Hemelvaartsdag aan clandestiene zenders opgespoord Prinses Wilhelmina schreef „Open Brief” de deelnemers van de a.s. Kerkedagen Iedere week worden er in Friesland Aetherpiraten zijn een gevaar in de moderne samenleving llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Fan de Martinytoer ós hjoed to sizzen Tj. de J. de problemen van deze binnen onszelf” 1 STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND )pspo- Zilveren filmpjes lllllllllllllllillllllillllllllllillllllllllililllll „De oplossing van tijd liggen 54e JAARGANG No. 37 DINSDAG 13 MEI 1958 -0-0-0- „SNELHEIDSMONSTER” UIT DE OUDE TIJD Dit is de jonge Fransman Jackie Pichon, in de tuin van zijn woning in bei Franse Administratie en Redactie Bolswards Nieuwsblad Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward Administratie- en Redactie-adres; Marktstraat IJ Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335 (K 5157) HOKFOAR KANT MOAT DE BOER NOU UT? Abonnementsprijs f 1.90 pet kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededeli. gen dubbe' tarief Handelsadvertenties bij contract reductie ■I folie gong. De melkma- i, de lükers, de trans van de PTT hebben ze een slechte _p 1 zal stilzetten. Bolswards Nieuwsblad Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad Er gaan juli a.s. ’k van De Boaz-bank te Bolsward had blijkens haar jaarverslag over 1932 een goed jaar. 2e week mei 1933 geruchten, dat de KLM op het vliegbedrijf z_l De heer Plesman heeft dit ontkend. Veel boerenboelgoeden in Bolsward en omgeving. De heer A. A. v. Ruien, theol. kandidaat te Apeldoorn heeft het beroep van de Ned. Herv. Gemeente te Kubaard toe gezegd. Beschikbaar de enterstier Hitler. Ver dachte koeien worden geweigerd. R. W. Bangma, Burgwerd. In Twentse textielbedrijven 10% loons verlaging. Massa-ontslag in de mijnen. dienst naam. Dat de bevolking thans evenwel milder met de aetherpiraten, als wel is geweest, vormt een verheu- gen<T verschijnsel. Het is een symptoom van het feit, dat langzamerhand de ge dachte baanbreekt, dat het clandestien zenden toch heus een misdrijf is en dat de straf van Gerrit, die niet meer mocht vissen, toch nog bijzonder clement ge acht moet worden Hwa tiid net brukt De tiid üntglydt, Untflocht, üntdükt, Men wurdt se kwyt. Het clandestien zenden is een soort be smettelijke kwaal. Iedere aetherpiraat, die eraan begint, weet wat hem boven het hoofd hangt, maar desondanks zijn er momenteel nog ongeveer 70 clandestiene zenders in ons land, waarvan omstreeks 40 in het noorden. Er zijn aetherpiraten, die reeds enkele malen werden veroor deeld, doch die kennelijk een zo groot vermaak in de geheimzinnigheid van het clandestien zenden en in de vrees te worden ontdekt, vinden, dat zij zonder hun onverantwoordelijkheid te beseffen, daarmee doorgaan, met alle gevolgen van dien. Hwat hat Qabe Skroar De poging van dr. Colijn een kabinet te vormen, steunend op de 3 rechtse partij en is mislukt. In verband met de a.s. is het dringend gewenst, dat adverten ties en nieuwsberichten één dag eerder, dus WOENSDAGMORGEN in ons bezit zvn. Prinses Wilhelmina schreef een „open brief”. In deze brief richt zij zich tot alle deel nemers aan de aanstaande Kerkedagen en tot alle zoekers naar de Waarheid en allen, die daarvoor open staan. De inhoud van de brief luidt als volgt: De moderne mens kan, in het algemeen gesproken, niet meer Gods antwoord horen en verstaan op onze diepste nood. Hij komt njet verder in zijn streven naar de Waarheid dan tot de buitenkant van ons geestelijk bezit. Het is dringend nodig, dat hij dit antwoord herontdekt en leert beluisteren, opdat hij tot zijn bestemming komt. Hier, wil ik niet tekort doen aan hen, die ook in onze tijd de weg vinden, waar langs zij dit antwoord tot zich kunnen laten spreken. Vanuit mijn hart dank ik God voor deze gelukkigen. Daar staat nu de mens van onze tijd: beroofd, ontnuchterd en beangst temid den van al wat op hem aanstormt. De verbluffend snel op hem afkomende berichten omtrent het wereldgebeuren kunnen hem, onverschillig vanwaar zij komen, niet onberoerd laten. Door het wegvallen van afstanden is elkeen op onze aardbol als het ware zijn buurman geworden. Weggeslagen is de vastheid, waarop hij meende zijn leven en toe komst te kunnen opbouwen! Feitelijk is daarvan niets overgebleven. Bezorgd vraagt hij zich af wat zijn toe komst en die van de samenleving zal zijn, ja, of er wel een toekomst voor hem is weggelegd. Onlangs viel mijn oog op een opsom ming van al wat wankel is geworden of geheel verdwenen is. Het is inderdaad een lange en indrukwekkende lijst. Wij leven in een tijd, die de zekerheden van vorige generaties versplintert. Ik noem hier als voorbeeld de vlucht die de wetenschap en de techniek in onze eeuw genomen hebben, waardoor zij zijn uitgegroeid tot een onpersoonlijke macht die allen bedreigt. De techniek, dje zelfs een schier religieuze heilsver wachting bij velen opriep en oproept is geworden tot een macht, die tallozen tot gedachten aan een naderend verderf brengt. De techniek is thans een kracht geworden, die het mogelijk maakt kwaad te plegen op een weergaloze schaal, ja ooit zoveel verantwoordelijkheidsgevoel jegens hun gezin en de samenleving kun nen opbrengen, dat zij het vage avon tuur van hun gammele zenders er aan ge- ven. Merkwaardig en tekenend is bij dit alles het feit, dat het euvel van het clande stien zenden, voor de oorlog ontstaan in Twente, daar na de oorlog opnieuw de kop heeft opgestoken en dat het zich juist over de zandgronden en via de Veenkoloniën heeft verplaatst naar met name de Friese Wouden. Die Wouden zijn volgens een goed Fries lied mooi zonder weerga. Maar bij de opsporings- op een schaal, die de mens niet meer in zijn macht heeft. God spreekt door rampen. Men speure hierin de nimmei ontbrekende lijn van Zijn ontferming en voortdurende zorg voor ons, die ons richt op en noodzaakt tot zelfkennis en daardoor tot het ont dekken van onze diepste nood. Daar juist ontmoeten wij Hem. Door deze nood heen leert Hij ons, dat alleen het geloof in Hem die vastheid en die kracht geeft om zich door alle tegenslagen heen te slaan, die de mens vergeefs zoekt in de omstandigheden, waarin hij zich be vindt. Zo wil Hij ons terugbrengen naar de bron van alle Waarheid, namelijk naar Gods antwoord op onze diepste nood: de Goddelijke Liefde, de Eeuwige, de Onzienlijke nam onze bestaansvorm aan, werd de zichtbare Openbaring van de onzichtbare God. Hij kwam op onze aarde om Zich in eigen Persoon met ons te verzoenen en onze schuld te delgen als Jezus Christus, door Diens kruisdood en Opstanding. Onze schuld en ellende heeft Hij aange grepen, teneinde er uit voort te doen komen de schoonste, de heerlijkste vrucht voor heden en toekomst, waar door ons bestaan een ander aanzien, ja een ander wezen gekregen heeft, een al gehele transformatie heeft ondergaan, zodat wij weer Zijn beelddragers kun nen zijn. Door dit ontzaglijke gebeuren in de ge schiedenis van het mensdom heeft God Zich aan ons doen kennen als Realist, Die de dingen nuchter ziet zoals zij zijn, ontdaan van hun bedrieglijke schijn en Die in heel Zijn schepping nimmer iets •te klein of te onbeduidend acht voor Zijn aandacht en belangstelling om daaraan richting te geven. Alle dingen ziet Hij en alle dingen staan onder Zijn leiding. De mens van onze tijd scherpe zich de betekenis van dit feit voor hem zelf en de wereld in. De mens heeft echter door zijn eigen weg te gaan een voor hem onoverbrug bare afgrond doen ontstaan tussen God en hem. Hierdoor is de mens zich een onwezenlijke voorstelling gaan maken van een God van verre. Verontrust en neergedrukt door hun schuldbesef kun nen velen maar niet begrijpen, dat God altijd Dezelfde is gebleven in Zijn liefde voor Zijn schepsel en Zijn schepping. Deze werkelijkheid is te groot, te ge weldig dan dat ons beperkste verstand die kan bevatten. Daarvoor is dit te zeer gebonden aan ons aardse bestaan. God wijst echter een ander spoor. Naar onze geestelijke antenne en de fijnbe snaarde zintuigen waarmede Hij het menselijk hart van alle tijden toerust en die, mits wij dit hart steeds opnieuw zuiveren van on-zuiverheden, die het dreigen te overstromen. Zijn boodschap pen kunnen opvangen en verstaan en tot ons bewustzijn laten doordringen, waar door er een levende binding met Chris tus ontstaat. Een contact dat door ver stilling, inkeer en gebed onderhouden en verstevigd moet worden en voert tot een hoger begrijpen van Hem en tot hogere Werkelijkheid. Altijd is Hij voor ons be reikbaar, als het ware Gods adres; wij mogen met al onze vragen en problemen en nood tot Hem komen. Hij zegt zelf: Gij in Mij en Ik in U. Deze korte woorden zeggen alles. In en door Hem gaan wij God beleven als onze Vader. Zij roepen in ons wakker het beeld van de aardse vader en al wat deze vaak over heeft voor zijn kind, niet alleen voor dat wat hem vreugde be reidt, doch juist voor dat waaraan hij zorgen en verdriet beleeft. Wie er ernstig naar streeft zich in te leven in al wat dat vaderschap omvat en voor hem persoonlijk betekent, komt, langs de weg van het hart, nader tot het verstaan van Zijn offer aan het kruis, tot Zijn Liefde die geen grenzen kent. Maar is niet helaas voor velen het Va- der-zijn van God slechts een lege klank geworden, die in het yverkelijke leven alle betekenis mist? „Christus in ons” betekent niet alleen de ontmoeting van de Vader met Zijn kind, doch ook de verbroedering van die kinderen onderling en de liefde voor el kander en de hulpbereidheid, in één woord de familieband om de aardbol heen. Voor God is elk mens, onverschil lig ras en kleur, Zijn kind. Deze reële en ideële eenheid heeft Hij voor ons in De boer fan hjoed de dei sit yn swiere prakkesaesjes, hy stiet it waer net, hy forwachtet mindere tiden. Syn gefoel, syn ynsjoch seit him, dat er nei koarter of langer tiid swier waer op til is. Hy wit wol dat op heden de garansjepriis yn wêzen is, mar hy wit net foar hoe lang. En lang foar’t de Minister mei syn maetregels komme sil, hat mannich boer sines al nomd. By de measten kin dit nou noch en as it tij forrint moat men de beakens forsette. Al jierren lang is hy dêrmei dwaende. Net foar de grap binne der al 60% fan de fêste boerear- beiders by de boer wei. De bidriuws- foroaring is sines, de mofkstallen, porteurs, de nije weinen, de heaslepen, de selswurkjende dongweinen, de opla- ders, ja seis de pick-ups komme hjir en dêr by it moderne boerereau to stean. Alle wiken geane der wer oaren ta oer, it giet hurd yn dat stik fan saken. Foaral de jongere boeren en de boeren mei greate jonges thus, pakke de saken fiks oan. Hja siogge it oankommen, hja witte dat de tiid, dat elk buorkje koe, foarby is of gau foarby wêze sil en dat it nou syn gouden ure is. Syn soarch is syn bi driuw sa yn to riochtsjen, dat hy troch - buorkje kin as de buoi losbrekt. Dizze stille revolüsje kin men yn it hiele lan merkbite, mar net rounom like ful. Ik bin krekt in pear dagen nei it suden west en ha dêr jit dingen sjoen, hwer’t wy hjir al net mear oan tinke. Der roun jit in arbeider mei in foech skoffelma- syntsje troch de biten. Hy naem ien rige tagelyk mei en switte as in hynder, mar syn arbeidsproduktiviteit wie net mear fan üs tiid. Hünderten fan dy bidriuw- kes fan 6 oant 8 H.A. sitte jit mei in heit en in soan. Hja wurkje de hiele stadje Cleres, bezig met een auto uit 1896, die hij heeft gevonden op het terrein van een handelaar in oud ijzer bij hem in de buurt. Vele uren heejt Jackie doorge bracht met het restaureren van het hoogbejaarde vehikel, dat door een vriend van de reeds overleden vroegere Franse autorenner Levassor, wordt gehouden voor de „La Blanche”, waarin Levassor in 1896 de auto-race Parijs-Bordeaux-Parijs heeft gewonnen. Dank zij de grote zorgen van Pichon loopt de oude ,,tuf-tuf”, onder het uistoten van pruttelende geludijes, „als een lier”. De noordelijke athletiekbond zal niet aan de wedstrijd in Wilhelmshafen deel nemen, daar Duitsland als eis had ge steld, dat er geen joden zouden mogen meedoen, nog als begeleider de wedstrijd bij wonen. Bijna iedere week worden er in Friesland clandestiene zenders opge spoord, en in Friesland niet alleen. En met de regelmaat van de klok verschijnen hun eigenaars voor de politierechter, die voortdurend onvoorwaardelijke gevangenisstraffen oplegt en beslist, dat de appa ratuur wordt vernietigd of verbeurdverklaard. Dat is allemaal niet een gevolg van een drang om alles aan banden te leggen, maar dat is een belang van de samenleving. Het clandestien zenden, met een dikwijls gebrekkige zender, is een gevaar. Men hoeft de min of meer liederlijke taal, die dikwijls vooral op zaterdagen en zondagen te ontvangen is op de visserijband en zo en nabij de 180 meter, niet eens mee te rekenen om toch het werk van de aetherpiraten te kun nen veroordelen. Zij ontzien zich dikwijls niet om willens en wetens gebruik te maken van de noodgolf op de visserijband, terwijl daar reddingboten en in nood verkerende schepen juist contact onder houden, of om het radioverkeer van de kustwacht te storen. Dikwijls menen zij ook op een andere golflengte te zenden, zonder te weten, dat hun gebrekkige apparatuur tegelijkertijd op vele andere golfbe- reiken te ontvangen is en storingen veroorzaakt. Dat is de reden, waarom de opsporingsdienst van de P.T.T., de politie en de justitie streng optreden tegen hen, die artikel 71 van het radioreglement overtreden, door een zender te gebruiken zonder machtiging. Het slot van de clandestiene radiografi sche escapades door het luchtruim is al tijd onplezierig, zelfs al moet men soms even lachen, zoals om het geval van Gerrit. Die Gerrit mocht namelijk niet meer vissen van zijn vrouw en dat was een straf voor hem. Weet u, waarom het niet meer mocht? Wel, Gerrit was be trokken geweest bij de uitzendingen van 'n clandestiene zender. Hij had voo’r zijn vrouw Dina de plaat „Ik sta op wacht” laten draaien. En dat was niet alles. Hij had erbij laten zeggen: „En nu een plaat voor Dina, die in het vervolg niet meer zo op haar man moet schelden”. Dat hoorde het hele dorp en Dina was woe dend. Ze werd echter pas goed kwaad, toen de zender werd gesnapt, en uitkwam dat haar man medeplichtig was. Daarom mocht Gerrit niet meer vissen. De politierechter vond die straf trou wens nog niet voldoende en meende, dat Gerrit, ook al was hij alleen maar mede plichtige, ook nog maar een maand moest brommen. De eigenaar van de zender werd tot drie maanden veroor deeld en zijn zender, radiotoestel en grammofoonplaten werden verbeurdver klaard. Wie echter denkt, dat de tientallen vrij zware straffen, die in de loop der jaren zijn uitgedeeld, dermate afschrikwekkend hebben gewerkt, dat er geen clandestiene zenders meer zijn heeft het mis. Nog iedere dag en vooral in de weekends zijn er ettelijke schorre en schreeuwerige zen ders te ontvangen, die muziek a la John ny Jordaan en huilende trompetten door de aether laten janken, tot ergernis van velen en tot vermaak van een slinkend aantal luisteraars en enkele gildebroeders. De programma’s worden omlijst met luidruchtige conversatie, die soms in dronkemansgelal ontaart en in elk geval onlangs door de Leeuwarder politierech ter met het woord „gewauwel” werd ge karakteriseerd. Wanneer de clandestienen elkaar een luisterrapportje vragen, noemen ze el kaar „amateurs”. Dat doen de Paling boer, studio Hoogezand, De zwarte Mustang, De Boswachter, of hoe de clandestienen zich ook maar noemen. Zij zijn evenwel geen amateurs, maar zonder meer piraten. Amateurs, dat zijn de om streeks 1100 enthousiaste radioknoeiers in ons land, die een vergunning van de PTT hebben, die weten waar Abraham de radiografische mosterd haalt en die De heer D. Neuteboom van de O ringsdienst van de PTT is de schrit de aetherpiraten. Maar iedere week weer ontdekt hij .nieuwe clandestiene zenders, die soms op de vreemdste plaatsen ver borgen zijn. „Kijk nu hier eens, wat een gammel ding. Daar wordt nou de aether mee bedorven,” zegt hij dikwijls, terwijl hij zo’n zender laat zien. een zender hebben of kunnen bouwen, die aan zeer redelijke eisen voldoet. Die kennis en die zenders hebben de clandestienen niet. Ze hebben er trou wens weinig behoefte aan en zijn al lang blij, wanneer het apparaat werkt. Hoe het werkt weten ze helemaal niet. Soms bouwen ze hun zender zelf met oude onderdelen en volgens een slecht sche ma. Soms hebben ze hulp van niet-bona- *fide radiohahdelaren. Zeer dikwijls gaat het bedrijf van de aetherpiraten ten koste van hun gezin nen. De radio en grammofoon, die zij nodig hebben, zijn niet zelden op afbe taling gekocht en nog niet eens betaald, wanneer de opsporingsdiens al toegesla gen heeft. De rest wordt dikwijls aan geschaft van de kinderbijslag, die echter niet toereikend is om er een goede zen der van te bouwen, die niet als gevolg sopjair js van wisselende plaatspanningen op wis- jle(. a| selende golflengten werkt, die niet de gen/verscl noodgolf en het radioverkeer van vlieg- °an jle(. £e| tuigen en kustwacht stoort. Het is allemaal voor de oorlog in Twente begonnen, bij een meneer, die munt sloeg uit het feit, dat Hilversum in Twente zo slecht te ontvangen was. Hij bouwde een zender en draaide platen voor een gulden per stuk. Zijn voor beeld werd door Velen gevolgd. Maar, wie toen gesnapt werd, kreeg alleen maar een geldboete omdat hij zich aan j een overtreding schuldig had gemaakt. Nu evenwel zoveel in de samenleving, anders dan toen, afhangt van het radio verkeer, nu is het clandestien zenden een misdrijf. De aetherpiraten trekken zich er weinig van aan. Het kan hen blijkbaar weinig schelen, dat Leeuwarden al eenmaal aan j een ramp is ontkomen, toen een straal jager bij slecht zicht een landing op zijn instrumenten moest maken en de radio verbinding tussen toestel en vliegbasis werd gestoord door een clandestiene zender. Het kan hem ook niet schelen dat reddingswerk op zee regelmatig wordt gestoord door hun activiteiten en het is sterk de vraag of de aetherpiraten wike op har bidriuwke, mei in stikman- nich kij, in hoeke rogge, hwat hjouwer, in stik biten, in hoeke jirapels, in pear hokken mei bargen en in pear hündert hinnen. Dizze lju ha gjin earmoede op it heden, hja libje sunich, hja ite fan har eigen foar in great part en freegje net folie fan it libben. Mar alles moat mei de hannen dien wurde, foar masines is it bidriuwke tó lyts. Sadwaende ha hja it ek meastentiids drok. It molkjild der driuwe hja op, mar it is amper heech genóch. As der in fal yn komt, sit de boel fêst en is der gjin oplossing. Sok ken binne der tuzenen yn üs lan en it wurdt my bang om it hert as ik der oan tink. Hwant ik frees mei greate freze, dat dit type bidriuw de stoarm net troch- stean sil. De man, dy’t troch in forant- wurde mechanisaesje syn bidriuw ster ker meitsje kin, docht forstannich der net mei to wachtsjen. Hy kin it mooglik nou jit dwaen. Hy kin it earste learjild nou noch bi- telje, hy kin nou noch fan in goede m.olkpriis profitearje. Hoe lang jit, dat wit gjinien. Ik hoopje jit hiel hwat jier ren, mar it kinne ek moannen wêze. Hwa sil dat sizze? En de boer, dy’t it roer omsmyt, kriget der nea gjin spyt fan. Hwant fait it ta, dan is it foardiel alhiel oan syn kant en kin hy it nije materiael fiks ófskriuwe. Dat is dan mar wer oan ’e kant. Boppedat kin mannich boer syn bilês- tings dêrtroch aerdich minderje en bi- tellet de Steat op sa’n wize ek in diel. Mar dy’t wachtet oant it moatten is, mist dat al legear en sil dan fakentiids alhiel de bocht net mear nimme kinne. Dêrom is it tige oan to rieden seis ris goed nei to gean boe t men de kostprijs fan de molke leger bringe kin. Der binne langer foarbylden genóch fan boeren, dy’t dêr- yn hiel hwat presteard hawwe. En nei myn miening komt it dochs. De jonge- rein wol dy kant wol üt en mannich soan soe grach hwat oars wolle as heit mar mei woe. Elk bliuwt frij yn eigen saken fansels, mar ik hald it mei dy boeren, dy’t troch in forstannige mechanisaesje harren pleats en bidriuw, har hüshalding en ta- Komst sterker meitsje omt hja ynsjogge, dat hoe’t de tiden ek rinne sille, de takomst wêze sil oan it moderne, ratio nele bidriuw. En yn dat opsicht hat de Fryske greidboer jit bilangrike mooglik- heden. Mei it groeisume waer fan de léste wike flucht it gers de groun üt. De kij kinne wer yn it lan en de molke sil de kom- mende wiken by tuzenen fan kilo’s nei de fabriken brocht wurde. In lan dat oerfloeit fan molke, it aldtestamentysk byld fan de rykste seine, dy’t in folk ha koe. Mar wy seagen al yn de léste beide artikels, dat soks yn üs dagen bitsjut in driigjend gefaer, hwer’t de suvelminsken en de Minister de holle oer brekke. Hwat kant moatte hi a it ütstjüre: kostpriisfor- leging of proauksjebiperking, der giet it by harren om, al nei gelang har visy op de ekonomyske üntwikkeling fan de wrald. Foar de boer leit dit fraechstik dochs wer oars. Fan him kin men net fergje, dat hy syh bidriuw rjuchtsje sil nei de wraldekonomy. Dêrfoar mist hy alhiel I de needsaeklike dokumentaesje en it yn- I sjoch yn de wraldekonomy. Hy stiet op in hiel oar plak en hat ek in hiel oare opdracht. Gjin regearing moat miene, dat de boer yn dizze komplisearre wrald seis de wei fine kin nei in bidriuwsbi- hear, dat in ein meitsje sil oan de minne situaesjp. Dat kin hy nel en dat is syn taek ek net. De boer moat fan jier ta jier syn eigen bidriuw sa regelje, dat dêr de measte winst en by need it minste forlies fan komt. Dat is syn opdracht. Mar hy moat dat ek sa dwaen, dat de middels, dy’t hy dêrby brükt gjin skea dogge oan de minsklike kant fan syn bidriuw. Hy seis, syn hüshalding, syn arbeiders, feinten en fammen meije dêrfan net de dupe wurde. Al heart it hwat gewichtich, dochs is it wier, de boer moat like goed it soasiale as it ekonomyske foar eagen halde. Ja, hy moat derby ek de eagen goed iepen halde foar syn takomst en de takomst fan syn bern en boaden. Ek it boerébi- driuw moat in goed bidriuw bliuwe foar harren, dy’t der diel fan ütmeitsje. It ekonomyske, de direkte fortsjinst, is in bilangryk ding. Dêrsünder giet it net botte lang goed, mar oan de oare kant mei men ek net forjitte, dat dit net it iennichste en seis net it wichtichste is. Foar alles moat it bidriuwsbihear minsk- lik bliuwe. Spoedeisende raadsvergadering in Won- seradeel. O.a. wordt voorgesteld verla ging van de huur bij gemeentewoningen. fêll u 1 .<>1 l ■k:-’ 8

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1958 | | pagina 1