Een harde waarheid
een WAARHEID
maar
H
Martinytoer
D’
Regeringsverklaring
üs hjoed
to sizzen
ird
<ip
Fan de
No. 22
Streekblad voor West- en Zuidwest Friesland
Uitgave van Drukkerij Fa. A.J.OSINGA - Bolsward
n.
5
Hwat hat Gabe Skroar
47e Jaargang
Dinsdag 20 Maart 1951
Boiswards Nieuwsblad
D E
GROTE
VIER,
Van tekenhaak tot troffel.
PIET.
5
L
teldk
uilen
laag
i.
Tj. d* J.
by
de
irt te
’gen-
vaat-
zin
ina.”
erlof
veek
In overleg met het bedrijfsleven zal ver
dere verhoging van de productie met kracht
worden bevorderd. Het ligt niet in de be
doeling van de regering op algemene ver
lenging van de arbeidstijd aan te sturen.
Woningbouw blijft noodzakelijk en indus
trialisatie blijft geboden. Er zal een zeker
evenwicht moeten zijn tussen de verminde
ring van de investeringen en van het ver
bruik. Ten einde allereerst luxe-verbruik te
BIJNA 4 EEUWEN GELEDEN WERD HET WEESHUIS GE
STICHT. VAN DE JONGSTE VERBOUWING LEEST U
ONDERSTAAND LEKENPRAATJE.
Over de sociale gevolgen van de prijsstij
gingen in verband ook met de reeds ont
stane achterstand bjj de lonen, zal de re
gering zo spoedig moge! ijk overleg openen
met de Stichting van de Arbeid. De rege
ring vertrouwt, dat, evenals voorheen, dit
overleg zal bijdragen tot handhaving van
goede verhoudingen in het bedrijfsleven.
Men zal zich echter moeten realiseren, dat
ditmaal een volledige compensatie niet mo
gelijk is.
Aan de positie van de ouden van dagen zal
in dit kader bijzondere aandacht worden
besteed, terwijl zal worden gewaakt tegen
onevenredige achteruitgang van de grote
gezinnen.
Toenaderlngsdaad
De wereld gaat
Misschien blijmoedig dromen.
De brug is smal,
Maar 't lijkt, er zal
Toch een verbroedring komen.
nder
m.
allen
ben
lost-
foto
Is
met
het
Veischijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Redactie en Administratie
Marktstraat 13 - Boisward
Telefoon 451 (K 5157)
'k Zag met plezier,
De grote vier,
Die smalle brug betreden.
Maar heus, ik snap
De laatste stap
Wordt vreesachtig gemeden.
on-
g en
l. Ik
:o is
ron-
at !i
rd?”
haal,
want
1 me
heel
volg,
ener,
ssen.
.AN-
e.v.t.
De Ijippen ha lak oan Fryske groun,
It earste aei waerd juster to Lunteren foun.
Heer Gromyko
Geeft iets cadeau,
Stap in de goede richting,
Wie volgt er, wiè?
Nou jullie drie,
Ontvangen geeft verplichting.
door de aalmoezen blussend water uitgiet
op het vuur. Wanneer we de toegepaste af
kortingen zoveel nxogeljjk invoeren staat
er te lezen:
De grote vier
('t Staat op papier),
Wilde geschillen slechten,
De weg is wijd,
Wordt geplaveid,
Thans door him meestersknechten.
't Gaat al gesmeerd,
Men confereert,
Noemt elkaar nooit verrader!
Denkt: neem en geef,
De weg wordt safe,
Het grote doel komt nader.
bijkans een modderplas en zo op klompen
ging men naar binnen. En alsof dat nog
niet voldoende was: men begon het gedeel
ten af te breken en deed er nieuwe verra
zen.
Als.Maar wij weten wel beter, de oude
taxusboom kAn niet fluisteren, kin niets
vertellen en wanneer wjj dus toch iets van
de verbouwing van het Weeshuis willen
zien, moeten we aan een ander adres zijn.
Dat adres is gauw genoeg gevonden. Archi
tect Grunstra mag dan eer? druk leven heb
ben, even tijd om ons in te lichten en met
ons een rondwandeling door het gebouw te
maken is er toch wel. Ook op deze plaats
zfjn we hem daar dankbaar voor, want zo
alleen hebben we als leek de gelegenheid
iets interessants te vertellen, terwijl anders
het schieten van bokken niet uitgesloten
zou zijn geweest.
Het is hier niet de plaats om over de ge
schiedenis van het Weeshuis te spreken.
Vrij spoedig, als deze stichting haar 400-
jarig bestaan zal vieren, is daarvoor gele
genheid te over. Want niet het gebouw,
maar wel de stichting is nog enige jaren
ouder, dan de fraaie gevelsteen uit 1562
die gelukkig bewaard bleef en in de zij
muur is ingemetseld. Heeft U die steen
wel eens gezien en het opschrift gelezen?
Onder de veilige hoede van een maagd ziet
U een tweetal (wees?)kinderen spelen, ter
wijl de maagd, blijkens het onderschrift als
symbool van het uitdelgen van de zonden
3
iw
Abonnementsprijs
1.50 per kwartaal bij vooruitbetaling
Advertentieprijs i 10 cent ner m.m.
Giro 87926
Hogere militaire uitgaven. Langere dienstplicht. Verhoogde
belastingen. Intrekking subsidies. Duurdere grondstoffen.
Onvermijdelijke prijsstijgingen. Besnoeide begrotingen.
beperken, zal, zoals in verband met de be
lastingen reeds werd aangeduid, nog ver
der worden gegaan met de belasting van
minder noodzakelijke artikelen.
Het zal niet mogeltjk zijn te ontkomen aan
de noodzakelijkheid de prijsstijgingen op
de wereldmarkt te doen doorwerken op be
paalde prijzen van levensmiddelen, die tot
nu toe door subsidies constant werden ge
houden. Thans dreigen door prijsstijging
op de wereldmarkt de subsidies voor 1951
op te lopen tot een bedrag van 450 mil-
lioen of meer. De regering acht algehele
afschaffing op dit ogenblik niet verant
woord. Het totaal zal echter worden be
grensd op f 175 millioen. Dit brengt voor
de consumenten prijsstijgingen met zich
mede.
ting. Verder zal de mogelijkheid worden on
derzocht van een overwinstbelasting, ter
wijl andere belastingen in overweging zijn.
De begrotingen zullen voorts, zoals reeds
is aangekondigd, met een bedrag van on
geveer 150 millioen gulden worden be
snoeid.
geprojecteerd. In gedachten zien we reeds
de kleintjes staren in de altijd beweeglijke
vlammen en horen we in de vallende sche
mer reeds de zachte en vriendelijke stem
van de Moeder of verzorgster, die sprook
jes vertelt: „Er was eens.Maar zover
is het nog niet. Nu moesten we nog van
balk op balk springen, want bouwen en
misschien nog meer vèrbouwen is een werk,
dat veel tijd vordert. Een zaal als deze
met zo’n monumentale haard, niet luxi-
eus, maar wel bijzonder sfeervol, moet
straks wel stimulerend werken op het ka
rakter van de toekomstige pupillen. De
kamer van de Vader en Moeder vormen,
vergeleken met de vroegere in meer dan
één opzicht, een ware verbetering, hetgeen
nog meer het geval is met de keurig en
uiterst practisch (én paedagogischinge-
riehte garderobe.
De toekomstige keuken, waar straks onder
de wasemkap, waaraan we nu nog bijkans
ons hoofd stoten, een voor zijn taak
berekend fornuis zal zorgen voor het onder
de hand van een bekwame keukenprinses
toebereiden van „streksume” spijzen, is al
even onmisbaar.
De Inrichting kan de toets der critiek door
staan, hetgeen ook geldt voor de bijkeu
ken, waar ruimschoots gelegenheid is voor
het verrichten van wat in de advertenties
dan heet „ruw werk”. Langs een trap da
len we af naar de kelder waar het hart van
de centrale verwarmingsinstallatie straks
zal kloppen. De Installatie is al geprobeerd
en deed het schitterend. Door een stortiuik
is er van bulten toevoer van kolen moge
ltjk, èn voor de kolenman èn voor de be
woners van „het huis” van groot gemak.
Zo zouden we door kunnen gaan. De gang
een der weinige gedeelten die intact
bleef brengt ons in een keurig geprojec
teerde ziekenkamer, voogdenkamer (niet
te verwarren met de gala-zaal in het voor-
gedeelte), terwijl de eetzaal weer in directe
verbinding staat met de speelhal.
Ook boven is met de ruimte gewoekerd.
Ruime slaapzalen en dito kamers voor het
dienstdoend personeel, een badkamer, enz.
zijn op logische wijze ingedeeld. Ze be
vatten geen luxe, maar willen gestalte aan
het leven geven, aldus de architect en zo
is het inderdaad. Trouwens dat geldt voor
héél de inrichting van het verbouwde
Weeshuis, waar steeds het logische en
practische enerzijds en het artistieke en
paedagogische anderzijds op elkaar zijn in
gesteld.
Een weeshuis is nu eenmaal heel iets an
ders dan bijv, een tehuis voor ouden van
dagen of een ziekenhuis. Als architect
Grunstra, de ontwerper van dit plan, één
ding heeft begrepen, dan is het zeker wel
dit, dat een inrichting als het Weeshuis
bevolkt gedacht met toekomstige bewo
ners, wat de verdeling van ruimte, sfeer,
soliditeit en stijl betreft, geheel eigensoor
tige eisen stelt. Dat met al deze eisen is
gerekend, ja dat de voorhanden zijnde mo
gelijkheden in dit opzicht tot en met zijn
uitgebuit, stemt tot verheugen.
Met een zeker ongeduld wachten we de dag
af, waarop wat nu in het oog van de leek
nog een vleesloos geraamte is, straks in
levende Hjve, aangekleed en al, voor ons
zal staan. Vergissen wfl ons niet dan zullen
onze fantasieën dan nog ontoereikend ge
bleken zijn en we misschien verheugd ver
zuchten: De helft was ons nog niet aange
zegd. Verheugd omdat een eeuwenoude
stichting verjongd een zegenrflkwerk zal
doen tot heil vu de .m<ar>ah«ld u twens
tot glorie vu om galiefd B&lewwd,
Na een kort inleidend woord, waarin de
minister-president er o.m. aan herinnerde,
dat het ontwerp-program van de regering,
geheel afgestemd op de moeilijke situatie
van ons land op dit ogenblik, in algemene
zin voor een grote meerderheid in het par
lement aanvaardbaar is gebleken, stelde
dr. W. Drees vast, dat ten opzichte van
het vraagstuk van Nieuw-Guinea, dat de
directe aanleiding van de kabinetscrisis is
geweest, de meningsverschillen zijn blij,en
bestaan.
Onder de gegeven omstandigheden kan j
geen kabinet anders doen, dan een afwach
tende houding aannemen en de ontwikke
ling op de voet volgen.
De minister-president stelde daarna drie
punten op de vóórgrond, die de levensbe
langen van ons volk raken en ten aanzien
waarvan de koers opnieuw moet worden
bepaald. De regering denkt daarbij:
ten eerste aan de vergroting van de
Nederlandse bijdrage in de samen
werking der vrije volkeren ter ver
zekering der collectieve veiligheid;
ten tweede aan het daardoor moei-
lijker geworden maar even noodzake
lijk blijvend sluitend maken van het
staatsbudget en
ten derde aan het dekken van het
tekort op de Nederlandse betalings
balans, dus het scheppen van even
wicht tussen hetgeen wij aan het bui
tenland moeten betalen en uit het
buitenland ontvangen.
Deze drie problemen zijn innig met elkaar
verweven en alle sterk beïnvloed door de
gevolgen van de aanval op Zuid-Korea. De
minister-president stelde er prijs op namens
de regering een woord van warme bewon
dering te spreken jegens het kleine, maai
kloeke Nederlandse detachement, dat deel
neemt aan de strijd en dat zich daarbij door
zijn houding zozeer heeft onderscheiden,
maar ook zo smartelijke verliezen heeft ge
leden.
Thans ligt in de bedoeling voorshands een
diensttijd van achttien maanden aan te hou
den, vooral teneinde voortdurend enige pa
rate troepenformaties beschikbaar te heb
ben. Bovendien heeft ons land op zich ge
nomen op den duur niet drie, maar vijf di
visies te vormen. Aan de versterking van
de luchtmacht wordt ernstig gewerkt en
onze Marine zal in Atlantisch verband haar
taak vervullen en tevens andere verplich
tingen nakomen,, die op haar rusten.
Willen wij gelijke tred houden met hetgeen
anderen doen, dan zullen wij echter verder
moeten gaan zowel in het belang van onze
veiligheid, als terwille van ons economisch
bestaan, aldus dr. Drees.
Besprekingen zijn gaande om te bereiken,
dat binnenkort een deel ook van onze troe
pen in Duitsland gelegerd zal kunnen wor
den.
Over een tijdvak van vier jaar wordt het
totaal der extra-uitgaven geschat op nage
noeg 2 milliard.
Ook op het gebied van de militaire pro
ductie, zowel voor eigen behoefte als voor
de behoeften van andere landen in het At
lantisch Pact zal Nederland zich moeten
Inspannen.
Voor de eerstkomende jaren is derhalve
te rekenen met een extra uitgave van 500
millioen per jaar boven hetgeen in uitzicht
werd gesteld. Hieruit zal ook de burger
lijke verdediging moeten worden bekostigd.
De kosten zullen voor ongeveer de helft uit
belastingen en voor de andere helft uit le
ningen moeten worden verkregen.
Het ligt in de bedoeling, spoedig voorstel
len in te dienen tot verhoging van de ven
nootschapsbelasting en van de inkomsten
belasting naar de maatstaf van de winst,
van de omzetbelasting op minder noodza-
kelflk* artikelen, de omzetbelasting bjj de
groothandel en vaa de motorrjjtulgenbelas-
Deze steen is een van de weinige fragmen
ten, die van het oude weeshuis zijn overge
bleven. In de vorige eeuw stelde men op
dergelijke historische herinneringen weinig
waarde. Dit blijkt wel uit het feit, dat
men bij deze verbouwing op het dak nog de
gevelsteen vond, die daar dus in 1877 blijk
baar is vergeten en bijna een eeuw gelegen
heeft. Het is een waar juweeltje. Twee
burgers (of wezen?) staan bjj een offer
blok. In het reliëfwerk komen de kleren,
die men destijds droeg, prachtig uit en
het is geen wonder, dat men dit steentje,
dat vroeger waarschijnlijk een halsgevel
heeft versierd, een plaatsje heeft willen
geven.
Het is thans ingemetseld in het poortje
aan de Kerkstraat te zien. Helaas waren
we over het poortje zelf niet enthousiast.
Trouwens de architect noemde het ook min
der geslaagd, reden, waarom het inmid
dels is veranderd, zodat het meer past
bij de stijl van het gebouw.
Over stijl gesproken. Het heeft ons wel
het meest getroffèn, hoe er gestreefd is niet
maar een overdekte ruimte te scheppen,
willekeurig ingedeeld in kamers, gangen
en zalen, maar er ernstig naar is gestreefd
de beschikbare ruimte zo te verdelen, dat
het tegelijk sober en voornaam, royaal en
intiem, geriefelijk en stijlvoi is. De dage
lijkse ingang is in de zijgevel. De voorge
vel blijft trouwens ongewijzigd en de voor
name ingang dAAr zal wel speciaal be
stemd blijven Voor gebruik bij zeer bijzon
dere gelegenheden als de jaarlijkse reken
dag en wie weet nog eens een bezoek van
de Minister.
Goed, de ingang is dus aan de zijde. Wat
nu nog een vrjj hopeloos geval is, zal eer
lang herschapen zijn in een naar de eisen
en smaak des tijds aangelegde tuin. Zo’n
entree moet direct al vriéndelijk en vro
lijk stemmen. De ruime hal, meteen be
doel als speelhal, waar eerlang bijv, een
ping-pongtafel kan worden geplaatst, geeft
al direct een indruk van de bestemming
van het gebouw. Een paar met schroten
gedichte gaten in de muur vragen als het
ware om een paar passende ramen. Op
het moment, dat wij met halsbrekende toe
ren de toekomstige trap beklommen, was
de stucadoor bezig zijn kunst aan het pla
fond te vertonen. Een moment bleven we
staan, dachten alle schragen en steigers
weg.en zagen het reeds voor ons: een
ruime, bevrijdende hal, waarin een fleurig
stel kinderen zich amuseerde. Want ztjn wij
goed ingelicht, dan zal het Weeshuis straks
een 20-tal kinderen krijgen te verzorgen,
die met de Vader en Moeder en verder per
soneel een gemeenschap zullen vormen,
Waarin de sfeer van een groot gezin zal
heersen. Hierop wijst ook de grote zaal,
waarin een prachtige open haardstede is
libben. En dy ynfloed sii dan komme, as
de lju fomimme, dat it risseltaten jowt.
As de sunige, dy’t hiel hwat stean lit om
foarüt to skarreljen, neat fierder komt as
de man, dy’t by de dei libbet en roasje mar
soargje lit, dan giet de sunigens derüt, like-
folle oft men „Spaarbode’s” rounstjürt of
net.
Wy moatte, seit de regearing, hurder ar-
beidzje, suniger libje, minder ynvestearje,
net-direct-productive ütjeften en mear fan
soks. Ik leau dat hja folslein gelyk hawwe,
mar nou giet it mar om de frage, hoe’t men
de minsken dêr ta oantrunet. En dan leit
de kaei fan de methoade yn de Aide frage:
As ik dat doch, kom ik der dan fierder
mei? Wurde de sunige lju bileanne foar
har swier soberearjen? Jowt it de lju hwat
dy’t hurder arbeidzje as normael, yn har
frije tiid jit bijfortsjinst sykje en makket
de ündernimmer dy’t de saek foarütbringt
mei fordübele energy, kans op in forsoar-
ge aide del Men kin fierder gean en
freegje, wurdt de eigner fan huzen en
pleatsen, dy’t syn spullen tige ünderhAldt
en op tiid modemisearret en dus alhiel
meiwurket oan it algemien bilang, wurdt
dizze eigner foar dit positive wurk bilean
ne of net?
Sjoch, allinnich as men op dizze fragen ja
sizze kin, daj. is it regear op de goede wei.
En as men dan de pols fielt fan it folk om
syn ekonomyske temperatuer op to nim-
men, dan wiist dit net bést. It aerd fan
greate folksdielen is gelokkich jit ré om
al dizze dingen to dwaen, mar hja wolle
wis wêze dat it net omdöch is. Hja wolle
perfoarst net straft wurde troch de regea
ring as hja dy wei opgean. Men klaget
rounom, dat de jongere minsken sa’n bytsje
war dogge om to sparjen en fierder to lea-
ren.
It Frysk Deiblêd hie lêstendeis in statistyk
oer Aldere en jongere ünderwizers, hwerüt
düdlik to sjen wie, dat in bilangryk diel
fan de jongeren net fierder learde foar ien
of oare akte. Hja leauwe it wol, al dat
gehasseskraeb jlerren lang, as It dochs
gjin better* libbenakansen makket In
maehtlg* eantyfta foar hurder arbeidzjea
JN een verklaring, die de minister-presi-
dent, dr. W. Drees, Zaterdagmiddag na
mens het nieuwe kabinet in de Tweede Ka
mer heeft af gelegd, kondigde hij o.m. aan:
le. in de eerstkomende vier jaren zal ten
behoeve van militaire doeleinden boven ’n
jaarlijks bedrag van pl.m. een milliard een
extra-uitgave nodig zijn van f 500 millioen,
waaruit ook de. burgerlijke verdediging be
kostigd moet worden; deze kosten zullen
voor ongeveer de helft uit leningen moeten
worden verkregen;
2e. «poedig zullen voorstellen worden in
gediend tot verhoging van de vennoot
schapsbelasting en inkomstenbelasting naar
de maatstaf van de winst, van de omzet
belasting op minder noodzakelljke artike
len, de omzetbelasting b(j de groothandel en
van de motorrytulgenbelastlng, terwijl an
dere belastingen in overweging zyn;
8e. de begrotingen van de onderscheidene
departementen zullen tot een totaalbedrag
van ongeveer f 150 millioen worden be
snoeid;
4e. het totaalbedrag voor subsidies op le
vensmiddelen zal tot 1175 millioen worden
beperkt;
6e. met de Stichting van de Arbeid zal
overleg worden gepleegd in verband met
de sociale gevolgen van de prysstygingen;
een volledige compensatie zal echter niet
mogeiyk zyn.
Zacht rulst de nog kille voorjaarswind
door de donkergroene oude wijze taxus
boom, die tegen de achtermuur van de bin
nenplaats van het Weeshuis staat te zon
nen. Als dat ruisen eens fluisteren was en
als we dat fluisteren eens konden verstaan.
Als.... Ja, dan zouden wy veel te horen krij-
gen, want de boom staat er vermoedeiyk
al sedert de vorige weeshuisverbouwing. Zij
I heeft er velen zien komen en gaan. Voog-
i den, voogdessen, weeshuisvaders, weeshuls-
l moeders.heeft wezen zien opgroeien en
I de wyde wereld ingaan, heeft nog de (in
onze ogen thans dwaze) gewoonte gekend,
dat de wezen in hun eigen pakje moesten
lopen, heeft ook gezien hoe het aantal be
woners van het grote gebouw langzamer
hand ging slenken, heeft het meegemaakt
dat gedeelten, die eens by het Weeshuis be
hoorden, werden overgedaan aan anderen:
het gymnastieklokaal aan de gemeente en
een hele vleugel aan de Lagere Technische
School.
Als de oude Taxus (eigenlijk op zyn Zon
dags taxus baccata) werkelijk kon denken,
dan had ze vast en zqker als zoveel stad
genoten waarschyniyk gedacht, dat het
spoedig met het weeshuis zou zijn gedaan,
vooral toen heel het hebben en houden ge
pakt werd en al de bewoners, de vader
en moeder incluis, het gebouw gingen ver
laten. Maar toen begon het pasEr ver
schenen werklieden, het werd een onge
woon gedoe, de eens zo keurige tuin werd
Die liefde is die ende des wets en der
propheten
Voor God een Volmaecte levende offer-
hande,
Wesen en weduwen nimmer de vergeten,
Wordt voor een onbevlecte godsdienst ver
standen.
Gelyck ’t water utblust des vuers verbran
den,
Soe giet die liefde duer aelmisse ut die
sonden,
Dit bedeneken Hid Nanne gat haer landen
Tot hulp der wesen, die sy int ewich leven
heft gevonden,
Doet dergelycken, alle nae Christus ver
manden.
Hid Nanne gaf haer landen....
TIER sil, nei de wurden van Minister
Drees, wol gjin forstannich minske
mear wêze, dy’t net ynsjocht, dat üs lAn
en üs folk in swiere tiid yn 'e miette giet.
Yn ■wurden wie dat gjin nijs, mar de prak-
tyk like hast wol oarsom to wezen. Nou
is dan de léste twivel weinomd en wurdt
it mienens mei de saek. Dat de lju, dy’t
op ’t heden de noed en de soarch hawwe
foar dizze dingen, it net to forgunnen is,
dat it mannen freget mei greate deskun-
digens en in sterk karakter, dat stiet ek
net yn ’e kiif.
En dat it foar üs gewoane minsken gjin
foech jowt ek mar yn gedachten to mienen
dat wy it wol better koene, dat is maklik
yn to sjen. Mar al kin men seis dan ek
net dokterje, men kin wol sjen oft de sike
yn it betterjen komt of net. Men kin al
licht net in greate saek driuwe, mar men
kin wol neigean oft de saek foarüt of efter-
üt giet. Binammen kin men as deistich
boarger tusken oaren, skoan fornimme, oft
it gehiel fan maetrigels de lju oantrunet om
har bést to dwaen of dat it de ünforskil-
lige kant ütgiet. Nou liket it my ta, dat
men fan oerheitswege jit altyd mient, dat
preek jen in bul te jowt. Men kriget faken
de yndruk, dat hja miene, dat de lju wol
oan it sunich wêzen, sparjen en hurder ar-
beidzjen takomme, as men troch radio en
kranten dit aloan wer oanpriizget. Ik leau
der a*at fa»! De kwaliteit fan it biwild
kin men merkbite oan de ynfloed öb It
en sunich libjen leit jit altiten yn de hope
op in rêstige wize de Aide dei, fan eigen
oersparre jild, bilibje to meljen. Is dat
tsjintwurdich noch müglik? Wurdt net
troch de bilêstingpleach foar tsientüzenen
sunige en warbere lju dy kAns ünmüglik
makke? Biseffe de ministers wol hoefolle
wilskrêft it fan de lju freget om yn sa’n
djüre tiid, as man en frou, aloan de so-
berens yn de hüshAlding to biwarjen, as
men net sjen kin dat it hwat helpt. Hoe
folle soene de striid al opj own hawwe en
litte it skipke mar nei leger wAl driuwe?
Elk, dy’t in hüshAlding hat, wit, dat de
memmen hast mankelyk wurde fan de jild-
pine, wike-yn, wike-üt. Hoe wol men dan
oer sparjen prate as it oersparre jild nei
Lieftinck moat. Ik lies fan ’e wike yn de
libbensbiskriuwing fan de steatsman
Windthorst, dat hy aloan tusken de ge
woane minsken roungie om to harkjen
hwat it folk sei fan har dieden. En hy ach-
te dat ünmisber, hwant hy woe witte hwat
de gefolgen wiene fan wetten en maetri
gels op it libben en de minsken seis.
Windthorst is al lang dea, mar dizze wur
den binne hjoed like wier as doe. En as
de regearing nou stiet foar in swiere en
hurde taek, dan kin men har net lüd ge-
nöch yn de earen tüte, dat hja soargje
moat, dat de lju, dy’t it goed en bést dog
ge, YN DIEDEN sjen moatte, dat it helpt.
Dan moat de wrotter, dy’t himsels net
sparret, fierder komme as de loaye Olfert
en de iverige, ündernimmende sakeman,
dy’t gjin rêst ken, rommer earmslach krye
as de skutjassende of biljettende klante-
melker. Nou al kin men de wierhelt sjen
fan de wurden fan In forbittere ambachts
man: Makket men mei in stik wurk hwat
winst, dan moat it nei it kantoar en mist
it jin hjoed as moarn, dan leit de boel yn
diggels en bliuwt men mei de skande sit-
ten.
It is swier wurk yn sa’n tiid oan it roer to
stean fan in folk, mar as It griene hout
net better bihannele wurdt, hoe sil it dan
mei it toarre komme?