MOET HET „BOLSERTERS” BEWAARD BLIJVEN? DE MAKKUMER WAAG TEGELMUSEUM? Dirigent-componist S. L. Tiemersma uit Leeuwarden gehuldigd f üs hjoed p p to sizzen Vragen rondom een stadsdialect Fan de Martinytoer STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND - Zilveren filmpjes W W... W. e 55e JAARGANG No. 11 DINSDAG 10 FEBRUARI 1959 Neat is to lyts foar in great man. bracht, werd hem onder donderend ap- HOKFOR KANT GIET IT ET? plans overhandigd. De bilangstelling fan it boerefolk foar nog diri- DRIJVENDE OLIEBOOR-INSTALLATIE. C. P. de Jager, Bolsward. denkwerk en techniek als het voldoet. Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward Administratie- en Redactie-adres; Marktstraat 13 Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335 (K 5157) We weten het, het al of niet wense lijk zijn van het (bevorderen of tegen gaan van het) voortbestaan, vormt voor de betrokkenen, dit wel zeggen voor die Bolswarders, die „hun eigen taaltje” spreken in het geheel geen probleem. Men spreekt het en redt zich er mee. Daarmee uit. Maar wie het vatten kan, vatte het, dit is juist het probleem, dat wij hier wensen aan te snijden. Enige gedachten rond het Bolswards stadsdialect, ons „Bolserters” neer te schrijven, zelf niet Bolswarder-van-ouds, dus zo men dan placht te zeggen „import” zijnde, is we zij het ons volkomen bewust een vrij hachelijke onderneming. We zouden er ons dan ook niet aan gewaagd hebben, ware het niet, dat wij in enkele dagen tijds meermalen en wel op verschillende wijze met het probleem geconfronteerd werden, hef probleem, dat in een klein stedelijke gemeenschap zich sedert eeuwen een eigen stadsdialect ontwikkelt en handhaaft. Hoe nu verder? De vraagt dringt zich op of er iets hetzij in positieve of negatieve zin aan het Bolserters „gedaan” moet wor den. Een dialect, dat slechts door een handjevol mensen wordt gesproken, een paar duizend hoogstens, lijkt ons niet rijp voor verheffing tot „cultuurtaal”. Of het uit cultuurhistorisch oogpunt gewenst zou zijn het eigen Bolserter dialect, zo als dit momenteel nog wordt gesproken, vast te leggen, hetzij op schrift of op band of plaat, is een andere vraag, een vraag, die wij positief menen te moeten beantwoorden. Het Bolserters staat „in de branding”. Door radio en televisie, door het groot aantal mutaties in de bevolking, de groeiende „import”, het onderwijs enz., verwatert het en vervlakt het met het jaar. Op de duur zal het geheel afslij ten, maar het kan nog tientallen jaren als maar mogelijk is, Fries sprekend per soneel in dienst en organiseren onder het winkelpersoneel zelfs Friese cursussen. Zover is men in Bolsward nog niet. Toch is er een begin. Aan de opleiding van leerling-verkoop- sters aan de Chr. Landbouwhuishoud- school wordt bijv. Fries onderwezen. Zeer terecht, dunkt ons. En de zaken lieden zouden de omgeving een dienst bewijzen zoveel mogelijk zich van het Fries te bedienen. Goed voorgaan doet goed volgen. Burgemeester Geukers, zelf niet-Fries, heeft onlangs de raadsleden aangespoord toch vooral het Fries te gebruiken, in dien ze dit beheersen. Fries onderwijs en Friese culturele belangen worden van ge meentewege ruimschoots bevorderd en Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mffl Ingezonden mededelh gen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie Bolswards Nieuwsblad Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong's Nieuwsblad gesubsidieerd. De Bolletongersdei, om iets anders te noemen, werd een begrip, evenals de „heamieldagen”. Op dit vlak vinden stad en platteland elkaar. Laten vooral ook de Bolserter sprekende Bolserters zich dit bewust zijn. Heel Friesland moet het weten: Simplex Neo met freewheel en handrem f 37, Deze heeft het Fries immers ook niet! Zijn dialect is vlees nog vis. Dit zijn nogal negatieve kwalificaties. Natuurlijk is er ook een keerzijde. Het Bolserters is gezapig, het is smeuïg, vooral in het idioom is het soms grap pig. Zo onder elkaar is het gezellig. Het leent zich beter voor het tappen van een mop, of het vertellen van een sterk verhaal, dan voor het spreken van een ernstig woord. Wordt in bepaalde kringen in de stad het Fries als conversatietaal nauwelijks getoloreerd, de Bolserter heeft al spoe dig de lachers op zijn hand. Tegen iemand die in het Fries spreekt, maakt men soms al spoedig de opmerking, dat dit onbeleefd is omdat er ook aanwezi gen zijn, die het niet verstaan, nog nooit echter hoorden we iemand die onder soortgelijke omstandigheden het Bolser ters gebruikte, terechtwijzen. Soms krijgt men wel eens de indruk, dat overigens welontwikkelde en welbe spraakte lieden moeite hebben met het Fries, zowel als met het „Algemeen be schaafd”, zich slechts thuis voelen on der „eigen” en daarom te pas en te on pas zich van het Bolserters bedienen. doeleinden wordt het slechts zelden ge bruikt. Het „Ik bin wat nuver in myn fel”, de geslaagde slagzin van een warenhuis aan de Appelmarkt, vond slechts sporadisch navolging. Het „zuivere” Bolserters wordt nog enkel door de oudsten gespro ken, bij de jongeren is het reeds verwa terd. Onderwijs in het Bolserters wordt niet gegeven, in dit dialect gepreekt in het geheel niet. Het bracht geen litera tuur voort, zelfs welhaast geen lectuur en al heeft het dialect weliswaar een ze kere cultuurhistorische waarde, een culturele waarde heeft het niet, een so ciale al evenmin. rn Snits, wie it -Westhoeke en dêr wiene mar leafst 1200 lju op taset- ten. Soks lit jitteris sjen, dat it in frjemd praetsje is to sizzen, dat mei dy molk- garansje de boeren it nou fierder wol leauwe scene. Dit sprekt jit meat, as men wit, dat op beide gearkomsten gjin in- ig oan de oarder wie. bilein om de bidriïiws- Nieuwe rijwielen vanaf f 26,G. S. Lutgendorff, Makkum. Vlees noch vis. Doordat het Bolserters noch Fries is, noch Holands, doordat het Hollandse woorden gebruikt of verhollandste Friese woorden en dit op Friese wijze, heeft het Bolserters voor de buitenstaander iets lachwekkends, doet het aan als onvol groeid, als kindertaal in grote-mensen- mond. De Fries zegt „houn” en „poun”, de niet- Fries „hond” en „pond”, de Bolswarder brengt het niet verder dan „hon” en „pon”. Net alsof hij wel het Hollandse woord wil zeggen, maar het niet nodig vindt de laatste letter uit te spreken, i de fragen fan har bidriuw is bysünder great. It feit dat der in nij bistjurslid foar it Stamboek keazen wurde moast nei it hommels forstjerren fan Jan Was senaar brocht twatüzen leden nei Ljouwert. Gjin seal koe se halde en al- linnich mei it ynskeakeljen fan lüdsprek- kers yn oare sealen koe dizze mannichte dielnimmers it rüchste fan de gearkom- ste meimeitsje. Forline wike tongersdei yi in greidedei foar de Süd- 2e week februari 1934 Uit 116 sollicitanten benoemd tot agent van gemeente politie te Workum, vac. D. Koning, de heer S. Wolters, mare chaussee te Drachten. Do Nederlandse Aardolie Maatschappij, die in de kuststreek bij Wassenaar boringen gedaan heeft met gunstig resul- staat, wil proefboringen gaan doen langs Zuid-Holland, onder de Noordzee door middel van een kunsteiland, dat op de Gusto-werf in Schiedam wordt gebouwd. In verband hiermede brengen wij een foto, die laat zien, hoe de Engelsen zich voorstellen, dat te doen onder de Zuid-Chinese Zee langs de kust van Engels Borneo. Op de foto zien wij een 3000 ton zwaar stalen platform, dat in Engeland gebouwd is en bijna 10.000.000 gulden heeft gekost. Liggende in de haven van Southampton, gereed voor verscheping. Het platform „Oriënt Explorer” genoemd, is ontworpen door de „Long Corporation of America” en gebouwd in Southampton door de „Steel structures Ltd. Het wordt gehuurd door de Brunei Shell petroleum Cy. Het heeft een air-comditioned verblijf voor 56 man. Het heeft vier benen, die elk een diameter van tien Engelse voet hebben en 235 Engelse voet lang zijn. Als de benen op de zeebodem rusten kan het platform door verlenging van de benen zover boven water geheven worden, dat zelfs een zware golfslag het niet in beweging kan brengen. Een knap stukje ke kuil wie in minskegriis en dat moast denkwerk en techniek als het voldoet. j en soe foroarje. De Finske methoade mei Het klokluiden dat te Gaast wegens be zuiniging van de gemeente was gestaakt, zal voortaan dankzij de offervaardigheid der inwoners weer worden voortgezet. Klokluider J. Hes, kan zijn werkzaam heden weer hervatten. Hwat hat Qabe Skroar Stadsfries. Het Bolserters is een van de vele stads- friese dialecten. Het is anders dan het Lüwadders, het Dokkumers, het Harlin- gers, het Franekers, al heeft het er ook veel gemeenschappelijks mee. Het is ook zeer zeker anders dan het Bildts en het Amelands, al liggen hier ook analogieën, het is ten slotte prinsipieel anders dan het Hylpers en de dialecten van Schier monnikoog en Terschelling. Heeft men in deze laatste 3 gevallen te doen met Fries, dat zich wegens het geïsoleerd zijn van het gebied waar het gesproken wordt, min of meer zelfstandig heeft ont wikkeld, heeft men bij het Bildts en het Amelands gedeeltelijk te doen met Fries in Hollandse mond en anderzijds met Hollands in Friese mond, bij de stads dialecten (dus ook bij het Bolserters) heeft men hoofdzakelijk te doen met Hollandse woordkeus, geborduurd op 'n Fries patroon, voor zover het idioom, zinsbouw en zinmelodie betreft. Klinkt het op het eerste gehoor als verbasterd Hollands, bij nader inzien is het een op Hollandse wijze „aangekleed” Fries. Men zou het Bolserters een niet geheel geslaagde greep van een oorspronkelijke Friese bevolking op het deftige Hollands kunnen noemen. De stadsfries, die in Gysbert Japicx’ dagen binnen Bolswards wallen en grachten zeer waarschijnlijk nog het landfries sprak, wilde het in die dagen reeds op het Hollands ge oriënteerde officium nadoen en begon zich te bedienen van een Hollandse woordkeus. Dit is een proces van enkele eeuwen geweest. Het ontstaan van het stadsfries in het algemeen en van het Bolserters in het bijzonder, zou een prachtig studieobject vormen voor 'n de- sertatie. Gemakkelijk zou het materiaal echter niet zijn te verzamelen. Er is slechts weinig in het Bolserters gepubli ceerd. In oude vergeelde jaargangen van het plaatselijk blad komt men het af en toe tegen. Prof. Burger noemde enkele staaltjes in zijn omvangrijk werk „Avondlicht”. Enkele liedjes zijn in het eigen dialect geschreven, benevens een paar (veelal humoristische) schetsjes. Gedichten, ro mans, novellen in het Bolserters zijn ons niet bekend. Bij reclame en voor andere Wegens het toenemend verkeer, wordt in de raad der gemeente Bolsward een verkeersverordening behandeld. De heer Hollander wijst op het gevaar lijke punt achter de Katterug. Hier is het verkeer herhaaldelijk gestremd. De heer Bijvoets vraagt of het ook verboden wordt met z.g. losse strengen te rijden. De heer De Jong, wijst er op, dat men toch geen rem op een hooiwagen kan zetten. Voor boerenwagens wordt daar om op de verplichte rem een uitzon dering gemaakt op voorwaarde dat zij stapvoets rijden. De diensten voor personenvervoer wor den -op de Appelmarkt geplaatst. Minister Colijn vraagt f 60 miljoen voor de inpoldering der Noordoost-Polder. Het werk zal eerst worden uitgevoerd als de organisaties een lager loonpeil goedvonden, dan het normale contract loon. „Asaf”, de Chr. Muziekvereniging te Lollum vierde dezer dagen haar 60-jarig jubileum. De tweede feestavond voor de jongere garde en belangstellenden die in het Doarpshüs werd gehouden, slaagde In oktober 1936 kwam de heer S. Tie mersma als leerling-dirigent in Lollum. Er werd destijds bepaald, dat hij een ho norarium van f 2.50 zou krijgen, met de bepaling, dat dit met 50 cent zou worden verhoogd, indien op het concours te Sneek een 1ste prijs werd behaald, het geen ook gelukte. Sindsdien is het met Asaf en haar dirigent steeds excelsior ge gaan. Nog één le prijs met lof, dan is de Superieure Ere-afdeling bereikt. De heer Tiemersma is bovendien nog diri gent van „Concordia” te Gaastmeer, „Concordia” te Sexbierum, „Prijst den Heer” te Tzum, „Soli Deo Gloria” te Wieringerwerf en „Harmonie” te Balk. Daarnaast onderscheidde hij zich ook als Ten opzichte van de oude, in 1693 ge bouwde en onlangs gerestaureerde Waag in Makkum bestaan interessante plannen aldus vertelt de Fr. Koerier. Om te onthouden en er deze zomer pro fijt van te trekken: De waag zal wórden ingericht tot museum. De inhoud van deze oudheidkamer zal overwegend be staan uit oude Makkumer tegeltableaus, o.a. het uit 300 details bestaande tableau uit een in 1843 gebouwde zathe, die het laatst werd bewoond door de heer G. Bijlsma. Het stelt enkele geladen kof schepen voor en zal de laatste herinne ring zijn aan de eertijds mooie, maar nu wegens verval gesloopte zathe. In Tichelaars aardewerkfabriek wordt het tableau thans gerestaureerd vanwege enkele kleine beschadigingen, die het opliep bij het omzichtig verwijderen uit de voorhuizinge. Men is het er nu in Makkum al over eens, dat de oudheidkamer met een der gelijk prachtig specimen van oud-Mak- kumer aardewekr voor het dorp een be langrijke aanwinst gaat betekenen. In zijn nieuwe, niet minder passende omge ving het tegeltableau ongetwijfeld ook. ook ten volle, aldus het Friesch Dagblad. Het muzikale gedeelte werd deze avond af gewisseld door het historische overzicht van de seer. M. Dorhout, het bekend maken der diverse ontvangen giften,w.o. f 130 van oud-leden buiten Lollum, waarbij zelfs dollars uit Canada waren gevoegd, en f 350 opbrengst van de ver schillende enveloppen met inhoud, aan geboden door verenigingen in en buiten Lollum. Tevens werd een kort uittreksel voorge lezen uit brieven van oud-leden, waarop besloten werd aan het oud-lid K. v. d. Sluis die met zijn twee broers O. en M. v. d. Sluis lid zijn van de band „Praise the Lord” (Prijst den Heer) te Chatham, Ontario, Canada, een mars te sturen. Voor een verrassing zorgde ook ditmaal burgemeester A. Oosterhoff, die met zijn secr., de heer D. Deinum, ook nu aanwe zig waren. Mocht u de verwachting koes teren, dat ik nu ook hetzelfde ga doen als gisteravond, aldus burgemeester Oos terhoff, dan is die verwachting te hoog gespannen. Toch meenden we ook uw dirigent de heer S. L. Tiemersma uit Leeuwarden als aparte hulde voor de 23 jaren trouwe dienst aan „Asaf” iets te moeten aanbieden. Geen ridderslag, maar een bord van Makkumer aardewerk, waarop het gemeentewapen was aange- keld direkt bilan Alle beide wiene bilangen meimekoar to bipraten, net meat. Wy sjogge dat aloan wer. Hwat de tiid ek seit, oft it krisis is of wolfeart, de boer hat en haldt in tige create bilang stelling foar syn bidriuwsfragen en hy wol jerne hearre, hwat de deskundige wittenskipslju der fan sizze. Dat haldt lykwols net yn, dat hy mar fuortynienen ré is om dizze riediowingen op to folg- jen. Né, hy haldt aer forgoed syn eigen miening by. En as men nofter en saek- lik de gong fan saken oereaget, sa’t dy de léste fiif en tweintich jier west is, moat men sizze, dat dit ek mar tige ge- lokkich west hat. Hwant lang alles net, hwat de wittenskip de boer foarhalden hat, is krekt sa ütkomd. Der is hiel hwat by, hwat nou net mear neamd wurdt, mar hwer’t jierrenlang op om hammere is. De boer hat yn dit soarte fan dingen in apart gefoel, dat him tobekhaldt fan dingen, dy’t hy hast wol leauwe moat, mar dochs net leauwe kin. En dan kin komme hwa’t wol, mar hy docht it net. Is dat koppigens, of is dat it ynstinkt fan de boer, dat him yn- windich warskóget? Ik wit it net, mar de feiten wize üt, dat yn de measte getal len bliken docht, dat it ynsjoch of it oanfielen fan de boer it dochs by de rjuchte ein hawn hat. As wy it rychje bidriuwsforbetteringen, dat de boer yn dizze léste tsientallen jier- ren foarlein is, bisjogge, dan blykt, dat hy it iene nomd hat, mar it oare On danks alle oantrün, lizze litten hat. De foarbylden lizze foar it gripen. De boe ren hawwe de K.I. dy’t earst nei de oar- loch opkaem, tige hurd en algemien ta- past. Lyksa de melkmasine, ivKsa de Le- .ly’s, de transporteurs, de drinkpotsjes, de lükers en alle reau, dat der by heart. Mar jierren foar’t der praet wurde oer de K.I. gounze it al fan in nije methoade fan ynküljen. Dêr doogde neat fan en dat moast sa gau mooglik oars. Dy Frys- zo geen eeuwen duren, voordat het ge heel „verdwenen” is. De gemakkelijkste houding en de weg der minste weerstand is wel het Bolser ters maar stil te laten afsterven, het noch te bevorderen, noch te bestrijden. We kunnen er vrede mee hebben. Maar of we als Bolserters moeten doorgaan overal en ten allen tijde Bolserters te spreken, voor de telefoon, in winkel of zaak, op relatiereizen enz., betwijfelen we. Wat voor de Bolserter zelf de ge woonste zaak van de wereld is, is dit niet voor de niet ingezetene. Voor de Fries en er wonen heel wat Friezen rondom Bolsward klinkt het Bolserters „eigenwijs”, voor de niet- Fries „onbeschaafd”. Het is typerend wat wij in korte tijd meermalen van buitenmensen hoorden: „In Bolsward is het prettig winkelen, maar in één opzicht kopen we liever in Leeuwarden of Sneek. Daar worden wij in de regel in het Fries te woord ge staan, de Bolserters kunnen meestal an ders niet dan Bolserters.” Inderdaad, de Leeuwarder zakenlieden hebben het dóór, dat de klant koning is. D. w. z. dat de Friese plattelander zich pas thuis voelt als hij zich in zijn eigen taal kan uiten en ook in deze taal wordt aangesproken en beantwoord. Grote zaken van elders in de hoofdstad gevestigd, bijv, de Hema, nemen zoveel sur is fjirtich jier lang yn alle lêzings en lessen, yn krant, tiidskrift en boek, troch hónderden minsken oan de boeren foar halden, as in folie bettere en folie foar- dieliger methoade. Mar de boer hapte net. Hy liet alle foarljochting by de kalde klean lans glide, mar in inkeling doarst it oan en de measten kearden ier as let wer op har wegen werom. Ynkülje mei waei, mei melasse, mei me- lapo, mei Vitasan, mei de Hardeland- methoade, hwat is der net hwat dien om dy Fryske kuil fan it hiem to jeijen. Mar by it greate meartal is hja bleaun. Doe kaem de foardroech-methoade ut de praktyk wei hjirby. En sjoch, dy gyng deryn, alhoewol in great diel fan de technisi der tsjin warskógen. In plastic- seil, lang jit net goed ütprebearre, fleach troch it gea. En nou, op dizze greide-dei, sei dr. ir. Frankena, dy’t seis in Fryske boeresoan is, dat as de fabrikanten jit soargje foar in bettere kwaliteit fan it plastic-kleed, de foardroechkuil de striid woun hat en men fierder de oare kuil- methoade wol rêste fitte kin. Ik sil my net weagje oan in forklearring fan dit forskynsel, mar dêrmei bliuwt it likegoed it omtinken tige wurdich. Hwant it soe party lju ris hwat biskiede- ner meitsje, byhwannear hja it boerehiem opstappe. It is net sa maklik alle faktoa- ren, dy’t it bidriuw fan in boer biyn- floedzje, folslein to kennen. Dêr heart hiel hwat ta en al to faek komme de wittenskipslju fan ien kant op de fraech- stikken ta. Fan de kant fan har spesiale fak. Mar de boer hat mei alle faktoaren to krijen en hwat op himsels fakentiids wol wier is, blykt yn it gehiel dochs wer net wier to wêzen. De iene wit al les fan de kali, de oare fan it grounün- dersyk, de spoareilleminten, de mecha- nisaesje, it drinkwetter, de wetterstan, de arbeidsforsjenning en gean mar troch. Mar de boer allinnich wit, hoe’t al dy dingen jit folie mear, meimekoar in bi- stean opleverje kinne en dy kunst, it eigenlike buorkjen, is him geslachten lang bybrocht. Grif, de wittenskip en de foarljochting hawwe in bulte dien om it boerebidriuw foarüt to bringen, hoe soe ik dat ünt- stride wolle. Mar to faek wurdt forget- ten, dat it oandiel fan de boer jit altyd it bilangrykste is en bliuwt. De boer soe dy wittenskip en foarljochting bileaven net misse wolle, it ferget him aloan op nije mooglikheden en haldt him libben en aktyf. Hy wol graech fan dizze man nen leare, dat biwiist it drokke bisyk fan de greidedei, mar hy wol seis bislisse. Hy wol seis mei syn buorman en goe- kunde al dy dingen jitteris oereidzje en sien, hoe’t dat allegearre yn syn methoa de en op syn pleats past. Lit it fierder dan mar oan him oer. Hy hat hiel hwat meimakke, dy Fryske boer, hy hat oer hiel hwat dingen tocht en wer tocht. Mar as hy net de wei op wol, dy’t sommige, al to iverige profe ten him opstjüre wolle, tink dan net to gau, dat it oan dy domme boeren leit. Jo soene dy wurden jit wolris tobek nimme moatte en dat docht jins repu- taesje gjin goed. Hwant in lange lib- benserfaring hat my leard, dat de boer op syn eigen lan in man is, dy’t jo foar fol oan sjen moatte, sille jo net it gefaer rinne domme dingen to dwaen. Der rinne yn üs lan minsken roun, dy’t fan hoppen of de hiele buorkerij mei alles, hwat derby heart, oer ’e kop helje wolle. It moat sa en it moat sa. Hja haw we alles statistysk en ekonomysk en tech- nysk birekkene. It kloppet allegearre, sa- lang hja op har bureau of laboratorium sitte. Mar gean mar ris mei nei de Mak- kumermar, nei in koumelker, dy’t mei seis H.A. stadich lan en syn eigen me thoade in knap bistean wit to bibuorkjen. En nim dan ek ris in inkelde kear de pet óf foar dy minsken, dy’t soks pres- teare om’t hja inkeld goed boer binne, oars neat. Tj. de J. Overleden te Hindeloopen de heer J. Kooij. Hij werd 94 jaar oud en was de oudste inwoner van de stad. ■- Wc- v-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1959 | | pagina 1