Fier fan hüs Buitenlands Overzicht No. 54 44e Jaargang Vrijdag 16 Juli 1948 Uitgave van Drukkerij Fa. A. J. OSINGA Streekblad voor West en Zuidwest Friesland - Bo I s war d Truman In de Veiligheidsraad 1. In Italië e. a. n. IV. N. a. Londen, Washington en Parijs i het been stijf zullen houden. In het licht daarvan blijft het echter verwonderlijk, zoals we reeds in ons vorig overzicht Dat troch üs üntankbre died, De iiv’ge fré nea fan üs giet. Joden en Arabieren in Palestina. Nadat de vijandelijkheden weder waren uitgebroken, spant de Vei ligheidsraad zich thans in een nieuwe wapenstilstand tot stand te brengen, Ber. nadotte is daarvoor naar de zetel der Ver. Naties gegaan. De Joden waren voor die nieuwe wapenstilstand te vindt., hoewel hun militaire operaties niet on voordelig waren, de Arabische staten ondanks de druk van Engeland, dat than; zelfs zijn uitkering aan TransjordaniC heeft stopgezet, niet. Op hun beurt trach ten de Arabische vorsten druk op de Ver. Staten en Engeland uit te oeferien, door plechtig te verzekeren, dat ze hun olieconcessies zullen intrekken. De Ver. Staten hebben is de toestand, terwijl we dit schrijven, zeer verward, wegens de poging tot moord op de leider der communisten. Deze eisen Zelfs dat de regering zal af treden en sporen tevens allerwege aan tot stakingen. Hier en daar werd de po litie zelfs ontwapend en ontstond er een volkomen chaos. Het is dus niet onwaar, schijnlijk, dat we naast de Berlijnse en Palestijnse ook nog een Italiaanse kwes tie krijgen. De loft is blau, krekt as thus fleane de wolkens se fervje har read Ja 't is krekt as wie ’t thüs. It ljurkje, it sjongt, krekt as thüs stiigt it fier omheech, en it tanket foar alles Ja ’t heart krekt as wie ’t thüs. Derboppe is God, krekt as 'thüs Sjocht Hy del op üs, Hy bliuwt Deselde, hwer ik bin, fier óf of thüs. De loft, it ljurkje en üs God, Ik sjoch se nou hjir, stil wol ik bidde, dat ’k doch, krekt as wie ’t thüs. verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Redactie en Administratie Marktstraat 13 - Bolsward Telefoon 451 (K 5157) Abonnementsprijs: 1.25 per kwartaal bij vooruitbetellng Advertentieprijs10 cent per m m Giro 87926 op een massabetoging een beroep op deze landen hebben gedaan om niet voor de Russische terroristische methoden te wijken. Zij zelve, de soc.dem., zijn be reid de Westelijke geallieerden zoveel mogelijk bij te staan en zich tot het uiterste te verzetten tegen de Russische pogingen Berlijn onder de knie te krij gen, Wanneer de Westelijke geallieerden onder deze omstandigheden toch zouden tóegeven, zou dat hun dus het vertrou wen van een groot deel der. West-Duitse bevolking kunnen kosten en dat zou de plannen, welke deze landen met West- Duitsland hebben, totaal in de war kun nen sturen. Men zou dus mogen ver wachten, dat het licht bij de 0O0O0O00OO0000 fan Gysbert Japiks E De Prins ^stelt zich voor. W. Hij is Nederduitser van afkomst, een trouw vaderlander en een aanzien lijk vorst. Steeds toonde hij eerbied voor de koning van Spanje. Bovenal heeft hij God geëerd. Hij is daarom verdreven uit zijn land. God zal dat onrecht herstellen. «Dus moeten ook zijn onderzaten op God vertrouwen en bidden, dat de Prins hen met Gods hulp zal be vrijden. De Berlijnse kwestie In de crisis. Toch den ken de Westelijke geallieerden blijkbaar niet, aan oorlog. Het Franse leger is niet pa raat. De luchttoevoer schijnt voor Berlijn onvoldoende. Rusland houdt wel militaire besprekingen. De bedoeling van het Marshall-pian. De Palestijnse kwestie weer brandend. De toestand in Italië verward. IL De Prins heeft al gedaan, wat hij kon. Zowel de Prins zelf, als zijn breeders hebben goed en leven voor de Ne derlanders gewaagd; daarbij is Graaf Adolf gesneuveld. Ook de Prins zelf heeft zijn bloed willen geven voor Gods Woord. m. In vertrouwen op God bidt hij, dat Die hem als werktuig zal willen ge bruiken bij ’t verdrijven der tyrannie. IL Moge in de komende strijd God hem beschermen. De vijanden leggen het toe op het leven van de Prins, daarom bidt hij God om bescherming. Zoals de rechtvaardige David ver volgd werd door Saul, zo gaat 't nu met hem. Maar God heeft David ook gered en koning gemaakt. Zo hoopt ook de Prins op een beter lot na al de doorgestane ellende, een eervolle krijgsmansdood en de he melse zaligheid. Vol deernis is hij met het ver drukte volk. Dat de Spanjaarden Nederland ver woesten, smart hem tot in de ziel. Hij heeft al getracht met geweld van wapenen Alva te verdrijven, maar die ontweek de slag. Blijkbaar was ’t Gods wil, dat er nog geleni eind kwam aan ’t lijden van het volk; daarin moet men be rusten. De protestnota’s door de Westelijke ge allieerden tot Rusland gericht óver de Berlijnse blokkade, hebben, wat de in houd betreft, aan de verwachtingen vol daan. Men verklaart zich bereid tot over leg, maar zal voor geen pressie wijken. Dreigementen zullen de protesterende landen niet van hun rechten als bezet tende mogendheden doen afzien, „de Sovjetregering koestere daaraan geen twijfel”, aldus de nota’s. De toon van deze nota’s is zo vastberaden, dat men inderdaad wel moet geloven, dat het ’t Westen ernst is en dat slechts een toe geven van Moskou aan de gevaarlijke toestand een eind kan maken. Een terug tocht der Westelijke geallieerden wordt nog meer onmogelijk, nu de Berlijnse'.sociaal democraten een Engels commentator voor de radio n' hierover zeggen, dat er evengoed ruzie kan komen tussen Oom Sam en West- Europa als tussen Oom Stalin en Tito, al zal men nimmer het principiële ver schil moeten vergeten, dat Oom Sam een royale poging doet Europa weer op de been te helpen en zelfstandig te ma ken, terwijl Oom Stalin Oost-Ejuropa on der de duim en afhankelijk wil houden. Er mag intussen wel op gewezen wor den dat de Amerikaanse autoriteiten, die het Marshallplan uitvoeren ook wel ver plicht zijn druk op Europa uit te oefenen omdat zij straks het Congres hebben te overtuigen dat het verdere hulp verdient. En als straks de candidaat der republi keinen, die iets minder voor deze hulp voelen dan de democraten, tot president gekozen is, zullen de bewijzen, dat Euro pa zelf zijn best doet, te meer nodig zijn. Marshallhulp willen maken. Geleidelijk komt die hulp in het tweede stadium. Tot nog toe heeft Europa niet veel anders gedaan dan goe derenzendingen in ontvangst nemen, maar de druk der Amerikanen op de W.- Europese landen om hun onderlinge han del sterk op te voeren neemt toe, en daarvan zal het algemeen herstel ook voornamelijk moeten komen. Washing ton drong er reeds op aan, dat deze lan den niet slechts de Marshallschenkingen zullen aannemen, maar ook de Marshall- doilars zullen lenen die het onderling Europees handelsverkeer sterker zullen bevorderen. Vermoedelijk zal de Amerikaanse druk in deze richting wel toenemen, omdat de Europese landen onderling het w^l heel moeilijk eens kunnen wórden over hun wederzijdse in- en uitvoer. Wij hoorden V. De Prins beveelt nu zijn zaak aan God aan. De Prins heeft God gesmeekt te doen blijken, .dat zijn bedoelingen oprecht zijn. Al moet hij nu in ballingschap gaan, toch zal hij verder doen wat hij kan. Maar de grote Helper is toch alleen God, die weldra een einde zal ma ken aan het aardse lijden. De Prins neemt God .tot getuige, dat hij nooit de rechten des Konings heeft miskend. Maar toen hij moest' kiezen tussen God en de Koning, mocht hij alleen aan het Goddelijk Recht gehoorzamen. Deze overzichtelijke inhoudsopgave doet ons overigens niets kennen van de schoonheid van het lied, alleen blijkt er duidelijk uit, dat de dichter een zeker plan heeft gevolgd. Deze planmatigheid is eigenlijk in strijd met het karakter van een volkslied, dat spontaan is ontstaan. Ook de vorm is volgens een vast schema gebouwd: al de 15 coupletten bestaan uit 8 jambische versregels, met gekruist rijm. Dit alles wijst op een ontwikkeld dichter en daar volgens de inhoud de dichter zich geheel in de gedachtengang van de Prins kon verplaatsen en Marnix, zoals boven reeds opgemerkt, vriend des Prinsen èn dichter was, lag het voor de hand, dat men Marnix’ als de dichter aanwees. Daar staat echter tegenover, dat er veel in dit lied is, dat ons niet aan een ge cultiveerde dichter doet denken, maar aan een „volksdichter”. Allereerst is daar de betrekkelijke armoede van de taal: de dichter beschikte in tegen stelling me.t iemand als Marnix blijk baar niet over een uitgebreide woorden schat. Hoe vaak worden woorden als ge trouw, koning, bloed, leven, prince e.d.. immers herhaald. Ook wist de dichter niet veel afwisseling te brengen in het rijm (bijv, bloed, leven) terwijl er ook naar aanleiding van het rapport van graaf Bernadotte voorgesteld beide par tijen te gelasten de vijandelijkheden on middellijk te staken en dit bevel desnoods met militaire maatregelen door te zet ten. De Arabische staten twijfelen er echter aan.of de Veiligheidsraad, ook ge geven de toestand in Europa, wel bij machte zoude zijn dergelijke maatrege len te nemen. Heeft Engeland zich pas uit het Palestijnse wespennest terugge trokken-, het zit in een nieuw op Malak- ka, Waar een terreur van nationalisten en communisten het dwingen tot maat regelen, die veel op een politiële actie lijken. Ons volkslied is zozeer volkseigendom, dat het persoonlijke dichterschap van degene, die dit lied het eerst heeft ge zongen, veelal bij de bespreking op de achtergrond geraakt. Het is trouwens niet eens met zekerheid bekend wie het Wilhelmus heeft gedicht, ook al wordt in schoolboekjes vaak klakkeloos beweerd, dat het Marnix van St. Aldegonde was, soms zelfs met een plaatje er bij, waar op is afgebeeld hoe Marnix het He'd, ge schreven op een rol perkament, de prins overhandigt. Marnix van St. Aldegonde, geboren in 1538 te Brussel (hij was dus vijf jaar jonger dan de Prins van Oranje) en ge storven in 1598 te Leiden, is met recht een der schitterendste figuren uit onze vaderlandse geschiedenis genoemd. Hij was een echt edelman, begaafd staats man, scherpzinnig theoloog, bezat een zeldzame talenkennis, was de boezem vriend en raadsman van Willem van Oranje. Onberekenbaar is zijn invloed op de gang der geschiedenis van ons land. In 1566 bracht hij het verbond der Edelen tot stand ter bestrijding van de Inquisitie. Ook op kerkelijk gebied was hij een lei dende figuur en ijverde hij voor gelijke rechten voor Protestanten en Roomsen. Ook en dat is vooral ten opzichte van bovenstaande vraag zeer belangrijk verrichtte hij veelsoortige letterkundige arbeid. Zijn proza wordt genoemd het beste van zijn eeuw. Zijn psalmberij ming is veel beter dan die van Datheen, maar heeft in de kerk der reformatie, deze niet vervangen. x Aan het einde van zijn leven werkte hij, in opdracht van de Algemene Staten, aan een bijbelvertaling. Kortom, zijn veelbe wogen en arbeidzaam leven en innige godsvrucht verklaren zijn lijfspreuk: Ré- pos ailleurs, elders rust. Het is geen wonder, dat de veronder stelling, dat Marnix de dichter van het Wilhelmus zou zijn, post heeft gevat.. Maar te bewijzen valt dit niet, evenmin I verschillende onzuivere rijmen in voor- tnilitaire besprekingen hebben gehouden. Al hun grote militaire figuren, maarschalk Boelganin, minister van oorlog incluis, waren vorige week te Berlijn bijeen. En het Russische hoofd kwartier daar heeft zich ook gehaast te kennen te geven, dat de mening van het Berlijnse blad Der Social Democrat dat de Westelijke geallieerden wel met mili tair geweld de blokkade kunnen verbre ken zonder een derde wereldoorlog te veroorzaken, onjuist is. Uiteraard moes ten de Russen natuurlijk wel iets derge lijks zeggen om de tegenpartij in het onzekere te laten over hun r'eactie op een West geallieerd militair optreden, maar in ieder geval wordt in de discus sie het woord geweld al niet meer ver meden. Dat, ook al komt het conflict thans niet tot een uitbarsting, de Ber lijnse kwestie een vertragende invloed heeft op het herstel van West-Duitsland spreekt. Trouwens daarom is het de Russen te doen. Meer en meer blijkt dat de Amerikanen dit deel van W.-Europa tot een centrum voor het algemeen her stel en van de schreven, dat deze geallieerden geen om- vangrijker militaire maatregelen nemen. Er zijn thans wel een aantal Amerikaan se jagers met straalaandrijving van het nlenwste type in Duitsland aangekomen, waarschijnlijk bedoeld om de Russen schrik aan te jagen, die thans nachte lijke vllegoefenlngen houden in het ge bied dat Amerikanen en Engelsen ge bruiken Voor hun aanvoer via de lucht van levensbenodigdheden naar Berlijn, maar als men aan oorlog dacht, zou er toch nog heel wat meer moeten gebeu ren, ook al houden de Amerikanen meer dan 600 atoombommen in hun eigen land gereed. Er zijn wel tal van conferenties tussen de militaire bevelhebbers en de staatslieden der Westelijke geallieerden geweest, maar van het brengen van de- fensiemiddelen op oorlogsvoet bemerkt men niets. Van Engelse zijde kan men zich dit enigszins voorstellen, als er een uitbarsting komt hebben zij nog altijd de zee tussen zich en de Russen en voor hën iets gebeuren kan zal de Amerikaan se hulp van overzee al heel wat gewicht in de schaal leggen. Verontrustender zou daarentegen de toestand voor het West- Europese vasteland zijn, het Franse leger is niet paraat, en het land wordt nog ge teisterd door binnenlandse moeilijkheden, getuige de stakingen onder de ambtena ren in het begin van deze week uitgebro ken, welke de regering hebben genoopt een belangrijk bedrag voor verbetering der salarissen uit te trekken. Wat ons eigen land betreft, het feit, dat het groot ste deel van ons leger in Indonesië zit, zegt voldoende over onze militaire pa raatheid. Het verschil tussen de strate gische posities van Engeland en andere West-Europese landen treedt trouwens Dit alles wijst op een onervaren dichter, ook te Washington aan 1 Er is dan ook veel gestreden over de besprekingen over de vorm van de Amerikaanse militaire steun aan de Westerse Unie. Frankrijk en an dere landen op het Europese vasteland zouden willen dat de Ver. Staten zich verplifchtten tot onmiddellijke militaire bijstand als de Westelijke Unie weid aangevSllen, Engeland zou al genoegen willen nemen met een toezegging, dat de Ver. Staten wapens en uitrusting zouden leveren. Op dit ogenblik is overigens dit principiële verschil niet van betekenis, omdat in de Berlijnse kwestie de Ver. Staten zelf partij zijn, gebeurt er iets, dan is Amerika er direct ook bij betrokken. Het ontbreken van militaire bedrijvig heid aan de zijde der Westelijke gealli eerden is,in zoverre geruststellend dat men er blijkbaar verwacht, dat de Rus sen ten slotte zullen toegeven, anderzijds kunnen de Russen er de indruk uit krij gen, we schreven het de vorige keer ook al, dat het hun tegenstanders toch geen ernst is en dat zij als ze maar vol houden het toch té Berlijn zullen winnen en toch wel kunnen doorgaan met het spelen met vuur. Het Russische antwoord op de nota’s is, terwijl wij dit schrijven, reeds afgekomen, maar nog jiiet gepu bliceerd. Gezien wat de Russen tot nog toe op het diplomatieke veld presteer den, mag men verwachten, dat het een glad antwoord zal zijn, niet de deur voor verdere onderhandelingen helemaal zal dichtslaan, maar de grote punten waar om het gaat, ontwijkend. Men zegt wel, Óat maarschalk Sokolowsky, de Russi sche opperbevelhebber te Berlijn, het spel naar Moskou’s zin te Berlijn zelfs nog niet handig genoeg heeft gespeeld en daarom een post elders heeft gekregen. Een andere Rus zou dan naar Berlijn komen om te trachten de blokkade zo lang te rekken zonder openlijke vijande lijkheden jegens de Westelijke geallieer den, tot deze zelf inzien dat hun positie hopeloos is. Inderdaad schijnt het lucht vervoer, hoe een schitterende prestatie op zich zelf ook, niet voldoende om Ber lijn van het nodige te voorzien. De consequentie van de houding der Westelijke geallieer den, zoals die spreekt uit hun nota’s, zou dan echter zijn niet dat ze Berlijn opgaven, doch zich met geweld de toe gang te land tot Berlijn openden, daar mede tevens het initiatief tot het openen der vijandelijkheden aanvaardend. Met spanning wacht de wereld af of hef Wesfen die consequentie inderdaad zal aandurven of dat het gebruik zal maken van aanknopingspunten in de Russische antwoordnota om in nieuw diplomatiek en waarschijnlijk weinig vruchtbaar overleg te treden, Hoe ernstig de toe stand is blijkt uit het feit, dat de Russen voor zij hun antwoord opstelden, naast politieke ook vraag of Marnix inderdaad de dichter i was, geweest kün zijn, niet was of niet geweest kan zijn. Nog steeds lopen de j meningen over deze vraag uiteen. Di> P. Leendertz, die in 1925 een- mono grafie schreef over het Wilhelmus, met verklaring en historische toelichting, waarin met grote zorg alles is bijeenge bracht, wat de; inhoud en de geschiede nis van het gedicht kan toelichten, denkt bijv, wèl aan Marnix, Prof. Colenbrander betoogde in 1933 daarentegen in De Gids dat het Wilhelmus niet van Marnix kan zijn, dit deed ook Prof. Mr. van Eyck in zijn Gedenkboek Wilhelmus van Nassou- we (1933). Prof. Blom denkt weer wèl 1 aan Marnix evenals Prof. Albert Verwey in de Nieuwe Taalgids blijkbaar deed. Voor de geschiedschrijver Fruin stond echter vast, dat Marnix de auteur niet kon zijn. Wanneer dit laatste inderdaad het geval zou zijn, rijst natuurlijk de vraag, wie dan wèl in aanmerking komt voor het dichterschap. Op deze vraag zijn de meest uiteenlopende antwoorden gege ven. Kuiper, die betoogt, dat de aanwij zing van Marnix van St. Aldegonde als de dichter van ons Volkslied alle grond mist, schrijft: „Ik acht niet, dat er vol doende reden is, het Wilhelmus reeds in 1568 of 1569 te plaatsen. Eerder zou ik geneigd zijn, het te plaatsen in de tijd van voorbereiding tot de tweede tochr, dus in 1570 of 1571, en het te rekenen tot de van de Prins zelf uitgaande liederen, waarmee hij heeft gepoogd de geest van het volk te bewerken. Door Brandt en Wagenaar is gedacht aan de dichter Coomhert, terwijl wijlen Prof. Dr. P. J. Blok voor de auteur wees op Adr. Saravia, ’s Prinsen Veldprediker en het gedicht plaatste tijdens de misluk te veldtocht 1568-’69. Ook Fruin zocht de oplossing van het auteursprobleem in deze richting. Hoe het ook zij, alles te samen genomen bezitten we in het Wilhelmus een prach tig volkslied, dat uitdrukking geeft aan de kenmerkende eigenschappen van ons volk, dat weerklonk in de strijd om onze vrijheid, dat nóg weerklinkt als een sym bool van eenheid en onverzwakte bereid heid om desnoods voor onze hoogste goederen het leven te wagen. zal, als dit blad verschijnt, waarschijn lijk weer aangewezen zijn als de candi daat der demberaten voor het president schap,'bij gebrek aan beter mag men er wel van zeggen. Even hardnekkig als de Westelijke ge allieerden en Rusland tegenover elkaar staan, doen het echter is het bewijs geleverd, dat Marnixbomen. Bovendien is er een zekere ou de dichter niet kan zijn. verschilligheid voor woordherhalingen Wanneer we het Wilhelmus rustig gaan bezien en ontleden, dan valt het onmid dellijk op, dat hier een ervaren dichter aan het woord is, die zijn stof bewust of onbewust, zeer planmatig behandelt _Niet alleen het feit dat ons volkslied een acrostichon, een z.g. naamdicht is, waar van «de eerste letters van ieder couplet te samen de naam Willem van Nassov (v u) vormen, ook de inhoud van het lied is logisch opgebouwd en kan wor den ingedeeld in vijf groepen van drie strofen, aldus: Bolswarfls Nieuwsblad mie dicmie ons vomsiied?? 45 S. o. v. ATTLEE 1. 1. V. 8. M.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1948 | | pagina 1