DE LEESZAAL TE BOLSWARD GAAT BINNENKORT VERHUIZEN roar e 53e JAARGANG DINSDAG 12 NOVEMBER 1957 STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND te Bolsward Van Gouden filmpjes Fan de Martinytoer J. S. Voetgangers let op ..Ons Gebouw** naar voormalige Kleuterschool Ti. tfe J. H. Oan de Beringsé Resultaten vraagonderzoek tentoonstelling „Vijf eeuwen Friese schilderkunst” us hjoed p p to sizzen No. 88 Bolswards Nieuwsblad Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo 20 19 it 17 15 14 13 30 21 21 2e week nou. 1907 foar dizze hoeke in bilang- ’T ARK JIMMEROAN OPSKERPJEND wei en Vrijdag 8 november vierde de voormalige Siamese tweeling Folk je Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededeli, gen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie Prakkesearje is de kunst, sei it frommis, doe naeide se de lape neist it gat. Enkele jongemannen uit Witmarsum trok ken naar Duitsland om hier bieten te rooien, maar keerden terug, daar het toegezegde loon niet werd uitbetaald. Ook stond hen de duitse leefwijze niet aan. De Ijsclub Bolsward telt reeds 200 leden. De club zal toetreden tot de Friese Ijsbond. Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OS1NGA N.V., Bolsward Administratie- en Redactie-adres; Marktstraat 13 Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335 (K 5157) Nog het volgende ter illustratie: in 1932 bedroeg het aantal uitleningen 10270. De oorlogsjaren waren evenals voor alle culturele instellingen in ons land, zeer moeilijk. Gelukkig kwam men zonder kleerscheu ren door de moeilijkheden heen. De Districtscommandant der Rijkspolitie te Leeuwarden vestigt er de aandach op, dat sedert mei 1957 de navolgende bepalingen betreffende voetgangers van kracht zijn ge worden: Voetgangers zijn verplicht, zowel bij dag 14 13 12 10 10 10 Hja koene elkoar al mannich jier Buten wie net sa'n soad fortier Dochs binne der frjemde manlju komd En hawwe 't hountsje doe meinomd. It jild ha hja op 'e tafel lein En der in wurdtsje noch by sein: Jou houn dy hat hwat oer him, ja Dér komt in oaren net oan ta. It hountsje wie al hiel to'nein En kaem dan ek net iens oerein De aide baes helle gou de flesse Wodka soed er dochs wol léste. Dér seach er syn eigen hountsje It wie in wünder, nou sje-dêr De falskerm, dér njonken hinne Lei to blinken yn 'e winter-sinne. Abonnementsprijs f 1 90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 21 st. 17 13 ■I I It hountsje die de eagen iepen Hy hie nou ek al tiden sliepen Jonge, hwa seach er dér? Syn Side baes, dér wie er wer. 't Waer feest, dér yn 'e aide klinte It wersjen die wol tige rinte Hja dronken wodka en gjin thé Dér earne oan de BeriAgsé. Te Rotterdam werd door de kantonrechter een vrouw voor de 25e keer veroordeeld tot en Tjitskë de Vries hun vierde verjaardag. Dit is een heel belangrijke dag voor de tweeling, want ze zullen nu de kleuterschool gaan bezoeken. Op de foto: De tweeling met verjaarsstrikken in het haar genieten van een kopje thee. Pioniers. Voor vele oud-Bolswarders is het wel licht interessant de namen te lezen van een aantal personen, welke zich beijverd hebben voor de totstandkoming van de Leeszaal in onze stad. Wij lezen in de notulen o.m. de volgende namen. Mr. Dr. N. Hofstee, Mej. H. H. op ’t Holt, H. Beekhuis, P. Schmidt, U. de Boer, Th. Forman, D. de Boer, K. Nawijn, A. Pannekoek Loois, D. IJpma, H. Eisma, allen te Bolsward en E. ten Hoeve te Burgwerd. Het is niet de bedoeling van dit over zicht om al de namen te noemen van de mannen en vrouwen, die zich in de loop der jaren voor de leeszaal op de een of andere wijze verdienstelijk heb ben gemaakt. Zoals reeds opgemerkt was het eigen boekenbezit, in dat eerste jaar 80 ban den. Dit bezit groeide de eerste jaren langzaam doch bestadig, mede door de financiële steun die werd ondervonden van verschillende zijden. De gemeente gaf enige subsidie aan de jonge vereniging, het St. Anthony Gast huis gaf jaren achtereen een flinke bij drage. Ook de andere instellingen, zo als het Weeshuis en de H. Nannesstich- ting gaven blijk van hun belangstelling. Zelfs gaven enkele industrieën finan ciële steun. Het gevolg van een en ander was, dat het bestuur het boekenbezit gestadig kon uitbreiden. Zo lezen wij in het tien de jaarverslag, dat het eigen bezit was gestegen tot 2701 banden. Voorwaar een mooie vooruitgang. In datzelfde verslag lezen wij, dat op de leestafel 25 periodieken ter inzage liggen. Hieruit blijkt, dat het toenmalige be stuur dilligent was in het nastreven van het doel van de leeszaalhet verschaffen van goede verantwoorde lectuur. Daarnaast werd ook ernstig gebouwd aan de naslagbibliotheek, studiewerken, woordenboeken, encyclopaedieën, wet boeken, vaklitteratuur etc. Het aantal bezoekers steeg verheugend. Zo lezen wij in een der jaarverslagen: Opkomst Leeszaalwezen. In de twintiger jaren van onze eeuw vXis er allerwege een enorme belangstel ling merkbaar voor het leeszaalwezen. Reeds jaren te voren in Amerika en Engeland tot grote bloei gekomen, werd pas in het laatste van de vorige eeuw de eerste van deze soort instellingen in ons land geopend te Utrecht. In 1908 waren ér nog slechts 11 lees zalen in ons land, welk aantal in 1920 was gestegen tot 60, Wel een bewijs, dat in de twintiger jaren het leeszaalwezen bezig was Nederland stormenderhand te veroveren. Vanwaar deze voorspoedige groei? Wij nemen het antwoord over wat in ■die tijd op deze vraag gegeven werd door een van de promotors van het lees zaalwezen in Friesland, n.l. Dr. L. Hertz berger, arts te Sneek; „Omdat de Openbare Leeszaal en Bibliotheek noodzakelijk is gewor den. De invoering van de Leer plichtwet, de verbetering van het onderwijs, de toenemende bevol king, de hogere burger-, mulo- en dergelijke scholen, de ontwikke ling der vakscholen, dit alles heeft gemaakt, dat een groot deel der jongelui de maatschappelijke zelf standigheid nadert en aanvangt met een goede vóórontwikkeling en wat hiervan evenveel, zo niet van meer belang is met een inzicht in de grote waarde van kennis en van het voortdu rend vermeerderen vaft kennis in de strijd om het bestaan.” Het spreekt vanzelf, dat een instituut, dat allerwege zo in het teken van de algemene belangstelling stond (het rljks- subsidie bedroeg in 1920 al f 250.000) Bolsward niet onverschillig zou laten. Na de oorlog. Na de oorlog werd getracht de vereni ging tot verdere ontwikkeling te bren gen. Voortdurende geldnood was echter noodzark dt de groei veel minder snel ging dan het bestuur wenste. Dit verschijnsel was mede oorzaak, dat tot voor enkele jaren geen deskundig personeel kon worden aangetrokken. Hierin kwam grondige wijziging sedert de Gemeente haar subsidiepolitiek zo danig wijzigde, dat ook het rijk, dat tot 1955 geen subsidie had verleend In 1956 overging tot het subsidiëren van de ver eniging. Door deze verbetering kon een gediplo meerde assistente in dienst worden ge nomen, zodat mejuffrouw Van Balen nu samen met de heer Couperus het werk doet en het bestuur tot zijn vreugde weer een stap dichter is genaderd tot 't uiteindelijk doel: in Bolsward een vol ledig door het Rijk erkende Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Sedert de onderwijsinrichtingen in Bols ward zo zijn uitgebreid, kan Bolsward niet met minder toe. Een nieuw onderdak. En nu zal binnenkort een door het be stuur lang gekoesterde wens in vervul ling gaan. Door de zeer gewaardeerde medewer king van de Spaarbank Bolsward zal de Leeszaal straks een grotere huisvesting krijgen in de voormalige kleuterschool aan de Jongemastraat, hoek Kerkstraat. Dan zal het mogelijk zijn aan de Lees zaal inderdaad het karakter te geven van een Openbare Leeszaal en Biblio theek. Dat deze verhuizing moge geven aan het bestuur wat men ervan verwacht: een steeds grotere toeloop naar de lees zaal en een voortdurende uitbreiding van de belangstelling van het publiek van Bolsward en omgeving. Tijdens de in de zomer van 1957 in het stadhuis te Bolsward ge houden tentoonstelling „Vijf eeuwen Friese schilderkunst” werd de bezoekers gevraagd kenbaar te maken, welke uitingen van beeldende kunst bij hen het meest in de smaak waren gevallen. Van de ruim 4500 bezoekers die de expositie bezochten, hebben slechts 329 het formulier ingevuld. Behalve het uitspreken van een oordeel over het geëxposeerde werk, werd de bezoekers ook gevraagd eventuele op- of aanmerkingen te vermelden. De meeste formulieren zijn wat dat betreft blanco gebleven. ’t Bist, wurdt aenst oeral neamd Foar ’n doel, dér ha jo noch nea fan dreamd, Aenst wurdt er oer jo hinne sketten Sa is troch üs regear bisletten. en De Jong’s Nieuwsblad Ook te Bolsward Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken, dat op 8 juni 1921 een 40-tal personen in „de Doele’” bijeen kwamen om de mogelijkheid tot oprichting van een Leeszaal te bespreken. In die ver gadering werd een commissie benoemd om de zaak te onderzoeken en hoewel er vele moeilijkheden waren te overwin nen, kon reeds een half jaar later op 2 januari 1922 de Leeszaal officieel ge opend worden in het lokaal, waarin zij thans nog is gevestigd. Het zou interessant zijn de geschiedenis uitvoerig te schetsen, maar wij zouden te veel ruimte vragen en zullen daarom volstaan met enkele bijzonderheden te vermelden. In het eerste jaar van haar bestaan werden door de leeszaal 4612 boeken uitgeleend, voor het overgrote deel uit de bibliotheek van Sneek, waarmede in de eerste jaren nauw werd samenge werkt. Ter illustratie diene, dat eigen bezit in dat jaar bestond uit 80 (tachtig). It hountsje lei dér njonken him 't Wie mar in lytse ysegrim In poalhountsje, net sa great fan stik Mar mei in tige skerpe blik. Te Makkum en Arum bestonden reeds ge heelonthouders verenigingen. Thans is er ook een opgericht te Pingjum met 40 leden, meest jongelingen en jongedochters. Bovenstaande mededeling, die allereerst voor bestuur en leden van de Leeszaal een reden tot verheugenis is, zal, gezien het grote nut van bedoelde instelling voor alle lagen van de bevolking van stad en omgeving grote belangstelling wekken. Sedert mensenheugenis is de Leeszaal' in de bovenzaal van „Ons Gebouw” gevestigd geweest. De ouderen weten evenwel nog van een tijd, dat zij er niet was. Het is daarom niet oninteressant iets van haar geschiedenis te vertellen. Japanners bezochten onder leiding van boer Kuperus uit Marssum verschillende veehou ders te Hichtum en deden er aankopen van vee. De dieren mochten geen tuberculose hebben. münsternimmen en forstjüren. In bryfkaert- sje nei dat adres is de maklikste wei om der alles oan e weet to kommen. Grounündersyk is winlik net mear to mis sen foar in tüke boer. Hwant hjirtroch komt er dingen to witten, dy’t hy lans de prak- tyske wei sa nea fine kin. Dingen, dy't ün- misber binne foar krekte en sunige bimesting Ik siz mei sin: ek foar sunige bimesting. Hwant men moat bileaven net tinke, dat it grounündersyk in ding is, dat yn de measte gefallen in djüre bimesting adviseart Né, it giet om in krekte bimesting en it docht like faek bliken, dat men mei minder as dat men mei mear kunstmest foardiel bihelje kin. It earste, hwat it grounündersyk leart is Üe gearstalling fan 'e groun. En as ik nou de tsientallen analyses üt dizze hoeke ris neist elkoar liz, dan rint dy gearstalling frijhwat ütinoar, sünder dat men sizze kin, hwer't dat oan lelt. It komt gauweris foar, dat by deselde boer gans forskaet fan groun is, sünder dat men dit tofoaren forwachtsje koe. Dit diel fan it ündersyk leart üs, hoe- folle klaei, hoefolle san en hoefolle humus de groun bifettet. Dermei hat men dan in bitroubere kennis fan de swierte fan 'e groun. It hjit hjir allegear swiere klaei mar neist perselen mei 60% klaei en heger, binne hjir gjin 10 kilometer óf ek perselen mei 12 en 13% klaei en mear as 80 san. Elke kear forrast my de ütslach fan dy analyses op dit punt en de boeren net minder. Winlik is it wol hwat frjemd, dat der boeren binne, dy't oer sokke bilang- ryke punten fan har eigen lan net op 'e hichte binne. It humus gehalte fan de greide kin ek maklik fan 10 oant 20% ütienrinne en ek dit punt hat hiel hwat gefolgen. Mar neist dizze dingen, dy’t al sünt jierren troch it grounündersyk bipaeld waerden, is men de léste jierren folie fierder komd mei it ündersyk fan de bimestingsposysje fan 'e groun. Foarop stiet it ündersyk nei de sürgraed fan 'e groun. Is men dermei op 'e hichte, dan is it ek mooglik de meststoffen to kiezen, dy't it lan it measte goed dogge. By in P.H. leger as seis sil men dêrom tinke moatte, dat de meststoffen de sürgraed omheech bringe. Dit is gauweris it gefal en dan fortsjinje slakkemoal, kalksalpeter, kalkmesstoffen en sa brükt to warden. It soe foar eltse boer to helpen by it jin skoan ding wêze as hy hjirfan op ’e Hoe bilangryk de fragen fan organisatoa- ryske en politike aerd ek wêze meije, foar eltse boer is de earste saek, dat hy in goede bitüfte bidriuwslieder is op syn buorkerij. Né, tsjintwurdich is it buorkjen net mear alles, mar it bliuwt dochs it wichstichste. En de tiden twinge al wer ta in bihear hwertroch op alle ünderdielen soarch en omtinken jown wurdt. Al gans in skoft hie ik hjir ris wize wollen op sa'n ünderdiel, hwerfan it bilang gelokkich hoe langer hoe mear ynsjoen wurdt. Ik bidoel hjir it grounündersyk, sa as dat mei de moderne middels fan tsjintwurdich dien wurde kin. Dit grounündersyk wurdt op in deskundige en forantwurde wize dien troch de Bi- driuwslaboratoria yn Grins, Oosterbeek, Geldrop en Goes. Dit binne de bitroude ynstellings fan de Rykslanbouforljochting en de boereorgani- saesjes en wy wolle hjir de boeren mei klam op wize, dat hja de groun troch dizze en net troch oare ynstansjes ündersykje lit- te. Hwant soks heart perfoarst yn bitroude deskundige en ünpartidige hannen. Foar dizze hoeke is it laboratorium yn Grins dus it adres. En sünt inkele wiken is de hear: H. Rolsma, Learloaiersstrjitte to Makkum oansteld om yn de Süd-Westhoeke de boeren foar to Ijochtsjen en Hja gyngen fuort, it hountsje mei 't Wie foar de aide man in minne dc It wie mar iensum yn syn went Sa hied er 't yn gjin jierren kend. It sil in foech moanne letter wêze: Hy siet yn in boek to lézen Doe hearde hy in hurde smak Der wie hwat fallen op it dak. De aide baes der rimpen üt Hwat seach er dér, by it efterrüt? It like wol in lytse houn Dy't er efter by syn wente foun. In de gevallen dat er wel op- of aan merkingen werden gemaakt, betroffen deze in hoofdzaak de belichting. Men zou daaraan gaarne nog meer zorg zien besteed, hoewel men er terdege van doordrongen was dat dit een grote moei lijkheid was in dit gebouw dat niet lou ter tentoonstellingsruimte is. Overigens werd het stadhuis ten zeerste geroemd en werd de hoop uitgesproken dat men door zou gaan met het inrichten van dergelijke exposities. Uit de opmerkin gen blijkt o.a. ook dat men de beoorde ling gaarne gesplitst had gezien in twee groepen n.l. oude en nieuwe kunst, om dat men het oude en nieuwe niet ver gelijkbaar vond. Tot slot van deze afdeling varia nog de opmerking van een jager. Deze had be zwaar tegen de titel „Stilleven met vlees en hazen” van de zeventiende eeuwse schilder Dorck de Horn. Vol gens deze deskundige waren geen hazen maar konijnen afgebeeld. Door onvolledig invullen vielen 10 for mulieren af. Van de 319 formulieren die onder de loupe werden genomen, bleken er 230 ingevuld te zijn door mannelijke bezoekers; daarvan kwamen er 122 van buiten Friesland. 89 vrouwelijke bezoe kers namen de moeite hun mening ken baar te maken; 33 daarvan woonden niet in Friesland. Doordat werd gevraagd de voorkeur voor 3 werken aan te geven zouden in totaal 957 stemmen moeten zijn uitgebracht, maar doordat niet op elk formulier 3 stukken werden genoemd, komt het aan tal slechts op 883. Op het werk van voor 1900 dat was tentoongesteld, werden 283 stemmen uitgebracht; op het werk uit deze eeuw 600. Met bijna 68 werd dus de voor keur gegeven aan het werk uit deze eeuw. Bovenaan de lijst stond met 92 stemmen „De grootmoeder” van Tj. Bottema. Met 47 stemmen kwam „De grootvader” van dezelfde schilder op de tweede plaats. Tien stemmen en meer kregen verder: „Zuivel” van dr. D. M. Hoogeveen 37 st. „Damesportret van Dick Osinga „Compositie Parijs” van Auke de Vries „Zevenhuisterdijk” van B. van der Horst „Winter Harlingen” van P. H. van Asperen „Hoekje in de tuin” van mej. A. S. Fontein „Kinderkopje” van Marijcke Visser „Duikend meisje” van Tjlpke Visser „Strand Hollum” van B. van der Sloot „Winter - ondergaande zon” van S. Kamminga „Huizen” van Meinte Walta „Dierenvriendschap” van G. Westerman „Koets” van Jac. Rusticus „Elburg” van E. Caspers „Floris” van J. A. Deodatus Opvallend mag het genoemd worden dat „Compositie Parijs” van de jonge schil der Auke de Vries niet speciaal stem men van jongeren kreeg. De 21 stem men, die op dit stuk werden uitgebracht, waren vrij gelijk over de verschillende groepen verdeeld. Van het werk uit vorige eeuwen stond „Leeksterbloem” van Ch. Bisschop met 70 stemmen veruit het hoogst genoteerd. Verder verwierven tien of meer stem men: „Vier mannen om een tafel” van Tj. Eernstman „Marie Louise” van M. Accama „Willem IV” van B. Accama „Portretgroep” pl.m. 1623 toege schreven aan W. de Gaest De 70 stemmen op „Leeksterbloem” wa ren weer verhoudingsgewijze gelijkma tig over de verschillende groepen ver deeld en ook hierop kwamen vrijwel evenveel stemmen van buiten het gewest als uit Friesland. Het enige duidelijke positieve over de smaak van de bezoekers is, dat de waar dering in en buiten Friesland vrij uni form is en dat er weinig onderscheid is tussen man en vrouw, jong en oud. Hwat hat (net wier bard) Der earne oan de Beringsé Dronk in aide man syn thé Hy siet dér noflik yn syn went In oare sté hie hy nea net kend. Voor de betrekking van doodgraver op de algemene begraafplaats te Sneek op een jaarwedde van f 400,meldden zich 42 sol licitanten. Ook voor de omgeving. Een typisch verschijnsel uit de begin periode willen wij niet onvermeld laten. Direct werd bij de oprichting vastge steld, dat men een leeszaal wenste voor Bolsward en omgeving. Ten bewijze daarvan werd reeds in een der eerste jaren iemand uit de omgeving in het bestuur opgenomen. Het tegenwoordige bestuur is zich be wust, dat in dat opzicht nog een ere- pl’cht valt te vervullen. De leeszaal moet ook de omgeving voorzien van goede lectuur. Als Bolsward de naam wil hou den van verzorgingsgebied voor de om geving, kan het in dit opzicht niet ach terblijven. hichte wie en ryk foardiel. Mar it grounündersyk leart üs jit mear. Net oer de bihoefte oan stikstof. Dat is der winlik altyd to min, om’t de stikstof alle jierren wer opbrükt wurdt en der mar in bytsje yn 'e groun oerbliuwt. Mar de bihoefte oan kaly en fosfaet kin wakker ütienrinne. Dizze beide stoffen hawwe bi- nammen ynfloed op de kwaliteit fan it gers. By in goede fosfaettastan kriget men moai fyn gers, mei frijhwat wite klaver en in tichte seadde. En krekt de boeren, dy’t frijhwat stikstof struije moatte der tige om tinke dat it fosfaetgehalte net sakket. Mei kaly is it op de klaei yn it algemien folie better, om't hjir nochal mei jarre pield wurdt en de klaei ek kaly bifettet, mar op de feanachtige groun is dit gauweris folie minder. Nou liket it my mear as dudlik, dat in boer, dy’t syn lan op in krekte en sunige wize bihannelje wol: dy't net to min en net to foie en dy't foaral kunstmest struije wol, it grounündersyk net misse kin. Ik soe to- minsten net witte op hokfoar wize hy dizze needsaeklike dingen oan 'e weet komme kin. En de kosten komme der mear as üt. It Bidriuwslaboratorium hat nou in nije praktyske regeling makke, hwertroch de hiele buorkerij yn de rin fan in jier as fiif, seis ündersocht wurde kin. Men docht dan elts jier ien stik l&n. Dit ündersyk kost f 13.76. Mar as men de hiele pleats dwaen lit troch it oare jier wer in oar stik ünder sykje to litten en sa fierder, kriget men daliks op dizze kosten in koarting fan 15%. Men neamt dit in abonnemint. It münsternimmen seis en it forstjüren sa docht de hear Rolsma of in oare assi sting Dizze kosten wurde net yn rekken brocht. Foar likernöch 11.50 yn it jier is men dus fan alle kosten óf. Nei forrin fan fiif, seis of sawn jier as men de hiele pleats roun west hat, kin men dan seis bipale of men hjir mei trqchgean wol. It is nl. sa, dat men in twadde kear mei in ienfaldiger ündersyk folstean kin, om't de sifers fan klaei en san dochs net foroare binne. Ik soe de boeren mei klam riede wolle om dit moderne middel, hwat nou op sa’n oan- nimlike wize biantwurdt, ek to brüken. De kosten komme der mear as vt. dat doar ik sünder reserve sizze. als bij nacht, gebruik te maken van voet paden; bij afwezigheid van een voetpad, of, indien hiervan door omstandigheden geen gebruik kan worden gemaakt, mogen zij van een rijwielpad gebruik maken; indien een rijwielpad grenst aan een rijbaan, dan is de voetganger verplicht de van de rijbaan afgekeerde uiterste zijde van het rijwielpad te volgen, m.a.w. de verst van de rijbaan gekeerde zijde. Wanneer geen voetpad en evenmin een rij wielpad aanwezig is, of, indien de voet gangers in het gebruik hiervan belemmerd worden, mogen zij van de rijbaan gebruik maken. Indien deze rijbaan verhard is en openstaat voor het verkeer met motorrijtuigen, mogen de voetgangers in de bebouwde kom, zowel uiterst links als uiterst rechts lopen. Indien de rijbaan is gelegen buiten de be bouwde kom, moeten zij lopen op de voor hen uiterste linkerzijde daarvan (zowel bij dag als bij nacht). Indien de weg meerdere rijbanen heeft, moe ten zij lopen op de uiterste linkerzijde van de voor hen linker rijbaan. Tenslotte wordt medegedeld dat onder voetgangers ook worden verstaan personen, die te voet een rijwiel, een invalidewagen, een kinderwa gen, kruiwagen of een dergelijk klein voer tuig voortbewegen. Gelijktijdig wordt nog eens ta.v. wielrijders er ernstig op gewezen, dat deze niet het recht hebben om ten allen tijde met z'n tweeën te rijden. Integendeel. Wielrijders mogen alleen met z’n tweeën rijden wan neer het overige verkeer daardoor niet ge hinderd wordt. Wanneer een automobilist signaal geeft is het verstandig voor wielrijders die met z’n tweeën, op de rijbaan (rijweg) rijden om daar a'Cïft op te slaan, want zeer vaak be tekent dat, dat de automobilist wel gehin derd wordt. Bij mist, tijdens de schemering en bij duis ternis, bij harde wind en tijdens zware regenbuien en vooral ook bij gladheid van de weg is het veiliger om maar niet met z’n tweeën naast elkaar op een rijbaan te rijden, terwijl bovendien de kans groot is, dat het overige vekeer doorlopend gehin derd wordt als men onder dergelijke om standigheden met z’n tweeën op de rijbaan (rijweg) rijdt. Het lijkt verstandig, dat de ouders vooral ook de jeugd (schooljeugd) hier bij herha ling op wijzen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1957 | | pagina 1