon
der resultaat behoeven te zeggen: „Hier
heb u een paar schoenen zonder bon,
maar het zijn Nederlandsche”.
Waar ligt nu eigenlijk het Nederlandsche
schoenengebied, waar komen de moder
ne modieuze pumps en vlotte sport
schoenen vandaan? Over ons geheele
land zijn schoenfabrieken te vinden,
maar hét schoenengebied is toch wel de
Langstraat met Waalwijk als centrum
plaats. Daar, ten Zuiden van de Maas,
liggen in het kleurrijke Brabantsche
landschap plaatsen en plaatsjes als
Kaatsheuvel, LoopopZand, Dongen,
Rijen.en in al die plaatsen vormt de
schoen en nevenindustrie het middel
^an bestaan.
Groote en kleine fabrieken, dames-
heerenschoenfabrieken, leerlooierijen
chemische fabrieken. Dit alles is in
afgesteld op elkander. De koe is de le
verancier en haar huid vormt de grond
stof voor de leerlooierijen. Er Is een in
gewikkeld proces voor noodig om van
die huid een stuk leder te maken. Een
massa chemische praeparaten komt er
aan te pias. Zoo’n leerlooierij is dan ook
Uitgavè van DifuRkerij Fa. A, J. OSINGA
boter en kaas belangrijk lagere prijzen
dan thans op de wereldmarkt gelden,
te behalen zullen zijn. Een prijs van ruim
3.per kg voor boter (de Deensche
prijs van nu) mag thans reeds een top-
prijs heeten. Ernstig werd bij de des
betreffende autoriteiten ook door het
I.C.O.B.E. aangedrongen op meer
research en op het stichten van een proef.
zuivelfabriek in Friesland.
De activiteit van het I.C.O.B.E. heeft in
het afgeloopen jaar gestaan in het tee-
ken der Friesche Dagen. Het tastbaar
resultaat is het kapitaal van f 22.000.
dat in een Stichting „Friesche Dagen” zal
worden overgebracht.
Het jaar 1946 zou ik willen noemen het
jaar van vernieuwing, ook van het pro
vinciaal bestuur. Vele autoriteiten wer
den door andere vervangen. Maar het
I.C.O.B.E. kan gelukkig constateeren, dat
de samenwerking, begonnen met het M.
G., later met het provinciaal bestuur uit
stekend is gebleven. Bij de organisatie
der Friesche Dagen hebben het provin
ciaal bestuur en de Commissaris der Ko
ningin in zeer groote mate hulp geboden
Hoewel wij deze dagen als hoogtepunt
noemen, zijn er nog andere zaken, die in
het middelpunt der belangstelling werden
gebracht, 04. de haven van Harlingen.
Het I.C.O.B.E. had vervolgens een aan
deel in de voorbereiding der provinciale
verkeerscommissie, terwijl de kanalen
plannen onze bijzondere belangstelling
hebben.
Vele plannen, die in 1946 werden geop
perd, zullen in 1947, naar wij hopen, na
der worden uitgewerkt. Wij hopen, dat
hetzelfde ook geldt voor het I.T.E.F.,
waarmee het in 1946 nog niet vlot ging
door wisseling van directeur en pand.
Het contact met de correspondenten zal
in het komende jaar worden verstevigd;
het bleek, dat hier zeer actieve personen
onder schuilen.
Volgende zomer zulllen onze vergade
ringen gedeeltelijk in de provincie wor
den gehouden; in het afgeloopen jaar
werd reeds in Harlingen en in Dotkum
vergaderd.
Met de contact-ambtenaren van het Mi-
Rheumatiek.
De rheuma, evenals de t.b.c., noemde
dokter Kruisinga een volksziekte, daar
deze ziekte nog veelvuldiger voorkomt.
Er zijn echter tusschen beide volks
ziekten groote verschillen. Slechts zel
den voert de rheuma tot den dood, zeer
vaak echter tot ’n blijvende invaliditeit,
terwijl vaak de duur der ziekte zeer
lang is. Van het totale ziektegeld zou
ruim 20 pet. worden uitgegeven wegens
rheuma. Men neemt vaak aan, dat er
aan deze ziekte toch niets te doen is.
Toch vermeldt de Engelsche statistiek,
dat een derde van de lijders aan chro
nisch gewrichtslijden geheel geneest,
een derde zeer veel verbetert, mits
vroegtijdig de juiste behandeling wordt
ingesteld en 15 pet naar geen enkele
therapoe luistert. De resultaten in an
dere landen geven ongeveer dezelfde
cijfers.
Indien nu toch door vroegtijdige be
handeling 80 pct. van de rheuma-pa-
tienten kunnen worden behoed voor
blijvende invaliditeit, waarom bestaat
er dan hier nog geen consultatie-bureau
-voor rheuma-bestrijding?
De beantwoording van deze vraag, al
dus de voorzitter van het Friesche
Groene Kruis is niet eenvoudig. Wat
moet er het eerst komen, een rheuma-
toloog of een instituut voor physische
therapie? Het algemeen gevoelen is dat
volg zal worden, dat de ziekenhuizen
zich meer voor de physische zijde zullen
gaan interesseeren en een afdeeling
daarvoor zullen openen. Alleen op deze
wijze zal het mogelijk zijn een bestrij
ding van de volksziekte rheuma te ver
krijgen. Hier ligt nog een groot arbeids
veld open, dat er slechts op wacht ont
gonnen te worden, zoodra de krachten
er voor beschikbaar komen.
Als nieuwe mogelijkheid wordt over
wogen een consultatiebureau voor asth-
ma-patlënten. Voorts wees dokter Krui
singa er op, dat de belooning der zus
ters zóó moet zijn, dat ze daarvan rond
kunnen komen.
De pensioenregeling van de zusters
dreigt een drama te worden. Veel be-
langrijker nog dan de rijkssubsidies van
de afdeelingen is het, dat de pension-
neering der wijkverpleegsters door het
Rijk wordt overgenomen.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Redactie en Administratie
Marktstraat 13 - Bolsward
Telefoon 451 (K 5157)
De werkzaamheden van het Groe
ne Kruis in de drie noordelijke
provinciën opgevoerd tot een peil,
dat nergens ter wereld ooit is be
reikt, aldus de hoofdinspecteur der
Volksgezondheid in zijn verslag
over 1941.
In en door den oorlog is veel verloren
gegaan, zoo vertelde ons de voorzitter
van het Friesche Groene Kruis in een
onderhoud, wat we dezer dagen met
hem hadden naar aanleiding van bo
venstaande mededeeling. Als ieder op
zijn plaats zijn best doet, dan komen we
weer op het peil van 1941. Het Groene
Kruis is een vereeniging van ons ge
heele volk; het staat echter niet meer in
het middelpunt van de belangstelling
van ons volk, zooals in den oorlog, toen
het toonde te willen behooren tot de
recht democratische vereenigingen.
We herinneren ons allen nog de volks
stemming, welke er werd gehouden in
den tijd, dat samenwerking werd ver
zocht met den Volksdienst. Welk een
debacle werd dit voor de Duitschers.
En nog moet het ons verwonderen en
het is aan gelukkige omstandigheden
toe te schrijven, dat tengevolge hiervan
niet meer slachtoffers zijn gevallen in
de Groene-Kruis-gelederen.
Het was niet onze schuld, zoo merkte
hij op, dat we in de afgeloopen jaren
maar weinig konden doen, maar het zal
wèl onze schuld zijn, als we niet ons
best doen het Groene Kruis op te bou
wen tot een vereeniging, die door ons
allen voor ons aller gezondheid op de
bres, staat. Hoevelen hebben er in de
bezettingsjaren niet gewerkt voor hef
Vrije Nederland, dat geboren moest als er een rheumatoloog komt, het ge
worden. Gewerkt voor de gemeenschap,
zonder hiervoor materieele belooning te
vragen. Zoo goed als toen zijn er thans
vele menschen van goeden wil en met
bekwaamheid, die ook in de Groene-
Kruis-gemeenschap nog moeten worden
ingeschakeld. Menschen, die voor ons
streven moeten worden wakker ge
maakt, die met ons verantwoordelijk
moeten zijn voor den opbloei van de
volksgezondheid. Want er is veel, dat
weer hersteld moet worden!
7 uberculose-bestrijding.
In de laatste voor-oorlogsche jaren be
hoorden de sterftecijfers voor tubercu
lose in Nederland tot de laagste ter
wereld, zoo ging dokter Kruisinga ver
der. Dit is in den oorlog veel veran
derd. Tot 1944 was er een verhooging
van de t.b.c.-sterfte met 70 pet. Alle
krachten moeten worden ingespannen
om hierin verbetering te brengen. Ieder,
die helpt de volkswelvaart te verhoo-
te bestrijden. Het sterftecijfer daalt al
weer gelukkig en I
van
Friesland, die
vertoont een snelle daling.
Zuigelingensterfte.
Hoe staat? ’t met de zuigelingensterfte?
Deze was in 1939, aldus de voorzitter
de laagste onder alle landen ter wereld.
De stijging is in ons land in de oorlogs
jaren onrustbarend geweest. Wanneer
de zuigelingenzorg met voorlichting
door consultatiebureaux, weer met
kracht ter hand wordt genomen, zullen
we onze vroegere plaats in dit opzicht
weer kunnen gaan innemen. Maar dan
zal het atintal consultatiebureaux nog
moeten worden uitgebreid.
Na-oorlogsche weeën.
Een van de na-oorlogsche weeën was
de strijd tegen kleerluizen en de schurft,
merkte dokter Kruisinga voorts op.
Hiervoor was een z.g.n. vliegende co
lonne ingesteld, die in enkele gemeen
ten is werkzaam geweest. De strijd te
gen de luizen is gewonnen; het blijkt,
dat dezen tegen de normale Friesche
reinheid niet zijn opgewassen. Met de
schurft is men nog lang niet zoover.
De zedelijke volksgezondheid.
Het bureau voor de zedelijke Volksge
zondheid verheugt zich helaas in een
stijgenden bloei. Bij de oprichting nog
nauwelijks gewenscht, is het bureau
thans zeer noodzakelijk. Het werkco
mité voor zedelijke gezondheidszorg
werd door het Groene Kruis geadop
teerd. Dit bureau tracht de bronnen van
de geslachtsziekte op te sporen, om te
zorgen, dat geen nieuwe infecties zich
zullen voordoen. Maar ieder weet, dat,
wanneer iemand ontspoord is op zede
lijk terrein, er zeer gemakkelijk een
nieuw déraillement volgt. Van ver
scheidene gevallen is de invloed van
den oorlog en de bezetting duidelijk.
Van het meerendeel der gevallen moet
toch de oorzaak van de ontsporing die-
werkt reeds mede de tuberculose
gelukkig en het aantal bezoekers mité voor het Friesche Bedrijfsleven,
de twee consultatiebureaux in vierde in het afgeloopen jaar zijn 1-jarig
actieve t.b.c. hebben, bestaan. Afkomstig uit enkele kernen die
reeds gedurende de oorlogsjaren zich
met plannen bezig hielden om na de be-
vrijding de belangen van het bedrijfsle
ven te bevorderen, is het I.C.O.B.E. direct
met Militair Gezag in overleg getreden
en heeft het op tallooze gebieden de
noodige maatregelen mee helpen voorbe
reiden.
Daarna heeft het I.C.O.B.E. zich bezon
nen op datgene, wat in Friesland nog te
regelen is en wat niet of niet speciaal
door bestaande organen wordt bedreigd.
Als zoodanig heeft het aanvankelijk
sterk geijverd voor de totstandkoming
van een Economisch Technologisch In
stituut. Toen bleek, dat Gedeputeerden
van dit gewest dit initiatief overnamen,
heeft het I.C.O.B.E. zich teruggetrokken
het is in het Dagelijksch Bestuur verte
genwoordigd.
Verder werd op meerdere, minder tot de
publieke meening sprekende zaken, de
aandacht gevestigd. Belangrijke initiatie
ven werden in de eerste vergadering in
het Nieuwe Jaar door den voorzitter ge
memoreerd.
Wij stippen hieruit het volgende aan:
„Het afgeloopen jaar is voor Friesland
van groote beteekenis geweest. De be
wustwording, dat een nieuwe geheel an
dere tijd is aangebroken, moge niet vol
ledig zijn doorgedrongen, toch hebben
opmerkelijke veranderingen plaats ge
grepen. Het woord landboc komt veel
vaker in de kolommen eer couranten
voor en evenals reeds tijdens den oor
log bleek, welke waarde Friesland voor
het Nederlandsche Rijk had, is het ook
nog thans.
Friesland, door den oorlog in materialis
tisch opzicht weinig getroffen, heeft na
de bevrijding de getroffen gebieden
krachtdadig bijgestaan. De actie „Neder
land helpt Indië”, de Nationale Hulpze-
gel-actie, Volksherstel, Betuwe-inzame-
lingen, Stichting 1940-1945, de Roode
Kruisactie, de hulp der Coöperatieve
per worden gezocht. Gebrek in leiding Zuivelbereiding en Friesche Hulpactie, al
Bolswards Nieuwsblad
DC
vindt
I van
•12.30
a 11-
vaar-
i het
men
rt)
f
079
m 11
r van
trek-
rder.
ge-
zelf-
bon-
I!
aren.
aan
zijn
:den
wiel
zoor
ake-
'e lo-
dagen
van
aand
ver-
aan-
:bon.
:aar-
voor
ont-
he'
noet
die-
viel-
rden
t.m.
tij-
l èti)
3ben
iben
kan
1947
ten-
i der
nog
:nen-
naar
l
a de
a.s.
en:
■wier,
oude,
itsen,
n QA
leerde