MOET HET „BOLSERTERS” BEWAARD
BLIJVEN?
DE MAKKUMER WAAG TEGELMUSEUM?
Dirigent-componist S. L. Tiemersma uit
Leeuwarden gehuldigd
f
üs hjoed p p
to sizzen
Vragen rondom een stadsdialect
Fan de Martinytoer
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
-
Zilveren filmpjes
W W... W.
e
55e JAARGANG
No. 11
DINSDAG 10 FEBRUARI 1959
Neat is to lyts foar in great man.
bracht, werd hem onder donderend ap-
HOKFOR KANT GIET IT ET?
plans overhandigd.
De bilangstelling fan it boerefolk foar
nog diri-
DRIJVENDE OLIEBOOR-INSTALLATIE.
C. P. de Jager, Bolsward.
denkwerk en techniek als het voldoet.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres;
Marktstraat 13
Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335
(K 5157)
We weten het, het al of niet wense
lijk zijn van het (bevorderen of tegen
gaan van het) voortbestaan, vormt voor
de betrokkenen, dit wel zeggen voor die
Bolswarders, die „hun eigen taaltje”
spreken in het geheel geen probleem.
Men spreekt het en redt zich er mee.
Daarmee uit. Maar wie het vatten
kan, vatte het, dit is juist het probleem,
dat wij hier wensen aan te snijden.
Enige gedachten rond het Bolswards stadsdialect, ons „Bolserters”
neer te schrijven, zelf niet Bolswarder-van-ouds, dus zo men dan
placht te zeggen „import” zijnde, is we zij het ons volkomen
bewust een vrij hachelijke onderneming. We zouden er ons dan
ook niet aan gewaagd hebben, ware het niet, dat wij in enkele dagen
tijds meermalen en wel op verschillende wijze met het probleem
geconfronteerd werden, hef probleem, dat in een klein stedelijke
gemeenschap zich sedert eeuwen een eigen stadsdialect ontwikkelt
en handhaaft.
Hoe nu verder?
De vraagt dringt zich op of er iets
hetzij in positieve of negatieve zin
aan het Bolserters „gedaan” moet wor
den. Een dialect, dat slechts door een
handjevol mensen wordt gesproken, een
paar duizend hoogstens, lijkt ons niet rijp
voor verheffing tot „cultuurtaal”. Of het
uit cultuurhistorisch oogpunt gewenst
zou zijn het eigen Bolserter dialect, zo
als dit momenteel nog wordt gesproken,
vast te leggen, hetzij op schrift of op
band of plaat, is een andere vraag, een
vraag, die wij positief menen te moeten
beantwoorden.
Het Bolserters staat „in de branding”.
Door radio en televisie, door het groot
aantal mutaties in de bevolking, de
groeiende „import”, het onderwijs enz.,
verwatert het en vervlakt het met het
jaar. Op de duur zal het geheel afslij
ten, maar het kan nog tientallen jaren
als maar mogelijk is, Fries sprekend per
soneel in dienst en organiseren onder het
winkelpersoneel zelfs Friese cursussen.
Zover is men in Bolsward nog niet. Toch
is er een begin.
Aan de opleiding van leerling-verkoop-
sters aan de Chr. Landbouwhuishoud-
school wordt bijv. Fries onderwezen.
Zeer terecht, dunkt ons. En de zaken
lieden zouden de omgeving een dienst
bewijzen zoveel mogelijk zich van het
Fries te bedienen. Goed voorgaan doet
goed volgen.
Burgemeester Geukers, zelf niet-Fries,
heeft onlangs de raadsleden aangespoord
toch vooral het Fries te gebruiken, in
dien ze dit beheersen. Fries onderwijs en
Friese culturele belangen worden van ge
meentewege ruimschoots bevorderd en
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mffl
Ingezonden mededelh gen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
Bolswards Nieuwsblad
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong's Nieuwsblad
gesubsidieerd.
De Bolletongersdei, om iets anders te
noemen, werd een begrip, evenals de
„heamieldagen”. Op dit vlak vinden stad
en platteland elkaar. Laten vooral ook
de Bolserter sprekende Bolserters zich
dit bewust zijn.
Heel Friesland moet het weten: Simplex
Neo met freewheel en handrem f 37,
Deze heeft het Fries immers ook niet!
Zijn dialect is vlees nog vis. Dit zijn
nogal negatieve kwalificaties.
Natuurlijk is er ook een keerzijde.
Het Bolserters is gezapig, het is smeuïg,
vooral in het idioom is het soms grap
pig. Zo onder elkaar is het gezellig. Het
leent zich beter voor het tappen van
een mop, of het vertellen van een sterk
verhaal, dan voor het spreken van een
ernstig woord.
Wordt in bepaalde kringen in de stad
het Fries als conversatietaal nauwelijks
getoloreerd, de Bolserter heeft al spoe
dig de lachers op zijn hand. Tegen
iemand die in het Fries spreekt, maakt
men soms al spoedig de opmerking, dat
dit onbeleefd is omdat er ook aanwezi
gen zijn, die het niet verstaan, nog nooit
echter hoorden we iemand die onder
soortgelijke omstandigheden het Bolser
ters gebruikte, terechtwijzen.
Soms krijgt men wel eens de indruk, dat
overigens welontwikkelde en welbe
spraakte lieden moeite hebben met het
Fries, zowel als met het „Algemeen be
schaafd”, zich slechts thuis voelen on
der „eigen” en daarom te pas en te on
pas zich van het Bolserters bedienen.
doeleinden wordt het slechts zelden ge
bruikt.
Het „Ik bin wat nuver in myn fel”, de
geslaagde slagzin van een warenhuis aan
de Appelmarkt, vond slechts sporadisch
navolging. Het „zuivere” Bolserters
wordt nog enkel door de oudsten gespro
ken, bij de jongeren is het reeds verwa
terd. Onderwijs in het Bolserters wordt
niet gegeven, in dit dialect gepreekt in
het geheel niet. Het bracht geen litera
tuur voort, zelfs welhaast geen lectuur
en al heeft het dialect weliswaar een ze
kere cultuurhistorische waarde, een
culturele waarde heeft het niet, een so
ciale al evenmin.
rn Snits, wie it
-Westhoeke en
dêr wiene mar leafst 1200 lju op taset-
ten. Soks lit jitteris sjen, dat it in frjemd
praetsje is to sizzen, dat mei dy molk-
garansje de boeren it nou fierder wol
leauwe scene. Dit sprekt jit meat, as men
wit, dat op beide gearkomsten gjin in-
ig oan de oarder wie.
bilein om de bidriïiws-
Nieuwe rijwielen vanaf f 26,G. S.
Lutgendorff, Makkum.
Vlees noch vis.
Doordat het Bolserters noch Fries is,
noch Holands, doordat het Hollandse
woorden gebruikt of verhollandste Friese
woorden en dit op Friese wijze, heeft het
Bolserters voor de buitenstaander iets
lachwekkends, doet het aan als onvol
groeid, als kindertaal in grote-mensen-
mond.
De Fries zegt „houn” en „poun”, de niet-
Fries „hond” en „pond”, de Bolswarder
brengt het niet verder dan „hon” en
„pon”. Net alsof hij wel het Hollandse
woord wil zeggen, maar het niet nodig
vindt de laatste letter uit te spreken, i
de fragen fan har bidriuw is bysünder
great. It feit dat der in nij bistjurslid
foar it Stamboek keazen wurde moast
nei it hommels forstjerren fan Jan Was
senaar brocht twatüzen leden nei
Ljouwert. Gjin seal koe se halde en al-
linnich mei it ynskeakeljen fan lüdsprek-
kers yn oare sealen koe dizze mannichte
dielnimmers it rüchste fan de gearkom-
ste meimeitsje.
Forline wike tongersdei yi
in greidedei foar de Süd-
2e week februari 1934
Uit 116 sollicitanten benoemd tot agent
van gemeente politie te Workum, vac.
D. Koning, de heer S. Wolters, mare
chaussee te Drachten.
Do Nederlandse Aardolie Maatschappij, die in de kuststreek bij Wassenaar boringen gedaan heeft met gunstig resul-
staat, wil proefboringen gaan doen langs Zuid-Holland, onder de Noordzee door middel van een kunsteiland, dat op de
Gusto-werf in Schiedam wordt gebouwd. In verband hiermede brengen wij een foto, die laat zien, hoe de Engelsen zich
voorstellen, dat te doen onder de Zuid-Chinese Zee langs de kust van Engels Borneo. Op de foto zien wij een 3000 ton
zwaar stalen platform, dat in Engeland gebouwd is en bijna 10.000.000 gulden heeft gekost. Liggende in de haven van
Southampton, gereed voor verscheping. Het platform „Oriënt Explorer” genoemd, is ontworpen door de „Long Corporation
of America” en gebouwd in Southampton door de „Steel structures Ltd. Het wordt gehuurd door de Brunei Shell petroleum
Cy. Het heeft een air-comditioned verblijf voor 56 man. Het heeft vier benen, die elk een diameter van tien Engelse voet
hebben en 235 Engelse voet lang zijn. Als de benen op de zeebodem rusten kan het platform door verlenging van de
benen zover boven water geheven worden, dat zelfs een zware golfslag het niet in beweging kan brengen. Een knap stukje ke kuil wie in minskegriis en dat moast
denkwerk en techniek als het voldoet. j en soe foroarje. De Finske methoade mei
Het klokluiden dat te Gaast wegens be
zuiniging van de gemeente was gestaakt,
zal voortaan dankzij de offervaardigheid
der inwoners weer worden voortgezet.
Klokluider J. Hes, kan zijn werkzaam
heden weer hervatten.
Hwat hat Qabe Skroar
Stadsfries.
Het Bolserters is een van de vele stads-
friese dialecten. Het is anders dan het
Lüwadders, het Dokkumers, het Harlin-
gers, het Franekers, al heeft het er ook
veel gemeenschappelijks mee. Het is ook
zeer zeker anders dan het Bildts en het
Amelands, al liggen hier ook analogieën,
het is ten slotte prinsipieel anders dan
het Hylpers en de dialecten van Schier
monnikoog en Terschelling. Heeft men
in deze laatste 3 gevallen te doen met
Fries, dat zich wegens het geïsoleerd
zijn van het gebied waar het gesproken
wordt, min of meer zelfstandig heeft ont
wikkeld, heeft men bij het Bildts en het
Amelands gedeeltelijk te doen met Fries
in Hollandse mond en anderzijds met
Hollands in Friese mond, bij de stads
dialecten (dus ook bij het Bolserters)
heeft men hoofdzakelijk te doen met
Hollandse woordkeus, geborduurd op 'n
Fries patroon, voor zover het idioom,
zinsbouw en zinmelodie betreft. Klinkt
het op het eerste gehoor als verbasterd
Hollands, bij nader inzien is het een op
Hollandse wijze „aangekleed” Fries.
Men zou het Bolserters een niet geheel
geslaagde greep van een oorspronkelijke
Friese bevolking op het deftige Hollands
kunnen noemen. De stadsfries, die in
Gysbert Japicx’ dagen binnen Bolswards
wallen en grachten zeer waarschijnlijk
nog het landfries sprak, wilde het in
die dagen reeds op het Hollands ge
oriënteerde officium nadoen en begon
zich te bedienen van een Hollandse
woordkeus. Dit is een proces van enkele
eeuwen geweest. Het ontstaan van het
stadsfries in het algemeen en van het
Bolserters in het bijzonder, zou een
prachtig studieobject vormen voor 'n de-
sertatie. Gemakkelijk zou het materiaal
echter niet zijn te verzamelen. Er is
slechts weinig in het Bolserters gepubli
ceerd. In oude vergeelde jaargangen van
het plaatselijk blad komt men het af en
toe tegen. Prof. Burger noemde enkele
staaltjes in zijn omvangrijk werk
„Avondlicht”.
Enkele liedjes zijn in het eigen dialect
geschreven, benevens een paar (veelal
humoristische) schetsjes. Gedichten, ro
mans, novellen in het Bolserters zijn ons
niet bekend. Bij reclame en voor andere
Wegens het toenemend verkeer, wordt
in de raad der gemeente Bolsward een
verkeersverordening behandeld.
De heer Hollander wijst op het gevaar
lijke punt achter de Katterug. Hier is
het verkeer herhaaldelijk gestremd. De
heer Bijvoets vraagt of het ook verboden
wordt met z.g. losse strengen te rijden.
De heer De Jong, wijst er op, dat men
toch geen rem op een hooiwagen kan
zetten. Voor boerenwagens wordt daar
om op de verplichte rem een uitzon
dering gemaakt op voorwaarde dat zij
stapvoets rijden.
De diensten voor personenvervoer wor
den -op de Appelmarkt geplaatst.
Minister Colijn vraagt f 60 miljoen voor
de inpoldering der Noordoost-Polder.
Het werk zal eerst worden uitgevoerd
als de organisaties een lager loonpeil
goedvonden, dan het normale contract
loon.
„Asaf”, de Chr. Muziekvereniging te
Lollum vierde dezer dagen haar 60-jarig
jubileum. De tweede feestavond voor de
jongere garde en belangstellenden die in
het Doarpshüs werd gehouden, slaagde
In oktober 1936 kwam de heer S. Tie
mersma als leerling-dirigent in Lollum.
Er werd destijds bepaald, dat hij een ho
norarium van f 2.50 zou krijgen, met de
bepaling, dat dit met 50 cent zou worden
verhoogd, indien op het concours te
Sneek een 1ste prijs werd behaald, het
geen ook gelukte. Sindsdien is het met
Asaf en haar dirigent steeds excelsior ge
gaan. Nog één le prijs met lof, dan is
de Superieure Ere-afdeling bereikt. De
heer Tiemersma is bovendien nog diri
gent van „Concordia” te Gaastmeer,
„Concordia” te Sexbierum, „Prijst den
Heer” te Tzum, „Soli Deo Gloria” te
Wieringerwerf en „Harmonie” te Balk.
Daarnaast onderscheidde hij zich ook als
Ten opzichte van de oude, in 1693 ge
bouwde en onlangs gerestaureerde Waag
in Makkum bestaan interessante plannen
aldus vertelt de Fr. Koerier.
Om te onthouden en er deze zomer pro
fijt van te trekken: De waag zal wórden
ingericht tot museum. De inhoud van
deze oudheidkamer zal overwegend be
staan uit oude Makkumer tegeltableaus,
o.a. het uit 300 details bestaande tableau
uit een in 1843 gebouwde zathe, die het
laatst werd bewoond door de heer G.
Bijlsma. Het stelt enkele geladen kof
schepen voor en zal de laatste herinne
ring zijn aan de eertijds mooie, maar nu
wegens verval gesloopte zathe.
In Tichelaars aardewerkfabriek wordt
het tableau thans gerestaureerd vanwege
enkele kleine beschadigingen, die het
opliep bij het omzichtig verwijderen uit
de voorhuizinge.
Men is het er nu in Makkum al over
eens, dat de oudheidkamer met een der
gelijk prachtig specimen van oud-Mak-
kumer aardewekr voor het dorp een be
langrijke aanwinst gaat betekenen. In
zijn nieuwe, niet minder passende omge
ving het tegeltableau ongetwijfeld ook.
ook ten volle, aldus het Friesch Dagblad.
Het muzikale gedeelte werd deze avond
af gewisseld door het historische overzicht
van de seer. M. Dorhout, het bekend
maken der diverse ontvangen giften,w.o.
f 130 van oud-leden buiten Lollum,
waarbij zelfs dollars uit Canada waren
gevoegd, en f 350 opbrengst van de ver
schillende enveloppen met inhoud, aan
geboden door verenigingen in en buiten
Lollum.
Tevens werd een kort uittreksel voorge
lezen uit brieven van oud-leden, waarop
besloten werd aan het oud-lid K. v. d.
Sluis die met zijn twee broers O. en M.
v. d. Sluis lid zijn van de band „Praise
the Lord” (Prijst den Heer) te Chatham,
Ontario, Canada, een mars te sturen.
Voor een verrassing zorgde ook ditmaal
burgemeester A. Oosterhoff, die met zijn
secr., de heer D. Deinum, ook nu aanwe
zig waren. Mocht u de verwachting koes
teren, dat ik nu ook hetzelfde ga doen
als gisteravond, aldus burgemeester Oos
terhoff, dan is die verwachting te hoog
gespannen. Toch meenden we ook uw
dirigent de heer S. L. Tiemersma uit
Leeuwarden als aparte hulde voor de 23
jaren trouwe dienst aan „Asaf” iets te
moeten aanbieden. Geen ridderslag, maar
een bord van Makkumer aardewerk,
waarop het gemeentewapen was aange-
keld direkt bilan
Alle beide wiene
bilangen meimekoar to bipraten, net
meat.
Wy sjogge dat aloan wer. Hwat de tiid
ek seit, oft it krisis is of wolfeart, de
boer hat en haldt in tige create bilang
stelling foar syn bidriuwsfragen en hy
wol jerne hearre, hwat de deskundige
wittenskipslju der fan sizze. Dat haldt
lykwols net yn, dat hy mar fuortynienen
ré is om dizze riediowingen op to folg-
jen. Né, hy haldt aer forgoed syn eigen
miening by. En as men nofter en saek-
lik de gong fan saken oereaget, sa’t dy
de léste fiif en tweintich jier west is,
moat men sizze, dat dit ek mar tige ge-
lokkich west hat. Hwant lang alles net,
hwat de wittenskip de boer foarhalden
hat, is krekt sa ütkomd.
Der is hiel hwat by, hwat nou net mear
neamd wurdt, mar hwer’t jierrenlang op
om hammere is. De boer hat yn dit
soarte fan dingen in apart gefoel, dat
him tobekhaldt fan dingen, dy’t hy hast
wol leauwe moat, mar dochs net leauwe
kin. En dan kin komme hwa’t wol, mar
hy docht it net. Is dat koppigens, of is
dat it ynstinkt fan de boer, dat him yn-
windich warskóget? Ik wit it net, mar de
feiten wize üt, dat yn de measte getal
len bliken docht, dat it ynsjoch of it
oanfielen fan de boer it dochs by de
rjuchte ein hawn hat.
As wy it rychje bidriuwsforbetteringen,
dat de boer yn dizze léste tsientallen jier-
ren foarlein is, bisjogge, dan blykt, dat
hy it iene nomd hat, mar it oare On
danks alle oantrün, lizze litten hat. De
foarbylden lizze foar it gripen. De boe
ren hawwe de K.I. dy’t earst nei de oar-
loch opkaem, tige hurd en algemien ta-
past. Lyksa de melkmasine, ivKsa de Le-
.ly’s, de transporteurs, de drinkpotsjes, de
lükers en alle reau, dat der by heart.
Mar jierren foar’t der praet wurde oer
de K.I. gounze it al fan in nije methoade
fan ynküljen. Dêr doogde neat fan en
dat moast sa gau mooglik oars. Dy Frys-
zo geen eeuwen duren, voordat het ge
heel „verdwenen” is.
De gemakkelijkste houding en de weg
der minste weerstand is wel het Bolser
ters maar stil te laten afsterven, het
noch te bevorderen, noch te bestrijden.
We kunnen er vrede mee hebben. Maar
of we als Bolserters moeten doorgaan
overal en ten allen tijde Bolserters te
spreken, voor de telefoon, in winkel of
zaak, op relatiereizen enz., betwijfelen
we. Wat voor de Bolserter zelf de ge
woonste zaak van de wereld is, is dit
niet voor de niet ingezetene.
Voor de Fries en er wonen heel wat
Friezen rondom Bolsward klinkt het
Bolserters „eigenwijs”, voor de niet-
Fries „onbeschaafd”.
Het is typerend wat wij in korte tijd
meermalen van buitenmensen hoorden:
„In Bolsward is het prettig winkelen,
maar in één opzicht kopen we liever in
Leeuwarden of Sneek. Daar worden wij
in de regel in het Fries te woord ge
staan, de Bolserters kunnen meestal an
ders niet dan Bolserters.”
Inderdaad, de Leeuwarder zakenlieden
hebben het dóór, dat de klant koning
is. D. w. z. dat de Friese plattelander
zich pas thuis voelt als hij zich in zijn
eigen taal kan uiten en ook in deze taal
wordt aangesproken en beantwoord.
Grote zaken van elders in de hoofdstad
gevestigd, bijv, de Hema, nemen zoveel
sur is fjirtich jier lang yn alle lêzings en
lessen, yn krant, tiidskrift en boek, troch
hónderden minsken oan de boeren foar
halden, as in folie bettere en folie foar-
dieliger methoade. Mar de boer hapte
net. Hy liet alle foarljochting by de
kalde klean lans glide, mar in inkeling
doarst it oan en de measten kearden ier
as let wer op har wegen werom.
Ynkülje mei waei, mei melasse, mei me-
lapo, mei Vitasan, mei de Hardeland-
methoade, hwat is der net hwat dien om
dy Fryske kuil fan it hiem to jeijen. Mar
by it greate meartal is hja bleaun. Doe
kaem de foardroech-methoade ut de
praktyk wei hjirby. En sjoch, dy gyng
deryn, alhoewol in great diel fan de
technisi der tsjin warskógen. In plastic-
seil, lang jit net goed ütprebearre, fleach
troch it gea. En nou, op dizze greide-dei,
sei dr. ir. Frankena, dy’t seis in Fryske
boeresoan is, dat as de fabrikanten jit
soargje foar in bettere kwaliteit fan it
plastic-kleed, de foardroechkuil de striid
woun hat en men fierder de oare kuil-
methoade wol rêste fitte kin.
Ik sil my net weagje oan in forklearring
fan dit forskynsel, mar dêrmei bliuwt it
likegoed it omtinken tige wurdich.
Hwant it soe party lju ris hwat biskiede-
ner meitsje, byhwannear hja it boerehiem
opstappe. It is net sa maklik alle faktoa-
ren, dy’t it bidriuw fan in boer biyn-
floedzje, folslein to kennen. Dêr heart
hiel hwat ta en al to faek komme de
wittenskipslju fan ien kant op de fraech-
stikken ta. Fan de kant fan har spesiale
fak. Mar de boer hat mei alle faktoaren
to krijen en hwat op himsels fakentiids
wol wier is, blykt yn it gehiel dochs
wer net wier to wêzen. De iene wit al
les fan de kali, de oare fan it grounün-
dersyk, de spoareilleminten, de mecha-
nisaesje, it drinkwetter, de wetterstan,
de arbeidsforsjenning en gean mar troch.
Mar de boer allinnich wit, hoe’t al dy
dingen jit folie mear, meimekoar in bi-
stean opleverje kinne en dy kunst, it
eigenlike buorkjen, is him geslachten
lang bybrocht.
Grif, de wittenskip en de foarljochting
hawwe in bulte dien om it boerebidriuw
foarüt to bringen, hoe soe ik dat ünt-
stride wolle. Mar to faek wurdt forget-
ten, dat it oandiel fan de boer jit altyd
it bilangrykste is en bliuwt. De boer soe
dy wittenskip en foarljochting bileaven
net misse wolle, it ferget him aloan op
nije mooglikheden en haldt him libben
en aktyf. Hy wol graech fan dizze man
nen leare, dat biwiist it drokke bisyk fan
de greidedei, mar hy wol seis bislisse.
Hy wol seis mei syn buorman en goe-
kunde al dy dingen jitteris oereidzje en
sien, hoe’t dat allegearre yn syn methoa
de en op syn pleats past. Lit it fierder
dan mar oan him oer.
Hy hat hiel hwat meimakke, dy Fryske
boer, hy hat oer hiel hwat dingen tocht
en wer tocht. Mar as hy net de wei op
wol, dy’t sommige, al to iverige profe
ten him opstjüre wolle, tink dan net to
gau, dat it oan dy domme boeren leit.
Jo soene dy wurden jit wolris tobek
nimme moatte en dat docht jins repu-
taesje gjin goed. Hwant in lange lib-
benserfaring hat my leard, dat de boer
op syn eigen lan in man is, dy’t jo foar
fol oan sjen moatte, sille jo net it gefaer
rinne domme dingen to dwaen.
Der rinne yn üs lan minsken roun, dy’t
fan hoppen of de hiele buorkerij mei
alles, hwat derby heart, oer ’e kop helje
wolle. It moat sa en it moat sa. Hja haw
we alles statistysk en ekonomysk en tech-
nysk birekkene. It kloppet allegearre, sa-
lang hja op har bureau of laboratorium
sitte. Mar gean mar ris mei nei de Mak-
kumermar, nei in koumelker, dy’t mei
seis H.A. stadich lan en syn eigen me
thoade in knap bistean wit to bibuorkjen.
En nim dan ek ris in inkelde kear de
pet óf foar dy minsken, dy’t soks pres-
teare om’t hja inkeld goed boer binne,
oars neat. Tj. de J.
Overleden te Hindeloopen de heer J.
Kooij. Hij werd 94 jaar oud en was de
oudste inwoner van de stad.
■-
Wc-
v-