Ij BOLSWARD NOCH KERN, NOCH STIMU LERINGSGEBIED De 345ste verjaardag de eerste steen van Qabe Sb roar legging van het stadhuis herdacht n üs hjoed p p STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND Het weer in onze Fan de Martinytoer Tj. de J. Teleurstellende beslissing van minister Zijlstra Zilveren filmpjes io sizzen 1 omgeving Af 55e JAARGANG No. 28 DINSDAG 14 APRIL 1959 Bolswards Nieu wslilat Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad Hwat hat Jierren witte mear i. 2. 3. DE TAKOMST FAN DE BOER (3) 4. NA HET HUWELIJK halde en dochs sjen, hoe’t de gefolgi sa min mooglik skea dogge oan it libb< Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededelL gen dubbe tarief Handelsadvertenties bij contract reductie Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward Administratie’ en Redactie-adres; Marktstraat 13 Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335 (K 5157) Stimulerende maatregelen (of het behoud daarvan) voor de kuststrook Lemmer-Makkum en met name voor de plaatsen Lemmer, Staveren, Hin- deloopen en Makkum èn voor het ontwikkelingsgebied ,,oude stijl” Oos telijk Friesland. Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Dit advies is dus niet opgevolgd, wat betreft de zones SneekBolsward en Harlingen—Franeker; Bolsward en Fra- neker zijn noch kern nóch sub-kern ge worden. Evenmin heeft Dokkum de plaats gekregen, die de Gedeputeerden het hadden toegedacht: in plaats van kern is het sub-kern geworden. Betreu- renswaardig vinden de Gedeputeerden het laten vallen van de IJsselmeer kust strook: alleen Lemmer is als subkern aangewezen en van Staveren, Hindeloo- pen en Makkum wordt niet gerept. Ter toelichting van zijn beleid zegt de minister in zijn brief aan de provinciale besturen, dat tot nu toe bij de regionale industrialisatie de bestrijding van ern stige acute structuele werkloosheid cen traal werd gesteld. Het feit, dat door de industriële ontwikkeling van de oude ontwikkelingsgebieden mede een zekere verlichting van de concentratie elders in den lande werd bereikt, was slechts een neveneffect. Bij de opzet van het nieuwe Overigens kreeg deze plechtige bijeen komst nog een bijzonder karakter, door dat juist aan de vooravond ervan het voor Bolsward minder prettige nieuws bekend was geworden, dat Bolsward niet was aangewezen als kerngemeente, het geen enerzijds wel enigszins de feest vreugde temperde, anderszijds de oproep tot het werken voor het welzijn van de stad beklemtoonde. Klokke acht precies blies de jonge garde van het muziekkorps „Oranje” vanaf de torentrans het reveille over de stad. Terwijl even later de stadsbeiaardier zijn klokkeklanken uitgoot over de antieke geveltjes, werd er in de raadszaal een plechtige herdenkingssamenkomst ge- Deze radiografisch overgebrachte foto toont het fapanse Kroonprinselijke paar, zoals het na de huwelijksvoltrekking in een rijtuig door de straten van Tokio reed, toe gejuicht door duizenden Japanners. Toen onlangs verschillende notabelen van Bolsward van gemeente wege bericht ontvingen op 11 april des morgens om 8 uur ten stadhuize te willen verschijnen teneinde de 345e verjaardag van de eerste steenlegging van het stadhuis te vieren, hebben som migen gedacht, dat hier wellicht van een drukfout sprake was, ware het niet, dat men deze op dergelijk officieel papier niet mocht verwachten. Maar, echt waar, was de uitnodiging gesteld geweest op 1 april, dan was de toeloop wellicht niet zo groot geweest als zaterdag morgen j.l. Immers in de regel ook burgemeester Geukers wees hierop in zijn begroetingswoord viert men slechts de kroon jaren. We mogen deze 345e herdenking dan ook zeker zien als een preludium op een in 1964 grootser opgezet feest. Incidentele steun voor gevallen bin nen het probleemgebied doch buiten een der daarin aan te wijzen ker nen. Lang heeft men inzake deze aangelegen heid niet anders kunnen doen dan gis sen. Gissen, niet alleen wat betrof de activiteit van gemeentebestuur en ge meentenaren in dezen die was er wel, maar nimmer werd openbaar gemaakt in welke mate deze werd gevoerd en waaruit die bestond gissen ook naar het zo belangrijk geachte advies van Gedeputeerde Staten (waarover ook al in alle talen werd gezwegen), gissen ten slotte naar de uiteindelijke beslis sing van de minister. Het advies van Gedeputeerden aan de minister, zo is thans bekend geworden, omvatte: Het „bijtrekken” van de tot dusver geïsoleerde plattelandsstreken door modernisering van het woonmilieu en het heruitrusten van de betrok ken agrarische gebieden. plaats, waar de huidige sociëteit van deze naam wordt gevonden). Het plaatje in de eerste steen vermeldt verder, dat het stadhuis werd gesticht in het 901e jaar na de stichting van Bolsward, die volgens de legende zou plaats hebben gevonden in het jaar 713, n.l. door Bolswina, de dochter van koning Red bad. Serieus moet men dit niet nemen en deed men dit ook vroeger reeds niet. Een andere gevelsteen in hetzelfde stad huis noemt n.l. het jaar 616 als stich- tinksjaar van de stad. Deze is als neder zetting evenwel veel ouder. Opgravingen hebben uitgewezen van meer dan 2000 jaar. De eerste steenlegging geschiedde op ’n maandagmorgen. Volgens onze tijdreke ning zou het niet de 11e maar de 21e april geweest zijn. Men was in die tijd n.l. een tiental dagen „achterop”, een achterstand, die men omstreeks 1700 (toen deze nog twee dagen groter was geworden) in Friesland heeft ingehaald, een feit, waaraan nog altijd „hide” en „nije” maeije (resp. 12 en 1 mei) her inneren. De 11-jarige Gysbert Japicx, die vlakbij om de hoek woonde (in de Wipstraat) zal op de vroege maandagmorgen wel getuige geweest zijn van de plechtigheid, al rept hij er nergens in zijn werk ook maar met één woord over. Sedert 1474, de stichting van het eerdere stadhuis, staat dit centraal in de stad, aan „weg en water’ (dit laatste was destijds, toen het stadhuis ook dienst deed als waag, zeer belangrijk). Steeds was het gebouw, nu al meer dan 5 eeuwen lang, ook de plaats van de politie, die nu eerlang het centrum gaat verlaten en een nieuwe kazerne krijgt in Plan Noord (waar men nimmer een overtreding van de winkelsluitingswet kan maken, omreden er geen enkele win kel is gevestigd, aldus merkte drs. Van den Hombergh laconiek op). In de grote commissiekamer was een in teressante expositie ingericht betreffen de plattegronden van de oude stad, te keningen van stadsgezichten enz., wel ke de intense belangstelling van de ge nodigden had. Reeds vóór negen uur was de plechtige herdenking afgelopen. Met de teleurstellende berichten inzake de negatieve uitslag inzake de industrie kernenaanwijzing op de achtergrond, spoorde burgemeester Geukers de aan wezigen s.an het verdere van de dag te gebruiken tot het werkzaam zijn in het belang van de stad. Zo ging men dan bemoedigd uiteen. De voorvaderen hadden met bescheiden middelen iets groots verricht. Waarom zou men er niet op voortbouwen? Zo toog een ieder aan zijn arbeid. De onderwijzers op de scholen vertelden van de kleine Gysbert, van de stoere werklieden, de kunstenaars in steen en bouwstijl. as boeken. Beschikbaar de definitief goedgekeurde Twenterstier „Hitler”. Fokt en dekt uit stekend. Dekgeld f 3,Drie keer toe lating. R. W. Bangma, Burgwerd. aanwijzing als ontwikkelingskern van: Leeuwarden, zone Sneek Bolsward, Heerenveen, Drachten en zone Harlingen—Franeker. beleid daarentegen is de spreiding van de industriële werkgelegenheid als doel stelling ingevoerd. Hoewel in principe ’t gehele land hierbij is betrokken, vragen de gebieden, waar een ernstig werkge legenheidsvraagstuk bestaat of te ver wachten is, de bijzondere aandacht van de regering. Ten behoeve van deze landsdelen zal een beleid worden gevoerd, dat een krachtige industriële ontwikkeling bevordert, waardoor een tegenwicht kan worden ge schapen tegen de zuigkracht van indu striële agglomeraties elders in den lan de. Dit betekent, dat sterker dan in het verleden concentratie van de ontwikke ling in een beperkt aantal plaatsen zal moeten worden nagestreefd. De twadde yndustriële revolüsje, nei de oarloch fan ’40-’45, hat oer Amerika en West Jerope in sterke ütwreiding brocht fan fabriken. De foarütgong fan de wittenskip op na- tuerkundich en chemysk terrein, de op bloei fan de techniken, dy’t de nije fyn- sten foar praktysk gebrük geskikt mak ken, hawwe hyltyd wer nije arbeidskrêf- ten oanlutsen. Troch de opfiering fan de arbeidsproduktiviteit koene de leanen en soasiale forsjenningen aloan heger wurde. De moderne arbeidersorganisaes- jes hawwe torjucht har bést dien om in J:— 1- produktivi- inen. Dêr- 3e week april 1934. Raadslid wijlen R. Ypeij in de raad van Wonseradeel door burgemeester Weer stra herdacht. Hij wordt opgevolgd door de heer A. L. de Vries te Hichtum. De openbare Leeszaal en Bibliotheek te Bolsward vierde het 12% jarig bestaan. Het dagelijks bestuur bestaat uit: pir. dr. Hofstee, voorz., J. de Jong, secr., mej. Magendans, penningm, U. de Boer, bi bliothecaris. houden, waarbij burgemeester Mr. J. A. Geukers tal van officiële gasten als raadsleden, voogden en bestuursleden van de Bolswardse stichtingen, be stuursleden van de Vereniging „Bols wards Historie” en V.V.V., alsmede de diverse schoolhoofden en hoofden van dienst het welkom toeriep. Aanleiding tot dit alles was het feit, dat Burgemeester Geukers nu ongeveer een jaar geleden op een koperen plaatje, dat in een met een vorige restauratie ont dekte „eerste steen” werd gevonden, niet alleen de juiste datum, maar zelfs het uur, te weten acht uur in de morgen, ontdekte, waarop de eerste steen van het huidige stadhuis werd gelegd. Het plaat je bevat nog meer bijzonderheden, zoals de namen van de vier burgemeesters van de stad Reimer Harins, Joachim Stevens, Tiaerd Liuwes, Focke Reins, de gecom mitteerden Timen Frans Eisma, Heer- ke Heerkes, Jan Franses en de stads schrijver Sibrand Siccama, namen, die ook elders in de geschiedenis van Bols ward voorkomen. Drs. F. A. H. van den Hombergh gaf hierna een nadere uiteenzetting van de omstandigheden, waaronder de eerste steenlegging destijds geschiedde, zoals die ons uit meer dan één bron bekend zijn. Deze eerste steenlegging vond destijds n.l. niet zonder feestelijk vertoon plaats. Het is de vraag of de steen precies om acht uur werd gelegd. Pier Winsemius vermeldt n.l. de negende ure. Waar schijnlijk was er toen dus ook al sprake van een (gerekt) Bolswards kwartier tje, al moet men natuurlijk wel beden ken, dat het plaatje vooraf van een in scriptie werd voorzien. Het betrof hier overigens wel echt een „eerste” steen. De steen waarschijn lijk een konsole uit het eerdere stadhuis, dat ter plaatse had gestaan werd n.l. in de fundering teruggevonden. Bekend is, dat heel de verdere dag met allen, die bij de bouw betrokken waren, feest werd gevierd in de Doele (op dezelfde Overwogen wordt in de grintweg Bols- ward-Sneek, die na de totstandkoming van de weg Harkezijl-Afsluitdijk veel drukker zal worden, de tramrails in het wegdek te laten zakken, zodat de weg veel breder kan worden. De minister is daarbij uitgegaan van de overweging, dat de agglomererende wer king van een industrieel centrum zowel gedragen wordt door de aantrekkings kracht, die uitgaat van een concentratie van industriële ondernemingen als van het woonklimaat, dat in dergelijke cen tra tot ontwikkeling is gekomen. Hieruit volgt, dat de stimulerende maatregelen van het nieuwe regionale industrialisatie beleid in de eerste plaats dienen te wor den geconcentreerd op die plaatsen die in het verleden reeds een krachtige indu striële ontwikkeling hebben doorgemaakt en waar een combinatie van maatschap pelijke, culturele en sociaal-hygiënische voorzieningen aanwezig is of met be trekkelijk geringe middelen tot stand kan worden gebracht. Hoewel bij de aanwijzing van kernen gedacht is aan een periode van vijf jaar, behoudt de minister zich het recht voor om, indien de ontwikkeling daar toe aanleiding geeft, tussentijds de no dige wijzigingen aan te brengen, hetzij door aanwijzing van nieuwe kernen, hetzij door het af voeren van kernen waar de industrialisatie niet blijkt aan te slaan. M. a. w. de deur staat voor Bolsward nog altijd op een kier. Er is heel geen reden nu bij de pakken neer te gaan zitten. Alle defaitisme zij verre, al is het zeer betreurenswaardig, dat heel de Zuid-Westhoek en met de Zuid-Westhoek ook Bolsward in het vergeetboekje schijnt te geraken. Het niet voorkomen in de rij der uitver korenen is zakelijk gezien niet minder dan een ramp voor stad en om geving. Maar Bolsward is in de loop der geschiedenis meer rampen te boven ge komen. Dit heeft nimmer geleid tot het gaan zitten met de handen in de schoot, maar steeds geprikkeld tot nieuwe ac tiviteit. En zo zal het ook thans moeten zijn. Men zal de handen uit de mouw moeten steken. Zélf trachten te bereiken wat ons niet in de schoot wordt gewor pen. De opgave zal niet gemakkelijk zijn, maar mocht deze worden volbracht, des te groter zal de voldoening zijn. De teerling is geworpen. Het met zoveel spanning tegemoet geziene besluit is gevallen. Bolsward ziet zijn plannen (voorlopig althans) in duigen vallen. Minister Zijlstra heeft, zo vernamen wij, n.l. toen ons vorig num mer juist ter perse was, „kernen” bekend gemaakt. Voor Fries land zijn het er vijf: Drachten, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden en Sneek. Teneinde tevens zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de door de provinciale besturen naar voren gebracht wensen, heeft de minister daarnaast besloten nog een aantal plaatsen in het stimu leringsgebied te betrekken. In Friesland zijn dat: Bergum, Dokkum, Kootstertille, Lemmer, Oosterwolde en Wolvega. Bolsward wordt nóch als kern, nóch als stimuleringsgebied genoemd, een grote teleurstelling. De aanwijzing van de kernen (of, zoals de minister in zijn aan de provinciale besturen gezonden schrijven zegt: „de te stimuleren plaatsen in het kader van het nieuwe regionale industrialisatie beleid”) geschiedt voor vijf jaar. gas, winkels, skoallen, aerdige café’s, bioscopen bigjinne dan to lüken. Men sjocht hwat mear, men heart hwat mear, men makket hwat faker hwat mei en as it forlangst om dy kant üt to gean der ien kear yn komt, dan is der gau in reden to finen om fuort to gean. Ik wit wol, dat party lju it yn har nije wen- plak lang net tafallen is, ik wit ek wol, dat it fabrykswurk elk net sa bot fol- docht. Mar is men ien kear üt de platte- lanssfear wei, dan sjocht men ornaris, dat de lju net wer weromkomme as mei fakansje en de hjeldagen. billik diel fan dizze hegere pi teit yn har leanen werom to fii troch binne de nominale leanen fiif oant seis kear sa heech wurden as foar de oarloch, al moat men dêrby bitinke, dat de wearde fan it jild gans in ein sakke is. Mar yn gounen ütdrukt sit men mei dit feit. Ut dizze situaesje by de yndustry, üntstie in sterke süging op de arbeidskrêften yn de lanbou. Tüzenen lanarbeiders binne yn de ófroune jierren fan de pleats nei de fabryk, haven of minen gien, hwer’t hja ek net maklik wer wei gean sille. De boeren hawwe de leanen en soasiale rjuchten fan har arbeiders ek sterk for- hege. Dy’t in arbeider halde woe moast dit wol dwaen. Yn de tsien jier fan ’48 oant ’58 is it lean mei de lésten by de boerearbeiders forhege fan 100 oant 576. Dit is net altyd like flot roun, mar it barde dochs. Lykwols siet men jit mei biswierlike tastannen, oerbleaun üt oar- lochs- en crisisjierren, foaral hwat de wenten oangiet. Der hawwe wol boeren west, dy’t hjir selsstannich forbettering oanbrocht hawwe, mar de measten koene dy wei net gean. Hja seagen, dat hja op den dür dochs gjin arbeider foar dizze kosten halde koene en doarsten dizze bi- langrike ynvestearing foar inkelde jier ren net oan. De metsten fan harren sie- ten yn in twangposysje en bisochten har to rédden mei net to djüre middels. Hwant is wie net allinnich it lean en de wente, dy’t in diel fan de arbeiders nei de stêdden en yndustry-sintra lokke, it wie yn meardere gefallen ek in oare geast dy’t de arbeiders biynfloede. Sommigen fan har libje graech yn it frfje fjild, mar oaren, en net yn it minst de froulju, tochten der fakentiids oars oer. De foardielen fan it libjen op de romte lizze net yn it ekonomyske flak. Dat is in kwestje fan aerdzjen. En dy’t op ’e romte net rjucht aerdet, siket it yn doarp of stêd. Hwant materieel is dat folie gaedliker. Tsjerke en skoalle binne dan ticjit by. Elektrisiteit, wetterlieding, Mar ek al soene de arbeiders ek noch sa graech bleaun wêze, in great diel fan harren hie dochs dien krige. Hwant de boer siet mei it probleem fan de kost- priis fan syn produkten, lyk as eltse ün- dernimmer. En it bliuwt in stielen ekonomyske wet, dat in ündernimmer gjin wurk dwaen lit troch minsken, as it goedkeaper dien wurde kin troch masines. De sterk for hege leanen en kosten, rópen om ark, dat dit wurk oernimme koe. Dat ha yn- dertiid it tsjernjen en tsjiizjen fan de pleatsen nei de fabriken brocht, dat hat de mieren en üngetiders fordreaun, dat hat de modderskippers oan ’e wal setten, dat hat tüzenen arbeiders, dy’t yn de iere maeitiid de smelle ekers makken foar de jirapelbou, wurkleas makke, dat hat de flaechskeppels fan it lan keard en dat sil 'trochgean mei alle wurk, dat makliker en goedkeaper fan masines dien wurde kin, oer to nimmen. Jitteris wol ik graech sizze, dat it my folie wolkom- mer wêze soe, dat it rjucht oarsom gie, mar gjinien hat it yn ’e macht dit for- skynsel to kearen. Elts minske siket dy middels üt, dy’t him it maklikste en it goedkeapste ta syn doel bringe. Mar de gefolgen binne foar it plattelan slim en tige bigreatlik. It wurdt troch ai dizze dingen leechsügd en nei’t ik freezje is de ein der jit net. Krekt om’t dizze ekonomyske dingen net to kearen binne, sjoch ik de üntfolking fan it suvere agraryske plattelan aloan fierder gean. Hwant it iene sit oan it oare fêst. Mei dat nei de oarloch jit meat as 60% fan de fêste arbeiders fan it plattelan gien binne, wurdt it foar oaren, dy’t it mei fan dizze hüshaldings ha moasten, ek hyltyd swierder om roun to kommen. De winkels, de timmerlju, de smidden, de bakkers, de fervers, de ien mear, de oare minder, sjocht syn breawinning lyt- ser wurden. Hoe slim it üs oandeart, wy moatte bigripe, dat hiel hwat jonge fak- Iju en nearingdwaenden de stap sette nei plakken, dêr’t foar harren bettere kansen lizze. Neist dizze feiten binne jit oaren. Foar my leit it forslach fan de gêrsdroegerij to Warkum. Ik lés dêryn, dat it ófroune jier fjouwer fêste masinist-stokers en seis en tweintich tydlike arbeiders brükt bin ne. It wurk, dat hja dogge, waerd ear- tiids yn oare foarm op de pleatsen dien, nou net mear. Rounom forrize leanbi- driuwen, dy’t forskate wurksumheden fan de boer oernimme. Ek hjirtroch for- mindert it wurk op de pleats. En dizze leanbidriuwen wreidzje harren üt en sille sa’t ik it sjoch geleidelik jit mear en oar wurk oannimme. It ministery birekkent, dat der jierliks sa’n fjouwertüzen wurk- krêften üt de lanbou nei oare bidriuws- tüken oergeane. Faeks is it wol sa. En mei dizze tryste feiten moatte wy rekken halde en dochs sjen, hoe’t de gefolgen sa min mooglik skea dogge oan it libben fan de lju, dy’t der net weigean, om’t har bidriuw harren dér bynt.,Dêroer de oare kears. Maart is zacht geweest, door de regen in de laatste 10 dagen is ze daarbij tevens te nat geworden. „Jammer genoeg was het in de laatste helft van maart te nat om werkzaamheden op het land te doen” schrijft onze waarnemer uit Lollum, het dorp dat ditmaal één van de natsten uit Friesland was. „De Bilt” registreerde in maart 58 re- genuren tegen 39 normaal, de zon scheen 125 uur, gewoonlijk in een lentemaand 133 uren. De gemiddelde etmaalteinpe- ratuur was in Allingawier over de hele maand 5,7 graden tegen 4,1 gr. normaal. Deze warmte is er weer oorzaak van ge weest dat maart nu ook inderdaad het voorjaar heeft gebracht. Onze medewer ker uit Oosterlitens bewijst dat, want hij schreef: „Tot 1 april 59 kievitseieren geraapt, ook de grutto's raken aan de leg”. Er kwamen nu rondom Bolsward maar 3 vorstdagen voor tegen 12 normaal. Vlakbij de grond echter werd in 8 nach ten vorst waargenomen. Vorig jaar bracht maart 23 vorstdagen, toen hadden we de koudste lentemaand sinds 1917. Nu was het wel niet record-zacht maar toch zijn er in de 20ste eeuw slechtts 6 maartmaanden warmer geweest dan de pas afgelopene. Daar is o.a. de warmste maart van de laatste 2% eeuw: die van 1957. De hoogste temperatuur was in de afgelopen maand in Allingawier 14,2 gr. op 2 maart, de laagste 2,2 gr. op 9 maart. Van de 31 dagen waren er slechts 8 aan de koude kant. Sneeuw viel er op 1 dag, normaal 3 en vorig jaar op 7 dagen. Onweer werd gemeld op 5 maart uit Blessum, Oosterhttens en Rui- nerwold, op 12 maart uit Oosterend en op 21 maart uit Piaam en Allingawier. In westelijk Friesland was Wommels het natst met 66 mm verder Lollum en Wij- naldum 65, Workumerwaard 64, Piaam 63, Pingjum en Allingawier 62, Bakhui zen 60, Nijezijl 59, Tjerkwerd en Hij- daard 58, Cornwerd en Oosterend (Henn.) 57, Sneek 55, Oosterlittens 54, Hichtum en Blessum 53 en Heidenschap 48 mm. Over deze 18 stations viel ge middeld 58,8 mm tegen 35 mm normaal of een overschot van 68 procent. Echten (natste van Friesland) meldde 69 mm, Roodkerk (droogste in Friesland) 39 mm, Oldeboorn 41, Westergeest 55, Nijelamer 60, Paterswolde 46 en Ruiner- wold bij Meppel 53 mm. Inmiddels is april met enkele warme da gen gestart na matige Paastemperaturen. Maar deze maand doet wat hij wil en zo vielen er vooral dinsdag de 7de maartse noordwesterbuien met hagel en plaatse lijk onweer bij 6 tot 8 gr. „warmte”. Waarnemingen van 23 tot 30 maart. Temperatuur: hoogste 13,1 gr. (14,1) op dinsdag 24 maart; laagste 4,1 gr (0,0) op donderdag 26 maart. Neerslag: 17,1 mm (15,3). Tussen haakjes de overeen komstige waarden in de week van 16 t.e.m. 22 maart. Waarnemingen van 30 maart tot 6 arpil: Temperatuur: hoogste 16,0 gr. op 3 april; laagste 1,0 gr. op dinsdag 31 maart. Neerslag: 6,2 mm. Tige bést hea to keap, fan aid finlan. G. F. Tijmstra, Kade, Boalsert. Door de Minister van Waterstaat is be paald, dat de weg Afsluitdijk-Harkezijl en het gedeelte Sneek-Joure zo spoedig mogelijk ter hand zal worden genomen. Voor het toerisme opent dit voor Bols ward grote perspectieven. Te Padang slaagde voor het diploma Engelse taal en handelscorrespondentie, de heer F. Landskroon, voorheen te Bolsward, thans inspecteur van politie in Ned. Indië. IgfflWy W Tl

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1959 | | pagina 1