I
I
I
roar
De Europese gemeeenschappelijke markt
Schelle Dijkstra bezit in Franeker
merkwaardig kaatsmuseum
Fan de Martinytoer
e
üs hjoed 2 p
to sizzen
Zilveren filmpjes
Fries voor de VARA
DINSDAG 13 AUGUSTUS 1957
53e JAARGANG
No. 62
flot lyk
Tj. de J.
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
1 |R, 1
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo
Hwat hat
muur, zoals bij
Hindeloopen,
léze en werlêze, klinke en werklinke litte
-XXX-
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelb gen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres;
Marktstraat 13
Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335
(K 5157)
Concert van het muziekcorps „Hollandia”
in het Julianapark. Kaarten a 5 cent.
Bezoek van „Klein Artis” aan Bolsward,
voederen der dieren is toegestaan.
60-jarig bestaan Chr. Nat. school te
Wommels.
Kaatsminnend Friesland heeft zijn P.C.-snipperdag weer gebruikt
en kan nu een heel jaar nakaarten over de 104de P.C., die Jan
Sijtsma het koningsschap opleverde en niet zonder verrassingen
was. Er zijn er misschien maar enkele kaatsliefhebbers, die na
praten aan een tafeltje in een van de merkwaardigste musea van
Friesland, namelijk in het kaatsmuseum van Schelte Dijkstra, dat
gelegen is in de „kaatsstad” Franeker.
Die stad 'bezit dus meer dan oude professorshuizen, dan een fraai
raadhuis uit het eind van de zestiende eeuw of een Martenahuis
aan de Voorstraat, waar in het grijs verleden de befaamde Hessel
van Martena zijn gevangene Bocke Ennes de handen afkapte, uit
sluitend om zijn woede te koelen. Maar het kaatsmuseum is minder
bekend.
De West-Duitse Bondsdag en de Franse Nationale Vergadering
hebben hun goedkeuring gehecht aan de z.g. Europese verdragen,
die leiden zullen tot een Europese Gemeenschappelijke Markt en
een Europese organisatie voor het vreedzaam gebruik van atoom
energie ofwel Euratom.
In het najaar is de parlementaire instemming te verwachten van
de vier andere landen der gemeenschap, Nederland, België, Luxem
burg en Italië.
DE GYSBERTPRHS FOAR
DOUWE TAMMINGA
Sprekken is sulver, swijen goud, sei de
kandidaet, doe’t er yn ’e preek
hingjen bleau.
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
„Asjeblieft, alle kaatskoningen van vroeger,” wijst Dijkstra, die het
oude wil bewaren, al was het alleen maar omdat het kaatsen van
vandaag de d,ag het gehalte van vroeger niet meer halen kan.
Het kaatsen is sinds jaar en dag een
typisch Friese aangelegenheid, en dan
nog niet eens voor geheel Friesland,
want in de Zuidwesthoek raakt men
geen kaatsbal aan en het in leer ver
pakte paardenhaar wordt ook in het
Zuid-oosten van de provincie veel min
der gebruikt, dan bijvoorbeeld in het
Noord-westen.
Wij zullen u geen beschrijving geven van
In Duitsland een 5-tal nazi’s ter dood
gebracht. Zij hadden zich vergrepen aan
een communist.
Dit streven naar economische Europese
éénwording wordt gemotiveerd met het
argument, dat de verschillende Euro
pese landen voor de moderne tijd te
kleine eenheden vormen om een produk-
tiepeil en vooral een produktiviteit (d.i.
de produktie per hoofd) te ontwikkelen,
waardoor zij in staat zouden zijn de eco
nomische reuzen als Amerika en in de
toekomst Rusland het hoofd te bieden in
economisch gewicht en algemene wel
vaart. Want men mag niet uit het oog
verliezen, dat de welvaart, behalve van
de rijkdom aan grondstoffen, in hoog
ontwikkelde gebieden van de arbeids
intensiteit afhankelijk is. In een Europa
met 160 miljoen inwoners zou daarvoor
wel de mogelijkheid geschapen zijn.
Daarnaast kan men ook politieke motie
ven onderscheiden, die in de Nederland
se memorie van toelichting op het wets
ontwerp van de Europese verdragen als
volgt worden omschreven: In de eerste
plaats is het voor West-Europa een
levensvoorwaarde, dat een einde wordt
gemaakt aan de reeds menigmaal zo
desatreus gebleken rivaliteit tussen
Frankrijk en Duitsland. In de tweede
plaats is de eenheid van Europa nodig
om te bereiken, dat Europa zijn positie
(ook politiek) in de wereld zal kunnen
handhaven en versterken. In de derde
plaats zal door deze eenheid de verbon
denheid van Duitsland met het Westen
nog sterker tot uitdrukking komen.
Maar wat houdt nu het verdrag, dat in
ongeveer twee jaar onderhandelen is ge
groeid, in grote lijnen in?
Eén van de voornaamste doeleinden is
de afschaffing van alle invoerrechten in
het Europese gebied. Een plotselinge af
schaffing zou echter een grote chaos
veroorzaken, omdat deze rechten in de
verschillende landen zo anders zijn en
o.a. gebruikt worden om de binnenland
se produkten tegen buitenlandse con
currentie te beschermen. Daarom heeft
men in een overgangsperiode voorzien,
die in drie etappes van elk vier jaar ver
deeld is, maar die verlengd kan worden
tot 15 jaar. Over deze periode wordt ge
leidelijk het wegvallen van de douane
tarieven uitgesmeerd.
Om moeilijkheden bij het vervoer bin
nen de Gemeenschappelijke Markt van
goederen, die uit andere, z.g. derde, lan
den zijn ingevoerd, te voorkomen nemen
de zes landen op zich hun douanetarie
ven met de buitenwereld gelijk te ma
ken. Hiertoe heeft men een gemiddelde
van deze tarieven berekend, dat het z.g.
bui ten tarief zal worden, dat voor Ne
derland op een hoger peil komt dan ons
huidige tarief.
Om de gelijke kansen en rechten van
elk van de deelnemers zoveel mogelijk
te garanderen, moet er in de overgangs
periode nog veel ander werk verzet
worden om de factoren, die scheve ver
houdingen veroorzaken of ondoeltreffen
de toestanden in het leven houden, weg
te werken. Hierbij wordt gedacht aan
rijk veel meer gebaseerd is op indirecte
dan op directe belastingen zoals in Ne
derland, aan de sociale voorzieningen, ar
beidsvoorwaarden en kredietpolitiek. Op
het gebied van de sociale voorzieningen
heeft Frankrijk weten te bedingen, dat
gedurende de eerste etappe de beloning
voor hetzelfde werk voor mannelijk© en
vrouwelijke werknemers gelijk zal wor-1 Dat moet gebeuren voor de organen
waardige en interessante verzameling
begonnen is omdat hrj meent, dat „het
oude niet mag verdwijnen”. Dijkstra
voorziet zelf zijn verzameling van com
mentaar en iedereen mag er voor „nul
spie” naar kijken. Er wordt gekaatst in
Dokkum en Bolsward, in Sint Anna en
Drachten, en in tientallen andere plaat
sen, maar nergens is een kaatsmuseum,
nergens vindt ge de geschiedenis van
het kaatsen aan de
Schelte Dijkstra.
ke dichter, dy’t create wearklank foun hat
ke folk.
Bolswards Nieuwsblad
en De Jong’s Nieuwsblad
Hendrik Feikesz, Taeke Johannes en de
manke kleermaker Krelis de Boer.
Tijdens de prijsuitreiking op de boven
zaal van Damsma’s herberg ontstond er
een geweldige vechtpartij en de Vrouw-
buurtsters kozen m&t de zilveren bal ’t
hazenpad. De bal liep bij het gevecht
en tijdens de vlucht door sloten en lan
derijen wel een paar deukjes op, maar
tot op de dag van vandaag wordt die
bal nog ieder jaar verkaatst in Vrou
wenparochie.
Aanvankelijk vreesde men nog, dat de
Beetgumers de bal zouden terughalen en
hing men die slechts op de dag van de
wedstrijd te kijk in een netje, waarbij
een wacht was geplaatst, maar nu is
men gerust bij de bepaling, dat niemand
de zilveren bal buiten Vrouwenparochie
mag brengen.
Dit is een stukje geschiedenis van een
wedstrijd. Nu gaat het allemaal anders.
Voornamelijk omdat bij de kasteleins
wedstrijden de drank en de sport niet
gescheiden bleven en om de sport op
hoger plan te brengen, werd in 1853 door
zes Franekers de permanente commissie
opgericht en ook verder is de organi
satie van de kaatssport totaal veranderd
sinds die roemruchte wedstrijd in Beet
gum.
Dat wil echter niet zeggen, dat roem
ruchte feiten nu niet meer voorkomen
bij het kaatsen.
Ga naar Franeker en vraag er Schelte
Dijkstra naar. Eigenlijk keert ge dan
terug naar een oude toestand, want
Dijkstra heeft zijn museum in zijn café.
Daarin verzamelde hij 29 jaar lang alles
wat op kaatsen betrekking heeft en de
moeite waard was. De wanden worden
in beslag genomen door vitrines met ge
schriften en boeken over kaatsen en
met foto’s van tientallen kaatskoningen.
„Ik heb alle koningen van de P.C. sinds
1883”, zegt Dijkstra, die met deze merk-
den gemaakt, zoals in Frankrijk al en
kele jaren het geval is. Aan een volledi
ge harmonisatie van overurenregeling
en loonpeil, zoals de Fransen eigenlijk
wel wensten, wilden de andere partners
echter niet.
Het onderlinge kapitaalverkeer in de 6
landen zal ook een liberalisatie onder
gaan, maar zorg voor het monetaire
evenwicht in elk der landen heeft ertoe
geleid, dat men op dit punt zeer voor
zichtig zal zijn. Het liberaliseren van
het kapitaalverkeer zal grotendeels
worden overgelaten aan de organen van
de Gemeenschap, waarbij wij wel in het
oog moeten houden, dat deze organen
en hun werkingsgebied de Gemeenschap
een zeker supranationaal karakter ver
lenen, zij het dan in mindere mate dan
de Europese Gemeenschap voor Kolen
en Staal.
De voornaamste organen zijn de Raad
(van ministers) en de (Europese) Com
missie. Deze commissie,- bestaande uit
negen leden, die in volstrekte onafhan
kelijkheid hun taak zullen vervullen,
kan een zeer grote invloed op de gang
van zaken krijgen, vooral omdat de Com
missie over alle beslissingen van de
Raad advies moet uitbrengen, waarvan
de Raad slechts met algemene stemmen
kan afwijken. Verder bestaat alleen in
de eerste etappe van de overgangs
periode voor de beslissingen van de Raad
de noodzaak van eenstemmigheid. Daar
na is dus een kleine inbreuk op de na
tionale souvereiniteit mogelijk.
Voor het uitoefenen van politieke con-
tröle op d-» Commissie komt de parle
mentaire Vergadering benoemd door de
nationale parlementen.
Aangezien verwacht kan worden, dat de
instelling van de Gemeenschappelijke
Markt in de diverse landen zal leiden tot
mindere levensvatbaarheid van nu vaak
beschermde industrieën, wat opheffing
en werkloosheid ten gevolge zou kun
nen hebben, is er een aanpassingsfonds
voor de herscholing van arbeiders, opdat
zij in wel levensvatbare industrieën te
werk zullen kunnen worden gesteld.
Voor het stimuleren o.a. in gebieden,
waar op de vrije markt moeilijker geld
te vinden is, komt er een investerings-
fonds, ter waarde van een miljoen dol
lar, waarvan Nederland 71.5 miljoen zal
bijdragen en Frankrijk en Duitsland elk
300 miljoen. Van dit miljard zal 75
evenwel slechts een garantiefunctie heb
ben. Het is niet zo, dat de organen van
de Gemeenschappelijke Markt de taak
van de nationale overheid in al deze
kwesties over zal nemen.
Een speciale positie blijft de landbouw
innemen, die in het door Engeland voor
gestelde Europese vrijhandelsgebied zelfs
geheel uitgeschakeld is. In het ver
drag van de Genleenschappelijke Markt
is weinig uitgewerkt over de landbouw.
der Gemeenschap. Elk land heeft op het
gebied van de landbouw bijzondere re
gelingen, als daar zijn prijsgaranties en
invoerbeperkingen. Al deze nationale
regelingen, die o.m. de boeren een rede
lijk aandeel in de nationale welvaart
moeten garanderen, zullen onderge
bracht moeten worden in een gemeen
schappelijke landbouwpolitiek, wat nog
bijzonder veel voeten in de aarde zal
hebben, gezien het verschil in ontwik
kelingspeil in de diverse landen. Voor
de overgangsperiode is de volgende re
geling getroffen. De invoerende landen
kunnen minimum-prijzen vaststellen,
onder welke men niet kan invoeren, het
geen een krachtig verdedigingswapen is.
Frankrijk, dat overschotten heeft aan
graan en suiker, zal deze produkten in
de andere landen af gaan zetten tegen
de prijzen van het invoerende land. Voor
Nederland houdt dit het nadeel in, dat
Nederlands tarweprijs, die een garantie
prijs is, boven de wereldprijs ligt, waar
wij nu voor kopen, zodat de tarwe hier
wat duurder zal gaan worden.
Op Franse aandrang heeft men ook be
sloten de z.g. associatie van de niet-
zelfbesturende overzeese gebiedsdelen,
wat hoofdzakelijk Franse gebiedsdelen
in Afrika betekent. Wat Nederland be
treft, valt Nieuw-Guinea onder deze re
geling. Deze gebieden worden op gelijke
voet voor de andere deelnemende landen
opengesteld, terwijl hun produkten op de
gehele Markt een afzetgebied zullen
moeten vinden op dezelfde voorwaarden
als in het moederland. Daarnaast, en dat
was voorrl de reden van de Franse aan
drang, zullen deze gebieden gaan pro
fiteren van een speciaal investerings-
fonds. Het voordeel van de andere lan
den bij de openstelling van de overzeese
gebieden zou "oor Frankrijk in een groot
nadeel verkeren, als het alleen zou moe
ten zorgen voor de ontwikkeling van
deze gebieden, waar ook anderen baat
bij zouden vinden. Zonder associatie zou
overigens de zware last van voor een
groot gedeelte onproduktieve investerin
gen, zoals voor wegenbouw, gezondheids
zorg en onderwijs, voor de Franse eco
nomie een te zware last betekend heb
ben om in vrije concurrentie met de Ge
meenschappelijke Markt mee te doen,
Deze lasten worden nu gelijkelijker over
de zes verdeeld.
Lord Altrinchem heeft de knuppel in het hoenderhok geworpen door het
deftige Engelse Hof, de Koningin zelf en de opvoeding der konings
kinderen ongezouten te becritiseren.
Op de foto ziet u hem voor de televisie, terwijl hij schermend met
zijn parapluie- zijn woorden krachten bijzet.
De aanvoer op de paardenmarkt te Bols
ward bedroeg precies 100 stuks.
3 e week, augustus 1932
Schelte de Jong te Makkum komt volgen
de week met een lading beste boven Gro
ninger Baggelaarsturf a 6.50 per 1000
aan huis bezorgd.
Hindeloopen oude Hanzestad
in Friesland.
net great is yn kwantiteit, stiet it nei myn
miening boppe al de tiidgenoaten üt yn
dichterlike kwaliteiten. Tamminga is in
great kunstner, dyn’t üs ferzen jown hat
Friese toespraak over de
Friese studenten.
Onder de half-Engelse, half-Friese titel
„Little things mean a lot, greate dingen
faek to folie” (Kleine dingen betekenen
veel, grote dingen dikwijls te veel), zal
de heer G. Abma, voorzitter van de Fe
deratie van Friese studentenverenigingen,
op zaterdagmiddag 17 augustus in het
Fries het woord voeren' voor de VARA-
microfoon, In die toespraak maakt hij
duidelijk, dat de Friese studentenvereni
gingen, die tezamen zo’n 350 leden tellen
zonder de verdeeldheid in de studenten
wereld te vergroten; voor de studenten
.uit Friesland van grote waarde zijn.
het kaatsspel, niet spreken over twee
eersten gelijk en de rest van het kaats-
latijn, dat onbegrijpelijk blijft voor de
vreemdeling en dat pas ten volle schijnt
te. spreken tot hen, die onder meer bij
dit spel zijn opgegroeid.
Vroeger werd er overal in Nederland
gekaatst en hoe het komt weet zelfs de
heer L. Pietersen, wiens boekje „Fries
land in en om het perk” verleden jaar
met steun van velen werd uitgegeven
door de Fryske Akademy te Leeuwar
den, niet te vertellen, maar nu kaatst
men alleen nog in Friesland en ook dat
is al anders dan vroeger. In het verleden
werden de kaatspartijen georganiseerd
door de kasteleins. Dat was al zo in
1794, toen in Beetgum de eerste wed
strijd om de zo bekend geworden „Ouwe
Griep” werd gespeeld. Het blijkt uit de
advertentie, die toen werd geplaatst en
waarin stond:
„Met consent van de Hoog Wel
Gebooren Heer G. W. C. D. Baron
thoe Schwarzenberg en Hohen-
landsberg, Grietman over Me-
z naldumadeel, gedenkt de Caste-
lein H. Folkerts Damsma, bij de
Moolen te Beetgum te laatsen ver-
kaatzen: Een uitmuntende Zilve
ren Bal en Leepel op Zaterdag 30
Augustus 1794, des Namiddags
om 2 Uur praecijs. De Liefheb
bers worden verzogt op tijd en
plaats aldaar”.
Ofschoon het even buiten het bestek
van ons betoog ligt, willen we u het ver
loop van die wedstrijd in zeer korte trek
ken schetsen, want die partij is beroemd
geworden. De Beetgumer gardeniers,
wie het toen met de aardappelteelt zeer
naar den vleeze ging, hadden die zilve
ren bal beschikbaar gesteld en wilden
die ook graag in eigen dorp houden.
Helaas werd de trofee gewonnen door
drie inwoners van Vrouwenparochie:
ta sluten, haw ik mei Tamminga in jier
oan de Winterskoalle wurke en yn de
geast sjoch ik üs beide yn it middeisskoft
noch sitten by Piso hwert de ober, de
hear Tj. Weldring fan de Doele, doe de
bitroude en tige weardearre service bea.
Hy brocht üs it pants je sop, hwat wy by
üs m,einommen brochje bistelden en hi-
hannele üs mei like folie swier en attinsje
as de bettere klanten üt de swarte hannel.
Wy ha dat nea forgetten. Yn dy selde
bange en bittere jierren bloeide it dich-
terskip fan Tamminga, hwerfan hy yn
1938 troch it forskinen fan de bondel:
Brandaris, al düdlik blyk jown hie, ta
greate hichte op.
Yn 1942 forskynde it meast bikende: Bal
laden en Lieten, de bondel, dy’t nou
okkerjiers yn ütwreide foarm fannijs üt-
kaem en ay’t de oanlieding west is om
Tamminga de Gysbert-Japikspriis ta to
kennen. Yn 1943 forskynde buten de
hannel, allinnich foar freonen, it kostlike
en kostbere boekje: It Griene Jier, hwer-
yn de dichter in frou har earste houliks-
jier bisjonge lit. Fuort nei de oarloch
kaem üt: Nije Gedichten, dat neist de
balladen it biwiis is fan Tamminga syn
bysündere jeften.
Yn „Leksums” in boekje mei stikeldich-
ten utere hy syn opkropte argewaesje, yn Dat Tamminga
de bisettingstiid opgarre. Hwat nei dizze
slagge binnen de tnd. Mar doe wie yn jjerren ütkommen is, syn mearkes en
folksforhalen nei Andersen, syn toaniel-
stikken: Trelit op ’e miedpleats en De
Hogerhuis-saek litte oare kwaliteiten fan
Tamminga oan it Ijocht komme, mar
dichtwurk is yn boekfoarm net mear üt
kommen.
to Snits, giet gans yn de provinsje en ek
derbüten efter it buordsje mei deklamaes-
je en foardracht, sprekt foar it radio,
skriuwt foar jubilea, makket tinkboeken
en wit dertuskentroch jit twa middelbare
aktes to heljen, Frysk M.U. en Neder-
lansk M. U. Ek de journalistyk hat er
yn „Frysk en Frij” en binammen „De
Tsjerne” syn tsjinsten bean, neist syn by-
dragen yn de Provinsiale Parse.
Yn syn jonge jierren soe Douwe Annes
Tamminga üt Winsum by it timmerjen.
mar folie ütsicht like der yn it lest fan de
tweintiger jierren net yn aat fak to sitten.
In bytsje wurk en in skeamel deihier. As
jonge fan tweintich gie hy jit to learen
foar ünderwizer, in dreech stik tusken
dat jonge guod, mar hy sette troch en
reis en dyamant.
Hy skriuwt syn ferzen net, hy beitelt se
as yn marmer, syn wurden hawwe in seld-
sum koloryt, in great plastysk formogen
en in sterk, eigen rytme. De klankenryk-
dom fan syn poezij is wünderlik, syn
wurdkar forrassend en.ryk. Hy bihearsket
de tael as in geniael fakman, hy priuwt
de wurden en stalt se sa, as in foreale
man syn kunstskatten ütspraet foar syn
ütforkarde.
Tamminga dichtet net maklik en flot lyk
as Fedde Schurer, hy bernet swier, hy
draecht lang, hy kin it net maklik los-
litte. Hy liket yn dizzen op Ulbe van
Houten. Hy stelt hege easken oan syn
wurk, mar as is dan ek klear komt, is it
goudmidswurk, hwat jo om en om draeije,
le
omdat it sa ivige moai is. It is muzyk,
polyfone muzyk, dy’t alle stimmingen en
fielen oer jin hinne jit, dy’t sonoar en
sterk, driigjend moanjend, sjongend en
lüsterjend, flaikjend en troaikjend ta jin
komt en gjin register fan it hert ünbi-
ruorre lit. Lit Tamminga syn eigen ferzen
léze, hy hat yn dizzen alles mei, stal,
stimme en foardracht en jo hearre it ryk-
ste, klinkendste, nobelste stael fan Frys
lans tael.
i nou op it stêdhüs, hwert
hy sa mannich kear in oare priiswinner
eare en hulde brocht troch syn bydragen,
de Gysbert-Japikspriis oanbean wurde sil,
is üs in echte freugde. It sil jit mear as
oars aeifol wurde yn de riedseale, hwant
syn plak yn it hert fan Fryslans soannen
en dochters is in apart plak. Hy is har
troubadour, dy’t mei syn balladen yn elts
fan de trijehündert en tweintich doarpen
en gehuchten de herten lutsen hat nei de
Wyle merk om 'e Luts, nei it Hüs mei
it dübele dak to Riis, nei it neakene fin-
zenisplein fan Saint Lazare, nei Starum
en Warns, nei Skylge en Sylt, nei al dy
plakken, hwer't de histoarje fan it Frieze-
ne folk trochklinke sil salang de wyn fan
de wolken waeit.
Boalsert sil jit meat as oare jierren dy
deis gastfrouwe wêze meije fan Fryslans
kulturele eallju. Wy hoopje dat it in tref-
like, weardige dei wurde mei. Douwe An
nes Tamminga hat dit grif oan syn folk
fortsjinne.
to hawwen, hwer t hy gans underlining g„n wurj, njmt: ta, hy bliuwt fêst leraer
opdie fan it folkshegeskoallewurk, kaem - -
hy hjir wer werom en foun in positive
taek yn it wurk under de wurkleazen to
Ede en Elfbergen. Yn de oarlochsjierren
sette er him to wen jen yn Ljouwert en
troude mei de suster fan Jan Piebenga, de
tsjintwurdige haedredakteur fan de Ljou-
werter Krante, destiids haed fan de skoal-
yn Aldegea.
By de oprjochting fan de Snitser Ryks-
lanbouwinterskoalle yn 1941 wie de ear
ste direkteur: Ir. Hein van der Molen
drok dwaende om de nije skoalle mear as
eartiids wenst wie, tsjinstber to meitsjen Tamminga is neist Fedde Schure de Frys-
oan de foarming fan de fryske boeren.
het belastingstelsel, dat bijv, in Frank-*Hy helle yn 1943 Douwe Tamminga by yn it Fryske folk. Alhoewol syn oeuvre
Door elkaar loten kaatspartij te Huins.
Deelname 29 parturen, le prijs: E. v. d.
Schoot, Franeker, H. Hannema te Huins,
K. Hibma te Franeker. 2e prijs: A. en Sj.
de Jong, Marsum, A. Hempenius, Hij-
laard. 3e prijs: W. IJkema, Oosterend,
H. Wytsma, Roordahuizum, S. de Haan,
Franeker.
de Fryske Akadeemje wei en joech him
de algemien foarmjende fakken, hwerby
Fryske tael en sjongen, yn hannen.
Yn it skoaljier 1943/44, doe’t de „land
stand” üs skoalle hjir yn Boalsert twong hweryn de Fryske Tael flonkert as pea-
Hindeloopen, een typisch plaatsje aan het
Ijsselmeer, mooi, merkwaardig en vrij
stil, was eens een Hanzekoopstad aan de
Zuiderzee. Aan deze Friese plaats bekend
door haar meubelindustrie en haar kal
koenenteelt, zal de streekuitzending van
de VARA gewijd zijn op zaterdagmiddag
17 augustus. Henk van Stipriaan stelde
dit programma samen.
it nije fak ek net folie aventuer. It wie
de tiid fan de kwekelingen mei akte, wol
wurkje mar gjin bileaning en sa like it
yn de opgong fan syn libben net botte
fleurich.
Nei in pear jier yn Denemarken tahalden