PROCLAMATIE
Friese Nassaus
De
Buitenlands
Overzicht
00000000000000
00000000000000
No. 68
Vrijdag 10 S* pt. i?48
Zuidwest Friesland
West»
StreeKblad
Bo 1 sward
e n
voor
(iets bekort).
fan Gysbert Japiks
58
Wy kinne de wrald yn üs net stjerren
dwaen, of wy nuoatte selme stjerre.
Abonnementsprijs:
1.25 per kwartaal bij voorultbetr ling
Advertentieprijs10 cent per m m
Giro 87926
Volken van Suriname en van de Nederlandse
Antillen,
Vrijheid, gelijkwaardigheid en zelfstandigheid zullen
in het nieuwe koninkrijk uw onvervreemdbaar erfdeel
zijn.
In het vertrouwen, dat ik zal mogen rekenen op uw
aller steun, op welke trap der ambtelijke ladder en in
welke maatschappelijke werkkring gij ook arbeidt, en
met de bede, dat God mij moge sterken, aanvaard ik
de regering.
Lasten en bevelen, dat de Proclamatie in de Staats
courant en het Staatsblad opgenomen en ter plaatse,
waar zulks gebruikelijk is, aangeplakt zal worden.
JULIANA.
Landgenoten,
Hoewel de tijd, waarin ik de regering aanvaard, vol is
van moeilijkheden en dreigende verwikkelingen, is er
toch reden tot vreugde, omdat ons land, ondanks ver
woesting en verarming, innerlijk sterk genoeg bleek
om zich met behulp van onze bondgenoten spoedig
te herstellen.
Benesj overleden. Kan Zuid-Slavië de taak
van Tsjecho-Slowakije overnemen? De po
sitie van Tito. Ook in Bulgarije een breuk
in de Communistische partij? De kabinets
crisis in Frankrijk. De komende Uno-ver-
gadering.
De dood van oud-president Benesj van
Tsjecho-Slowakije vestigt nog eens de
aandacht op wat West-Europa eenmaal
van deze republiek had gehoopt Haar
ligging en haar destijds goede betrek
kingen, zowel met Rusland als de Wes
telijke geallieerden, gaven grond aan de
verwachting, dat ze een brug tussen bei
de partijen zou kunnen vormen. De ge-
En in Friesland en soms ook in Gronin
gen en Drente om te beginnen ook Prins
Willem 1 en vervolgens Willem bode
wijk, „Us Heit”, wiens standbeeld hier
in Leeuwarden voor het oude Prinsenhof
staat, en vervolgens zij,n broer Ernst
Casimir, Hendrik Casimir, Willem Fre-
derik Hendrik'Casimir II en Johan Wil
lem Friso, in wiens naam die van Fries
land klinkt en wiens weduwe Maria
Louise van Hessen-Kassel in onze herin
nering voortleeft als Marijke Meu.
Die twee naast elkaar staande vorsten
huizen in één 'staat vormen iets heel
eigenaardigs in ons staatsbestel en onze
geschiedenis.
Het bestaan dier eigenaardigheid vindt
oorsprong en verklaring in de moord
op Prins Willem, op de fatale 10 Juli
1584. Het moge altijd gevaarlijk zijn te
zeggen, hoe ’s werelds beloop geweest
zou zijn als iets, dat gebeurd is, niet
gebeurd zou zijn het is toch waar
schijnlijk, dat, ware de Prins blijven le
ven, hij ook In Friesland als eminent
hoofd, onder welke titel dan ook zou
hebben geregeerd en na hem Prins Mau-
rits. Nu hebben de Staten van Friesland
aanstonds na de moord, op 16 October
1584, 's Prinsen Oomzegger en schoon
zoon, Willem Lodewljk, die er dé Prins
reeds vertegenwoordigde, tot stadhou
der benoemd, en ontstonden daardoor
twee vorstenhuizen In dezelfde staat.
Maar als dan de Konlng-Stadhouder kin
derloos In 1702 sterft, en In 1747 de nood
des tijds de Friese stadhouder als Wil
lem IV roept tot het erfstadhouderschap
in Alle provinciën, dan wordt daardoor
voorbereid het Koningschap van zijne
kleinzoon, Konlng Willem I, in de tot
eenheidsstaat gegroeide Unie der Ver
enigde Nederlanden. Ons Koningshuis, ik
zeide het reeds, is de rechtstreekse
voortzetting van de Friese stadhouders,
de Friese Nassaus.
Aan de van 15841702 naast elkaar
staande vorstenhuizen heeft ons land
verbazend'veel te danken. Tot op grote
hoogte hebben zij natuurlijk naast an
dere factoren, de geschiedenis van ons
land bepaald. Meestal hebben zij dat in
nauwe verbondenheid gedaan, soms ook
werkte naijver remmend en moest ver
zoening door een derde deze beëindi
gen.
Nu zoude het een buitengewoon boeiend
werk zijn om een overzicht te geven
van Friesland geschiedenis, zijn ontwik
keling en moeilijkheden uit de jaren
1584—1711van de plaats pok, die daar
in de stadhouderlijke familie ingenomen
heeft, alsmede van de huizen, die deze
bewoond heeft en waarover de man, die
op deze plaats had moeten staan, de
diepbetreurde Heerma van Voss, verle
den jaar op Oranjewoud zulke interes-
Rede van Jhr. Mr. van Eysinga in
de Grote Kerk te Leeuwarden op
4 September 1948.
santé mededelingen heeft gedaan. Ik
moet mij beperken tot enige weinige
woorden over de Friese stadhouders.
„Us Heit” bewaar ik daarbij tot het slot.
Alle Friese stadhouders zijn naast hun
burgerlijk ambt krijgslieden geweest. Dat
was begrijpelijk in een tijd, toen ons land
veel meer oorlogs- dan vredesjaren ge
teld heeft. Het heeft met militairisme
niets te maken. Verscheidene der stad
houders hebben hun leven in ’s lands
dienst gelaten. Ernst Casimir, die al heel
wat krijgsbedrijf mee had gemaakt, toen
hij zijn oudere broer in 1620 opvolgde,
sneuvelde tijdens Frederik Hendriks
Maasveldtocht in 1632 voor Roermond.
Hetzelfde lot onderging acht jaren later
zijn zoon Hendrik Casimir, die voor Hulst
sneuvelde. Hij werd opgevolgd door zijn
broeder Willem Frederik, die tot 1664
stadhouder was.
In ons herdenkingsjaar van de vrede
van Munster is er aanleiding er aan te
herinneren, dat er ernstig sprake van is
geweest, dat de Friese stadhouder ons
als eerste gedelegeerde naast de gevol
machtigden uit elk der zeven ^provinciën
stadhouder voor grote staatszaken naar
Den Haag geroepen, waar ook de Sta-
ten-Generaal en Oldenbarneveldt grote
waarde aan zijn wijs oordeel hechtten.
En wanneer de heren in Holland eens
gezegd moeten hebben: Wij worden hier
bijna van Friesland uit geregeerd, dan
lag dat niet aan het zich op de voor
grond dringen van zijn persoon dat
deed hij nooit maar aan de algemeen
aanvaarde superioriteit van zijn oordeel.
Zeer groot en verzoenend is zijn invloed
geweest bij de onderhandelingen, die in
1609 tot het Twaalfjarig Bestand geleid
hebben, veel groter dan alleen af te lei
den is uit het feit, dat hij eerste Gede
legeerde!, zowel in Den Haag als ten
slotte in Antwerpen is geweest. En dan
zijn Invloed op "de steeds ernstiger wor
dende Kerkelijke twisten tijdens het Be
stand, twisten, die hun oorsprong geno
men hadden In een meningsverschil over
de Praedestinatle. Hij stond daarbij met
volle overtuiging aan de kant der contra.
demonstranten. Steeds vreedzame oplos
singen van het geschil beramende, heeft
hij Maurits tot partij kiezen aangespoord,
waar „de Religie ’t bloed, ja het hart
zelf van deze Staat is”.
Maar toen Oldenbarneveldt gevangen
genomen was en de doodstraf dreigde,
heeft hij alles in het werk gesteld om
die schanddaad af te wenden. Als hij
moet vrezen, dat zijn pogen niet zal sla
gen, verlaat hij Den Haag en gaat naar
Leeuwarden terug. De lange brief, die
hij dan nog, vóór het vonnis, aan Mau
rits schrijft, is misschien het mooiste ge
denkstuk zijner beleidvolle en mensehj-
ke wijsheid.
De humanist Willem Lodewijk heeft
krachtig bevorderd de oprichting van 2
Hogescholen: Franeker in 1585, slechts
tien jaren na Leiden; Groningen in 1604.
Overal waar hij kon bevorderde hij ook
het schoolwezen.
Huwelijken tussen vorstelijke personen
werden dikwijls gesloten uit overwegin
gen, waarbij liefde of ook maar gene
genheid een geringe rol speelden. Zo
was het ook nog bij het huwelijk van
Johan Willem Friso met Marijke Meu
Maar zo was het niet bij Willem Lode
wijk. Zijn vijfjarige stille verloving met
zijn nichtje Anna, de volle zuster van
Prins Maurits, was een sprookje gelijk.
Toen de vaderlijke bezwaren eindelijk
opgeheven waren en het huwelijk in ’87
in het Botnia Huis te Franeker kon vol
trokken worden, heeft het geluk slechts
weinige maanden mogen duren. Reeds
op 13 Juni van het volgende jaar over
leed de jonge vrouw. Willem Lodewijk
„door zeden zilverblank", zoals Da Costa
hem bezong, Is nooit hertrouwd.
Bij zijn heengaan was de eng-Friese op
positie, die Willem Lodewijk soms veel
zorg had gebaard, verstomd en kon „Us
Helt” onder de rouw van alle Friezen ter
ruste gelegd worden naast zijn vrouw.
Het Ingemetselde gramonument in deze
kerk deed hem zien, zoals hij was: knie
lend In het harnas „Wills Gott, mit
Ehren” zó was zijn lijfspreuk geweest.
Het beeld is vernield In de Revolutie-
psychose van 1795. Maar een nieuw Is
verrezen voor het oude Prinsenhof en
nog hedenmiddag zal ook daar herdacht
worden Willem Lodewijk van Nassaus
grote figuur.
De vorstelijke personen, soms met echt
genoten en kinderen, die, hoofdzakelijk
in de 17e, maar ook nog in de 18de
eeuw in deze kerk zijn bijgezet, zijn be
halve in Friesland ook wel in andere pro
vinciën Stadhouder geweest, maar heet
ten toch altijd de Friese stadhouders, de
Friese Nassaus. En dat is Begrijpelijk.
Immers in Friesland zijn zij het eerst en
altijd Stadhouder geweest, daar hebben
zij hunne voornaamste woonplaats, ook
hunne graven gehad. Het is dan ook be
grijpelijk, dat ons Koningshuis, dat recht
streeks van de Friese stadhouders af
stamt, Friesland- altijd zeer bijzondere,
gevoelens toegedragen heeft. Toen de
Koningin-Regentes Emma tezamen met
de jonge Koningin Wilhelmina haar eer
ste bezoek aan het Noorden zou brengen
is een ogenblik overwogen, of dat be
zoek in Groningen zou beginnen, maar
het werd weer Friesland.
De hier begraven vorsten waren Stad
houder. Dit woord veronderstelt, dat een
hogere persoon vertegenwoordigd wordt.
Er waren ook voorheen stadhouders ge
weest, stadhouders van den landsheer,
Philips II. Maar sedert deze in 1581 af
gezworen was, viel er geen vorst meer
te vertegenwoordigen, maar bleef de be
titeling stadhouder tot aan het einde der
18e eeuw bestaan.
In één en dezelfde staat vond men twee
vorstenhuizen naast elkaar. In Holland
en de meeste andere provinciën de Prin
sen van Oranje: Willem I, de Vader des
Vaderlands, de man van het Wilhelmus,
dan Prins Maurits, Frederik Hendrik,
éven Willem II en dan de grote figuur
van de Koning-Stadhouder, Willem III.
Aan land- en rijksgenoten,
Nu ik heden het koningschap heb aanvaard, wil ik
enige woorden tot u richten.
Allereerst een woord van grote dankbaarheid. Van
mijn vroegste jeugd af hebt gij mij omgeven met uw
genegenheid. Uit alle delen van het rijk, uit alle krin
gen der maatschappij, van oud en jong, ontving ik
steeds ontroerende blijken van gehechtheid.
Nu ik gereed sta mijn nieuwe taak te aanvaarden,
gevoel ik sterk hoe grote steun die genegenheid voor
mij is.
Na een regering van vijftig jaren, legt mijn Moeder
haar taak neer. Haar regeringsperiode, eerst staande
in het teken van vreedzame vooruitgang op bijna ieder
gebied, omvatte twee wereldoorlogen met een zware,
economische crisis daartussen. Op een leeftijd, dat de
meeste mensen aan rust gaan denken, is Koningin
Wilhelmina de bezielende leidster geweest in de strijd
tegen meedogenloze vijanden, die met grote over
macht ons land en Indonesië hadden overweldigd.
Overeenkomstig haar eigen wens gaat zij thans als
Prinses Wilhelmina der Nederlanden in ons midden
haar welverdiende rust genieten. Wij kunnen haar nooit
genoeg danken voor wat zij deed.
Uitgave van Drukkerij Fa. A. J. OSINGA -
BHi-u-Lgg
op het grote vredescongres zoude heb
ben vertegenwoordigd. Dit zou geheel
gelegen hebben in de lijn van’ vroegere
grote onderhandelingen, zoals die in An
gers en Nantes van 1598, toen ook een
vorstelijke persoon, n.l. Justinus van
Nassau, of bij de besprekingen, die tot
het Bestand van 1609 geleid hebben, toen
Willem Lodewijk eerste gedelegeerde ge
weest was. Thans waren er zes der ze
ven provinciën het eens om Willem Fre
derik aan te wijzen, maar het stuitte af
op Holland. De stadhouder, die de Prin.
sentitel in zijn geslacht bracht, was ge
huwd met Albertina Agnes, een dochter
van Frederik Hendrik. Het is door haar
dat ons Koningshuis van de Vader des
Vaderlands afstamt. Ook Willem Frede
rik heeft in het veld gestaan. Hij stierf
door een noodlottig schot uit eigen pi
stool.
Zijn zoon Hendrik Casimir II volgde hem
op, eerst onder het regentschap zijner
Moeder. Door deze was hij dus een volle
neef van Prins Willem III, de latere Ko
ning-Stadhouder. Het is geen voordeel
voor ons geweest, dat deze friese stad
houder de superioriteit van zijn grote
neef niet wenste te erkennen. Diens stre
ven, om Europa front te doen maken
tegenover Lodewijk XIV werd In belang
rijke mate geremd door zijn gebrek aan
medewerking. Dadelijk de eerste poging
om te geraken tot een eenheidsfront, het
z.g. Associatietractaat van 1681 kon de
medewerking van de twee noordelijke
provincies maar niet verwerven. Eerst
toen een verzoening tussen: de twee ne-
beurtenissen, welke zfch in het begin
van dit jaar in de Tsjecho-Slowaakse
republiek afspeelden hebben aan die
hoop een einde gemaakt, zij is nu vol
ledig in de Russische invloedssfeer in
geschakeld en er is thans nauwelijks een
land aan te wijzen, dat de rol welke ,W.-
Europa eenmaal Tsjecho-Slowakije toe
dacht, zou kunnen overnemen. Hier en
ven was bewerkstelligd, hield de Friese
stadhouder op met tegenwerken, maar
erg hartelijk is zijn medewerking nooit
geworden. Hij heeft zich echter onder
scheiden in de slag van Seneffe (16'4).
In 1696 overleden, werd hij opgevolgd
door de stadhouder, die Frieslands naam
aan de zijne verbond: Johan Willem
Friso. Ook deze eerst onder regentschap
zijner moeder, een Prinses van Anhalt-
Dessau. Zeer geliefd door de Koning-
Stadhouder is hij in 1702 diens erfge
naam geworden. Hoe jong ook heeft hij
een zeer waardevol aandeel genomen
aan de Spaanse Sucessieoorlog en was
hij een der overwinnaars in de geweldige
slag van Malplaquet. Op een terugreis
van het strijdtoneel verdronk deze veel
belovende Friese Stadhouder bij de over
tocht van het Hollands Diep in 1711. Zijn
weduwe Marie Louise van Hessen-Kassel
die in de volksmond voortleeft als de
zeer beminde Marijke Meu, heeft hem
54 jaar overleefd en is de laatste ge
weest, die in deze kerk haar graf vond.
En thans: lest best, „Us Heit”, Willem
Lodewijk van Nassau, die vanaf 1584, da
delijk na de moord op zijn Oom, de
Prins, tot aan zijn dood in Juni 1620
stadhouder van Friesland Is geweest.
Hier staan wij voor een man, die groot
was in alles wat hij was en deed. En
dat alles was heel veel. WIJ kunnen hem
bezien als Vaderlander, als krijgsman,
als staatsman, als godsdienstig christen,
als humanist, als particulier. Maar wij
kunnen die hoedanigheden niet scheiden,
want hij was een man uit één stuk, die
Volken van Indonesië,
Tot u heeft mijn Moeder in donkere dagen lichtende
woorden gesproken, die voor u en Nederland een groots
werkplan ontvouwden, opdat gij en Nederland in vrij
willig samengaan een gelijkwaardige en eervolle
plaats zouden innemen in de rij der volkeren.
Ik vertrouw dat onder mijn regering de nieuwe ver
houding een harmonische vorm zal vinden, welke aan
sluit bij wat leeft en groeit in uw midden.
Deze vreugde is echter vermengd met diepe weemoed
om allen, die zijn heengegaan en warm medegevoel
met hen, die achterbleven, of wier have en goed ver
nietigd werd.
Het leed aan ons volk in oorlog en bezetting aange
daan, zullen wij niet licht vergeten. Begrijpelijk en
gerechtvaardigd zijn de daaruit ook tegen bepaalde
Nederlanders voortsprultende gevoelens. Wij moeten
er ons echter rekenschap van geven, dat ook zij te
eniger tijd weer in onze gemeenschap moeten worden
opgenomen.
Willem Lodewijk was een wetenschap
pelijk krijgsman. Hij had de krijgskunde
bestudeerd bij de oude Romeinse gene
raals. Op deze grondslag vernieuwde hij
de krljgstechniek danig. Voor de ves-
tingoorlog voerde hij het mijnenleggen
in en moesten zijn soldaten, of zij wilden
of niet, loopgraven delven. De doelma
tigheid hunner bewegingen in het open
veld werd stelselmatig bevorderd door
exercities, hier in Leeuwarden op het
Zaailand, dat zodoende de bakermat der
nieuwere krijgskunde werd.
Tot volle ontplooiing kwam deze laatste
door Willem Lodewijks zeer vriend
schappelijke samenwerking met zijn neef
en zwager Prins Maurits. De vriend
schap, begonnen op de Dillenburg en
aan de Heidelberger Universiteit, heeft
geduurd tot aan het einde. Zij is zowel
op militair als op staatkundig gebied een
der menselijk mooiste en voor ons land
een der gelukkigste dingen uit die zwa
re tijd geweest. De ze’-en jaar jongere
Maurits hechtte grote waarde aan het
oordeel van zijn zwager, In wien hij zo
wel op krijgs. als op staatkundig gebied
vaak de meerdere had te erkennen.
Regeren bestaat altijd in belangrijke ma
te in het oplossen van tegenstellingen,
van geschillen ook. En hier was Willem
Lodewijk een meester in. Rustig afwach
ten, en dan de tegenstellingen trachten
te verzoenen en zo tot oplossing der
moeilijkheden komen, dat heeft Willem
Lodewijk in zijn tijd van heftige bewe
ging op schier elk gebied, slag op slag,
'erschljnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Redactie en Administratie
Marktstraat 3 Bolsward
Telefoon 451 (K 5157)
tegenover alles, waarvoor zijn grote on
rustige tijd hem plaatste, groot was én
rustig. Evengoed als van de Prins van
Oranje kan van hem getuigd worden, dat
hij temidden der woedende baren kalmte
bewaarde: Saevis tranquillus in undis..
Op zijn 17e jaar in 1577 In ons land ge
komen, gaat hij onder de leiding van de
Prins dat land zoals dat twee jaren later
door zijn vader Jan van Nassau in de
Unie van Utrecht tot een nieuwe staat
zou worden samengevoegd, aanstonds
beschouwen als zijn vaderland. Het zou
levenslang zijn algehele toewijding be
zitten. En als op het einde van ’81 de
vader hem met aandrang naar Nassau
terugroept, dan wint ten slotte in een
zeldzaam mooie brief het nieuwe vader
land het van de gehoorzame zoon.
Als krijgsman was „Us Heit” strategisch
voortvarend. Aanvallen, waar het kan,
was zijn leus; het is de beste verdedi
ging. Maar taktisch was hij door en door
voorzichtig; niet wagen. En was eenmaal
de slag begonnen, dan was zijn moed
ontembaar en stortte hij zich voorop in
het srijdgewoel. Een wonder mag het
heten, hoe hij in de woedende slag bij
Noordhorn tegen Verdugo in 1581, onge
deerd door de kogelregen heendrong en
hetzelfde geldt van de hevige gevechten
tegen Spinola voor Sluis in 1604. En zo
kan men doorgaan. Tot aan zijn einde
heeft hij geleden aan een reeds in ’80
voor Koevorden opgedane beenwond; hij
hinkte; maar als hij op een zijner gelief-
j de paarden zat, hinderde dat niet.
moeten en kunnen doen. De geschiedenis
van Friesland is vol van dergelijke kwes
ties, waarbij, als het moest, maar liever
niet, de stadhouder ook zijn tanden kon
laten zien.
In toenemende mate werd de Friese
WIJ JULIANA, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
44e Jaargang
Bolswards Nieuwsblad
BENESJf
r