Ij
BOLSWARD NOCH KERN, NOCH STIMU
LERINGSGEBIED
De 345ste verjaardag
de eerste steen
van
Qabe Sb roar
legging van het stadhuis herdacht
n
üs hjoed p p
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Het weer in onze
Fan de Martinytoer
Tj. de J.
Teleurstellende beslissing van minister
Zijlstra
Zilveren filmpjes
io sizzen 1
omgeving
Af
55e JAARGANG
No. 28
DINSDAG 14 APRIL 1959
Bolswards Nieu wslilat
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
Hwat hat
Jierren witte mear
i.
2.
3.
DE TAKOMST FAN DE BOER
(3)
4.
NA HET HUWELIJK
halde en dochs sjen, hoe’t de gefolgi
sa min mooglik skea dogge oan it libb<
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelL gen dubbe tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward
Administratie’ en Redactie-adres;
Marktstraat 13
Telefoon 451 - Na 18.30 uur 305 of 335
(K 5157)
Stimulerende maatregelen (of het
behoud daarvan) voor de kuststrook
Lemmer-Makkum en met name voor
de plaatsen Lemmer, Staveren, Hin-
deloopen en Makkum èn voor het
ontwikkelingsgebied ,,oude stijl” Oos
telijk Friesland.
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Dit advies is dus niet opgevolgd, wat
betreft de zones SneekBolsward en
Harlingen—Franeker; Bolsward en Fra-
neker zijn noch kern nóch sub-kern ge
worden. Evenmin heeft Dokkum de
plaats gekregen, die de Gedeputeerden
het hadden toegedacht: in plaats van
kern is het sub-kern geworden. Betreu-
renswaardig vinden de Gedeputeerden
het laten vallen van de IJsselmeer kust
strook: alleen Lemmer is als subkern
aangewezen en van Staveren, Hindeloo-
pen en Makkum wordt niet gerept.
Ter toelichting van zijn beleid zegt de
minister in zijn brief aan de provinciale
besturen, dat tot nu toe bij de regionale
industrialisatie de bestrijding van ern
stige acute structuele werkloosheid cen
traal werd gesteld. Het feit, dat door
de industriële ontwikkeling van de oude
ontwikkelingsgebieden mede een zekere
verlichting van de concentratie elders in
den lande werd bereikt, was slechts een
neveneffect. Bij de opzet van het nieuwe
Overigens kreeg deze plechtige bijeen
komst nog een bijzonder karakter, door
dat juist aan de vooravond ervan het
voor Bolsward minder prettige nieuws
bekend was geworden, dat Bolsward niet
was aangewezen als kerngemeente, het
geen enerzijds wel enigszins de feest
vreugde temperde, anderszijds de oproep
tot het werken voor het welzijn van de
stad beklemtoonde.
Klokke acht precies blies de jonge garde
van het muziekkorps „Oranje” vanaf
de torentrans het reveille over de stad.
Terwijl even later de stadsbeiaardier zijn
klokkeklanken uitgoot over de antieke
geveltjes, werd er in de raadszaal een
plechtige herdenkingssamenkomst ge-
Deze radiografisch overgebrachte foto toont het fapanse Kroonprinselijke
paar, zoals het na de huwelijksvoltrekking in een rijtuig door de straten
van Tokio reed, toe gejuicht door duizenden Japanners.
Toen onlangs verschillende notabelen van Bolsward van gemeente
wege bericht ontvingen op 11 april des morgens om 8 uur ten
stadhuize te willen verschijnen teneinde de 345e verjaardag van
de eerste steenlegging van het stadhuis te vieren, hebben som
migen gedacht, dat hier wellicht van een drukfout sprake was,
ware het niet, dat men deze op dergelijk officieel papier niet mocht
verwachten.
Maar, echt waar, was de uitnodiging gesteld geweest op 1 april,
dan was de toeloop wellicht niet zo groot geweest als zaterdag
morgen j.l. Immers in de regel ook burgemeester Geukers wees
hierop in zijn begroetingswoord viert men slechts de kroon
jaren. We mogen deze 345e herdenking dan ook zeker zien als een
preludium op een in 1964 grootser opgezet feest.
Incidentele steun voor gevallen bin
nen het probleemgebied doch buiten
een der daarin aan te wijzen ker
nen.
Lang heeft men inzake deze aangelegen
heid niet anders kunnen doen dan gis
sen. Gissen, niet alleen wat betrof de
activiteit van gemeentebestuur en ge
meentenaren in dezen die was er wel,
maar nimmer werd openbaar gemaakt
in welke mate deze werd gevoerd en
waaruit die bestond gissen ook naar
het zo belangrijk geachte advies van
Gedeputeerde Staten (waarover ook al
in alle talen werd gezwegen), gissen
ten slotte naar de uiteindelijke beslis
sing van de minister.
Het advies van Gedeputeerden aan de
minister, zo is thans bekend geworden,
omvatte:
Het „bijtrekken” van de tot dusver
geïsoleerde plattelandsstreken door
modernisering van het woonmilieu
en het heruitrusten van de betrok
ken agrarische gebieden.
plaats, waar de huidige sociëteit van
deze naam wordt gevonden). Het plaatje
in de eerste steen vermeldt verder, dat
het stadhuis werd gesticht in het 901e
jaar na de stichting van Bolsward, die
volgens de legende zou plaats hebben
gevonden in het jaar 713, n.l. door
Bolswina, de dochter van koning Red
bad.
Serieus moet men dit niet nemen en
deed men dit ook vroeger reeds niet.
Een andere gevelsteen in hetzelfde stad
huis noemt n.l. het jaar 616 als stich-
tinksjaar van de stad. Deze is als neder
zetting evenwel veel ouder. Opgravingen
hebben uitgewezen van meer dan 2000
jaar.
De eerste steenlegging geschiedde op ’n
maandagmorgen. Volgens onze tijdreke
ning zou het niet de 11e maar de 21e
april geweest zijn. Men was in die tijd
n.l. een tiental dagen „achterop”, een
achterstand, die men omstreeks 1700
(toen deze nog twee dagen groter was
geworden) in Friesland heeft ingehaald,
een feit, waaraan nog altijd „hide” en
„nije” maeije (resp. 12 en 1 mei) her
inneren.
De 11-jarige Gysbert Japicx, die vlakbij
om de hoek woonde (in de Wipstraat)
zal op de vroege maandagmorgen wel
getuige geweest zijn van de plechtigheid,
al rept hij er nergens in zijn werk ook
maar met één woord over.
Sedert 1474, de stichting van het eerdere
stadhuis, staat dit centraal in de stad,
aan „weg en water’ (dit laatste was
destijds, toen het stadhuis ook dienst
deed als waag, zeer belangrijk).
Steeds was het gebouw, nu al meer dan
5 eeuwen lang, ook de plaats van de
politie, die nu eerlang het centrum gaat
verlaten en een nieuwe kazerne krijgt
in Plan Noord (waar men nimmer een
overtreding van de winkelsluitingswet
kan maken, omreden er geen enkele win
kel is gevestigd, aldus merkte drs. Van
den Hombergh laconiek op).
In de grote commissiekamer was een in
teressante expositie ingericht betreffen
de plattegronden van de oude stad, te
keningen van stadsgezichten enz., wel
ke de intense belangstelling van de ge
nodigden had.
Reeds vóór negen uur was de plechtige
herdenking afgelopen.
Met de teleurstellende berichten inzake
de negatieve uitslag inzake de industrie
kernenaanwijzing op de achtergrond,
spoorde burgemeester Geukers de aan
wezigen s.an het verdere van de dag te
gebruiken tot het werkzaam zijn in het
belang van de stad. Zo ging men dan
bemoedigd uiteen.
De voorvaderen hadden met bescheiden
middelen iets groots verricht. Waarom
zou men er niet op voortbouwen?
Zo toog een ieder aan zijn arbeid.
De onderwijzers op de scholen vertelden
van de kleine Gysbert, van de stoere
werklieden, de kunstenaars in steen en
bouwstijl.
as boeken.
Beschikbaar de definitief goedgekeurde
Twenterstier „Hitler”. Fokt en dekt uit
stekend. Dekgeld f 3,Drie keer toe
lating. R. W. Bangma, Burgwerd.
aanwijzing als ontwikkelingskern
van: Leeuwarden, zone Sneek
Bolsward, Heerenveen, Drachten en
zone Harlingen—Franeker.
beleid daarentegen is de spreiding van
de industriële werkgelegenheid als doel
stelling ingevoerd. Hoewel in principe ’t
gehele land hierbij is betrokken, vragen
de gebieden, waar een ernstig werkge
legenheidsvraagstuk bestaat of te ver
wachten is, de bijzondere aandacht van
de regering.
Ten behoeve van deze landsdelen zal een
beleid worden gevoerd, dat een krachtige
industriële ontwikkeling bevordert,
waardoor een tegenwicht kan worden ge
schapen tegen de zuigkracht van indu
striële agglomeraties elders in den lan
de. Dit betekent, dat sterker dan in het
verleden concentratie van de ontwikke
ling in een beperkt aantal plaatsen zal
moeten worden nagestreefd.
De twadde yndustriële revolüsje, nei de
oarloch fan ’40-’45, hat oer Amerika en
West Jerope in sterke ütwreiding brocht
fan fabriken.
De foarütgong fan de wittenskip op na-
tuerkundich en chemysk terrein, de op
bloei fan de techniken, dy’t de nije fyn-
sten foar praktysk gebrük geskikt mak
ken, hawwe hyltyd wer nije arbeidskrêf-
ten oanlutsen. Troch de opfiering fan
de arbeidsproduktiviteit koene de leanen
en soasiale forsjenningen aloan heger
wurde. De moderne arbeidersorganisaes-
jes hawwe torjucht har bést dien om in
J:— 1- produktivi-
inen. Dêr-
3e week april 1934.
Raadslid wijlen R. Ypeij in de raad van
Wonseradeel door burgemeester Weer
stra herdacht. Hij wordt opgevolgd door
de heer A. L. de Vries te Hichtum.
De openbare Leeszaal en Bibliotheek te
Bolsward vierde het 12% jarig bestaan.
Het dagelijks bestuur bestaat uit: pir. dr.
Hofstee, voorz., J. de Jong, secr., mej.
Magendans, penningm, U. de Boer, bi
bliothecaris.
houden, waarbij burgemeester Mr. J. A.
Geukers tal van officiële gasten als
raadsleden, voogden en bestuursleden
van de Bolswardse stichtingen, be
stuursleden van de Vereniging „Bols
wards Historie” en V.V.V., alsmede de
diverse schoolhoofden en hoofden van
dienst het welkom toeriep.
Aanleiding tot dit alles was het feit, dat
Burgemeester Geukers nu ongeveer een
jaar geleden op een koperen plaatje, dat
in een met een vorige restauratie ont
dekte „eerste steen” werd gevonden, niet
alleen de juiste datum, maar zelfs het
uur, te weten acht uur in de morgen,
ontdekte, waarop de eerste steen van het
huidige stadhuis werd gelegd. Het plaat
je bevat nog meer bijzonderheden, zoals
de namen van de vier burgemeesters van
de stad Reimer Harins, Joachim Stevens,
Tiaerd Liuwes, Focke Reins, de gecom
mitteerden Timen Frans Eisma, Heer-
ke Heerkes, Jan Franses en de stads
schrijver Sibrand Siccama, namen, die
ook elders in de geschiedenis van Bols
ward voorkomen.
Drs. F. A. H. van den Hombergh gaf
hierna een nadere uiteenzetting van de
omstandigheden, waaronder de eerste
steenlegging destijds geschiedde, zoals
die ons uit meer dan één bron bekend
zijn.
Deze eerste steenlegging vond destijds
n.l. niet zonder feestelijk vertoon plaats.
Het is de vraag of de steen precies om
acht uur werd gelegd. Pier Winsemius
vermeldt n.l. de negende ure. Waar
schijnlijk was er toen dus ook al sprake
van een (gerekt) Bolswards kwartier
tje, al moet men natuurlijk wel beden
ken, dat het plaatje vooraf van een in
scriptie werd voorzien.
Het betrof hier overigens wel echt een
„eerste” steen. De steen waarschijn
lijk een konsole uit het eerdere stadhuis,
dat ter plaatse had gestaan werd n.l.
in de fundering teruggevonden. Bekend
is, dat heel de verdere dag met allen,
die bij de bouw betrokken waren, feest
werd gevierd in de Doele (op dezelfde
Overwogen wordt in de grintweg Bols-
ward-Sneek, die na de totstandkoming
van de weg Harkezijl-Afsluitdijk veel
drukker zal worden, de tramrails in het
wegdek te laten zakken, zodat de weg
veel breder kan worden.
De minister is daarbij uitgegaan van de
overweging, dat de agglomererende wer
king van een industrieel centrum zowel
gedragen wordt door de aantrekkings
kracht, die uitgaat van een concentratie
van industriële ondernemingen als van
het woonklimaat, dat in dergelijke cen
tra tot ontwikkeling is gekomen. Hieruit
volgt, dat de stimulerende maatregelen
van het nieuwe regionale industrialisatie
beleid in de eerste plaats dienen te wor
den geconcentreerd op die plaatsen die in
het verleden reeds een krachtige indu
striële ontwikkeling hebben doorgemaakt
en waar een combinatie van maatschap
pelijke, culturele en sociaal-hygiënische
voorzieningen aanwezig is of met be
trekkelijk geringe middelen tot stand
kan worden gebracht.
Hoewel bij de aanwijzing van kernen
gedacht is aan een periode van vijf
jaar, behoudt de minister zich het recht
voor om, indien de ontwikkeling daar
toe aanleiding geeft, tussentijds de no
dige wijzigingen aan te brengen, hetzij
door aanwijzing van nieuwe kernen,
hetzij door het af voeren van kernen
waar de industrialisatie niet blijkt aan
te slaan.
M. a. w. de deur staat voor Bolsward
nog altijd op een kier. Er is heel geen
reden nu bij de pakken neer te gaan
zitten. Alle defaitisme zij verre, al is
het zeer betreurenswaardig, dat heel de
Zuid-Westhoek en met de Zuid-Westhoek
ook Bolsward in het vergeetboekje
schijnt te geraken.
Het niet voorkomen in de rij der uitver
korenen is zakelijk gezien niet
minder dan een ramp voor stad en om
geving. Maar Bolsward is in de loop der
geschiedenis meer rampen te boven ge
komen. Dit heeft nimmer geleid tot het
gaan zitten met de handen in de schoot,
maar steeds geprikkeld tot nieuwe ac
tiviteit. En zo zal het ook thans moeten
zijn. Men zal de handen uit de mouw
moeten steken. Zélf trachten te bereiken
wat ons niet in de schoot wordt gewor
pen. De opgave zal niet gemakkelijk zijn,
maar mocht deze worden volbracht, des
te groter zal de voldoening zijn.
De teerling is geworpen. Het met zoveel spanning tegemoet geziene
besluit is gevallen. Bolsward ziet zijn plannen (voorlopig althans)
in duigen vallen.
Minister Zijlstra heeft, zo vernamen wij, n.l. toen ons vorig num
mer juist ter perse was, „kernen” bekend gemaakt. Voor Fries
land zijn het er vijf: Drachten, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden
en Sneek. Teneinde tevens zoveel mogelijk tegemoet te komen aan
de door de provinciale besturen naar voren gebracht wensen, heeft
de minister daarnaast besloten nog een aantal plaatsen in het stimu
leringsgebied te betrekken. In Friesland zijn dat: Bergum, Dokkum,
Kootstertille, Lemmer, Oosterwolde en Wolvega.
Bolsward wordt nóch als kern, nóch als stimuleringsgebied genoemd,
een grote teleurstelling.
De aanwijzing van de kernen (of, zoals de minister in zijn aan
de provinciale besturen gezonden schrijven zegt: „de te stimuleren
plaatsen in het kader van het nieuwe regionale industrialisatie
beleid”) geschiedt voor vijf jaar.
gas, winkels, skoallen, aerdige café’s,
bioscopen bigjinne dan to lüken.
Men sjocht hwat mear, men heart hwat
mear, men makket hwat faker hwat mei
en as it forlangst om dy kant üt to gean
der ien kear yn komt, dan is der gau
in reden to finen om fuort to gean. Ik
wit wol, dat party lju it yn har nije wen-
plak lang net tafallen is, ik wit ek wol,
dat it fabrykswurk elk net sa bot fol-
docht. Mar is men ien kear üt de platte-
lanssfear wei, dan sjocht men ornaris,
dat de lju net wer weromkomme as mei
fakansje en de hjeldagen.
billik diel fan dizze hegere pi
teit yn har leanen werom to fii
troch binne de nominale leanen fiif oant
seis kear sa heech wurden as foar de
oarloch, al moat men dêrby bitinke, dat
de wearde fan it jild gans in ein sakke
is. Mar yn gounen ütdrukt sit men mei
dit feit.
Ut dizze situaesje by de yndustry, üntstie
in sterke süging op de arbeidskrêften yn
de lanbou. Tüzenen lanarbeiders binne
yn de ófroune jierren fan de pleats nei
de fabryk, haven of minen gien, hwer’t
hja ek net maklik wer wei gean sille.
De boeren hawwe de leanen en soasiale
rjuchten fan har arbeiders ek sterk for-
hege. Dy’t in arbeider halde woe moast
dit wol dwaen. Yn de tsien jier fan ’48
oant ’58 is it lean mei de lésten by de
boerearbeiders forhege fan 100 oant 576.
Dit is net altyd like flot roun, mar it
barde dochs. Lykwols siet men jit mei
biswierlike tastannen, oerbleaun üt oar-
lochs- en crisisjierren, foaral hwat de
wenten oangiet. Der hawwe wol boeren
west, dy’t hjir selsstannich forbettering
oanbrocht hawwe, mar de measten koene
dy wei net gean. Hja seagen, dat hja op
den dür dochs gjin arbeider foar dizze
kosten halde koene en doarsten dizze bi-
langrike ynvestearing foar inkelde jier
ren net oan. De metsten fan harren sie-
ten yn in twangposysje en bisochten har
to rédden mei net to djüre middels.
Hwant is wie net allinnich it lean en de
wente, dy’t in diel fan de arbeiders nei
de stêdden en yndustry-sintra lokke, it
wie yn meardere gefallen ek in oare geast
dy’t de arbeiders biynfloede.
Sommigen fan har libje graech yn it
frfje fjild, mar oaren, en net yn it minst
de froulju, tochten der fakentiids oars
oer. De foardielen fan it libjen op de
romte lizze net yn it ekonomyske flak.
Dat is in kwestje fan aerdzjen. En dy’t
op ’e romte net rjucht aerdet, siket it yn
doarp of stêd. Hwant materieel is dat
folie gaedliker. Tsjerke en skoalle binne
dan ticjit by. Elektrisiteit, wetterlieding,
Mar ek al soene de arbeiders ek noch sa
graech bleaun wêze, in great diel fan
harren hie dochs dien krige. Hwant de
boer siet mei it probleem fan de kost-
priis fan syn produkten, lyk as eltse ün-
dernimmer.
En it bliuwt in stielen ekonomyske wet,
dat in ündernimmer gjin wurk dwaen lit
troch minsken, as it goedkeaper dien
wurde kin troch masines. De sterk for
hege leanen en kosten, rópen om ark,
dat dit wurk oernimme koe. Dat ha yn-
dertiid it tsjernjen en tsjiizjen fan de
pleatsen nei de fabriken brocht, dat hat
de mieren en üngetiders fordreaun, dat
hat de modderskippers oan ’e wal setten,
dat hat tüzenen arbeiders, dy’t yn de
iere maeitiid de smelle ekers makken
foar de jirapelbou, wurkleas makke, dat
hat de flaechskeppels fan it lan keard
en dat sil 'trochgean mei alle wurk, dat
makliker en goedkeaper fan masines dien
wurde kin, oer to nimmen. Jitteris wol
ik graech sizze, dat it my folie wolkom-
mer wêze soe, dat it rjucht oarsom gie,
mar gjinien hat it yn ’e macht dit for-
skynsel to kearen. Elts minske siket dy
middels üt, dy’t him it maklikste en it
goedkeapste ta syn doel bringe.
Mar de gefolgen binne foar it plattelan
slim en tige bigreatlik. It wurdt troch ai
dizze dingen leechsügd en nei’t ik
freezje is de ein der jit net. Krekt om’t
dizze ekonomyske dingen net to kearen
binne, sjoch ik de üntfolking fan it
suvere agraryske plattelan aloan fierder
gean. Hwant it iene sit oan it oare fêst.
Mei dat nei de oarloch jit meat as 60%
fan de fêste arbeiders fan it plattelan
gien binne, wurdt it foar oaren, dy’t it
mei fan dizze hüshaldings ha moasten,
ek hyltyd swierder om roun to kommen.
De winkels, de timmerlju, de smidden,
de bakkers, de fervers, de ien mear, de
oare minder, sjocht syn breawinning lyt-
ser wurden. Hoe slim it üs oandeart, wy
moatte bigripe, dat hiel hwat jonge fak-
Iju en nearingdwaenden de stap sette nei
plakken, dêr’t foar harren bettere kansen
lizze.
Neist dizze feiten binne jit oaren. Foar
my leit it forslach fan de gêrsdroegerij
to Warkum. Ik lés dêryn, dat it ófroune
jier fjouwer fêste masinist-stokers en seis
en tweintich tydlike arbeiders brükt bin
ne. It wurk, dat hja dogge, waerd ear-
tiids yn oare foarm op de pleatsen dien,
nou net mear. Rounom forrize leanbi-
driuwen, dy’t forskate wurksumheden
fan de boer oernimme. Ek hjirtroch for-
mindert it wurk op de pleats. En dizze
leanbidriuwen wreidzje harren üt en sille
sa’t ik it sjoch geleidelik jit mear en oar
wurk oannimme. It ministery birekkent,
dat der jierliks sa’n fjouwertüzen wurk-
krêften üt de lanbou nei oare bidriuws-
tüken oergeane. Faeks is it wol sa. En
mei dizze tryste feiten moatte wy rekken
halde en dochs sjen, hoe’t de gefolgen
sa min mooglik skea dogge oan it libben
fan de lju, dy’t der net weigean, om’t
har bidriuw harren dér bynt.,Dêroer de
oare kears.
Maart is zacht geweest, door de regen in
de laatste 10 dagen is ze daarbij tevens
te nat geworden. „Jammer genoeg was
het in de laatste helft van maart te nat
om werkzaamheden op het land te doen”
schrijft onze waarnemer uit Lollum, het
dorp dat ditmaal één van de natsten uit
Friesland was.
„De Bilt” registreerde in maart 58 re-
genuren tegen 39 normaal, de zon scheen
125 uur, gewoonlijk in een lentemaand
133 uren. De gemiddelde etmaalteinpe-
ratuur was in Allingawier over de hele
maand 5,7 graden tegen 4,1 gr. normaal.
Deze warmte is er weer oorzaak van ge
weest dat maart nu ook inderdaad het
voorjaar heeft gebracht. Onze medewer
ker uit Oosterlitens bewijst dat, want hij
schreef: „Tot 1 april 59 kievitseieren
geraapt, ook de grutto's raken aan de
leg”.
Er kwamen nu rondom Bolsward maar
3 vorstdagen voor tegen 12 normaal.
Vlakbij de grond echter werd in 8 nach
ten vorst waargenomen. Vorig jaar
bracht maart 23 vorstdagen, toen hadden
we de koudste lentemaand sinds 1917.
Nu was het wel niet record-zacht maar
toch zijn er in de 20ste eeuw slechtts
6 maartmaanden warmer geweest dan de
pas afgelopene. Daar is o.a. de warmste
maart van de laatste 2% eeuw: die van
1957. De hoogste temperatuur was in de
afgelopen maand in Allingawier 14,2
gr. op 2 maart, de laagste 2,2 gr. op
9 maart. Van de 31 dagen waren er
slechts 8 aan de koude kant. Sneeuw viel
er op 1 dag, normaal 3 en vorig jaar op
7 dagen. Onweer werd gemeld op 5
maart uit Blessum, Oosterhttens en Rui-
nerwold, op 12 maart uit Oosterend en
op 21 maart uit Piaam en Allingawier.
In westelijk Friesland was Wommels het
natst met 66 mm verder Lollum en Wij-
naldum 65, Workumerwaard 64, Piaam
63, Pingjum en Allingawier 62, Bakhui
zen 60, Nijezijl 59, Tjerkwerd en Hij-
daard 58, Cornwerd en Oosterend
(Henn.) 57, Sneek 55, Oosterlittens 54,
Hichtum en Blessum 53 en Heidenschap
48 mm. Over deze 18 stations viel ge
middeld 58,8 mm tegen 35 mm normaal
of een overschot van 68 procent. Echten
(natste van Friesland) meldde 69 mm,
Roodkerk (droogste in Friesland) 39
mm, Oldeboorn 41, Westergeest 55,
Nijelamer 60, Paterswolde 46 en Ruiner-
wold bij Meppel 53 mm.
Inmiddels is april met enkele warme da
gen gestart na matige Paastemperaturen.
Maar deze maand doet wat hij wil en zo
vielen er vooral dinsdag de 7de maartse
noordwesterbuien met hagel en plaatse
lijk onweer bij 6 tot 8 gr. „warmte”.
Waarnemingen van 23 tot 30 maart.
Temperatuur: hoogste 13,1 gr. (14,1)
op dinsdag 24 maart; laagste 4,1 gr (0,0)
op donderdag 26 maart. Neerslag: 17,1
mm (15,3). Tussen haakjes de overeen
komstige waarden in de week van 16
t.e.m. 22 maart.
Waarnemingen van 30 maart tot 6 arpil:
Temperatuur: hoogste 16,0 gr. op 3
april; laagste 1,0 gr. op dinsdag 31
maart. Neerslag: 6,2 mm.
Tige bést hea to keap, fan aid finlan.
G. F. Tijmstra, Kade, Boalsert.
Door de Minister van Waterstaat is be
paald, dat de weg Afsluitdijk-Harkezijl
en het gedeelte Sneek-Joure zo spoedig
mogelijk ter hand zal worden genomen.
Voor het toerisme opent dit voor Bols
ward grote perspectieven.
Te Padang slaagde voor het diploma
Engelse taal en handelscorrespondentie,
de heer F. Landskroon, voorheen te
Bolsward, thans inspecteur van politie in
Ned. Indië.
IgfflWy W Tl