PRIJSVERLAGING •//et Qo-ud 8 I I B I B fl HINDELOOPER RAAD REHABILITEERT GEBLAMEERDE SCHILDER DELVERS 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 Ingezonden □E DE SUNLIGHTFABRIEKEN ANNONCEREN BELANGRIJKE fabrieken, gaat in prijs omlaag! Hoe dit mogelijk werd? Door Uzélf, Nederlandse Huisvrouw. Door U en Uw Plaatselijk nieuws honderdduizenden mede-huisvrouwen. Want SUNIL, het wonderbaarlijke blauwe wasmiddel, wordt in steeds grotere productie in de fabriek. Het gevolg dairvan. is; voordeliger productie. Voordeliger productie. Geld besparende productie. FEUILLETON van I l*i*l*l*l Kerk, School, Benoemingen □□□□□□E O V D □□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□E kosten. SUNIL, het nieuwste product van de Sunlight- Welk een nieuws in deze dagen van constant stijgende 1 tn K3ri L.1 meer gezinnen gebruikt. Het gevolg is: grotere, steeds teit, dat is logisch, blijft even subliem als tot nog toe. wondt dus 42 cent in plaats van 47 cent. En de kwali- - van elk pak SUNIL dat U voortaan koopt. De prijs Die geldbesparing krijgt U. Vijf cent gaat er af •.-j 17), Wordt vervolgd. Wie zfjn zaken goed beheert, En geregeld adverteert, Zorgt dat zijn zaak marcheert, Bereikt het doel, dat hjj begeert. Nijland Stichting wordt ingaande 1 Jan. 1955 herbenoemd de heer burgemeester A. Atema. Bij de rondvraag brengt de heer MUL DER de dank over aan B. en W. na mens de voetbalvereniging voor het aan gebrachte tegelpad en de waterplaats op het sportterrein. De heer SMID klaagt over de slechte afwatering van de juist vernieuwde be strating van de Oude Weide.. De VOORZITTER antwoordt dat deze zaak bfj B. en W. bekend is en dat maatregelen zullen worden getroffen. Alvorens de vergadering te sluiten ziet de VOORZITTER nog even terug op hetgeen in het afgelopen jaar is gebeurd. Men zou deze zaken in twee groepen kunnen laten uiteen vallen. Aan de ene kant heeft men de jaarlijks weerkeren de te nemen besluiten en aan de andere kant de besluiten, die uit het initiatief van B. en W. of de raad zjjn voortgeko men. Onder deze laatste besluiten vallen o.a., het in cultuurbrengen van het Ooster- strand, de aankoop van de woning van L. Ykema, het afbreken van 8 krotwo ningen aan de Spinhuisstraat, de aan schaffing van kleding voor de vrijwil lige brandweer, de nieuwe rechtspositie regelingen voor het gemeentepersoneel, de uitbreiding van de straatverlichting en het aanbrengen van nachtverlichting, de verleende medewerking voor de tot standkoming van een werkplaats voor minder validen te Koudum, Uit dit alles kan gezegd worden, dat 1954 een vruchtbaar jaar is geweest, aldus de Voorzitter. Hij dankt de leden voor het door hen verrichte werk en wenst allen een goed oud jaar en een voorspoedig 1955. r* „Jouffrouw Rie, het spijt me, maar ik moet nu afscheid van u nemen. Ik moet vanavond nog op de mijn wezen.” Hij steekt haar de hand toe, die zij heel even aanraakt. Dan verwijdert zich Driessen met snelle passen. Langzaam en in gedachten verzonken loopt Rie naar de uitgang. Honderd en één gedachten bestormen haar. Koert haar Koert schuldig aan een ongeluk, dat haast het leven gekost had van een van haar beste vrienden. Zij rilt alleen al bij de gedachte, dat het had kunnen ge beuren. Plotseling wordt zij opgeschrikt door Koerts stem: „Hallo, meid! wat sta jij daar beteuterd te kijken. Wat is er gebeurd?” Koert wil zjjn arm door die van Rie steken, maar zg weert hem af. Haast vijandig kijkt zij Koert aan. „Voor een bezoek aan Giel ben je te laat. Het bezoekuur is reeds ten einde.” Teleurstelling staat op Koerts gezicht te lezen. „Daarvoor heb ik me nu zo gehaast. Ben je daarom soms boos op me?” Rie schudt ontkennend haar hoofd. „Neen!” is haar bitse antwoord. „Maar je bent wel boos op me, hè?” probeert Koert te schertsen. Rie kijkt Koert met grote ogen aan. „Ik moet je spreken nu dadelijk. Laten wij even door het park lopen.” Koert begrijpt er niets van en blijft even verbaasd staan, wanneer Rie hem voorgaat naar het prachtige park voor het ziekenhuis. Wat zou haar opeens mankeren? Zou het met Giel niet goed zijn? Maar dat zou toch geen reden zijn om zó van streek te raken. Hoofdschuddend volgt hij Rie, die reeds in een der goedverzorgde lanen is verdwenen. Bij een bank staat Rie op Koert te wachten. „Laten we hier even plaats nemen,” stelt zij voor, wanneer Koert zich bij haar heeft gevoegd. Even heerst er een diep stilzwijgen tussen beide jonge mensen dan neemt Rie het woord: „Toen ik bij Giel op bezoek was, kwam opzichter Driessen Giel even goe dendag zeggen. Driessen vertelde ons, dat het ongeluk aan jouw onoplettendheid was te wijten.” F5 „Neemt u me niet kwalijk,” verontschuldigt Rie. Met een blik op haar polshorloge geeft de zuster de op zichter en Rie te kennen, dat het tijd is om te vertrekken. Met bezorgde blik buigt zij zich over Giel, die nog steeds zwaar ligt te hijgen. Rie en Driessen nemen afscheid van Giel en het is de zieke aan te zien, dat hij hun vertek met enige opluchting begroet. Dit bezoek heeft toch te veel van zijn krachten gevergd. Buiten in de gang heeft Rie even tijd nodig om haar emotie te boven te komen. Driessen ziet zijn kans schoon. Hij legt zijn hand op de arm van het meisje: „Neemt u me niet kwalijk, dat ik u en uw vriend met mijn woorden zo van streek heb gebracht. Dat was allerminst mijn be doeling.” Rie droogt haar tranen. „Ach, dat weet ik wel, maar ik vind het zo erg, dat het Koerts schuld is, dat het ongeluk kon gebeuren. Hij heeft mij er nooit iets van verteld.” Er komt bij deze woorden een triomfantelijke flikkering in Driessens ogen. „Ja, dat kan ik mij voorstellen, dat Wouda over zoiets niet mot u praat. Hij zal wel zijn goede reden hebben gehad om het te verzwijgen.” Rie kijkt de opzichter vragend aan. „Ik bedoel alleen maar, dat het niet erg bevorderlijk zou zijn voor de goede naam en het prestige van uw verloofde, als het bekend werd, dat het ongeluk aan zijn onoplettend heid was te wijten.” Rie knikt, ten teken, dat zij Driessens woorden heeft be grepen. Dan kijkt zij de opzichter recht in de ogen: „U kunt dus op uw erewoord verklaren, dat het ongeluk wer kelijk Koerts schuld is?” Even aarzelt Driessen, doch dan komen de woorden, die ook Rie’s laatste restje hoop ontnemen: „Zo is het, juf frouw Rie doch ik geloof niet, dat het nodig zal zijn mijn erewoord te geven de Veiligheidscommissie, die alles nauwkeurig heeft onderzocht, zal mijn woorden kun nen on der strepen.” Er komt een vastberaden trek om Rie’s lippen. „Ik vind het verschrikkelijk dat had ik niet van Koert verwacht.” Weer is daar dat flikkeren in Driessens ogen. Roe merkt er niets van. Zou hij z|jn doel hebben bereikt? In ieder geval is hij vanavond een heel eind in de richting ge schoten. VOETBAL OOSTERLITTENS, 2 Jan. Zondagmid dag werd onder flinke belangstelling een voetbalwedstrijd gespeeld tussen Freno van Franeker en de plaatselijke club VVO I. De gasten speelden eerst met de wind in de rug, waardoor zij hot onnoemelijk gemakkelijker hadden dan hun tegen standers, hoewel normaal beide clubs aan elkaar gewaagd zijn. Niettemin speelde Freno voortreffelijk, althans er waren spelers in dit elftal die inderdaad in hun spel uitmuntten. Voor de rust wisten de Franeker jon gens twee doelpunten te scoren, doch nadien werd het een ploeteren van be lang. De sterke Noordooster, die schuin over het speelveld blies, vormde een ware handicap voor het uitleven van de spelcapaciteiten. Werd door het Freno- elftal met vuur en enthousiasme ge speeld, bij WO wilde het niet erg vlot ten en was men een enkele maal op gang, al spoedig verflauwde dit weer wat blijkbaar te wijten was aan het feit, dat Freno wel zo „fül” op de bal zat, dat er eigenlijk geen doorkomen aan was en de kansen, een doelpunt te ma ken, uitermate gering bleken, zodat na een zware worstelpartij Freno de palm der overwinning mocht wegdragen bij de stand 2-0. WOers, volgende maal beter opgepast. „Ik geloof niet, dat er nog zoveel tijd zal overschieten, dat het de moeite loont om er nog bij te gaan zitten. Het bezoekuur zal wel zo om zijn.” „Dat is toch niet waar,” schrikt Rie, terwijl ze ongelovig haar klokje raadpleegt. „Toch is het zo, juffrouw Rie,” verzekert Driessen op enigszins plagende toon. Het zal nog wel even duren aleer onze mijnwerker-student hier zal verschijnen.” Verbaasd kijken Rie en Giel de opzichter aan. „Hoe weet u. „O, dat is heel eenvoudig,” onderbreekt Driessen het meisje. „Ik wist dat Wouda vanavond bij de directeur van de mijnschool moest komen. Bovendien zag ik hem daar straks, toen u het ziekenhuis binnen ging, alleen terug rijden.” „Knap,” concludeert Rie. „Heel knap. Mijn compliment, hoor.” Giel begrijpt er niets van en kijkt vragend van de een naar de ander. Doch Driessen gaat niet verder op het gesprek in en wendt zich nu tot Giel: „Hoe staat het er mee? Zo te zien zou je zeggen, dat je al weer aardig opknapt.” „Inderdaad, opzichter, met mij gaat het uitstekend. Als het aan mij zou liggen, was ik de volgende week al weer present.” „Gelukkig maar,” zegt Driessen schijnheilig. „Het zou voor Wouda’s carrière ook niet bevorderlijk geweest zijn, als je uit dit ongeval nadelige gevolgen had overgehou den.” Giel kijkt zijn opzichter verbaasd aan. „Hoe bedoelt u dat?” De kwestie aangaande het schilderwerk aan de schoolwoning, waarover in de vorige raadsvergadering uitvoerig werd gesproken en de raad uitspraak deed, dat het niet opgedragen verfwerk niet zou worden betaald, leverde opnieuw stof tot discussie op, naar aanleiding van het ter tafel liggende voorstel van B. en W. om het in de vorige raadsver gadering genomen besluit in te trek ken en daarmede de zaak als afgedaan te beschouwen, omdat gebleken is, dat het de schilder ten laste gelegde niet juist is geweest. Deze is te goeder trouw. B. en W. motiveren hun voorstel door op te merken, dat inderdaad door de architect aan de schilder opdracht was gegeven het werk stop te zetten, doch de schilder had uit deze mededeling, die aan zijn echtgenote was verstrekt, be grepen, dat de architect bij goed weer en bij gebruik van synthetische verf, geen bezwaar had tegen afverven. Bovendien had hij, alvorens met het verven door te gaan, met de burgemees ter hierover een gesprek gehad en uit dit gesprek begrepen, dat hij het verf werk wel kon afmaken. De burgemeester kan zich echter niet herinneren, zich in deze geest uitgela ten te hebben. Op dit punt is er dus een misverstand ontstaan, dat voor de schilder onaangename gevolgen heeft gehad. B. en W. concluderen uit een en ander, dat de schilder zeer zeker te goeder trouw is geweest, doch dat er, hoe dan ook, een misverstand is ontstaan. De schilder dient echter volledig gere habiliteerd. Enkele raadsleden merken op, dat de mededelingen van B. en W. over deze kwestie aan duidelijkheid wel te wen sen overlaten. Na herhaalde malen overlezen, kon men nog niet tot de con clusie komen, wie de schuldige in dit geval is geweest. De schuld wordt van de een op de ander geschoven. De VOORZITTER licht deze zaak mon deling nog eens uitvoerig toe. Speciaal voor de pers wil de raad uit drukkelijk naar voren laten komen, dat het besluit, in zijn vorige vergadering genomen, was gebaseerd op de ter tafel liggende feiten. Wat men nu weet, wist men toen nog niet. Algemeen is de raad van mening, dat de schilder in zijn eer hersteld dient te worden en dat de pers hieraan met nadruk bekendheid zal wil len geven, omdat de schilder in vorige verslagen, zo thans blijkt, ten onrechte is geblameerd. Conform het voorstel van de Minister van Binnenlandse, Zaken wordt de be zoldiging van het gemeentepersoneel per 1 Januari 1955 met 6 pet. verhoogd, alsook de kindertoelage. De beloning van de schoolschoonmaakster wordt, in gaande 1 Januari 1954, verhoogd van f 5.op f 7.50 per week. In verband met een desbetreffende vraag van een der raadsleden, in een vorige vergadering gedaan, stellen B. en W. thans voor langs de walkant achter de muziektent, een stek aan te brengen teneinde deze gevaarlijke plaats voor kinderen enigszins te beveiligen. Zonder hoofdelijke stemming wordt be sloten de nodige gelden hiervoor uit te trekken. De heer Tj. Folkertsma zal 1/9 worden vergoed in de kosten vallende op de aanleg van electrisch licht naar zijn boerderij. Déze aansluiting behoort tot een van de onrendabele aansluitingen. De begroting 1954 wordt gewijzigd in verband met overschrijding van een aan tal posten. Tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim wordt ingaande 1 Januari 1955 herbenoemd de heer J. Hepkema. Tot lid van het bestuur van de Hidde Overgeplaatst de wachtmeester der rijks politie B. Kamps van de opleidingsschool der rijkspolitie te Nistelrode naar de groep Wonseradeel, post Witmarsum, „O, ja natuurlijk, dat weet je niet. Het is namelijk be wezen, dat het ongeluk aan de onvoorzichtigheid van je vriend was te wijten.” Gleis mond valt open van verbazing. „Hoe bestaat het!” roept hij uit, terwijl hij zich probeert op te richten. Ook Rie weet niet zo direct hoe zij op deze beschuldiging moet reageren aan Koert’s onvoorzichtigheid .zou het te wijten zijn, dat het ongeluk gebeurde? Zij kan het niet geloven. „Dat is toch niet waar,” roept Giel plotseling uit. „Neen, dat is niet waar. Het is een infame leugen.” Driessen haalt zijn schouders op: „Het spjjt me, beste Lu- cassen toch is het zo. Wouda werd reeds naar de spoor- ploeg overgeplaatst.” Giel laat zich stomverbaasd achterover vallen en schudt zijn hoofd. „Ik kan het niet geloven. Daar moet een ver gissing in het spel zjjn.” Rie weet niet, wat zij van dit alles moet geloven vooral niet, omdat Koert hierover nooit met haar heeft gespro ken. Zou er dan toch iets van waar zjjn, wat Driessen heeft verteld? Zij wil er meer van weten. „En wat denkt u er zelf van?” vraagt zij dan aan Dries sen. De opzichter kijkt haar enigszins spottend aan: „Wat ik er van denk wilt u weten? Ik denk helemaal niets ik wéét, dat Wouda aan het ongeluk schuld heeft.” Al het bloed trekt bij deze woorden uit Rie’s gezicht weg. Tranen komen er in haar ogen. „Geloof het niet, Rie!" barst Giel plotseling uit, terwijl hij zijn opzichter met vijandige blikken aankijkt. „Geloof het niet. Het zijn allemaal leugens. Ze mogen Koert niet ik wist het reeds lang en dit is een mooie gelegen heid om hem te trappen.” Giel hijgt van opwinding. Dan ziet hij de tranen in de ogen van het meisje. Hij grijpt haar hand. „Toe, Rie, wees verstandig en laat je er niet door van streek brengen. Heus, het is niet waar!” Vermoeid valt hij na deze woor den in de witte kussens terug. Een opgewonden zuster komt de kamer binnen. „Mijne heren mijne heren, dat is toch geen manier van doen om een zieke zo op te winden. Werkelijk, ik had een beetje meer tact van u verwacht ook van u, dame,” wendt zij zich met van boosheid fonkelende ogen tot Rie. TIGE BITIDE LAMKES EASTERLITTENS, 31e fan Winterm. By de féhalder M. Lettinga bin jit krekt foar Nijjiersdei al in pear fikse lamkes berne, dy’t nou wol sa kwiek op it boerehiem om it memmeskiep hinne springe, hwat wol bitiid neamd wurde kin. 8VH.X m.»o 3 Geslaagd te Amsterdam voor het examen vakbekwaamheid bromfietshandel de heer J. Seffinga te Oosterlittens. derlandse volk doordrongen is van zijn verantwoordelijkheid t.o.v. Nw Guinea, zal het. gevaar blijven d-eigen van een herhaling van het drama Indonesië. Een van de belangrijkste oorzaken van dit drama is wel, dat ons volk in zijn geheel vrijwel geen interesse toonde voor dit prachtig rijke land. Wij hebben al te lang, eeuwen lang, Nieuw Gv’nea verwaarloosd. Het leverde immers niets op. Kost’- alleen maar geld Tot voor kort had alleen de zending en missie belangstelling. Onder ongelooflijk moeilijke omstandigheden is daar ge werkt. Moeizaam groeide er vertrouwen in de bedoelingen van de „blanda”. Juist nu is het tijd om de Papoea te hu’p te komen Mogen wij hun handen, naar ons uitgestrekt, afweren? Wij hebben een dure plicht om dit volk, nog levend in het stenen tijdperk, uit te voeren uit hun barbaarse ellende. Al het goede, dat wij kunnen opbrengen, moeten wij hen schenken. Zij vertrouwen ons nog. Dus is het nog tijd. Om ook onze stadgenoten meer duidelijk te maken welke onze plichten zijn en op welke wijze wij deze, ook hier, kunnen vervullen is een voorlichtingsavond ge organiseerd. Hier zullen enkele nieuwe documentaire films worden vertoond. Dikwijls spreekt het zien nog meer dan het gesproken woord. Ook is c een zeer interessante tentoonstelling van ethnographica. Men krijgt aldus een behoorlijk beeld van het dagelijkse leven van deze primitieve mensen en men zal -ersteld staan over hun aanpassingsvermogen. HET NATIONAAL NIEUW-GUINEA- COMITE Van dit Nationaaal Comité is ook te Bolsward een afdeling opgericht. Het be stuur doet ons het volgende schrijven toekomen. Nieuw Guinea staat momenteel in het middelpunt van de belangsteling, en Ne- de and is vastbesloten om zijn plichten ten opzichte van dit deel van ons ko ninkrijk te vervullen. Dit blijkt zowel uit hetgeen Minister Luns voor het fo rum d.-r volkeren heeft uitgesproken als uit de randelingen der Staten Generaal. Dit alles is verblijdend. Er is echter één maar Wanneer nW het gehele Ne-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1955 | | pagina 4