s
Hoe Hindeloope
n
Pinksteren vierde
PINKSTEREN,
B
Buitenlands
Overzicht
ós hjoed A O
to sizzen
No. 43
45e Jaargang
Vrijdag 3 Juni 1949
StreeKblad voor West-
Zuldwest Friesland
Uitgave
DruKKerlj Fa. A. J. OSINGA - Bolsward
e n
van
3
II
I
gjin rie en kinne wy, lyk as de earste tsjügen fan It PinksterwÜnder,
De hjerstwyn bliest de blêdden wei.
En wy, wy stouw’ har efternei.
totdat eindelijk het morgenuur was aan
gebroken, aldus de berichtgever.
Eén bejaarde inwoner van Hindeloo'pen
vertelde de heer Van der Molen over
het dansen onder de Pinksterkronen nog
het volgende:
Vrouwen maakten de kronen en gingen
naar de bakkers om eierdoppen, waar
van zij wel een paar honderd gebruiken
konden. Zij legden dan twee hoepels
kruiselings over elkaar en versierden ze
met groen dat uit Gaasterland gehaald
werd, meest sparre- en dennegroen.
In die hoepels kwamen flessen te han
gen en ook wel een „dokke” (pop) in
Hindelooper kleding, terwijl de eier
schalen aan lange strengen geregen wer
den en ook al weer kruiselings bij pa
ren onder aan de hoepels gehangen wer
den. Als het dan wat waaide, bengelden
de kronen op en neer en „klikebikten”
Pater, geef je non een zoen.
Dat moog je nog wel zesmaal doen.
Zesmaal is geen zeven,
Zeven is geen acht.
Och, wat zoenen die meisjes zacht.
Klapt gij al in uw handen
E!n doet er uw hoofdje zo zeer,
Kom dan maar op mijn stoven
En op mijn slaapkamer boven
En daar vriest het nooit nimmermeer.
Toen hij op hare stoven
En op haar slaapkamer kwam,
Toen deed hij niets dan vragen:
„Zoetelief, hoe durf je ’t wagen,
Waar is uwe getrouwde man!”
„Hoe kun je mij dat vragen,
Waar dat mijn getrouwde man is?
Mijn man is naar de kerke,
Om te horen naar God’s werke,
Om te horen God’s heilig woord”.
„Is uw man al naar de kerke?
Hij zit er bij de koele wijn!
Kom laat ons eten, drinken,
Eln de wijn zal ik u schenken
En kom, laat ons vrolijk zijn.”
Maar toen zij aten, dronken,
Kwam haar echte, getrouwde man.
'Toen moest dat loze vissertje
Van boven door dat dissertje,
Van boven dat venster uit
„Wat ploft daar in dat water,
En wat ploft daar in die sloot?”
„Dat zijn die loze snoeken,
Die daar zwemmen in die hoeken,
Die daar zwemmen al in die sloot.”
Zijn er nog oud- of bejaarde Hindeloo-
pers, die dit artikel met gegevens uit de
overlevering of eigen herinnering kun
nen aanvullen? Wij houden ons gaarne
aanbevolen.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Redactie en Administratie
Marktstraat 13 - Bolsward
Telefoon 451 (K 5157)
W. COENEN,
O. F. AL
Abonnementsprijs
1.35 per kwartaal bij vooruitbetaling
Advertentieprijs10 cent per m.m.
Giro 8792Ö
hierop neer, dat de Oost-Duitse zöne,
dus die in handen der Russen is, zou
worden opgenomen in de West-Duitse
en geheel Duitsland 'zou zijn verenigd
onder de grondwet van Bonn.
Dat voorstel werd door WysjinskI, na
een dag bedenktijd, waarin hij uiteraard
met Moskou overlegde, in principe vier
kant verworpen.
Men kreeg uit de houding van de Rus
helemaal niet de indruk dat hij naar een
compromis zocht, om daardoor de ver
dere opbouw van de West-Duitse staat
te vertragen of om Russische medezeg
genschap in het Roergebied te behouden.
Dergelijke bedoelingen had men de Rus
sen in hun streven naar het heropenen
van viermogendhedenbesprekingen wel
toegeschreven, maar er bleek niets van.
De algemene verwachting is, dat de Rus
slechts wil trachten zekere samenwer
king tussen Oost- en West-Duitsland op
economisch gebied tot stand te bren
gen omdat het Oosten die zeer nodig
heeft en waardoor eigenlijk hael Oost-
Europa op indirecte wijze mee zou pro
fiteren van het
LICHT ZAL STRALEN OVER ONS I
Ze ging een netje spreiden,
De loodjes gingen tot den grond:
Het ene was een snoekje,
Weggescholen in een hoekje,
Eh het tweede, dat was. wat raars.
net folie oars slzze as: Hwat mei dit wol wêze?”
Sjoch, dat Is de llbbensfrage foar ós illegearre, persoanlik en as
(prachtig beeldend Hindeloper woord)
de flessen tegen elkaar aan.
Er waren steeds drie Pinksterkronen en
zij werden met trouwen aan de schoor
stenen vastgemaakt, zodat zij hoog
konden hangen. Dat ophangen gebeur
de steevast op Pinkstermorgen, maar
eerst waren de vrouwen, die de kronen
cm niet gemaakt hadden, er mee langs
de huizen geweest, meest des Woens
dags of des Donderdags. De kronen hin
gen dan aan een stevige stok met een
laken er over en bij alle huizen werd
dat aan één kant opgelicht, opdat men
de pronkstukken zou kunnen zien. Ieder
een gaf de vrouwen een kleinigheid.
Aan het dansen werd des middags door
de kinderen en des avonds door jong en
oud, allen door elkaar, deelgenomen.
Dan werden er allerlei liedjes aangehe
ven, zoals van het patertje, de ruitertjes
en een liedje waarvan de heer Van der
Molen alleen de eerste regels kon op
tekenen: „Rounom de kroanen, as’t rek-
ket den is 't mis/’
Het zingen der ouderen geschiedde zeer
slepend, vooral wanneer het wat later
op de avond werd en de drank begon
te werken.
Een echt Hindeloper kijkje geeft de aar
dige beschrijving van S. van der Kooi,
welke hier ten slotte een plaatsje moge
vinden. De vertaling zal na het boven
staande zeker weinig moeilijkheden meer
opleveren:
„Et waad Pinksteren en de króanen tin
gelden, bingelden en bloenken haig in
’e loft, twos boppe de stréte, oean en
sterke line, dy ’t fan de ééne gêvel nei
de tjinoerstaende spand wéar.
De joenge fanen in ’e Pinksterproenk,
geengen in 't móaie wéar en slag om
boerren; dat wol sizze, jé kuieren de
sté trog fan de Aester- nei de Westerdik
en den wurom en óare kaant langs, trog
óare streten henne. De finten geengen ek
om boerren, mar krekt oosom, sódot jè
de fanen èalke „slag” twa kéar sèn of
praaie köasten. Dot „om boerren gaen”
deeën se alle Sendes en jin 't et oan
tiid heeën ek wol op gewóane iënden,
ïn 't móaie wéar.
Mar op Pinksteren wéar et dogs het bi-
soendes. Forskate groepen héaldden
oender de króanen stol, en neidet se
het henne en wur praete heeën, doerre
't naat lang of èalke fint hee en faan in
’e ierem, déar waad én roendje mekke
en men bigóast tó doensjen oender de
króanen. Dot heette „om ’e króanen
gaen”.
En só as mer.alg fint in Frislaand sin
„tokommende” fïndt op et les of op en
fêstelike gelêgenheit, sö faend faik en
fint sin uutkeesde léve op Pinksteren
oender de króanen, om letter mei jer 4Ö
trouwjen. De deis nei Pinksteren soog
men dan ek de fanen naat allonig, mar
ek de wieuwen bi mekem staen to praet-
jen en den koamen de nietjes los: „Di is
mei dl west en di mei di”. Want jè wis
ten et wol: dèar koam mestol „feste for-
kearing” uut fut en faik trouwjen.”
J Kunst vermeldt een lied, dat omstreeks
1880 te Hlndeloopen nog bekend was en
daar om de Pinksterkronen gezongen
werd. Kunst neemt aan, dat een Groen-
landvaarder ’t liet gemaakt heeft, waar
van de tekst herhaaldelijk herinnert aan
oude zangen.
Het is getiteld: „Te Groenland op die
klippen”.
Tot »l”t van dit artikel laten we hier
de tekst volgen.
Te Groenland op die klippen
Daar valt er zo koude 'sneeuw,
Van kou klap in mijn handen
En van kou klap op mijn tanden,
En mijn hoofdje doet mij er zo zeer.
mienskip.
Sünder Pinkster steane wy lensum yn de wrAld en helpleas yn de
Pinksteren dat is wel het geheimzinnigste feest, dat we elk jaar
vieren. Wat gebeurden er op de eerste, Pinksterdag verbazende din
gen: rukwinden in alle stilte om een huis te Jeruzalem, vuurvlammen
boven de hoofden van mensen, die er niets van snapten; een talen
wonder, waar onze telex kinderspeelgoed bij is; mensen ineenge
kropen van angst, staan plotseling voor het wereldforum; een visser
bekeert in zijn maiden-speech drie duizend mensen, ’t Is alles de
uitwendige omlijsting, de entourage waarvan we de kern kunnen
naslaan in het eerste boekje der Kerkgeschiedenis, dat Lucas op
stelde voor verdere eeuwen.
Het eigenlijke ligt in het liefdesmysterie van de Heilige Geest de
geest der liefde, die gelovige mensen tesamen bindt tot een éénheid
met Christus.
Die H. Geest verlicht het verstand van die mensen, nü kunnen ze
geloven, dat geloof grijpt hen vast, nü kunnen ze zien.
Alarcus (16 18) vertelt ons, dat Jezus aan Zijn leerlingen hun on
geloof verweet, zelfs na Zijn verrijzenis.
Mattheus (28 17) getuigt, dat, toen ze 'Hem zagen, sommigen
nog twijfelden.
De H. Geest komt: nu geloven ze, nu weten ze het. En geen macht
ter wereld kan hen tegenhouden ze sterven er voor.
Wat een moed, wat een heldenmoed. Geen bedreiging, geen gevaar,
geen gevangenis, geen marteling, alles durven zij, alles kunnen zij
in de kracht van de H. Geest.
Dat is de liefde, de Godsliefde. Het is de moeite waard voor God
te leven; het is de moeite waard voor God te sterven!
Mensen van de middelmaat kunnen of willen dat niet begrijpen; zij
zijn te berekend. Maar de mens door de Geest Gods in de liefde
gegrepen, vliegt boven het middelmatige uit, berekent niets, telt
niets, kan dwaas van liefde, heldhaftig 'zijn. Apostelen, 'n Paulus,
martelaren, ’n Franciscus, heiligen, tot kinderen toe. Wat een for
maat! Gods maat!
Dat is 't mysterie van Pinksteren; de „bezieling” door de H. Geest
individueel, èn in de Kerk van Christus (1 Cor. 12 27).
Nu begrijpt U waarom de Kerk één is, één moet zijn. De H. Geest
maakt en houdt haar één. Nü begrijpt U, waarom de Kerk heilig is.
De H. Geest heiligt haar. Nu weet U, waarom de Kerk onvergankelijk
is. De H. Geest houdt haar in stand. Nu weet U, waarom de Kerk
waar moet zijn. De H. Geest houdt alle onwaarheid en leugen ver
van haar. Nu ziet U, waarom ieder tot de Kérk moet komen om
de weg naar het geluk, naar God, te vinden. De H. Geest verbindt,
bezielt, zo’n zoekende mens met Christus, en langs Christus,
en alléén langs Christus, komt een mens tot God, zijn Vader
(Joan. 3 5),
Dat is de betekenis van het mysterie van vandaag. Niet de uitwen
dige dingen, maar het inwendige.
Wat moet ik dan doen? Lees eens stil: Joan. 15 2, Joan. 15 6,
Joan. 15 4 en Joan. 15 10 en bidt....
Met Pinksteren moge Gods Geest U „bezielen”: groot, ruim en breed.
Met Pinksteren mensen worden, die de wereld aandurven, omdat
gij voortaan met God verbonden zijt.
troep de andere vervangt. Thans bestaat
het personeel dat aan deze vreugde
deelneemt, hoofdzakelijk uit jongens en
meisjes, maar vroeger namen ook ge
huwden en zelfs meer bejaarden hier
aan deel, zodat het voor velen geen
Pinkster ware geweest, zo zij niet eens
om de kronen gedanst hadden.”
Blijkens een bericht fn het Nieuw Ad
vertentieblad van 21 Mei 1888 was het
gebruik toen behalve te Hlndeloopen
ook In Molkwerum bekend. De drie
kransen (een grote en twee iets klei
nere) welke door een vrouw, die nogal
handig was In het maken van allerlei
knutselwerk, waren gevlochten, werden
opgehangen aan een boog die over een
brug gespannen was. Dan begon de
pret. De jeugd vermaakte zich er onder
en ’s avonds kwamen vele paartjes sa
men om er een patertje te dansen. En
lustig klonk het:
As de Treaster komt, dy’t Ik jimme stjüre sil
fan Myn Heit, de Geast fan de Wierheit, dy’t fan
Myn Heit ütgiet, dy sil fan my tsjügje.
Mar ek jimme sille tsjügje, hwant jimme' hawwe
fan it blgjln 6f mei My west.
Joh. 15 26 en 27.
Pinkster: feest fan fjür en krêft, feest fan God' de Hllllge Geast, Dy’t
fan boppen delkomt, ütstoart wurdt oer alle flêsk, lyk as Petrus
selt yn syn earste Pinksterpreek, en dêrom feest fan de fortreas-
tlng.
Hawwe wy Pinkster sa al ris bllibbe? Of witte wy mei dit feest
stoarm fan de tiid.
Sünder Pinkster hawwe wy gjin taflecht en blskül, relzgje wy üs
llbbensreis, sünder doel, sünder treast, sünder hope, sünder wiere
mienskip.
Is dit neat oars as in rychje greate wurden?
Né hwant as it net hjoed de dei Pinkser foar ds wurdt, is Jezus
Christus neat foar üs as safolle blêdsiden pompier üt de Bibel, neat
oars as in histoaryske figuer of in oantinken oan üs bernejierren
en kinne wy Him net as üs libbene Hear.
Dit is it wünder fan Pinkster, dat God üs net allinnich lit yn in hurde
en külde wrdld, mar de oare Treaster stjürd hat dy’t üs by de hdn
nimt en by Jezus Christus bringt troch it Wurd en it leauwe.
Dêrom bistiet de Tsjerke, dêrfan libbet er eltse dei, dêrom riist de
lofpsalm ieu yn ieu üt ta Syn Troan.
Dat is ek de iennichste krêft, dy’t it Pinksterfeest ta in Sindingsfeest
inakket.
„Mar ek jimme sille tsjügje,” seit üs tekst.
Hjir stiet it Evangeelje mei it antlit op ’e fierten, hjir giet it libbene
Wurd op reis.
Ilwerhinne?
Sa fier as de ierde rikt en minsken wenje; hwer’t need is en skuld
en drófenis, en dat is oeral!
Eltse Pinkster freget in feestjefte foar de Slnding. Hawwe wy der
al ris oan tocht?
„Jimme,” seit de tekst hjoed tsjin üs allegearre.
As it Pinksterfeest foar üs wurdt, witte wy it andert.
Ds. S. J. WOUDA.
Een spaak in het Belgische wiet
Wysjinsky vierkant tegen. De Marshall
hulp in het geding? De kwestie Oosten
rijk. In China het pleit beslecht De
Belgische Koningskwestie. Zuid-Ameri-
kaanse onrust
Aansluitend op het artikel over Pinkster-
gebruiken uit'vervlogen dagen, dat ver
leden jaar door ons werd geplaatst, zul
len we thans onze belofte daarmede in
lossend, U in dit Pinksternummer iets
mededelen over oude Pinkstergebruiken
In Hlndeloopen, De gegevens daartoe
putten we ook thans weer in hoofdzaak
uit „Friese kalenderfeesten" van S. J.
van der Molen.
De Pinksterkronen, welke verschillende
vruchtbaarheids- en groeikrachtsymbo-
ien bevatten, waren* in de vorige eeuw
In Friesland niet onbekend. In Hinde-
loopen heeft het kronenhangen zich tot
In het begin dezer eeuw gehandhaafd en
de laatste jaren gaan er weer stemmen
op om het poëtische gebruik In de oudé
stedeIn ere te herstellen. Een poging
daartoe, In 1947 gedaan, Is echter niet
geheel geslaagd.
Over de Hindelooper Pinksterkronen zijn
we het best ingelicht De oudste be
schrijving dateert uit 1855 én komt voor
in „Merkwaardigheden van Hindeloo-
pen”, door Roosje, Kroese en Eekhof.
Daarin wordt over de kronen medege
deeld:
„Deze zijn drie in getal en worden in
de week vóór Pinkster door enige meis
jes vervaardigd van hoepels, versierd
met gekleurd papier, vlaggetjes, uitge
blazen eierschalen in touwtjes geregen
en als guirlandes daar onder aanhan
gende. De binnenruimte tussen de hoe
pels bevat een aantal hangende ledige
flesjes, die bij de minste beweging hun
eigenaardig gerinkink doen horen.
Op de eerste Pinksterdag, na afloop dhr
voormiddag-godsdienst, worden deze
zogenaamde kronen in de twee hoofd
straten aan een touw, dat aan twee ge
veltoppen is vastgemaakt, opgehangen.
Des avonds tegen donker begint de
Pinkstervreugd door op de straat in een
kring onder deze kronen te dansen, bij
het zingen van liedjes, die,, van zeer
oude tijden af, op die avond en de vol
gende worden gezongen. Dit duurt veel
al tot laat in de nacht, terwijl de ene
Marshallplan,
dat immers ook in W.-Duitsland werkt
Dat zal echter ook niet zo vlot gaan,
want de Amerikanen zullen waarborgen
willen hebben dat wat er uit West-
-r- - Duitsland naar het Oosten gaat, niet ge-
eenheid, dat hierna werd gedaan, kwam 1 bruikt zal worden om Rusland of een
Hwat hat Gabe Skroar
Er is nu al een dag of tien vergaderd
door de Grote Vier in Parijs en de re
sultaten zijn niet zo daverend, als het
lawaai van de vliegmachines der Wes
telijke geallieerden die weer onafgebro
ken langs de luchtbrug naar Berlijn
Ijlen.'Want de Russen hebben het West-
Duitse verkeer zoveel formaliteiten in de
weg gelegd, dat de Duitse ex-hoofdstad
weer geheel op aanvoer door de lucht
is aangewezen.
Hanteren de Russen deze verkeersbelem-
meringen te Berlijn nu om druk op de
besprekingen te Parijs uit te oefenen?
Zo ja, dan zullen ze bedrogen uitko
men, want daar te Parijs toonden de
Westelijke geallieerden een onwrikbaar
heid, waar het hoofdzaken gold, welke
aantoonde, .dat ze niet zullen wijken, al
zijn ze buigzaam geweest in de kwestie
van de volgorde der agendapunten.
Want terwijl zij eerst de politieke en
economische problemen van Duitsland
wensten te bespreken en
iWysjinski
verklaarde zich daarbij neer te zullen
leggen, ofschoon hij zelf eerst over de
wijze van contröle over Duitsland door
de Grote Vier wilde spreken, slaagde
de Rus er toch in de eerste dagen alleen
maar te praten over de contróle.
Het Westerse voorstel over de regeling
van Duitslands politieke en economische
Bolswards Nieuwsblad
NICHOLS
i
i