1
I
belangrijk onderdeel van Friese cultuur
Friese boekenweek: manifestatie voor
Het kabinet mag niet mopperen over de
algemene politieke beschouwingen
Qabe Skroar
üs hjoed
Fan de Martinytoer
Tj. de J.
11
Première van Fries toneelstuk zal bijdrage
leveren tot stijlvolle opening
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
to sizzen
Dodelijk ongeval
te Nijland
Gouden filmpjes
Motie van Mr. Burner over Nieuw-Guinea
vond geen steun bij andere fracties
v-i
Mt
DINSDAG 7 OKTOBER 1958
54e JAARGANG
No. 78
Hwat haf
Oarmans boeken binne tsjuster to lézen.
HACHELIJKE ONDERNEMING EIST ACHT LEVENS
Wittenskip
Nieuw Guinea.
Er was slechts één punt dat in dit de-
Verscbijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres;
Marktstraat 15
Telefoon 451 - Na 18.50 uur 505 of 555
(K 5157)
In Londen wees de thermometer 80 gr.
in de schaduw. Velen worden ziek van
de warmte of sterven er zelfs aan.
DE ARBEIDSPRODUKTIVITEIT
ÏN DE LANBOU
Abonnementsprijs I 1 90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelu gen dubbe1 tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
PIETER TERPSTRA
.een van de meest produktieve
Friese schrijvers.
Groeneveld en Piter Terpstra kan gezien
worden als een eerste stap op de weg en
de openingsavond van de boekenweek
meer gehalte te geven, waarbij dan te
vens de kans wordt benut en het beste
werk van Friese toneelschrijvers in de
belangstelling te plaatsen. Het is name
lijk de bedoeling om ieder jaar op de
boekenavond een première van een Fries
toneelstuk te geven.
De verschijning van de Friese encyclo
pedie bij Elsevier te Amsterdam, is de
verheugende uitkomst van veler activi
teit, gebundeld door de Fryske Akedemy.
Onder hoofdredactie van prof. dr. J. H.
Brouwer en met een redactieraad be
staande uit ds. J. J. Raima, dr. W. Kok
en M. Wiegersma, is een naslagwerk van
ruim achthonderd pagina’s ontstaan,
waarin alle feiten over en facetten van
Friesland terug te vinden zijn. Talrijke
deskundigen schreven artikelen over vele
onderwerpen als flora, fauna, geologie,
de Friese taal, en letterkunde, ’t Fries
recht, waterstaat, handel, verkeer, ker
kelijk leven en vele andere artikelen,
die samen een lijvig compendium vor
men. Deze eerste gewestelijke encyclo
pedie in ons land, zal dus officieel aan
de eerste burger in ons gewest worden
overhandigd.
De Friese uitgever timmerde tot nu toe
waf; minder aan de weg, maar gaat in
samenwerking met de boekhandel ook
De Friese boekenweek die wordt ge
opend, nadat in het raadhuis te Bols
ward de dr. Joost Halbertsmaprijs zal
zijn uitgereikt aan de heer H. Halbert-
sma uit Amersfoort, voor zijn publicaties
over oudheidkundige vondsten in Fries
land, krijgt dit jaar niet alleen meer
karakter door de première van een oor
spronkelijk Fries toneelstuk, die bij de
opening wordt gegeven, maar ook meer
glans, door het verschijnen van de Frie
se encyclopedie, waarvan een dag later
het eerste exemplaar officieel aan de
commissaris der Koningin, mr. H. P.
Lindhorst Homan, zal worden uitgereikt.
De eerste uitvoering van het toneelstuk
„Kügels yn de snie-orkaen”, van Hein
In de afgelopen jaren zijn buiten Friesland en zelfs binnen de gren
zen van dit gewest, heel wat stemmen verstomd, die het bestaan
van een Friese literatuur zonder meer naar het rijk der zotheid
verwezen. Twijfelaars van vandaag de dag kunnen wellicht uit de
onzekerheid raken door de Fryske Skriftekenisse van J. Piebenga
op te slaan en daaruit lering te trekken, dat de Friese literatuur niet
van vandaag of gisteren is. De Friese boekenweek, die op 10 okt. in
Bolsward wordt geopend en dit jaar voor de zestiendemaal wordt
gehouden, is een bewijs van de bloei van die literatuur, want zonder
dat geregeld nieuwe uitgaven verschijnen, behoeft men geen boeken
week te organiseren, teneinde het boek bij grote lagen van de bevol
king nog populairder te maken en de plaats te geven, die ’t verdient.
wer” van S. Lautenbach en het derde
deel van de trilogy van D. Weening
Meijer onder de titel „Rjocht Paden”.
En deze opsomming is nog niet helemaal
volledig. We noemden nog niet „De grize
oer de grouwe”, de bundel spookverha
len van dr. Y. Poortinga, Marten Sikke-
ma en G. Jonkman en bijvoorbeeld „Dü-
bele hael”, de bekroonde werken van de
Rely Jorritsma-prijsvraag. En intussen
wordt er al weer gewerkt aan nieuwe
uitgaven. Dit alles maakt, dat de boe>-
kenweek 1958 geen slag in de lucht is
en meer nog dan anders, de aandacht
verdient.
EELTSJE HALBERTSMA,
een der 3 gebroeders Halbertsma
de schrijvers van „Rimen en
Teltsjes”.
Bolswards Nieuwsblai
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
ale problemen. De heren Burger, Rom
me, Tilanus en Bruins Slot waren het
beslist niet eens met de liberale fractie
leider, Prof. Oud, die een nieuwe grond
wet had ontworpen: De Koning is on
schendbaar, de S.E.R. is verantwoorde
lijk. „Indien gij niet kunt regeren, leg
uw taak dan neer”, zo riep de heer Oud
In Amerika is een wijziging voorgesteld
in de huwelijkswet, waarbij ontbinding
van 't huwelijk mogelijk wordt gemaakt,
indien kan worden aangetoond, dat een
vrouw haar man heeft verkregen door
middel van toepassing der moderne kok-
keterie. Onder deze kunstgrepen worden
o.a. verstaan: verfpoeder, parfumerie,
valse tanden, vals haar, fijn linnen kou
sen, hoge hakken en doorzichtige blou
ses.
SCHOLIER UIT BOLSWARD
OVERREDEN
Gistermorgen is op de wel wat smalle,
maar overigens rechte en overzichtelijke
z.g. „oude Snekerweg” tussen Nijland
en het „witte hek” een tragisch ongeval
gebeurd, waarbij de 13-jarige Petrus
Couperus van Bolsward, enigst zoontje
van fam. Johs. Couperus helaas het leven
moest laten.
Petrus op weg naar een middelbare
school te Sneek, fietste in een groep
scholieren, die twee aan twee reden.
Juist op het moment, dat hen een zware
vrachtwagen (melkauto) passeerde, ge
raakte de knaap ongelukkigerwijs met
zijn voorwiel tegen het achterspatbord
van de voor hem fietsende mede-leerling,
waardoor hij kwam te vallen. Zijn hoofd
kwam juist voor de dubbele achterwielen
van de vrachtwagen terecht.
De gevolgen waren ontzettend. Het
hoofd werd overreden en totaal verbrij
zeld. De knaap was op slag dood.
De chauffeur, die reeds naar rechts was
uitgeweken, treft volgens ooggetuigen
geen enkele schuld.
Dit ongeval met zo tragische afloop zij
een ernstige waarschuwing aan de jonge
lui die veelal groepsgewijs naar Sneek
fietsen. Niet alleen is het meer dan 2
personen naast elkaar fietsen (zoals
meermalen gebeurt) levensgevaarlijk,
ook dient men als men achter elkaar
fietst, afstand te houden.
Het medeleven met de zo diep getroffen
fam. Couperus is groot.
Zondagmorgen ontdekte de landbouwer
T. Kr. te Wolsum, dat bij hem een stuk
spek, wegende ongeveer 30 kilo was ge
stolen. De politie wist de dader op te
sporen te Tierkwerd. Liet spek werd van
onder het beddegoed te voorschijn ge
haald. De dader is gevankelijk naar
Leeuwarden gevoerd.
meer doen om de belangstelling voor ’t
Friese boek te vergroten. Zo zal er een
catalogus worden verspreid in een op
lage van 20.000 exemplaren, met niet
minder dan 315 titels van Friese boeken,
die thans in voorraad zijn. Daar zullen
verscheidene nieuwe titels bij staan,
want niet alleen net voor de boekenweek
is de Friese uitgeverij actief, maar het
gehele jaar door. De Friese boeken, die
dit jaar zijn verschenen, vormen een res
pectabele stapel. Een uitermate verheu
gend feit is, dat er enkele herdrukken
zullen verschijnen, onder meer van Ypk
van der Fear’s „Ta him dyn bigearte”
en „Tutte mei de linten” van Diet Hu
ber. Een bewijs, dat Abe Brouwer in
Diever niet op zijn lauweren rust, is de
verschijning van het eerste deel van een
trilogie Springtij, onder de titel „De
ramp”.
Voorts verschijnt er een gedichtenbundel
van Tj. Piebenga, een prentenboek „Sip”
van Martha Wadman en een herdruk van
het tweede deel van „De Gouden Tried”.
Pieter Terpstra is momenteel een van
de meest produktieve auteurs in Fries
land. Niet alleen verschijnt zijn roman
„De einder is te ver” nu onder de
titel „De kimen lizze to fier”, maar bo
vendien komt er van zijn hand een nieu
we roman, getiteld: „Soldaten en muzi
kanten”.
Te Bolsward is maar net ’t boek „Scho-
la Alvini”, de lotgevallen van de Latijnse
school en het gymnasium te Sneek van
dr. Anne Wadman en dus ook buiten de
kring van de school de moeite waard,
van de pers, of nu verschijnt een auto
biografie van W. Cuperus onder de titel
„Striid en Segen” (uitgave K.F.F.B.).
Overwogen wordt verder nog de uitgave
van een prentenboek uit de Far-Oer, er
wordt gewerkt aan de herdruk van de
„Rimen en Teltsjes” van de gebr. Hal
bertsma.
De K.F.F.B. komt verder met een jon
gensboek „De ündogenske Klaverfjou-
le week oktober 1908
Openbare vergadering der S.D.A.P. Spre
ker ds. de Haas van Sneek. Onderwerp:
Klassenstrijd. Entree 10 cent. Werklozen
vrij.
nu ook regeringsge-
De lanbou koe net dwaen, hwat de yn
dustry wol koe; ynvesteare yn it pro-
duksjeapparaet yn in tempo en yn in om-
fang as de tiid frege.
Dan hie in pleats, dy’t foar de oarloch
in ton koste (goed 40 ha.) minstens twa,
tri je ton nij kaptael hawwe moatten om
dêrmei it hiele bidriuw fan foaren ta
efteren op de nije list to setten.
De yndustry hat dat dien. Der is yn de
fabriken neat meat oer fan de foaroar-
logse situaesje: alles is nij en modern
ma’^ke. Dat koe dér, omt de winsten nei
de oarloch great wiene en omt men yn
de ministers achter de regeringstafel toe.
Hij was van mening, dat de regering
door deze handelwijze in feite afstand
doet van haar gezag. De regering regeert
niet meer, maar zij laat de S.E.R. de
kastanjes uit het vuur halen.
De fractievoorzitters van de „regerings
partijen” wezen er op, dat de regering
krachtens de wet op de Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie verplicht is om de
S.E.R. om advies te vragen. Dit advies
moet gaan over het „voorgenomen be
leid”. Maar de regering heeft helemaal
geen beleid, zo zeide de heer Oud. Deze
stelling werd vooral door de heren
Romme, Bruins Slot en Tilanus bestre
den. Zij wezen er op dat de regering
in de adviesaanvrage als haar standpunt
heeft kenbaar gemaakt dat het loon- en
prijspeil zoveel mogelijk in rust dient
gehouden te worden en dat zij streeft
naar een wezenlijke verlaging van de
subsidielast. Het S.E.R.-advies gaat dus
over een geheel of gedeeltelijke afschaf
fing van de consumentensubsidies. Dat
is het beleid dat de regering voornemens
is te voeren. Van de regeringsfracties
was de socialistische nog ’t somberst ge
stemd. Zo vond de heer Burger de vraag
stelling aan de S.E.R. te eenzijdig. Hij
vreesde, een vrees die reeds door het
N.V.V. was geuit, dat het evenwicht
doorbroken zal worden ten gunste van de
draagkrachtigen. De socialistische fractie
voorzitter voelde niets voor een verho
ging van de melkprijs, omdat daardoor
de volksgezondheid in gevaar kan komen.
Ook van een huurverhoging wilde hij
niet veel weten. Beter is het de bouw
kosten te drukken door ordenende maat
regelen te treffen op het gebied van
bouwkapitalen.
Geen vuiltje aan de lucht.
Zolang het debat zich op dit niveau be
weegt, is er voor het kabinet geen vuiltje
aan de lucht. Behalve de liberale opposi
tie denkt niemand er aan, dit kabinet-
Drees naar huis te sturen.
Dat is uit de debatten in ieder geval wel
duidelijk gebleken. De anti-revolutio-
naire fractie, die meer dan eens uiterst
onwelwillend tegenover dit kabinet is
opgetreden, werd
trouw. De heer Bruins Slot betoogde dat
de liberalen niet in staat zijn geweest,
ondanks hun kritiek op het kabinet, om
een andere sociale en economische poli
tiek te ontwikkelen. De richting van de
V.V.D. is dus geen alternatief voor dit
kabinet. Nu, de heer Bruins Slot zag
ook geen andere mogelijkheid dan het
huidige kabinet-Drees, dat dus steeds be
tere kansen maakt om tot I960 te blijven
zitten. En de heer Romme zeide: nie
mand is er op uit om enige excellentie te
tackelen.
De bekende franse onderzoeker dr. Bombard op de achtergrond, met baard)
gefotografeerd met zijn metgezellen in een rubbervlot, waarmede hij de ge
vaarlijke zandbank van Etel bij Lorient wilde „doorbreken”In augustus
mislukte een poging, omdat het water te kalm was; een dezer dagen probeerde
dr. Bombard het weer met het trieste gevolg, dat zowel het vlot als de
reddingsboot van Lorient, die het begeleidde, omsloegen. Dr. Bombard en
vier mensen wisten zich zwemmend te redden; acht anderen moeten a's
verloren worden beschouwd
de yndustry oan ófskriuwingen en kapi-
taelfoarming wend is. Elts jierforsiach
fan in yndustriële ündernimming kin jo
dat sjen litte. Mar yn de lanbou hat men
de stommiteit üt helle to mienen, dat as
de boer én syn hüshalding mar genóch
to iten hie en de arbeider in goed lean,
as hja beide in nije fyts keapje koene
en knap yn ’e klean kamen, dat dan de
tastan fan de agrariërs yn oarder wie.
Jammergenóch wiene party eigen mins-
ken ek net wizer. Hja kochten in heal-
sliten auto en mienden seis greatsk wêze
to kinnen op de risseltaten fan har buor-
kjen, mar hja seagen soms net, dat de
pleats seis oerslein waerd. De healwize
tapassing fan de Pachtwet yn de earste
tsien nei-oarlogse jierren is der it biwiis
fan. Op de aldermeaste pleatsen kin de
needsaeklike arbeidsproduktiviteit net
helle wurde, dan soe alles op ’e helling
moatte: de forkaveling, de wetterstan, de
oan- en tafoerwegen, it büthüs, de skuor-
re, de arbeidsmethoaden en de minsken,
dy’t dermei wurkje moatte. It is der nou
by bleaun, dat der hjir en dér hwat
foroare is, in melkmasine en trekker
oanskaft en hwat nije handersketten of
in büthüssouder.
De bidriuwen, dêr’t men de hege ar
beidsproduktiviteit helje kin, lizze prak-
tysk allinnich yn de nije polders. It need
lot fan de nei-oarlogske tiid hat dit west,
dat men net ynsjoen hat, dat in bliuwen-
de forbettering fan de lanbou allinnich
mar to birikken wie troch in ynvestear-
kweardich wêze
tige safolle bikwaemheden freget as it
gewoane fabrykswurk, mar ek praktysk
net, omt oars de boer gjin folk meat
oerhalde soe. Oant safier wie dizze for-
heging dan ek oars net as in reden ta
freugde. Hwa soe him ommers net bliid
tinke as it dizze minsken, dy’t salang
efter bleaun wiene ek ris hwat rommer
om ’e hannen waerd. Lykwols kin dit
ekonomysk allinnich stan halde, as de
bidriuwen troch hegere prestaesjes dizze
leanen werom fortsjinje. Is dat net sa,
dan kinne dizze bidriuwen alle óf-
waeide praetsjes oer autoridende boeren
ta spyt, soks net folhalde.
En dizze arbeidsproduktiviteit hinget gear
mei bettere produksjeomstannichheden:
groun, gebouwen, fé, sied, setters, kunst
mest, masines, ark, fakkennis en f— mac
troch. Soe men dus de lanbou
stelle wolle de hegere leanen to biteljen,
dizze produksjeomstan-
ring, dy’t minstens gelyl
moast oan de yndustriële. Dêrfoar haw
we de regearing en de measte agrariërs
gjin genóch each hawn.
En nau leit de rekken ónder yn ’e ponge
en hy is net bitelie. De tiid fan oerskot-
ten en ófbitelling fan de steatskuld is
foarby. De ynternationale posysje is strie-
min op it heden. De polityk fan de jier
ren 45-55 lit nou syn wiere gesicht sjen.
De grounslach fan it nationale bistean is
fortutearze en in riedeleaze regearing
skowt syn taek nei de S.E.R. Mar eko-
nomyske fouten litte har mei handige po-
litike t rukjes nei weinimme. De forlerne
kans komt net wer. Wy hawwe dizze
jierren gjin mannen hawn, dy’t de saek
goed troch hiene. Dat is de histoaryske
skuld fan agrariërs en net-agrariers beide.
En dêrfoar moatte se beide bliede.
Het kabinet-Drees is er bij de algemene
politieke beschouwingen, die vorige
week in de Tweede Kamer zijn gehou
den, nog best afgekomen. Natuurlijk
ook de vier „regeringsfracties” waren
van oordeel, dat de regering rijkelijk
laat advies aan de S.E.R. heeft gevraagd
over tal van actuele economische en soci-
Afgetreden als voogden van het Alg.
Stadsarmenhuis: H. C. Banning, R. de
Boer Dzn, A. Faber, H. J. de Visser en
B. v. d. Werf. Gekozen: G. C. Eisma,
M. Kuiper, H. A. Lunter, S. J. Praam-
sma en M. I. Wartena. De heren Eisma
en Kuiper bedankten voor deze benoe
ming.
Advertentie: Student, tevens agent ener
grote levensverzekerings Mij., zou gaarne
enige posten willen afsluiten, ten einde
in staat te zijn zijn studie voort te zetten.
bat grote aandacht heeft getrokken (wij
komen daar de volgende week nog op
terug) en dat was de motie-Burger over
de staatkundige ontwikkeling in Nieuw
Guinea. De laatste jaren bestond er
over dit probleem, althans in de Tweede
Kamer, grote eensgezindheid. Het drieste
en mensonterende optreden van de In
donesische regering leidde tot een passa
ge in het kabinetsprogram, dat wij zelf
verantwoordelijk zijn voor de ontwikke
ling van dit gebiedsdeel. De laatste
maanden (ook in de Eerste Kamer) bleek
echter dat er socialisten waren, die toch
nog voor de overdracht van dit gebieds
deel aan Indonesië waren. Deze kritiek
op het regeringsbeleid, de socialisten zijn
daarover verdeeld, heeft nu geleid tot de
inmiddels verworpen motie-Bur
ger, waarin de regering wordt uitgeno
digd, de mogelijkheden, voorwaarden en
perspectieven na te gana van trustschaps-
overeenkomst terzake van Nieuw Guinea
tussen Nederland en de Verenigde Na
ties. De socialistische fractievoorzitter
zeide niet te willen vluchten uit de ver
antwoordelijkheid die ons op de schou
ders is gelegd. Het feit echter dat er in
de Verenigde Naties geen tweederde
meerderheid te vinden is voor overdracht
van dit gebiedsdeel aan Indonesië, geeft
ons de kans, aldus de heer Burger, om
nu zonder internationale druk te bezien
„welke ontwikkeling het meest in het be
lang van land en volk van Nieuw Gui
nea moet worden geacht”. Het feit dat
er nu zoveel onzekerheid bestaat of we
op de juiste weg zijn, kan de ontwikke
ling van de inheemse bevolking en de
economische openlegging van dit ge
biedsdeel schaden, zo zeide de heer Bur
ger.
De socialistische fractievoorzitter stelde
daarom voor dat de regering zich op
de hoogte gaat stellen van de inzichten
van bevriende mogendheden, zowel in
het Verre Oosten als in de Pacific, over
de bestuursvorm van Nieuw Guinea. Het
resultaat van deze enquête zou dan in
een nota aan de Kamer meegedeeld moe
ten worden.
Het is duidelijk dat de socialistische Tw.
Kamer-fractie graag een internationale
goedkeuring zou willen verkrijgen voor
ons bestuur over Nieuw Guinea.
De a.s.-fractievoorzitter dr. Bruins Slot
die direct na de heer Burger sprak, repli
ceerde: „De kern van de zaak is, dat wij
voor Nieuw Guinea verantwoordelijk
zijn en dat die verantwoordelijkheid al
leen van ons kan worden weggenomen
door 't teneinde brengen van onze taak”.
De heren Romme en Tilanus waren het
eens met de regering dat voor de toe
komst van Nieuw Guinea grote waarde
toegekend moet worden aan de samen
werking met Australië. Maar deze samen
werking had uiteraard ook de goedkeu
ring van de heer Burger. Dat was uit
drukkelijk in zijn, overigens voorzichtig
geredigeerde, motie naar voren gebracht.
Wittenskip en technyk hawwe de ar
beidsproduktiviteit yn de yndustry tige
omheech brocht en dogge dat alle jier
ren noch. Dêrtroch koene ek de leanen
en arbeidsbitingsten yn de yndustry om
heech gean. De moderne arbeidersorga-
nisaesjes hawwe torjucht der tige op oan
stien. Sünt de oarloch sjogge wy dan
ek in biweging, dy’t hiirop delkomt,
dat de üreleanen, mei ynoigryp fan alle
bykommende lésten, nominael 5 sa
heech lizze as foar de oarloch. De great-
ste helt komt op rekken fan de wearde-
daling fan it jild of fan de priisstiging
as men dat leaver heart mar it oare sit
yn de forhege produksjekrêft fan de
minsklike arbeid.
Dit diel bistiet dan wer üt twa helten. It
iene is de leansforheging op himsels en
it oare de forbettering en utwreiding fan
de sosiale rjuchten. De lanbou wie foar
de oarloch al in fiks ein efter by de
yndustry en sadwaende binne de for-
oaringen yn de leansposysje fan de lan-
arbeider jit greater as oer it algemien.
Krekt omt nei de oarloch de striid ynset
waerd foar in gelykweardige bileanning
yn de lanbou, gelykweardich mei de yn
dustry, binne de werklike leankosten ab-
normael stige. Hja hiene ommers earst
jit in eftcrstan yn to heljen en dan de
c?-en to fo'gien. Dit koe net cars.
Moreel net, omt de arbeid yn de lanbou
far mar
yn steat
bi
dan moast men de middels takenne
oanwende om
nichheden mei krêft to forbetterjen. It
soe net billik wêze to sizzen, dat dit net
bisocht is. Der is frijhwat dien, mar
ekonomysk fierst to min. It liket der net
op, dat de lanbou gelikense kansen hawn
hat as de yndustry. En dêrfandinne is it
doel ek lang net birikt. Ekonomysk
moast likernóch in forheging fan de ar
beidsproduktiviteit neistribbe wurde fan
25%, soe de situaesje mei de yndustry
lyk opgean kinne. Yn feite is der mar
in forbettering komd fan rüchwei 25%
alteast hjir yn de greidebidriuwen. Wie
it foar de oarloch ien man op njoggen
kij, nou is it sahwat ien man op toalf
kij. Wol men it oars ütdrukke, dan wie
it foar de oarloch 40.000 liter molke
per man en nou tsjin de fyftichtüzen.
Men kin it dus sa stelle, dat de bidriu
wen hin en tonei net de forheging helle
hawwe fan hwat hja ekonomysk moas-
ten.