fcl si Sww Qabe Skroar üs hjoed p p to sizzen functie van het bejaardentehuis Taak en ’'IJ tW Fan de Martinytoer Tj. de J. STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND F’ 1951 1956 1961 1966 1971 1976 1981 65 jr. en ouder 794.400 912.498 1.011.600 1.136.900 1.279.400 1.419.800 1.542.200 Voetbal Bolswardia en HJSC delen de winst CAB klopt Udiros niet 5-1 BES verliest in Meppel met 1-0 Zilveren filmpjes M SI M 55e JAARGANG No. 26 DINSDAG 7 APRIL 1959 Hwat hat Van de bejaarden, 65 jaar 2—0 8-3. SKI-VAKANTIE IN CERVINIA hat. Hyltyd Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward Administratie- en Redactie-adres: Marktstraat 13 Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335 (K 5157) 10.200.300 10.821.661 11.628.400 12.272.600 12.911.700 13.585.100 14.270.400 Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededelii.gen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie Wy- verre Verdere uitslagen zijn: C.A.B. 2—W.Z.S. 2 Leeuwarden 5R.E.S. 2 (Leeuwarden kampioen) R.E.S. 3—W.Z.S. 3 R.E.S. 4—L.S.C. 4 R.E.S. IAFriso IA de Kooi IA—R.E.S. 2A DE TAKOMST FAN DE BOER. (2) 2—0 7—1 'I I 1—1 5—1 2—1 1—3 1—3 Bolswards Nieuwsblad Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad In dei fan fortriet duorret langer as in moanne fan freugde. ide- ar- 1. Prognose van de bevolkingsaanwas in Nederland. den, daar Stanfries nu een voorsprong van 4 punten heeft en Oosterwolde, al zij het met 1 wedstrijd meer gespeeld, Bl. Boys 1BR.E.S. 1B C.A.B. IABl. Boys IA W.Z.S. 1B—C.A.B. 1B de Kooi 2BR.E.S. 2B Sneek 3BR.E.S. 3B BolswardiaH. J. S. C. De thuisclub neemt direct het initiatief en daar de achterhoede der gasten niet bijzonder safe blijkt in deze eerste mi nuten, resulteert dit reeds in de 5e mi nuut tot een uitstekend doelpunt over de uitlopende keeper heen door midvoor De Jong. Twee minuten later echter is de stand al weer gelijk, doordat keeper El- zinga de bal na een hard schot van de linksbinnen uit zijn handen laat glippen. Wel schiet de toestormende linksbuiten in eerste instantie nog tegen de boven lat, maar de terugspringende bal belandt precies voor de benen van de rechtsbin nen die daarna geen fout maakt. Weer 5 minuten later sprint De Jong Tijdstip Totale bev. loven de deur zou mogen schrij- In de zaterdagmiddagcompetitie is het Bolswardia na vtfcl moeite gelukt haar grote concurrent voor de 2de plaats H. J. S. C. nog naast zich te houden. Over het algemeen waren de gasten agressiever en had hun spel meer inhoud, zodat de thuisclub met het 3-3 gelijk spel wel tevreden mocht zijn. momenteel circa 6% in zen. Wat is. een voor bejaarden. Een tehuis is voelt, waar men dus thuis mag uitgaat boven een mogelijk kan eten, drinken daar zelfs niets mee te maken. Het zich ergens thuis voelen houdt in feite weinig of geen verband met de stoffelijke verzorging. Men voelt zich thuis als de sfeer van de omgeving aanspreekt en men er zich volledig op zijn gemak weet. In de 4de klasse is M.K.V. eindelijk dan. definitief kampioen geworden. De Leeu warders bereikten dit door een magere 2-1 zege op hekkensluiter Nieuweschoot, die nu uitgespeeld is en moet afwachten wat Udiros er in haar 2 laatste wed strijden van terecht brengt. Als Udiros hieruit 2 winstpunten haalt, is het lot van Nieuweschoot beslist. Oldeboorn stelde zich definitief veilig door een 2-1 zege op het bezoekende Bakhuizen. Black Boys en Freno konden in Sneek beide niet tot scoren komen, zodat deze ontmoeting elk één winstpunt bracht. C. A. B. met niet minder dan 4 invallers had met Udiros weinig moeite. Niet dat rood-wit nu zoveel sterker was, maar de thuisclub wist de kansen beter te benut ten, hetgeen resulteerde in 5 doelpunten waar de gasten slechts 1 voltreffer te genover wisten te plaatsen. M.K.V., C.A.B., Freno, Bakhuizen en N.- schoot zijn thans uitgespeeld, zodat deze competitie op haar laatste benen loopt. f In de 3de klasse K.N.V.B. is het kam pioenschap van Olyphia een feit gewor den. Het werd in Steenwijk wel weer een magere 1-0 overwinning, maar het was voldoende om de kampioensvlag te hij sen. Emmeloord zag haar 2de plaats op de ranglijst aanmerkelijk verstevigd, niet alleen door haar 2-1 zege op D.O.G. in Wolvega, maar bovendien door nederla gen van haar voornaamste belagers. Steenwijk verloor n.l., zoals we reeds meldden met 1-0. van Olyphia en R.E.S. moest in Meppel tegen M.S.C. met 1-0 het onderspit delven, waardoor de kan sen van de blauw-witten om als 2de te eindigen niet meer bijzonder gunstig zijn. W.Z.S., dat Nicator op bezoek had, kon het ook al niet bolwerken, de Snekers moesten met een 2-0 nederlaag het veld ruimen. In de belangrijke ontmoeting Stanfries- Bergum, trok Bergum met 2-1 aan het kortste eind, waardoor de toestand van laatstgenoemden zeer kritiek is gewor den, daar Stanfries nu een voorsprong van 4 punten heeft en Oosterwolde, al ook nog altijd 3 punten voorsprong heeft. hoofde van zijn mens-zijn recht op ver zorging. Een bejaard mens die een leven met al zijn wel en wee achter zich heeft, kinde ren heeft groot gebracht, heeft ook recht in zijn laatste levensfase op een verzor ging. En is hij in een bejaardentehuis dan verwacht hij dat hij die verzorging daar krijgt, en daar wordt voorbereid, en de vrees voor de dood wordt weggeno men, door het vertrouwen in de almach tige goede God en Heer die allen de vreugde van de Hemel heeft beloofd. Over de verzorging van de bejaarden buiten het bejaardentehuis mogelijk la ter. De voortdurende stijging van het aantal gej aarden in Nederland zowel in relatie ve als in absolute zin, maakt het uiter aard noodzakelijk de mogelijkheden tot huisvesting en verzorging van deze be volkingsgroep navenant te vergroten. De ondervolgende cijfers, (door het C.B.S. als werkgemiddelde opgesteld, zonder aftrek van emigratie), spreken in deze duidelijke taal: de libbensstandert fan it Nederlanske folk stadich omheech giet. Leanen en fortsjinsten binne heger as eartiids, de soasiale forsjenningen tige oanwoun, de arbeidstiden koarter en de frije dagen en fakansjes langer. Boppedat wurde de bern langer op skoalle halden en leit it yn de rin fan de tiden, dat irnmen, dy’t op in buorkerij arbeidet, in hegere for- goeding ha moat. Litte de bidriuwsüt- komsten mar skraechwurk ta, dat dizze reedlike forgoeding jown wurde kin, dan sil de bidriuwslieder ütsjen nei oplos- sings, dy’t him better pasje. Dat hoecht nimmen him to learen, dat sjocht er seis wol. Gjinien bidriuwslieder sil op den dür in djürdere kostenfaktor brüke as der in goedkeaper to finen is. Wy hawwe nei de oarloch sjoen, dat meat as 60% fan de boerearbeiders dien krige ha. De leanen en fierdere kosten wiene net to heech neffens har wurktiid, mar hiel hwat bidriuwen seagen de moog- likheit op in oare wize goedkeaper klear to kommen. Op den dür üntkomt gjin inkeld bidriuw oan dizze ekonomyske tendins. Dizze arbeiders koene yn fier- wei de measte gefallen gjin leanend wurk fine ticht by hüs. Hja moasten it earne oars sykje en hja founen it op oare plakken en yn oare bidriuwen. De mechanisaesje hoecht men net oan to bifelen, dy komt ünforbidlik as hja it wurk op in goedkeapere wize dwaen kin. Mar ek de lytse bidriuwen ünderfine de druk fan de nije forhaldingen. Neder- lan telt jit tsientüzenen lytse bidriuwkes, dy’t jit gjin 5 H.A. great binne. Yn streken hwer’t folie fan dy bidriuwkes binne, sjocht men, dat de bern hoe lan ger hoe meat har heil sykje yn fabriken of by it ambacht. De forskillen wurde to great. Hja hawwe it libben op sa’n lyts bidriuw meimakke en har maten kinne mear, libje frijer, hawwe mear kansen as sij. In aloan greater wurdend diel fan dizze jonges en famkes gean yn oare wei. De statistiken wize üt, dat elts jier mear fan dizze buorkerijkes fordwine. Foaral as it spultsje aid en forsutere of tige óf gele gen leit, wurdt it fan de han dien. Op him seis hoecht gjinien dêr bliid om to wêzen, en oan maetrigels, dy’t soks hur- der gean litte wolle, fiele wy net it min ste bihoefte. Hwant hoefolle fan sokke bidriuwkes jit in nuttige funksje forfolle, kin gjin minske ütmeitsje. Wy sjogge mar al ta faek, dat krekt in tal fan dizze lytse boeren hast ünsmisber binne op it plattelan. Hja kinne fan dy tuskenbei- bejaardentehuis? Precies wat het woord zegt, een tehuis een gebouw waar men zich te-huis en ook kan zijn. Dat is iets wat ver inrichting waarin men zo goed en verantwoord en slapen, ja strikt genomen heeft het 7,8 8,4 8,7 9,3 9,9 10,5 10,8 en ouder zijn bejaardentehui- In het bejaardentehuis vindt de bejaarde de mogelijkheid om zich eveneens gelei delijk aan, weer een nieuw levenstoneel op te bouwen. Hij vindt er de rust, de onbezorgdheid, de vriendelijke tegemoet koming en de aanmoediging, nodig om de energie daartoe op te brengen. Hij vindt er leeftijdgenoten, lotgenoten, als evenzovele medespelers op dit nieuwe levenstoneel. En tenslotte, en dit is misschien wel het voornaamste: de bejaarde verwerft zich in het tehuis ’n nieuwe levensstijl. Want nu, wellicht voor het eerst na zijn jeugd, mogelijk het eerst in zijn leven, wordt hij bevrijd van de neerdrukkende en hinderlijke zorgen voor het iouter-mate- riële, en krijgt hij volop de gelegenheid om zijn aandacht vrij te maken van het alledaagse en die hoger te richten. Het goede bejaardentehuis zal het ge- eigende milieu bieden, om die nieuwe levensstijl te verwerven, om zulk op-een- hoger-plan-gelegen leven te leiden. Meer dan voorheen kan de bejaarde nu zijn leven opbouwen in een milieu dat hem genegen is en niet vijandig; dat hij niet behoeft te wantrouwen, maar waar op hij mag vertrouwen; een milieu, dat hem hulp belooft, in zover zijn eigen dene wurkjes en baentsjes op har nimme, by sykte of drokke perioades ynspringe, molkritten dwaen, in melker forfange en al soks mear. Dizze lytse bidriuwen tusken de middel- I soart en greatere yn, jowe ek oan in fikse arbeider jit in kans om omheech to kom men en likegoed oan in boeresoan, dy’t net langer wachtsje wol om seis los to kommen. En dan is der noch hwat. Op sokke bidriuwkes sille ek soms minsken graech wen je wolle om har selsstannich- heit to bihalden en har eigen aerdich- heit oan it buorkjen bod to jaen. Hwa sil har forbiede om leaver mei sechtich goune yn ’e wike frij man to bliuwen as mei tachtich by in oar? Derby is it nea to sizzen, op hokfoar wize de iene fier der komt as de oare. Ik ken bidriuwkes, dy’t ek jit op sa’n lytse gerjuchtichheit in reedlik bistean witte to bifjuchtsjen. Fan elts forbod bin ik in füle tsjinstan- ner. Dy’t der ófgiet, moat it frijwillich dwaen en dy’t der bliuwe wol, moat gjin minske keare wolle. Mar likegoed sille der hiel hwat fan dy bidriuwkes ford wi ne. Hwant by de measten sil it forskil tusken de libbenswearden dy’t men op en buten sa’n bidriuwke forkriget, bislis- send wêze. Yn it algemien leau ik fuort net oan in massale üttocht en likemin bin ik it iens mei de lju, dy’t 15 H.A. as leechste grins sjogge. Ik forwachtsje, ek foar de takomst, dat üs lan jit lang tüzenen bidriuwkes halde sil, dy’t net greater binne as 8 oant 10 H.A. Hwert dan yn streken mei in ge- skikte groun ek jit hielhwat lytsere tus ken bliuwe sille. Tünbou stiet hjir fahsels büten, dêr kin folie mear makke wurde en lyksa op spesiale fokbidriuwen foar hinnen en bargen. Yn de streken, der’t ruilforkave- ling pleats hat, sil men de greatste for- oaringen sjen, mar ek dêrre moat men de lju fan de perfektionistyske planning net allinnich baes litte. Kalde sifers sizze net alles en it libben freget, sil it goed wêze, in greate fariaesje. Oars for- earmet men de maetskippij en makket it libben toar en ientoanich. Us konklüzje is, dat de bidriuwsgreatte geleidelik tanimme sil en dat yn streken mei oerwegend lyts bidriuw in bilangryk diel fan dizze bidriuwkes frijwillich for- dwine. Dizze Ontwikkeling sil yn ruil- forkavelingsprojekten foarser wêze, al moat men ek dêrre each halde foar it ge- faer fan iensidigens. Yn it earste artikel ha wy oanjown om hokfoar reden wy üs ynlitte moatte mei de takomstige üntjowing. Mei alle risi- ko’s, dy’t soks meibringt, net it minst it mis forstean fan de bidoeling, dy’t soks hat. Hyltyd wer sjogge wy, dat party minsken, as men harren wiist op düdlike feiten, miene, dat men soks graech sjocht of hwat jit frjemder is, dat men der mei skuldich oan stiet. Hawar, dat moat mar hinnebruije, de tiid sil harren wol leare, hwa’t earlik de bilangen fan plattelan en boeren bisiket to stypjen en hwa net. Wy wolle foar it lést nochris sizze, dat alle .middels, dy’t in bettere situaesje jaen kinne en praktysk üt to fieren bin ne, üs tige wolkom binne. Graech sille wy dêr stipe oan jaen, mar dan moatte it ek dingen wêze, dy’t de realiteit net üt it each forlieze. Dizze realiteit leart üs, dat it bistean fan de boer sa wêze moat, dat it net bilang ryk minder is as fan oare bifolkings- groepen. Hwat mei deselde wurkkrêft, kennis en kapitael op oare terreinen birikt wurdt, moat ek likernóch op in buorkerij to for- tsjinjen wêze. Is dit net it gefal, bliuwe de mooglikheden dêr to lyts, dan moat men forwachtsje, dat de stream jit fier der de forkearde kant ütgean sil. Dit jildt yn it bysünder foar de groep, dy’t it minst sterk stiet. Nou sjogge wy, dat krachten tekortschieten. Het zijn juist die zekerheid, die onbezorgdheid, dit besef van geborgen te zijn, die de bejaarde de moed geven om zich op hoger plan te wagen. De bejaarde voelt zich ook een volwaar dig medelid van de nieuwe samenleving. Het is immers een samenleving van ge- lijkwaardigen, van lotgenoten, van alle maal bejaarden, zoals hijzelf, die geen eigen huis en haard meer hebben en die niet meer deelnemen aan het productie proces. Hier behoeft de bejaarde zich dus niet overbodig, onnut, terzijde-geschoven en verontachtzaamd te gevoelen. Hier kan hij als volwaardige partner aan de sa menleving deelnemen. En die deelne ming is positief: hij is bewust inschik kelijk, omdat hij beseft dat de goede orde het vereist; hij weet dat zijn opge wektheid bij draagt tot de goede geest; hij is gaarne bereid tot hulpvaardigheid, omdat hij alles wil doen om het vele werk, dat voor hem en zijn lotgenoten wordt verricht, te verlichten. Maar hoe groot zou dan ook de teleurstelling zijn, indien ook het bejaardentehuis; het huis speciaal voor de bejaarde; het tehuis, be doeld om hem te steunen en zijn zorgen te dragen, althans die te begrijpen en zoveel mogelijk te verlichten, indien deze samenleving, welke hij dient en waarin hij zich op zijn plaats weet, hem eens zou uitstoten, omdat men hem te hulp behoevend vindt,! Terecht is het dan ook steeds zó begre pen, dat het bejaardentehuis voor het verdere leven van de bejaarde diens thuis moet zijn. Dat het dus wreed zou zijn de meer-hulpbehoevende uit te bannen, uit wat hij als zijn eigen huis beschouwt. Uit het voorgaande volgt, dat het be jaardentehuis geschikt moet zijn om ook werkelijk alle soorten van hulpbehoe vendheid bij de bejaarden te kunnen op vangen. (Zulks echter met uitzondering van het geestelijk gestoord zijn, want dat betreft degene, die vanwege hun, de orde verstorende, gedragingen en niet hun eventuele hulpbehoevendheid, dui delijk waarneembaar buiten de normale gemeenschap zijn komen te staan en er daardoor ook niet in thuis horen. Voor dezen is in het nieuwe tehuis in Noord Bergum een passende verzorging, ver pleging ingericht). Helaas wordt in de tegenwoordige tijd deze gevolgtrekking, vanwege de grote vraag naar plaatsing directie en personeel van bejaardentehui zen doet niets te zake, als het maar ge beurd en de bejaarden vrijwillig enige bezigheid wordt gegund, aangeboden en geanimeerd. Geleidelijk wordt door de directies en bestuursleden van onze bejaardentehui zen ingezien dat ook van het personeel dat de bejaarden verzorgd, meer kennis en bekwaamheden kan worden gevraagd. Vandaar dat overal te lande cursussen voor bejaarden helpsters zijn. Ook in Friesland zijn 5 of 6 van deze cursussen met circa 100 cursisten uit onze bejaar dentehuizen. 2 jaar wordt per week circa 4 uur les gegeven, waarna een examen volgt. Zij die slagen mogen een speldje I dragen evenals ziekenverpleegsters. Na inspannen? Men heeft deze cursus volgt een cursus voor bejaar denverzorgster. Alles volgens goedge keurde landelijke leerplannen. Voor meisjes en vrouwen met liefde voor de evenmens zijn deze betrekkingen aan bejaardentehuizen evenals ziekenverpleeg ster in een ziekenhuis zeer aan te beve len, mede omdat ook voor vastgestelde of vast te stellen landelijke salarissen wordt gewerkt. Elk kind dat ter wereld komt heeft uit 2e week april 1934. De P.F.C.. organiseert in samenwerking met de wielersportvereniging Bolsward op Pinkstermaandag a.s. weer een elfste- denrijwieltocht. Bevestiging van ds. A. D. Wumkes van Huizum tot predikant der Herv. gemeen te te Burgwerd. De handoplegging ge schiedde door ds. Visser van Leeuwar den, dr. G. A. Wumkes van Huizum, prof. Wagenaar van Leeuwarden, ds. Feenstra van Lollum en ds. Kooiman van Deventer. De belangstelling was zo overweldigend, dat de koster met moeite ieder een zitplaats kon bezorgen. Melkverkopersvereniging .Onderling Be lang’. Volle melk 8 cent per liter, tapte- en Karnemelk 3 cent per liter. In de weg Bols ward-Workum worden verschillende scherpe bochten thans recht getrokken. Ook wordt het wegdek ver breed. De Ned. Chr. Vrouwenbond te Bols ward hield haar 3e jaarvergadering. Me vrouw Feddema-Hoogland van Ferwerd wist de aanwezigen te boeien met Friese gedichten. De ooievaar op de boerderij van brandi is traditiegetrouw uit het zuiden weer teruggekeerd. Beschikbaar Theo. Zeven maal bekroond. 79 punten. Preferente afstamming. Dek- geld f 7,50. H. M. Gerbrandij, Nijland. Matzijden charmeuse onderjurk 95 cent, directoir in zalm, rose, bleu 45 cent, zak doeken vanaf 5 cent. Twee beelden van de Koninklijke familie, met ski-vakantie in Cervinia in de Italiaanse alpen. Boven: een vrolijke groep, v.l.n.r. Prinses Marijke, Prins Bernhard, de dochter van Prins Aschwin, Prinses Irene, Prinses Beatrix en H.M. de Koningin. Onder: plannen voor een ski-tocht worden besproken door de Prins en de Prinsessen Beatrix en Irene. opgezette revalidatie, maar er was toch steeds een allereerste voorwaarde voor herstel, nl. de prikkel en het verlangen, om weer terug te keren in de rij, en er was ook de mogelijkheid voorhanden om geleidelijk aan, eerst moeizaam en hoogst zelden, maar gaandeweg met minder in spanning en frequenter naar de recreatie zaal en andere ontspanningsgelegenhe- den in huis te bezoeken, naar de kerk te gaan en zich zo de oude plaats in het milieu te heroveren. Deze prikkel mist de bejaarde die, met de boodschap: „Je bent nu zo hulpbehoe vend, dat je in ons bejaardentehuis niet kunt verblijven; is weggejaagd en naar het z.g. verpleeghuis is verbannen. Im mers, waarom zou hij zich nog druk ma ken, zich nog i toch gezegd, dat er aan hem geen eer te behalen is en, bovendien, wat heeft hij buiten zijn bed, buiten het ziekenzaaltje te zoeken? Geen enkel vertrouwd plekje, geen oude kennissen of vrienden. En daar komt nog bij, dat er in zo’n verpleeghuis weinig of niets valt te be leven, want het verpleeghuis draagt te veel het stempel van een zieken-inrich- ting en ontbeert de vertrouwde sfeer van een echt tehuis. Het verpleeghuis zo als wij het thans kennen geeft een vertekend en wel een sterk vergroot beeld van de werkelijke omvang en entensiteit van de hulpbehoevendheid bij de bejaarden. De scheiding tussen verzorgingshuis voor de validen en verpleeghuis voor de zie ken en invaliden, staat aan een goede be jaardenverzorging in de weg en zij le- vert een veel te somber beeld van de va liditeit van de bejaarde mens. Een modern verpleeghuis voor bejaar den, zoals er practisch in Nederland nog niet vele zijn, dient een tussenschakel te zijn tussen ziekenhuis en bejaardentehuis. Een bejaarde gaat tijdelijk naar een zie kenhuis met de hoop genezen terug te keren. Is nog een naverpleging of reva lidatie nodig die niet in het bejaarden tehuis kan worden toegepast dan is een •tijdelijk verblijf in het verpleeghuis no dig. Ook kan vanaf het bejaardentehuis een tijdelijke verpleging in het verpleeg huis een direct middel zijn om de be jaarde weer meer valide te maken. Het aantal bejaarden en de aanvraag voor opname in het bejaardentehuis wordt de laatste jaren steeds groter. Jaren geleden waren bejaardentehuizen veelal werkhuizen voor ae armen. Circa 40 jaar geleden gingen deze huizen leidelijk van naam en karakter veram ren en werden rusthuizen. Maar och me; de mens is niet ter wereld gekomen om te rusten. Alleen arbeid geneest en doet veel leed vergeten. Geleidelijk wordt thans ingezien dat enige arbeid, bezigheid, nog iets nuttigs doen, beter is dan algeheel niets doen. En of dit nu geschied door welfare werksters, of door in de tehuizen, niet voldoende gemaakt. Te kwader ure zijn sommige bejaarden tehuizen zich teweer gaan stellen tegen de opname van de te-zeer-hulpbehoeven- den, en niet alleen de opname maar ook tegen het langer blijven in die tehuizen van zulke veel-verzorging-eisenden. Men hief een leuze aan zoals te doen gebruikelijk, - als men een dwaling aan de man wil brengen en wel deze: „wij bieden wel verzorging, maar wij zijn geen ziekenhuis!” Alsof verzorging van bejaarden ook niet omvat de verzor ging van zeer-hulpbehoevenden en alsof een ziekenhuis er zou zijn, om er bij hulpbehoevendheid zich te laten verzor gen. Deze valse leuze werd ingegeven ofwel door onmacht ofwel door onwil. Door onmacht, toen de krachten voor verder gaande verzorging helaas gingen ontbre ken; door onwil, daar, waar men de ge dachte aan ziekte en dood, aan gebrek- kingheid en oude dag-kwalen, al illussie- verstorend, wilde uitbannen. Zo is er, ten onrechte, een scheiding ont staan weliswaar gelukkig nog lang niet overal tussen verzorgingstehui zen en verpleegtehuizen voor bejaarden. En, met welk resultaat? Met geen ander dan dit, dat er overal verpleegtehuizen zijn ontstaan, al of niet onder leiding van bekwame verpleegsters. Sommige van die tehuizen staan niet hoog in aan zien. Maar wel is het nodig eens met klem naar voren te brengen, dat de schuld niet bij die verpleegtehuizen zelf moet wor den gezocht, maar wel bij de hierboven gesignaleerd dwaling, waaruit zij gebo ren zijn, namelijk het ten onrechte we ren of uitwijzen van de zeer-hulpbehoe- vende bejaarde uit het bejaardetehuis. In menig verpleeghuis zijn leiding en personeel ongetwijfeld met de beste be doelingen bezield, althans met de beste bedoelingen begonnen. Maar het werk is ondankbaar en deprimerend, want het verpleeghuis, lo$ van ’t bejaardentehuis, is een steriel milieu. Het is een tehuis van uitgestotenen, een tehuis waar men terecht bi ven: „Gij, die hier binnengaat, laat alle hoop varen!” De ervaringen bewijzen duidelijk welk een vreselijke misgroei dit verpleeghuis- voor-bejaarden is. Het oude bejaardentehuis moge dan zijn achtergebleven; het moge zich niet bij tijds en in voldoende mate aan de eisen van de nieuwere tijden ook aan de eisen, thans aan een goede medische verzorging te stellen, hebben aangepast, maar uit zijn eigen aard, en dus onbewust, heeft het bij de meest-hulpbehoevenden de hoop op herstel, op terugkeer naar de groep der meer-validen levendig gehou den. Er moge dan geen sprake zijn geweest van een doelbewuste en wetenschappelijk -

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1959 | | pagina 1