in hel Mo Leer en Smeer II HHuo 8 Het Groene Kruis IES k 17 ID in de Noordelijke Provinciën Dinsdag 21 Januarll947 No. 6 43e Jaargang Weit* en Zuidwest Friesland Streekblad voor sS adeel ei- j I. C. O. B. E.-Nieuws Het I.C.O.B.E. afkorting van Initiatief Co- Jrengei de we. Er was een tijd, dat bij ons al leen buiienlandsche schoenen het „deden”. Maar nu is het 'n aanbeveling, als de winkelier zegt: „Hier hebt u een paar schoenen zonder bon, maar het zijn Nederlandsche". ziet haar op de boulevards van en en en log raakten meer en meer kleeren en schoenen versleten en men kon niets bij- koopen. Iedereen heeft tegenwoordig dus wel een paar schoenen noodig en ook twee paar zou men heel goed kunnen gebruiken. De vraag overtreft nog het aanbod. n al Uw - Bo l n vtür- d Wiere wurder.i Wite hynders binne in bulte 1 struijen nedich. Abonnementsprijs i 1.25 pèf kortaal bij ToaruiföuL'ïsg Advertentieprijs i 10 eest psr e.e. Clrc 87926 >Y 9 een interessant bedrijf en een bezoek is zeker de moeite waard. Wij moeten evenwel waarschuwen voor de onpretti ge geur, die onafscheidelijk aan een der gelijke fabriek is verbonden. Voor de chemische praeparaten verrezen fabrieken, waaraan altijd een laborato rium is verbonden. Hier staan langs de wanden en in1 de kasten honderden potjes en flesschen met giften, kleurstoffen, zu ren en zouten en noem maar op. De man in de lange, witte jas, die hier heer en meester is, weet de juiste potjes of fleschjes te kiezen, die noodig zijn, om weer een of ander nieuw praeparaat te bereiden. Is een verfje gereedgekomen, dan wordt het op een monsterschoen of ledermon- ster geprobeerd. Kan de scheikundige ’t resultaat goed vinden, dan begint de fa briek de massaproductie. Nog niet zonder bon. Momenteel heeft men bij de schoenfa brieken ernstig te kampen met gebrek aan personeel. De vele machines eischen arbeidskrachten en er is vooral een groot tekort aan vrouwelijk personeel, dat de stikmachines kan bedienen. Ook treft men in deze streek veel thuiswerkers aan, speciaal op het gebied van het stik ken der schachten. Het materiaal wordt dan bij de arbeiders thuis afgeleverd, die het verder bewerken. Een andere min of meer ernstige belemmering vormt het tekort aan machine-onderdeelen, terwijl ook soms de schaarschte aan textiel voor de voering zich laat gevoelen. De capaciteit der verschillende fabrieken varieert van 1500 schoenen per dag tot 100 schoenen. Er zijn zelfs fabrieken, die niet meer dan 20 stuks per dag afleve ren. Het is zeer twijfelachtig of deze laat- sten zich zullen kunnen handhaven, als de concurrentie weer verscherpt. Die fa briekjes verrijzen vooral in dezen tijd als paddestoelen uit den grond en zijn meestal eigendom van vroeger personeel der groote bedrijven, dat zelfstandig wilde beginnen. Het) geeft wel te denken, dat ons kleine landje niet minder dan 350 schoenfabrie ken bezit met een totale staf van 15000 man personeel. Engeland, dat ook een zeer vooraanstaande plaats inneemt in de schoenindustrie, bezit slechts 45 fabrie ken, waarbij er zijn met 500 arbeiders en meer, terwijl 14 van die fabrieken meer dan 1000 arbeiders in dienst heb ben. Alles bij elkaar worden thans meer schoenen vervaardigd dan voor den oor log. Dat beweerde tenminste iemand uit het vak zelf. Dit komt ook weer door het groote aantal fabrieken, die, ieder afzonderlijk, nog slechts 50 tot 75 pet. van hun vroegere kwantum kunnen af leveren. Het eenigszins vreemde is, dat bij zoo’n groote productie de schoenen nog niet van de bon af zijn, en toch is het lo- gisch. Met het verstrijken van den oor- Hoe de schoen ontstaat Voordat de schoen, kant en klaar, ons uit de etalage toelacht, heeft zij vele bewerkingen moeten ondergaan. De dra gers en draagsters weten niet, welk een inspanning het heeft gekost en hoe me nig zweetdroppeltje van het hoofd van den vermoeiden arbeider werd gewischt, voordat dit thans zoo begeerde product aan den liefhebber, nu nog reusachtigen boffer, kan worden verkocht. Wij heb ben een bezoek gebracht aan een schoen fabriek te Kaatsheuvel en het hoofd dui zelde ons bij het zien van al die machi nes en het hooren van al die vaktermen. Natuurlijk ontstaat de schoen het eerst in de fantasie van den teekenaar, dr deze fantasie op papier uitwerkt. Dit m del, of beter gezegd snit, wordt op e ander stuk papier overgebracht le hetwelk in deelen wordt gesned juist zooals die deelen straks ook uit 1 leder zullen worden gesneden. De stui ken leer worden in de stikkerij, gelijk met de voering, machinaal in elkaar ge stikt, waardoor de z.g. schacht wordt verkregen. Die schacht is eigenlijk het bovenwerk van de schoen, waaronder wij dus onze voeten steken. Een andere afdeeling noemt men de zwikkerij; weer een geleerd woord voor iemand, die alleen van schoenen weet, dat ze gedragen worden, soms erg zeer doen en moeilijk te krijgen zijn. In deze zwikkerij wo.rden contreforts nog meer Grieksch dat zijn de stevige stukken leer boven de hakken, in de schoenen aangebracht en eveneens ste vige stukken leer in de neus. Op een houten leest is inmiddels een binnenzool bevestigd, over het geheele gevalletje wordt de schacht getrokken en dan wordt het zaakje aan elkaar gezet. Ver volgens maakt een machine er een tus- schenzool of rand aan en tenslotte de zool. Maar nog is het eindpunt niet bereikt. In de volgende étappe komt de afwerking Er moet worden geschroeid (kanten ge lijk maken), er moeten hakken aan wor den gezet, geschuurd en geverfd. Ook de zool wordt nog ’n beetje opgedoft en van een streekje verf voorzien en nadat de schoen mooi is opgepoetst, wordt de laatste hand er aan gelegd. De rimpels en oneffenheden moeten uit het leer ge haald worden,, 'hetgeen geschiedt met een soort strijkijzer. En wanneer nu nog gebruik is gemaakt van een glansmiddel, kan de schoen naar de expeditie-afdeeling, die er voor zorgt, dat de winkeliers ze in bezit krij gen. Het laatste woord is dan aan de koopers.en aan de distributiedienst! nisterie van Economische Zaken, de h.h. Rozenboom en Wegerif, hadden we een prettig contact, alsmede met de Pers dienst van hetzelfde Ministerie. Het wekelijks vergaderen werd vrijwel zonder uitzondering volgehouden. De Kamer van Koophandel vatte op ons verzoek de kwestie van de haven van Harlingen krachtig aan; wij weten, dat de Kamer bereid is door ons naar voren gebrachte kwesties terstond te behande len. Ook het provinciaal bestuur ant woordde terstond op gedane suggesties. In bescheidenheid kan worden geconsta teerd, dat in 1946 het I.C.O.B.E. in de provincie Friesland een taak had. Aan ons de plicht om te zorgen, dat hetzelf de aan het einde van 1947 kan worden gezegd.” LOOP DER BEVOLKING IN 1946 DER GEMEENTE BOLSWARD. Op 1 Januari 1946 bedroeg de bevolking 3573 m. en 3648 vr., samen 7221. De be volking vermeerderde door geboorte van 135 m. en 100 vr., samen 235 en door ingekomen personen met 269 m en 330 vr., samen 599. Totale vermeerdering: 404 m. en 430 vr., samen 834. Vermindering door overlijden van 42 m. en 46 vr., samen 88; idem door vertrok ken personen 325 m. en 340 vr., samen 665. Totale vermindering 367 m. en 386 vr., samen 753. Over het geheel nam de bevolking dus toe met 37 m en 44 vr., samen 81. personen, zoodat de bevol king op 1 Jan. 1947 was: 3610 m. en 3692 vr., samen 7302. Verdeeld over de kerkgenootschappen: R.K. 2696 (37 pct.), Ned. Herv. 2132 (29 pet.) Gereformeerden 1097 (15 pet.) Doopsgezinden 139 (2 pet.) en tot geen kerkgenootschap behoorende 1238 (17 pet.). Gesloten huwelijken 73, echtscheidingen 3, levenloos aangegeven 1. die inzamelingen zorgden er voor, dat vele honderdduizenden naar de andere gewesten werden overgeheveld. Omge keerd heeft de Friesche boer nog nooit zulke goede afnemers gehad voor melk en zuivelproducten als juist in 1946. De zich snel tot het vooroorlogsche peil ver heffende Friesche veestapel is daarvan het bewijs. Moge door gebrek aan vee voer en kunstmest het vooroorlogsche kwantum melk nog niet zijn bereikt, kwalitatief staat het vee boven het peil van 1940, wat door het aantal t.b.c.vrije bedrijven en het Friesch Rundveestam- boek kan worden bewezen. De kostprijs der Friesche boter is vrijwel gelijk aan die der Deensche en ligt aanmerkelijk gunstiger dan de prijs, die thans voor het geheele land als kostprijs geldt (ruim f4.-). Terwijl Friesland voor ongeveer 20 pet de Nederlandsche boterproductie en voor 40 pet de kaasproductie verzorgde en mede de melkverzorging der groote steden op zich nam, heeft ons gewest ook indirect aan Nederland groote dien sten bewezen. Zoowel de uitvoer van fokvee als die van pootaardappelen werd hoofdzakelijk door Friesland geleid en meerdere tientallen millioenen aan deviezen werden hierdoor verkregen. Nu de baten van Oost-Indië zullen ver minderen of uitblijven en de scheepvaart en handel op Duitschland kwijnen, is het logisch, dat landbouw en veeteelt in het middelpunt der belangstelling staan. Toch mag dit geen reden zijn om ons thans te verhoovaardigen. Zuivere landbouwlanden hadden in het verleden altijd een lage levensstandaard en er is geen reden om aan te nemen, dat dit met Friesland anders zal worden. Het feit, dat andere landen actief zijn (Engeland exporteert fokvee, Schotland, Denemarken, en Tsjecho-Slowakije po ters, Denemarken en Zwitserland kaas) en een autarkisch streven ook elders werkt, is een waarschuwing voor de toe komst. In 1949-’5O wordt een ernstige landbouwcrisis verwacht en het is ge makkelijk te voorspellen, dat dan zoowel voor onze aardappe en, ons vee als onze in het gezin, gemis aan geestkracht, le vensovertuiging, verantwoordelijk heidsgevoel bij de ouders, geestelijke debiliteit vormen den achtergrond van vele ontsporingen en moeilijkheden. Men Scheveningen flaneeren, de dames met de hooggehakte schoentjes of de sport schoenen in alle mogelijke kleuren. Men ziet haar ook in de Kalverstraat van Amsterdam en zelfs in de kleine plaatsen van de provincie. Overal wordt de schoen in eere gehou den en wie een bon krijgt, mag zich ge lukkig prijzen. Zoolang de mensch be staat, heeft men de schoen, zij het in eenigszins anderen vorm, gekend. De rid ders in oude tijden droegen, met hun harnas, ijzeren voetbescherming en in den Franschen tijd was de lange punt schoen in zwang, waarin men veel hooi kon stoppen. Sindsdien heeft de schoen veel veranderingen ondergaan en van de moccasins der Indianen zoowel als van de „punt-hooischoen” is niet veel meer in onze tegenwoordige modellen terug te vinden. We hebben een tijd gekend, waarin al leen producten uit andere landen het „de den”. Alleen Amerikaansche, Engelsche of Fransche modellen waren in tel en een degelijke Hollandsche schoen werd niet gewaardeerd. Maar de wereld wil bedro gen zijn en de Nederlandsche fabrikan ten wisten raad. Wat was eenvoudiger dan in Nederlandsche schoenen buiten- landsche namen te zetten? Doch de tijden zijn veranderd en tegen woordig zou men heusch niet meer zon der resultaat behoeven te zeggen: „Hier heb u een paar schoenen zonder bon, maar het zijn Nederlandsche”. Waar ligt nu eigenlijk het Nederlandsche schoenengebied, waar komen de moder ne modieuze pumps en vlotte sport schoenen vandaan? Over ons geheele land zijn schoenfabrieken te vinden, maar hét schoenengebied is toch wel de Langstraat met Waalwijk als centrum plaats. Daar, ten Zuiden van de Maas, liggen in het kleurrijke Brabantsche landschap plaatsen en plaatsjes als Kaatsheuvel, LoopopZand, Dongen, Rijen.en in al die plaatsen vormt de schoen en nevenindustrie het middel ^an bestaan. Groote en kleine fabrieken, dames- heerenschoenfabrieken, leerlooierijen chemische fabrieken. Dit alles is in afgesteld op elkander. De koe is de le verancier en haar huid vormt de grond stof voor de leerlooierijen. Er Is een in gewikkeld proces voor noodig om van die huid een stuk leder te maken. Een massa chemische praeparaten komt er aan te pias. Zoo’n leerlooierij is dan ook Uitgavè van DifuRkerij Fa. A, J. OSINGA boter en kaas belangrijk lagere prijzen dan thans op de wereldmarkt gelden, te behalen zullen zijn. Een prijs van ruim 3.per kg voor boter (de Deensche prijs van nu) mag thans reeds een top- prijs heeten. Ernstig werd bij de des betreffende autoriteiten ook door het I.C.O.B.E. aangedrongen op meer research en op het stichten van een proef. zuivelfabriek in Friesland. De activiteit van het I.C.O.B.E. heeft in het afgeloopen jaar gestaan in het tee- ken der Friesche Dagen. Het tastbaar resultaat is het kapitaal van f 22.000. dat in een Stichting „Friesche Dagen” zal worden overgebracht. Het jaar 1946 zou ik willen noemen het jaar van vernieuwing, ook van het pro vinciaal bestuur. Vele autoriteiten wer den door andere vervangen. Maar het I.C.O.B.E. kan gelukkig constateeren, dat de samenwerking, begonnen met het M. G., later met het provinciaal bestuur uit stekend is gebleven. Bij de organisatie der Friesche Dagen hebben het provin ciaal bestuur en de Commissaris der Ko ningin in zeer groote mate hulp geboden Hoewel wij deze dagen als hoogtepunt noemen, zijn er nog andere zaken, die in het middelpunt der belangstelling werden gebracht, 04. de haven van Harlingen. Het I.C.O.B.E. had vervolgens een aan deel in de voorbereiding der provinciale verkeerscommissie, terwijl de kanalen plannen onze bijzondere belangstelling hebben. Vele plannen, die in 1946 werden geop perd, zullen in 1947, naar wij hopen, na der worden uitgewerkt. Wij hopen, dat hetzelfde ook geldt voor het I.T.E.F., waarmee het in 1946 nog niet vlot ging door wisseling van directeur en pand. Het contact met de correspondenten zal in het komende jaar worden verstevigd; het bleek, dat hier zeer actieve personen onder schuilen. Volgende zomer zulllen onze vergade ringen gedeeltelijk in de provincie wor den gehouden; in het afgeloopen jaar werd reeds in Harlingen en in Dotkum vergaderd. Met de contact-ambtenaren van het Mi- Rheumatiek. De rheuma, evenals de t.b.c., noemde dokter Kruisinga een volksziekte, daar deze ziekte nog veelvuldiger voorkomt. Er zijn echter tusschen beide volks ziekten groote verschillen. Slechts zel den voert de rheuma tot den dood, zeer vaak echter tot ’n blijvende invaliditeit, terwijl vaak de duur der ziekte zeer lang is. Van het totale ziektegeld zou ruim 20 pet. worden uitgegeven wegens rheuma. Men neemt vaak aan, dat er aan deze ziekte toch niets te doen is. Toch vermeldt de Engelsche statistiek, dat een derde van de lijders aan chro nisch gewrichtslijden geheel geneest, een derde zeer veel verbetert, mits vroegtijdig de juiste behandeling wordt ingesteld en 15 pet naar geen enkele therapoe luistert. De resultaten in an dere landen geven ongeveer dezelfde cijfers. Indien nu toch door vroegtijdige be handeling 80 pct. van de rheuma-pa- tienten kunnen worden behoed voor blijvende invaliditeit, waarom bestaat er dan hier nog geen consultatie-bureau -voor rheuma-bestrijding? De beantwoording van deze vraag, al dus de voorzitter van het Friesche Groene Kruis is niet eenvoudig. Wat moet er het eerst komen, een rheuma- toloog of een instituut voor physische therapie? Het algemeen gevoelen is dat volg zal worden, dat de ziekenhuizen zich meer voor de physische zijde zullen gaan interesseeren en een afdeeling daarvoor zullen openen. Alleen op deze wijze zal het mogelijk zijn een bestrij ding van de volksziekte rheuma te ver krijgen. Hier ligt nog een groot arbeids veld open, dat er slechts op wacht ont gonnen te worden, zoodra de krachten er voor beschikbaar komen. Als nieuwe mogelijkheid wordt over wogen een consultatiebureau voor asth- ma-patlënten. Voorts wees dokter Krui singa er op, dat de belooning der zus ters zóó moet zijn, dat ze daarvan rond kunnen komen. De pensioenregeling van de zusters dreigt een drama te worden. Veel be- langrijker nog dan de rijkssubsidies van de afdeelingen is het, dat de pension- neering der wijkverpleegsters door het Rijk wordt overgenomen. Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Redactie en Administratie Marktstraat 13 - Bolsward Telefoon 451 (K 5157) De werkzaamheden van het Groe ne Kruis in de drie noordelijke provinciën opgevoerd tot een peil, dat nergens ter wereld ooit is be reikt, aldus de hoofdinspecteur der Volksgezondheid in zijn verslag over 1941. In en door den oorlog is veel verloren gegaan, zoo vertelde ons de voorzitter van het Friesche Groene Kruis in een onderhoud, wat we dezer dagen met hem hadden naar aanleiding van bo venstaande mededeeling. Als ieder op zijn plaats zijn best doet, dan komen we weer op het peil van 1941. Het Groene Kruis is een vereeniging van ons ge heele volk; het staat echter niet meer in het middelpunt van de belangstelling van ons volk, zooals in den oorlog, toen het toonde te willen behooren tot de recht democratische vereenigingen. We herinneren ons allen nog de volks stemming, welke er werd gehouden in den tijd, dat samenwerking werd ver zocht met den Volksdienst. Welk een debacle werd dit voor de Duitschers. En nog moet het ons verwonderen en het is aan gelukkige omstandigheden toe te schrijven, dat tengevolge hiervan niet meer slachtoffers zijn gevallen in de Groene-Kruis-gelederen. Het was niet onze schuld, zoo merkte hij op, dat we in de afgeloopen jaren maar weinig konden doen, maar het zal wèl onze schuld zijn, als we niet ons best doen het Groene Kruis op te bou wen tot een vereeniging, die door ons allen voor ons aller gezondheid op de bres, staat. Hoevelen hebben er in de bezettingsjaren niet gewerkt voor hef Vrije Nederland, dat geboren moest als er een rheumatoloog komt, het ge worden. Gewerkt voor de gemeenschap, zonder hiervoor materieele belooning te vragen. Zoo goed als toen zijn er thans vele menschen van goeden wil en met bekwaamheid, die ook in de Groene- Kruis-gemeenschap nog moeten worden ingeschakeld. Menschen, die voor ons streven moeten worden wakker ge maakt, die met ons verantwoordelijk moeten zijn voor den opbloei van de volksgezondheid. Want er is veel, dat weer hersteld moet worden! 7 uberculose-bestrijding. In de laatste voor-oorlogsche jaren be hoorden de sterftecijfers voor tubercu lose in Nederland tot de laagste ter wereld, zoo ging dokter Kruisinga ver der. Dit is in den oorlog veel veran derd. Tot 1944 was er een verhooging van de t.b.c.-sterfte met 70 pet. Alle krachten moeten worden ingespannen om hierin verbetering te brengen. Ieder, die helpt de volkswelvaart te verhoo- te bestrijden. Het sterftecijfer daalt al weer gelukkig en I van Friesland, die vertoont een snelle daling. Zuigelingensterfte. Hoe staat? ’t met de zuigelingensterfte? Deze was in 1939, aldus de voorzitter de laagste onder alle landen ter wereld. De stijging is in ons land in de oorlogs jaren onrustbarend geweest. Wanneer de zuigelingenzorg met voorlichting door consultatiebureaux, weer met kracht ter hand wordt genomen, zullen we onze vroegere plaats in dit opzicht weer kunnen gaan innemen. Maar dan zal het atintal consultatiebureaux nog moeten worden uitgebreid. Na-oorlogsche weeën. Een van de na-oorlogsche weeën was de strijd tegen kleerluizen en de schurft, merkte dokter Kruisinga voorts op. Hiervoor was een z.g.n. vliegende co lonne ingesteld, die in enkele gemeen ten is werkzaam geweest. De strijd te gen de luizen is gewonnen; het blijkt, dat dezen tegen de normale Friesche reinheid niet zijn opgewassen. Met de schurft is men nog lang niet zoover. De zedelijke volksgezondheid. Het bureau voor de zedelijke Volksge zondheid verheugt zich helaas in een stijgenden bloei. Bij de oprichting nog nauwelijks gewenscht, is het bureau thans zeer noodzakelijk. Het werkco mité voor zedelijke gezondheidszorg werd door het Groene Kruis geadop teerd. Dit bureau tracht de bronnen van de geslachtsziekte op te sporen, om te zorgen, dat geen nieuwe infecties zich zullen voordoen. Maar ieder weet, dat, wanneer iemand ontspoord is op zede lijk terrein, er zeer gemakkelijk een nieuw déraillement volgt. Van ver scheidene gevallen is de invloed van den oorlog en de bezetting duidelijk. Van het meerendeel der gevallen moet toch de oorzaak van de ontsporing die- werkt reeds mede de tuberculose gelukkig en het aantal bezoekers mité voor het Friesche Bedrijfsleven, de twee consultatiebureaux in vierde in het afgeloopen jaar zijn 1-jarig actieve t.b.c. hebben, bestaan. Afkomstig uit enkele kernen die reeds gedurende de oorlogsjaren zich met plannen bezig hielden om na de be- vrijding de belangen van het bedrijfsle ven te bevorderen, is het I.C.O.B.E. direct met Militair Gezag in overleg getreden en heeft het op tallooze gebieden de noodige maatregelen mee helpen voorbe reiden. Daarna heeft het I.C.O.B.E. zich bezon nen op datgene, wat in Friesland nog te regelen is en wat niet of niet speciaal door bestaande organen wordt bedreigd. Als zoodanig heeft het aanvankelijk sterk geijverd voor de totstandkoming van een Economisch Technologisch In stituut. Toen bleek, dat Gedeputeerden van dit gewest dit initiatief overnamen, heeft het I.C.O.B.E. zich teruggetrokken het is in het Dagelijksch Bestuur verte genwoordigd. Verder werd op meerdere, minder tot de publieke meening sprekende zaken, de aandacht gevestigd. Belangrijke initiatie ven werden in de eerste vergadering in het Nieuwe Jaar door den voorzitter ge memoreerd. Wij stippen hieruit het volgende aan: „Het afgeloopen jaar is voor Friesland van groote beteekenis geweest. De be wustwording, dat een nieuwe geheel an dere tijd is aangebroken, moge niet vol ledig zijn doorgedrongen, toch hebben opmerkelijke veranderingen plaats ge grepen. Het woord landboc komt veel vaker in de kolommen eer couranten voor en evenals reeds tijdens den oor log bleek, welke waarde Friesland voor het Nederlandsche Rijk had, is het ook nog thans. Friesland, door den oorlog in materialis tisch opzicht weinig getroffen, heeft na de bevrijding de getroffen gebieden krachtdadig bijgestaan. De actie „Neder land helpt Indië”, de Nationale Hulpze- gel-actie, Volksherstel, Betuwe-inzame- lingen, Stichting 1940-1945, de Roode Kruisactie, de hulp der Coöperatieve per worden gezocht. Gebrek in leiding Zuivelbereiding en Friesche Hulpactie, al Bolswards Nieuwsblad DC vindt I van •12.30 a 11- vaar- i het men rt) f 079 m 11 r van trek- rder. ge- zelf- bon- I! aren. aan zijn :den wiel zoor ake- 'e lo- dagen van aand ver- aan- :bon. :aar- voor ont- he' noet die- viel- rden t.m. tij- l èti) 3ben iben kan 1947 ten- i der nog :nen- naar l a de a.s. en: ■wier, oude, itsen, n QA leerde

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1947 | | pagina 1