De Mentaliteit
van Oorlogsvrijwilligers
E
Provinciale Kroniek
Buitenlands
Overzicht
M
N
d
00000000000000
00000000000000
No. 40
44e Jaargang
Vrijdag 28 Mei 1948
Streekblad voor West- en Zuidwest Friesland
Uitgave van Drukkerij Fa, A. J. OSINGA - Bolsward
r
zou
g
en
'P'
de
en
Boter contróle-station
>ns
r
d
J
■Q
Hef gevolg van de Engelse ontruiming in Palestina.
Washington en Moskou trokken één lijn. De
moeilijke positie van Engeland. Honing Abdoel-
lah een pion van Londen. De kwestie van de
Marshallhulp in het geding. De stemming in
Zuld-Afrika. Finland in moeilijkheden.
fan Gysbert Japiks
idealen. Velen dragen als een dagelijkse
zorg met zich mee de drukkende vraag
of er voor hen nog een carrière en een
toekomst is weggelegd. Hun beste jaren
van voorbereiding en studie hebben zij
gegeven en nu het.in Indië niet gelopen
is zoals zij hoopten, achten zij die jaren
verspeeld. Zij missen de nodige papieren
in een land dat papieren en bullen vaak
meer waardeert dan persoonlijkheid en
karakter. Geen wonder, dat een aantal
bitter is gestemd. Maar gelukkig staat
daar veel positiefs tegenover. Het ge
vaar heeft hen gestaald en verdiept, ook
godsdienstig verdiept, al zijn er ook on
der hen te vinden, die het gevaar heeft
verruwd en verhard. Zij hebben een uit
houdingsvermogen getoond, dat physiek
en psychisch wonderbaarlijk is en dat alle
tegenslagen, teleurstellingen en tartelin-
gen ten spijt. Ze zijn goed gediscipli
neerd, zonder ook maar iets te vertonen
dat op cadaver-gehoorzaamheid lijkt.
Zij zijn rustig, gezond en moedig. Ze
hebben niet gedood of het moest uiterst
noodzakelijk zijn.
Ze hebben gpleerd de mensen te waar
deren naar hun persoonlijkheid en niet
allereerst naar positie of functie of pa
pieren. Ze zijn ook vast van plan deze
gedragslijn verder vast te houden, wat
misschien bij terugkeer tot lichte con
flicten kan leiden. Het zij zo. Een waar
lijk goed soldaat is altijd een uitermate
bruikbaar mens gebleken. En er is meer.
De eigen en vertrouwde huiskamer heeft
een ongelooflijke bekoring en die beko
ring zal zich doen gelden. En bovenal
van een moeder gaat ’n zeldzame kracht
uit.
Onze oorlogsvrijwilligers maakten eerst
mee de ellende van bezetting en verhon
gering, velen gingen door concentratie
kamp en marteling heen, daarna kregen
zij moeilijke en gevaarvolle tijden in In
dië en zij doorstonden dat.
Als zij bestemd waren om psychopaat te
worden, zoals sommige zwartkijkers be
weren, waren ze dat reeds lang geweest.
Door al deze harde en moeilijke jaren
kwamen ze heen als betere en sterkere
mannen. Ze zijn echter wel onafhanke
lijker geworden in hun levensvoering,
meer vrijgevochten en losser van con
ventionele en traditionele inkapseling,
dan mogelijk een deel van Nederland
zint.
Veischijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Redactie en Administratie
Marktstraat 13 - Bolsward
Telefoon 451 (K 5157)
De stêd biedt leaze, tsjustre lagen
De ien siket dér de oare to bidragen,
Yn wurden, yn ünthjitten licht
Ek skoart it wol oan mjitte en wicht
Abonnementsprijs:
1.25 per kwartaal bij vooruitbetaling
Advertentieprijs10 cent per m.m.
Giro 87920
5-
at
it-
in
sn
IA
kcL
Zoals te verwachten was, heeft de Engelse
ontruiming van Palestina geleld tot een oor
log tussen de Arabische staten ener- en de
direct uitgeroepen staat Israël anderzijds. De
Ver. Naties bleken niet in staat die oorlog
te voorkomen en het staat nog te bezien of
zij er in zullen slagen er een eind aan te
maken. Ditmaal is dat niet de schuld van
Rusland, dat evenals de Ver. Staten de nieu
we Joodse staat erkende en niet tegen een
optreden van de Veiligheidsraad ter bescher
ming van die staat tegen de Arabische lan
den was. In het midden blijve of het snel
erkennen van de Joodse staat door beide
grote landen niet voortvloeide uit onder
linge wedijver, maar in ieder geval trokken
Washington en Moskou ditmaal één lijn. Het
was echter
den, ergerden hen tot dolwordens toe.
Ze wisten wat ze wilden en wat ze kon
den in Indië, maar ze mochten het niet.
Gevaar en uitermate primitief leven aan
vaardden ze heel wat gemakkelijker dan
teleurstellingen en moeilijkheden in dit
opzicht.
Daarbij kwam nog, dat het militaire le
ven een nuttige en noodzakelijke zaak
bleek te zijn.
Dieven en diefjesmaat liepen op de lange
duur tegen de lamp, kwade elementen
kregen hun congé, de zwakken vielen af,
de invloed van doorgaande discipline
deed zich zegenend gelden. Het werk,
waartoe Indië hen riep en dat zo schreeu
wend nodig bleek, gaf hun een gevoel
van verantwoordelijkheid. De goede ele
menten werkten als zuurdeeg. Dit alles
deed veel critiek verstommen en ver
anderen in warme waardering. Vele jon
gens zijn gegroeid tot krachtige gestaal
de, zelfstandige, weliswaar misschien
wat vrij gevochten mannen. Zeker, ve
len zijn gedesillusioneerd en zullen uiter
mate crltisch de vaderlandse bodem be
treden. Maar verlies van illusies is toch
nog weer Iets anders, dan verlies van
Engeland,
dat ditmaal een krachtig ingrijpen van de
Veiligheidsraad verhinderde, daargelaten of
dit ingrijpen ook succes zou hebben gehad,
daar deze raad tot nog t«e over geen enkel
machtsmiddel beschikt om een besluit door
te zetten. Dat machtsmiddel zou uit een in
ternationale troepenmacht moeten bestaan,
en we vermoeden, dat op het ogenblik dat
deze macht gevormd zou worlen, het ook
met de eensgezindheid van de Ver. Staten
tok
ch-
uur
?r.)
De terugkerende militair stelt ons niet
voor een probleem, maar voor een taak.
Wij mensen zijn weergaloos handig om
een taak om te toveren in een probleem
en een morele opdracht te maken tot een
puzzle. Wanneer er van een probleem
sprake is, zit dat probleem bij ons zelf.
Ten aanzien van ons rijst de vraag of
wij willen doen wat wij kunnen en wat
we moeten. Wij moeten ons schamen als
wij dezp mannen niet ontvangen met
dank en trots. En die dank moet worden
omgezet in de daad, waardoor gelegen
heid wordt gegeven1 tot wonen en wer
ken. Voor de rest zorgen ze zelf.
van de 6 leden der Arbeiderspartij. De op
positie wordt vooral gevormd door de z.g.
Herenigde Partij met 48 zetels, onder leiding
van dr. Malan. Deze laatste partij wenst alle
niet blanken, waarvan er 8 millioen zijn te
genover 2 millioen blanken, naar speciale
gebieden te zenden, terwijl Smuts partij te
genover het vraagstuk van het „zwarte ge
vaar1’ een gematigder standpunt inneemt.
Hoewel de uitslag van deze verkiezingen,
terwijl we dit schrijven, nog niet bekend is,
kan aangenomen worden dat de partij van
Smuts
opnieuw het regeerkasteel heeft veroverd en
de wereld niet opgescheept wordt met een
nieuw en zeer gevaarlijk probleem, een radi
cale scheiding tussen blank en zwart in de
Z.-Afrikaanse Unie. De wereld heeft al pro
blemen genoeg, waarvan het voornaamste,
de Amerikaans-Russische tegenstellingen, nog
even onoplosbaar schijnt als voor Pinksteren.
Daarover is er geen belangrijk nieuws. Met
zekere spanning wacht men echter de uit
slag van de binnenlandse strijd in
Finland
af. Daar is de communistische minister van
binnenlandse zaken, Leino, tot aftreden ge
dwongen, omdat het parlement hem het ver
trouwen opzegde. Het wil op die post geen
communist. Maar de Finse Stalinisten willen
dat juist wel, omdat zij daardoor kans zien
het verkiezingsapparaat en de politie in han
den te krijgen. Daarom trachten ze mi door
stakingen hun zin te krijgen, doch het sta-
kingsparool wordt lang niet algemeen opge
volgd. Toch herinnert de toestand in tal van
opzichten aan die in Tsjecho-Slowakije voor
de communistische staatsgreep. De Russen
hebben net deze week met een veto In de
Veiligheidsraad vterhinderd, dat een comr
missie van onderzoek zou worden ingesteld
inzake beweerde Russische inmenging bij die
staatsgreep.
In het vorige en ook in dit nufhmer kan
men lezen van de „blijde incomste” van
oorlogsvrijwilligers en andere militairen
uit Indië, die soms na vele jaren van
scheiding eindelijk weer worden verbon
den met hen, aan wie ze met banden des
bloeds of banden van liefdie waren en
bleven verbonden.
Heel de buurt, ja, heel het dorp'en de
omgeving leeft spontaan mede en soms
lezen wij zelfs van serenades, die wor
den gebracht.
Dit alles is te prijzen.
Het is beter dat Indiëgangers, die vrij
willig een last op de schouders hebben
genomen of in de tropen vertoefden voor
de uitoefening van hun plicht, bij thuis
komst worden bejubeld, dan verguisd.
En toch is er een „maar” bij dit alles.
Het mag namelijk bij een huldiging of
uiting van blijdschap niet blijven, onze
jongens ook al gunnen we ze best
enkele weken vacantie moeten straks
weer aan het werk. Ze moeten weer een
plaats in de maatschappij innemen. Soms
zal dit misschien betekenen een plaats
in de maatschappij veroveren. Want on
ze jongens* komen anders terug dan ze
waren. Ze zijn ouder geworden. Voor
loopjongen zijn ze te groot. Ze denken
aan trouwen misschien of in elk geval
willen ze een zelfstandige baan of een
levenspositie., En wie zal ontstrijden dat
zij daar geen recht'op hebben?
En toch zal het misschien moeilijker zijn
dan men op het eerste gezicht zou me
nen. Dit heeft niet alleen zijn oorzaken
in het maatschappelijke. In dit opzicht
telt ook de mentaliteit van de oorlogs
vrijwilligers mee. Elvenals eenmaal de
illegalen worden ze maar al te dikwijls
niet begrepen. Er ontstaan misverstan
den. En misverstanden leiden zo gemak
kelijk tot prikkelbaarheid en verwijde
ring. Het is daarom goed, dat in elke
gemeente thans een demobillsatie-com-
missie is gevestigd. De leden van deze
commissies zijn geen tweederangs, noch
surrogaat-ambtenaren. Hef zijn mensen
die hun eigen baan hebben en aan hun
werk geen cent verdienen. Mensen, die
echter willen helpen waar dit mogelijk
is. En de moeilijkheden van de thuis
komenden trachten te verstaan èn de
moeilijkheden van. de werkgevers.
Mensen, die bekend zijn met plaatselijke
toestanden, met personen zowel als met
bedrijven. Mensen, die zich ook trach
ten in te leven in de mentaliteit van de
oorlogsvrijwilligers.
Dit is gemakkelijker neergeschreven dan
gedaan. Geen wonder, dat er zelfs stu
diedagen aan zijn gewijd. Geen wonder,
dat zelfs onze courant deze woorden in
vette letters boven dit artikel plaatst.
Toch is; het gewaagd om van de menta
liteit te spreken, alsof men hier met een
categorie van gelijkgestemde mensen te
doen had. En dit nu is zeer betrekkelijk.
Eigenlijk hebben de thuiskomende mili
tairen slechts één ding gemeenschappe
lijk en wel dat ze allen tot het mannelijk
geslacht behoren, en wat meer zegt, dat
ze zich, een enkele uitzondering daar
gelaten, allen als mannen hebben ge
dragen. Maar daar houdt alle gelijkenis
ook op. Er is onder hen vooral onder
de oorlogsvrijwilligers verschil van
leeftijd en afkomst, van ontwikkeling en
houding, van religie en opvoeding, van
karakter en motieven.
Voor sommigen was de dienstneming 'n
vlucht. De grond was hun In Holland te
warm geworden. Hun huwelijks- of hui
selijk leven was ongelukkig. Ze wilden
zich zelf overtuigen van' offerbereidheid,
vaderlandsliefde en moed, waarin ze zich
zelf tekort geschoten achtten gedurende
de bezetting.
Er waren er, die zich verkeken aan het
stevige soldatenpak en de nieuwe kra
kende schoenen en die de verzoeking van
het goede eten, van de grote rantsoenen
van chocolade en sigaretten niet konden
weerstaan.
Engeland en Amerika, waar de training
zou plaats vinden, was hun eldorado.
Maar er waren ook zeer velen, zij kon
den geteld worden bij duizenden, die al
leen kwamen om hun vaderland te die
nen en Indië te bevrijden. Een onbe
dwingbare geest van toewjding en zelf
opoffering bezielde ze.
Geen wonder dus, dat de oordeelvelling
over de mentaliteit van de oorlogsvrij
willigers in het bijzonder en van al de
militairen in het algemeen zover uiteen
ging lopen. De een noemde hen zwer
vers en avonturiers, nietsnutten en on-
evenwichtigen, de ander sprak zonder
aarzelen van de bloem der natie en het
puikje van Hollands manschappen.
Deze verschillende taxatie vyeerspiegelt
zich in de verwachting, die gekoesterd
Arabische staten
aan zich te binden, in het bijzonder is ko-
ning Abdoellah van Transjordanië hun pion,
hij en zijn staat ontvangen per jaar van Lon
den dan ook belangrijke uitkeringen. Nu de
Engelsen dwars tegen de Amerikaanse wen
sen inzake Palestina ingingen, heeft die fi
nanciële steun in Washington ook ergernis
gewekt. Men vraagt zich daar af of het wél
aangaat de Engelsen Marshallhulp te ver
lenen, waardoor dezen financieel wat meer
armslag hebben en dus hun geldelijke steun
aan Abdoellah c.s., die bovendien nog wape
nen van hen krijgt, en wiens troepen door
Britse officieren worden opgeleid en aange
voerd. kunnen voortzetten. De Amerikanen
vrezende dat een voortwoekerende oorlog
in Palestina daar ten slotte tot slinkse in
menging van o.a. Rusland zou kunnen lei
den, waaruit een derde wereldoorlog
kunnen ontstaan, hebben blijkbaar de En
gelsen ten slotte zeer stevig aangepakt, ook
de kwestie der Marshallhulp in ’t geding
gebracht, en geëist dat zij nu kleur zouden
bekennen. Toen de Veiligheidsraad dan ook
besloot beide partijen in Palestina te gelas
ten het vuren te staken en de Joden zich
bereid verklaarden deze order op te volgen
als ook de Arabieren het deden, heeft Enge
land zich tot de laatsten gewend met de
mededeling dat Londen zijn verplichtingen
jegens de Ver. Naties hoger moest stellen
dan die jegens de Arabische staten en van
de laatsten verwachtte dat ook zij de order
tot een wapenstilstand zouden «opvolgen.
Het enige wat Engeland nog voor hen be
reiken kon was, dat zij 48 uur uitstel van
de termijn, door de Veiligheidsraad gesteld,
kregen om onderling overleg te plegen. Ter
wijl wij dit schrijven weten wij de uitslag
van dit overleg nog niet, doch wel is het
duidelijk, dat Engeland door de Ver. Staten
daartoe gedwongen, zijn steun aan de Ara
bische staten zal moeten opgeven, als deze
doorgaan met hun oorlog in Palestina.
Londen zal zich dan met de Ver. Staten en
Rusland samen in een of andere vorm te
gen de Arabische plannen in het heilige land
moeten verzetten. Wat dat in de praktijk
zal opleveren, is een andere vraag, waarop
het antwoord misschien nog wel even op
zich zal laten wachten.
Intussen had één lid van ’t Britse rijk, n.l.,
Zuld-Afrika,
de Joodse staat Israël reeds erkend.
In dat land, Zuid-Afrika, hebben Woensdag
verkiezingen plaats gehad voor het parle
ment. Sedert 1943 was het heft in handen
van de partij van veldmaarschalk Smuts de
z.g. Verenigde Partij, welke over 89 zetels
beschikte, en die nog veelal dé steun genoot
exploitatierekening sluit met een voordelig
saldo van f2142.63.
Nu we toch met cijfers bezig zijn, kunnen
we tegelijk die wel geven van het
Fries Paardenstamboek,
die haar jaarvergadering hield in Leeuwar
den. De ontvangsten hadden bedragen
f 17.352.— en de uitgaven f 17.274, zodat
er dus een klein overschot was. Echter
moet er nog f 1000'.— aan contributiën bin
nen komen van dubieuse leden. De contri
butie werd weer op f 5.per jaar vastge
steld. De omslag van een ingeschreven paard
werd weer bepaald op f 2.De keuringen
voor opname en de voorkeuringen zullen
worden gehouden op 19, 21 en 22 Juni, de
centrale keuring op 11 Augustus, de veulen-
keurlngen op 23, 24, 25 en 26 Augustus en
de verrichtingsdag op 17 September.
Aan het jaarverslag ontlenen we dat het van
veel belang voor de paardenfokkerij is, dat
de verplichte merriekeuring is ingesteld; zo
als de toestand nu nog is, dus zuiver pro
vinciaal, is die verre van ideaal. Het kan
echter een stimulans zijn'om de keuringen in
de nieuwe Paardenwet géregeld te krijgen.
Zeer waarschijnlijk zal deze wet nog dit
jaar van kracht worden.
Er is een hulpveulenreglster Ingesteld, waar
in veulens, met bijv, wit aan de benen, ge
registreerd kunnen worden. Hoewel het
euvel van witte haren op ongewenste plaat
sen nog steeds voorkomt, werd toch met
deze dierenfgefokt en brachten zij een geheel
z.wart veulen, dan was de normale gang, dat
deze afstammelingen via het hulpboek wer
den opgenomen. Nu echter, na de instelling
van het hulpregister, kunnen deze zwarte
afstammelingen, welke vroeger verloren gin
gen, nu erkend blijven.
Voor het stamboek werden bij de keuring
voor merriën goedgekeurd 126 en voor het
hulpstamboek 14, aan 17 merriën werd het
praedicaat ster toegekend, terwijl 2 merriën
preferent werden verklaard, op hun afstam
melingen. In 1947 werden 452 veulens inge
schreven tegen 395 in 1946.
De heer N. van der Werf te Heeg hield een
causerie over: „Het Friese paard als circus
attractie”, waarbij hij aangaf welke perspec
tieven er voor dit paard zijn.
Bij de bestuursverkiezing werd het aftredend
bestuurslid ir. A. H. Nubé herkozen.
De perspectieven voor het Friese paard, wel
ke door de heer van der Werf naar voren
werden gebracht, zullen wel andere zijn, als
die welke werden behandeld op de vergade
ring van de afdeling Friesland van de
Bond van Veehandelaren.
De afd. Friesland had n.l. voorgesteid om
het paarden- en ook het schapenvlees vrij
te geven, daar vooral het schapenvlees toch
maar in de zwarte handel terecht komt. Zij
stelde vérder voor om alleen erkenningen te
geven aan te goeder naam en faam bekend
wordt ten aanzien van de terugkeer. De
een vraagt: hoe zal men deze moreel en
geestelijk uit hun lood geslagen mensen
opvangen in onze geordende en degelijke
Hollandse maatschappij? en de ander:
hoe zal een verburgerlijkt en benepen
Nederland zich nog weten aan te passen
aan deze prachtkerels, die alles op het
spel zetten voor het vaderland?
De werkelijkheid zoeke men tussen deze
uitersten, al lere men de achtergrond
verstaan.
De oorlogsmentaliteit, gedurende de oor
log aangekweekt, werd door velen vast-
gehouden. De diefachtigheid van een
kleine groep werd echter als vanzelf ge
generaliseerd. Vele oorlogsvrijwilligers
moesten lang wachten voor ze goed aan
de slag konden gaan. Ook dit wekte
desillusie. Over jiet algemeen vonden
onze jongens weinig erkenning en veel'
critiek. Blinkende beloften door een te
groot aantal onverantwoördelijken ge
daan, bleken zeepbellen te zijn. Eigen
dromen bleken dromen te zijn en niets
meer. Eenmaal in Indië rezen nieuwe
moeilijkheden. De Hollander, en nog
meer de Fries, is ordelijk van nature,
maar aan discipline heeft hij een broertje
dood.
Er kwamen bovendien tijden van ont
moediging en uitputting. De politiek van
de regering werd niet begrepen of ver
oordeeld. De agitatie van de communis
ten in Nederland maakte hen razend en
de kwade geruchten, die in het klets
grage vaderland de ronde over hen de-
en Rusland gedaan zou zijn, want Amerika
zou er vermoedelijk niets voor voelen als
onderdeel van de internationale strijdmacht
ook Russische troepen in Palestina toe te
laten. Maar die vraag komt thans niet aan
de orde, want Engelands houding veroor
zaakte, dat de Veiligheidsraad voorlopig niet
verder kwam dan de order „Staakt het vu
ren” aan beide partijen, en het zenden van
een officieel bemiddelaar,
graaf Bernadotte.
Het was voor de Engelsen ook een zeer
moeilijke positie. In de eerste plaats zijn er
onder de Engelse dominions, welke met hun
sympathie volkojnen achter de Arabieren
staan o.a. het Mohammedaanse Pakistan.
Een dergelijke toestand in ons eigen Neder- -
landse rijk, dat overzee in Indonesië grote
groeperingen Mohammedanen telt, verhindert
Den Haag bijv, ook Amerika te volgen in j
een directe erkenning van de Joodse staat 1
Israël. Daarnaast wensten de Engelsen de
Arabische staten zelve niet voor het hoofd 1
te stoten, Engeland acht hen daarvoor een 1
te belangrijke groepering in het Midden
Oosten, die rijke oliegebieden beheerst en 1
welker macht gewicht in de schaal zou wer-
pen als er een conflict met Rusland dreig
de. De Engelsen zijn er sedert jaar en dag
mee bezig deze
zijn de volgende:
Melkaanvoer in 1947 was 600.089.803 kg.,
hetgeen een vermindering ten opzichte van
1946 betekende van 114.721 kg. De oorzaak
hiervan is de droge zomer geweest.
De totale boterproductie was 76.336 kg. la
ger dan in ’46 en had nu bedragen 11.155.166
kg. De hoeveelheid omgepakte boter van
2.122.746 kg. was hiermede 827.536 kg. lager
dan in 1946. Ook bij dit station zijn de boe
ten vrijwat hoger geweest dan in het jaar
daarvoor n.l. f 14.415.tegen f 5795.De
Zuivel.
Het is de week der jaarverslagen geweest
en het is zeker wel de moeite waard hier eli
daar een greep uit te nemen en dan natuur
lijk uit die, welke voor onze provincie van
belang zijn. Zo blijkt uit het jaarverslag
van de Bond van Coöp. Zuivelverkoop ver
enigingen, dat bij die bond waren aange
sloten 266 boter-aen kaasfabrleken. Dat in
deze fabrieken nog al een en ander geprodu
ceerd is, kan men zien uit de cijfers. De to
tale omzet bedroeg 15.600.000 kg. boter,
22.800.000 kg kaas. 2.600,000 kg melkpoeder,
ter waarde van f 76.000.000.Uitgevoerd
werd 552.000 kg. boter en 14700.000 kg.
kaas.
De totale productie van fabrieksboter in ons
land was in 1947 natuurlijk nog al even ho
ger en was 52.400.000 kg., van kaas
64.400.000 kg.
Nog enige interessante cijfers over deze ma
terie ontlenen we aan het verslag van het
Kaascontrölestatlon Friesland^
waarbij 155 bedrijven aangesloten waren en
wel 95 in Friesland, 14 in Groningen, 22 in
Dtente en 24 in Overijssel. De totale produc
tie van deze bedrijven In 1947 was 40.239.271
kg. Dit was 1794847 kg. minder dan het
jaar daarvoor. Van deze ruim 40 millioen
kg leverde Friesland ruim 29 millioen kjg.,
Overijsel ruim 4 millioen, Drente ruim 3 mil
lioen en Groningen ruim 2 millioen kg.
Dat er minder werd geproduceerd dan In
het jaar daarvoor is te wijten aan verschil
lende factoren als: verplichte verhoogde
melklevering, verhoogde fabricatie van melk
poeder en condens, terwijl ook door het pas-
teurisatieverbod de kaasopbrengst vermin
derd wesd. Het aantal afgeleverde kaasmer-
ken bedroeg nog 9.132.600.
Was het bedrag der boeten het vorig jaar
al vrij hoog, dat is nog gestegen met een
bedrag van f 18.500.en bedraagt nu
f 126.768.75.
De exploitatierekening sloot met een voorde
lig saldo van f 64.756.04, maakt met het
voordelig saldo van het voorafgaande jaar
van f8730.17 een totaal van f73.486.21.
Het station heeft zich ook dit jaar weder
verzefl tegen de invoering van nieuwe kaas-
merken met het merk „Holland”.
De cijfers van het
I
Bolswartls Nieuwsblad
31
r
SMUTS
J
r
2
2
Skoart mankeare.