In klemmend betoog richtten B. en W. zich
tot de volksvertegenwoordiging
Qabe St roar
üs hjoed p p
to sizzen
dl
J. S.
Fan de Martinytoer
i’i
1
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
Zilveren filmpjes
„Omke Romke”
Niet uit afgunst, maar uit ernstige bewogen
heid niet de plattelandsbevolking
55e JAARGANG
DINSDAG 16 JUNI 1959
No. 44
GLAZEN KOE
Hwat hat
ig van
lands,
Voor mensen die waarde hechten
le-
hel
prijkt
„Omke Romke” is gewild.
It is altyd wichtich to witten,
hwat net sa wichtich is.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres;
Marktstraat 13
Telefoon 451 Na 18.30 uur 305 of 335
(K 5157)
van
het platteland ge-
risch bedrijf
bevolkin.
Bolswan
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per min
Ingezonden mededelin gen dubbe tarirf
Handelsadvertenties bij contract reductia
verhandeling, welke op de hand
de belangrijkste
een belangrijke op
van de bevolking en deze niet moeten
dwingen in een keurslijf van moderne
economische ideëen. Men zal niet het be
staande en actieve maatschappelijk, cul
tureel en sociaal-hygiënisch leven in ver
schillende kleinere centra in de provin
cie moeten afbreken door het verplaat
sen van de bevolking naar grotere cen
tra en trachten daar dit leven met over
heidsmaatregelen te ontwikkelen met het
grote risico, dat dit laatste mislukt.
Onze stad is verrijkt
Met de naam, die er
Op het orgelschild
Bezwaren
tegen industrialisatiebeschikking
Dit cultuurpatroon van vreemde makelij,
dit economisch stelsel mogelijk van
Amerikaanse herkomst wil men thans
ook op de noordelijke provincies druk
ken.
Ook hier wenst de Minister grote bevol
kingscentra wel niet de omvan
de grote steden uit het westen des
maar toch belangrijk groter dan de te
genwoordige centra omdat „in het
algemeen door de aglonerende werking
van de bevolking in de grotere centra
de industrie zich goed kan ontwikkelen.”
Aan dit principe kan volgens B. en W.
een zekere waarde niet worden ontzegd
en het is ook allerminst hun bedoeling
dit in zijn algemeenheid te doen, maar
toch zal men, aldus het college, met het
hanteren en toepassen van principes ook
niet mogen generaliseren.
Wanneer de Minister aan de „objectieve
vestigingsf actoren” grote waarde toe
kent en als zodanig noemt de efficiënte
verbindingen met andere delen van Ne
derland, het maatschappelijk, cultureel
en sociaal-hygiënisch leven, dan menen
B. en W. kunnen verklaren waarbij
zij zich in dit geval enkel tot de provin
cie Friesland beperken dat deze fac
toren hier door de geaardheid van de be
volking op de meeste plaatsen aanwezig
zijn. Zo is met name in Bolsward een
bloeiend maatschappelijk, cultureel- en
sociaal-hygiënisch leven.
Door het uitstoten van de bevolking ver
dwijnt echter een groot deel van de jon
gere I
lijker dit leven in stand te houden.
Er zal dus een poging moeten worden
gedaan voor het scheppen van nieuwe
werkgelegenheid, nu de arbeidsmogelijk
heid in de agrarische sector steeds sterker
terugloopt om de jongere bevolking voor
dit gewest te behouden.
B. en W. zijn dankbaar dat de Minister
en de Kamer thans een beleid willen
voeren voor spreiding van de industrie
ook voor de noordelijke provincies.
Zal dit beleid slagen dan zal men reke
ning moeten houden met de geaardheid
Bolswards Nieuwsblad
3e week juni 1934.
Te koop dubbelverige pathéfoon met 22
platen. F. Swart, radiohandel, Schraard.
De vaarten en sloten zijn door de grote
droogte bijna uitgedroogd. Ook in Rus
land heerst gebrek aan water. Uit Mos
kou wordt gemeld, dat de Russische boe
ren massa-bidstonden organiseren.
Bransma’s keallemoal foldocht bést.
J. Koornstra voerde te Makkum opnieuw
een steur aan ,nu een van 110 pond.
Men vermoedt, dat de twee dieren als
verliefd paar bij elkaar hebben gehoord.
Op de veiling te Drunen 40.000 kg
Bolsward ontwikkelingskern
In Bolsward is sedert 1945 door de over
heid een bedrag van 14 miljoen gulden
geïnvesteerd voor woningbouw, open
bare werken, scholen, enz. alles ter ver
betering van het industrialisatieklimaat,
aldus constateren B. en W. verder in
hun schrijven.
Tot een van de plaatsen die de»e wijze
voor kernaanwijzing in aanmerking moet
komen behoort naar hun overtuiging en
naar die van het provinciaal bestuur, de
Dit leven, dat niet uit de bevolking zelf
voortkomt, maar van bovenaf opgelegd
wordt, en, zoals de industrialisatienota
aangeeft, zo nodig met rijkssubsidies, is
geen maatschappelijk en cultureel leven
waar de arbeider deel aan heeft en kan
hebben.
Het is óm deze reden ook dat kerkelijke
en andere instanties zich veel moeite ge
ven de arbeider in de grote centra een
geestelijke-, maatschappelijke- en cultu
rele binding te geven, om de zelfstandig
heid van de mens te behouden, waarbij
de resultaten bij lange niet in verhou
ding staan tot de opgebrachte inspanning
van diverse instanties, met als gevolg een
daling van de geestelijke weerbaarheid
van de bevolking.
DE EAGEN BIGJINNE IEPEN
TO GEAN
Ut de stêd Frentsjer komt in skriuwen
fan in fiif en tweintich fabrikanten en
greate sakelju, dy’t sunder folie omhael
fan wurden trochstjitte ta de kearn fan
de kearnenkwesje. De fraech oft it billik
en rjucht is, dat de oerheit yn in gebiet,
dat oer de hiele liny to kampen hat mei
de breafrage, oan it iene plak bipaelde
subsydzjes en premys en oan it oare net.
De Minister hie der seis trije ütsocht,
mar troch it oanstean fan Deputearre
Steaten fan Fryslan binne der jit in stik
as seis bykommen.
De Jouwer, Boalsert en Frentsjer, trije
libbene bidriuwige plakken foelen üt.
Foar dy plakken is dat in wichtich punt,
mar foar it probleem is it net fan bilang.
Al soe de Minister troch it füle oanstean
fan dizze plakken sa fier komme dy trije
ek op it listke to setten, dan wie de saek
seis jit like rjuchtfeardich of ünrjucht-
feardich as dat se nou is. Wy miene sun
der reserve, dat it oanwizen fan plakken,
foar bipaelde foarrjuchten, net billik is.
Net omt Boalsert der net by is, mar omt
it systeem net doocht. Wy wolle bisykje
dat düdlik to meitsjen, hwant it hat net
folie sin de minsken yn Snits of Harns
oan de iene kant to krijen en dy fan
Boalsert en Frentsjer oan de oare kant.
Dan soe dizze tige bilangrike kwestje to-
Gevolgen industrialisatiebeschikking
B. en W. menen hier uit de conclusie te
moeten trekken, dat de Minister bij zijn
industrialisatiebeleid geheel doctrinair is
ingesteld, en wel dat industrie alleen zal
slagen in grote bevolkingscentra en dat
zich in deze centra alleen een goed maat
schappelijk, sociaal-hygiënisch en sociaal
cultureel leven kan en zal ontwikkelen
en voorzover dit thans nog niet aanwezig
is kan dit z.i. met klimaatverbeterende
maatregelen, dus met rijkssubsidies tot
stand worden gebracht.
Bij deze stelling, waarbij volgens de toe
lichting in de zesde industrialisatienota
de industriële ontwikkeling in het alge
meen goed slaagt, wordt geen rekening
gehouden met de historisch en sociolo
gische achtergronden van het betrokken
gebied, ja sterker uitgedrukt er wordt
uitgegaan van een technisch- econo
misch schema waarin de waarde van de
menselijke persoonlijkheid grotendeels
verwaarloosd wordt.
Een van de grote bezwaren van expulsie
van de bevolking naar de grote bevol
kingscentra van het westen is nog steeds
dat de arbeider weliswaar financiëel een
goede positie ontvangt, maar dat hij en
zijn gezin in verreweg de meeste geval
len geen deel hebben aan het maatschap
pelijk en cultureel leven in hun nieuwe
woonplaats?
Daar komt „Omke Romke’’
(Voor ’t initiatief een „blomke”)
Om de hoek van de laan,
Blijft daar even staan.
Als het draaiorgel gaat,
Weer door elke straat
Luistert het publiek
Naar de fijne muziek.
Soms zie je er naar uit
Met de neus tegen de ruit.
Zaterdags komt het voorbij
En muziek hebben wij.
rjuchte komme yn de sfear fan de toloar-
stelde of jaloerkse minsken en dan wie
de saek meiiens forspile. As üs rjuchts-
gefoel net fierder giet as eigen doarp of
stêd, dan fortsjinnet it dy namme net.
Dan bliuwt it kollektyf egoisme en is ta
Weismiten keard.
Om it goed troch to hawwen, moatte wy
bigjinne mei fêst to lizzen, dat de oer
heit de taek hat it algemien bilang to
tsjinjen.
De oerheit moat soarch ha foar de hiele
mienskip en op it foarste plak foar de
swakste dielen, groepen en individuën.
Elk hat rjucht op de stipe fan de oer
heit, mar de swaksten it meast.
De oerheit mei dus mei de subsydzjes
net dwaen, hwat Sinteklaes al mei. Dizze
léste is frij yn it bringen fan syn jeften,
mar de oerheit net. Hwant ryk, provin-
sje of gemeente freegje fan alle biwen-
ners fan har gebiet deselde lésten en bi-
lêstings. Mei de sterke earm twinge hja
de lju om har diel to bitelien hwant hja
achtet it in plicht fan alle biwenners,
har rjuchtfeardich diel fan de totale ün-
kosten fan de oerheit, by to dragen. Wy
binne der akkoard mei. Mar omt elk in
gelykweardich diel bitelje moat, meije
de lju, dy’t yn deselde omstannichheden
sitte, ek deselde oanspraken jilde litte
op de middels, dy’t de oerheit biskikber
stelt. It soe ünrjucht wêze as de iene 65-
jierrige oars bihannele waerd as de oare
om it feit, dat de iene yn Snits wennet
en de oare yn Frentsjer. Dat is net foar
bistriding fetber.
centra moeten worden gericht, terwijl er
ook aandacht moet worden geschonken
aan het omringende gebied van deze cen
tra, wat het maatschappelijk, sociaal-hy
giënisch en sociaal-cultureel leven be
treft.
aan houten hammen is er sinds kort in
Duitsland een interessante nieuwigheid te bezichtigen. Het Duitse museum
voor hygiëne in Dresden heejt nl. de eerste glazen koe vervaardigd. Het
doorzichtige dier weegt 350 kilo. In een
is opgenomen, wordt een toelichting gegeven op 27 van
organen, welke ook te zien zijn, zodat het glazen beest
voedkundige waarde heejt.
Nou binne de trije Noardlike provinsjes
efterbleaun by de oare dielen fan Neder-
lan yn wurkgelegenheit. Hja binne pro-
bleemgebiet. Har bifolking giet efterüt
of bliuwt op deselde hichte, wylst West
en Süd hast gjin ried mei de lju witte.
De regearing hat nou bisletten dizze eko-
nomysk swakke dielen to helpen. Dat is
rjucht, hwant dat is har taek. Dat bart
en sil barre op twa manearen. Op it foar
ste plak sille de wegen en kanalen nei
dizze provinsjes forbettere wurde, stipe
jown wurde oan de nutsbidriuwen foar
de oanliz fan elektrisiteit, wetterlieding
en telefoan en sa mear.
Dizze dingen hawwe ta doel de saneam-
de ynfra-struktuer mear geskikt to meit
sjen foar de fêstiging fan fabriken,
skipshellingen en hannelssaken. Dat hjir-
gen fan en nei Hollan, Oerisel, Grins
en Dütsklan is alhiel to bigripen. De óf-
stannen moatte koarten wurde, makliker
to nimmen en minder tiid kostje. Dat
komt it hiele gebiet to’n goede.
Dat selde jildt foar stipe oan dy
by de klam fait op de primaire forbinin-
dingen, hwerfan mar inkele yn de greate
sintra kans op bistean hawwe. Gjinien
sil it yn ’e holle helje foar Boalsert in
universiteit of foar Wytmarsum in skou-
'boarch to easkjen. Soene lykwols dy
beide dingen yn Ljouwert komme kinne,
dan wie hiel Fryslan der by gebaet. Oant
safier is der gjin forskil fan miening.
Mar de regearing wol fierder gean. Hja
wol oan inkelde plakken jild jaen foar
yndustry-terreinen, premys foar nije fa
briken of ütwreidings, sadat dêrre mear
wurk komme sil. En by dit punt freegje
wy; hwerom hat nou it iene plak in pri-
vileezje, hwerom krije de yndustriëlen it
hjir net en op in oar plak wol? Hwerom
kinne de fabrikanten yn Snits wol üt
pake pong holpen wurden en dy yn
Frentsjer net? Op hokfoar groun würdt
de iene diskwalifiseard en de oare foar-
lutsen? Is de wurkgelegenheit net roun-
om yn dizze gëbieten like bilangryk, dog-
ge de" sakelju op beide plakken net like
goed har bést.
Binne hja oare Nederlanners, oare Frie
zen, bettere fabrikanten? Snakke se beide
net nei itselde en ha se beide net like-
folle rjucht?
As hjir yn Boalsert in nije fabryk komt,
draecht dizze dan net likefolle by ta de
oplossing fan de wurkgelegenheit as yn
Harns? En is it dan rjuchtfeardich om
de iene de losse leije to jaen en de oare
oan it stek fêst to binen? Binne der twa
soarten fan plakken, de iene om greater
en better to wurden en de oaren foar de
swarte list om stilsjeswei dea to gean?
Moat de regearing net alle war dwaen
om alle energy, alle initiatyf fuort to'
helpen, ynpleats fan dizze yn it greatste
diel fan de provinsje in kroan op ’e kop
to setten. Boalsert hat bygelyks nei de
oarloch fiiftsjin miljoen ynvestearre yn
wentebou, skoallebou, strjittenoanliz, yn-
dustry-terrein en sa fierder, wurdt der
nou troch de regearing oan de yngong
fan de fjouwer potrten in buordtsje op-
hinge mei it sinistere opskrift: „Unbi-
wenber jorhlearre plak foar yndustry-
fêstiging”
Dat soe men dochs wrichtich net hoopje.
Tj. de J.
Friesland uit te breiden,
voor de beroepsbevolking
en aantrekkelijker wordt
in hun eigen woonplaats te blijven met
:ing van een pendeldienst
Op deze wijze zal de leefbaarheid
een groot gedeelte van
handhaafd blijven.
Met grote instemming van de raad hebben B. en W. van Bolsward
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te ’s-Gravenhage een uit
voerig schrijven gericht, betreffende de Ontwikkelingskernen. Thans
is dit schrijven op ons verzoek voor publicatie vrijgegeven. Wij achten
het dermate belangrijk, dat wij het in hoofdzaak hier gaarne laten
volgen, na een korte inleiding constateren B. en W., dat het pro
vinciaal bestuur van Friesland, dat reeds een aantal jaren het stand
punt huldigt, dat deze provincie probleemgebied is, voor dit stand
punt bevestiging heeft gekregen door de toelichting bij enkele rijks-
begrotingen en door de mening van de kamer, geuit bij de behan
deling van de zesde industrialisatienota. De werkloosheid en de
migratie, beide in dezelfde rangorde genoemd, veroorzaakt door een
tekort aan werkgelegenheid, vragen voor het noorden speciale maat
regelen en speciale faciliteiten voor bevordering van de industrie,
voor uitbreiding van de werkgelegenheid.
B. en W. bekennen, dat zij hadden ge
hoopt en verwacht, dat de faciliteiten,
welke de minister meende te moeten ver
lenen voor vestiging of uitbreiding van
industrieën zouden gelden voor het ge
hele probleemgebied, met name voor de
gehele provincie Friesland.
In deze provincie hadden immers een
aantal bedrijven bewezen voldoende le
vensvatbaarheid te hebben, hadden on
dernemers voldoende initiatief getoond,
waren de laatste 10 jaren een aantal be
drijven ver uitgegroeid boven het plaat
selijk niveau, hadden deze bewezen te
kunnen concurreren met soortgelijke be
drijven elders in ons land en zelfs kans
gezien grote exportorders te kunnen aan
trekken en verwerken.
Het zou volgens B. en W. juist geweest
zijn deze bedrijven en andere bedrijven
op het platteland, welke zich de laatste
jaren goed ontwikkelden faciliteiten te
verlenen voor verdere uitbreiding en dus
vergroting van de werkgelegenheid.
De Minister ging in zijn zesde industria
lisatienota echter uit van regionale indu-
strieconcentratie in ontwikkelingskernen,
waarvoor in aanmerking zouden komen
plaatsen waar de industriële ontwikke
ling de laatste jaren aangeslagen was en
met een voldoende maatschappelijk-, so
ciaal-, cultureel- en sociaal-hygiënisch
klimaat of die plaatsen, waar dit met
steun uit de rijksfondsen tot stand zou
kunnen komen.
Daar naar de overtuiging van het dage
lijks bestuur der gemeente en die van
anderen, Bolsward volledig aan deze
eisen voldeed, heeft het Gedeputeerde
Staten dezer provincie vezocht de Mi
nister te adviseren de stad Bolsward aan
te wijzen als ontwikkelingskern, welk
verzoek door dit college gunstig beant
woord is, waarvoor wordt verwezen naar
het door dit college aan de Minister uit
gebracht advies.
stad Bolsward, zo nodig in combinatie
met een andere plaats, een z.g. kernzóne,
zoals in eerste instantie ook door het col
lege van Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie werd geadviseerd en onlangs nog
door Prof. dr. Sj. Groenman werd ver
dedigd.
Bolsward is vanouds een verzorgings
centrum voor een groot deel van zuid
west Friesland, een streek, waar door ge
brek aan werkgelegenheid in het agra-
een sterke expulsie van de
ag plaats had en nog heeft,
d heeft zich de laatste 15 jaren
door een voortreffelijke samenwerking
en wisselwerking tussen stadsbestuur en
bevolking weten op te werken tot een le
vende culturele, maatschappelijke en so-
ciaal-hygiënische gemeenschap en zich
tot nu toe als zodanig kunnen hand
haven.
Bolsward heeft een groot aantal instel
lingen, waarvan het schrijven noemt de
Rijks Hogere Zuivelschool, een H.B.S.,
2 landbouwhuishoudscholen, waarvan 1
met opleiding lerares N XIX, landbouw
school, technische school en 4 u.l.o. scho
len, waarvan enkele zich in de laatste
jaren hebben uitgebreid tot 500 leerlin
gen.
Bolsward neemt met zijn vaste abonne
mentsconcerten en andere uitvoeringen
een vooraanstaande plaats in in het cul
turele leven van Friesland.
Bolsward heeft zijn voor-oorlogs wo-
ningsbezit van 2000 in de laatste 10
jaren met 15 tot 20% uitgebreid.
Bolsward heeft een behoorlijk aantal le
venskrachtige industriëen met 600
arbeiders, waarvan enkele industrieën het
voornemen hebben zich belangrijk
uit te breiden en over te gaan tot nieuwe
vestiging op het gemeentelijke industrie
terrein.
Bolsward heeft voldoende bouwrijp in
dustrieterrein en nog een ontworpen in
dustrieterrein ter grootte van 51.000 m2.
Bolsward heeft, zonder verdere kosten
van wegenaanleg, een efficiënte verbin
ding met het westen, noorden en cen
trum des lands door haar ligging als
eerste stad van de Afsluitdijk af, aan
Rijksweg 43 (AmsterdamGroningen)
kruisbessen vernietigd.
Binnen één jaar tijd meer dan 400 in
strumenten hersteld. Onze tarieven be
langrijk verlaagd. Timmers piano, en or-
gelhandel, Bolsward.
Drie partijen in Nederland bezitten in
het geheel geen vaderlandsliefde, de
SJD.A.P., de A.R. en de N.S.B. De
S.D.A.P. verkoopt „Het Volk”, de A.R.
„Het Vaderland” en de N.S.B. „Volk
en Vaderland”.
Duitsland maakt frauduleus bankroet
(uitspraak van Chamberlain).
Blauwe werkbroeken 1,75; ongebleekte
onderbroeken 59 cent; grote beste nacht
ponnen 75 cent. Muizelaar, Bolsward.
Uitvoering industrialisatienota
In afwijking van het advies van Gedepu
teerde Staten van Friesland zijn enkele
plaatsen w.o. Bolsward, niet aangewezen,
terwijl andere plaatsen, behorende tot de
oude ontwikkelingskernen wel zijn aan
gewezen, waarschijnlijk uit het motief,
dat in de jaren 19521958 zich daar
enkele industrieën hebben gevestigd,
maar in geen geval omdat in deze plaat
sen een gezond maatschappelijk-, sociaal,
cultureel leven is of kan worden geves
tigd.
Het is allerminst uit afgunst ten opzichte
van deze plaatsen, aldus concluderen B.
en W., nu zij de aandacht van de volks
vertegenwoordiging vragen voor de ma
terie van ontwikkelingskernen voor het
noorden des lands, maar wel uit ernstige
bewogenheid met de plattelandsbevol
king, die sedert tientallen jaren onbe
schermd is gelaten en die voor de op
bouw en instandhouding van hun ge
zinnen in hoofdzaak was aangewezen op
de werkgelegenheid in het westen des
lands met al de gevolgen van dien.
Het uitstotingsproces in ons gewest re
sulteert uiteindelijk in een relatieve ver
oudering van de bevolking, aldus B. en
W. in hun schrijven en als dit onvermin
derd doorgaat zal dit leiden tot een ver
arming van het economisch- en maat
schappelijk leven wat uiteindelijk schade
'betekent voor de nationale welvaart.
Een en ander is een gevolg van het
achterblijven van werkgelegenheid bij ’n
groei van de beroepsbevolking wat een
structuele werkloosheid veroorzaakt.
Het toekomstige industrialisatiebeleid
zal zich niet alleen moeten richten naar
de plaatsen waar deze situatie zich reeds
voordoet, maar ook daar waar deze zich
in de naaste toekomst zal kunnen voor
doen, met andere woorden het beleid zal
zich in sterkere mate dan tot nu toe moe
ten richten op spreiding van de indu
strie over Nederland.
De Minister wil het principe van sprei
ding der industrie door regionale con
centratie onverminderd handhaven en
acht dit principe bepalend voor de aan
wijzing van ontwikkelingskernen, waar
om de klimaatverbeterende werken” zo
veel maar enigszins mogelijk op deze
vestigingen of voor uitbreidingen c.q.
aan de gemeenten een premie of reduc
tie moeten toekennen op dezelfde voor
waarden als de Minister thans voor de
kernen verleent, zonder dat deze plaat
sen in aanmerking komen voor de bij
dragen voor klimaatverbeterende maat
regelen.
Hiermede wordt bereikt, dat de bevol
king van die Friese plaatsen, die zich in
het verleden hebben ingespannen voor
het behoud van een actief cultureel en
maatschappelijk leven, zonder rijkssub
sidies, niet bij voorbaat uitgesloten zijn
van het verkrijgen van meer werkgele
genheid in eigen plaats of naaste omge
ving, aan deze plaatsen wordt dan tevens
zonder extra rijkssubsidies een bestaans
mogelijkheid geboden met de kans op ’n
toenemende activiteit op cultureel en
maatschappelijk terrein, omdat dan de
beroepsbevolking niet uitgestoten zal
worden.
Op deze wijze zal men een gezonde wis
selwerking krijgen in het economisch,
cultureel en maatschappelijk belang van
geheel Friesland.
Wanneer men zich beperkt tot de thans
aangewezen kernen zal de beroepsbevol
king, die in eigen woonplaats geen of
geen goed beloonde werkgelegenheid
kan vinden, mogelijk kunnen slagen in
de aangewezen kernen en voorlopig gaan
pendelen van woonplaats naar werk-cen-
tra. Indien in de laatste, de sociaal-hy-
giënische toestanden worden verbeterd,
i.c. de woningtoestanden (grotere toe-
wijziging wonmgcontingenten voor wo-
ningwetbouw met rijkssteun) dan zal de
ze beroepsbevolking na enkele jaren
naar de centra worden getrokken.
Het uitstotingsproces in grote gedeelten
van Friesland zal zich dan in versneld
tempo voltrekken, niet migratie naar het
westen des lands maar door verplaatsing
van de bevolking binnen de provincie
met als gevolg dat grote delen van het
gewest niet meer „leefbaar” zullen zijn.
Voordat de industrie in de aangewezen
kernen zich zodanig ontwikkeld heeft,
dat uitstraling van de economische voor
delen door vestiging van nevenbedrij-
ven elders mogelijk zal zijn, zal de be
volking in grote delen van de provincie
zo sterk verouderd zijn, dat een maat
schappelijk, sociaal-cultureel en sociaal-
hygiënisch leven aldaar niet meer moge
lijk is en niet meer tot leven te brengen,
althans niet dan met kapitalen aan over
heidssteun.
Op deze wijze wordt het beoogde doel
geheel voorbijgestreefd, zal door het ge
dwongen patroon van een eenzijdig eco
nomisch principe een groot deel van de
provincie verarmen.
Indien onverhoopt aan het kernenstelsel
wordt vastgehouden dan menen B. en
W. een ernstig beroep op de Kamer te
moeten doen de Minister van Econo
mische Zaken te verzoeken het aantal
kernen van
waardoor het
gemakkelijker
in hun eigei
gebruikmaki~g
over korte afstand.
Wijziging industrialisatiebeleid?
Teneinde Friesland op gelijkwaardige
wikkelin
bevolking en wordt het steeds moei- nog steeds B. en W. in hun schrijven,,
de maatregelen toe te passen daar het
klimaat van t
maar zullen wel nieuwe vestigingen, ook
----- aan^e
reducties
de re
de
wijze laten delen in de economische ont-
ig van ons land, zal het, aldus
ids B. en W. in hun schrijven,,
niet nodig zijn overal klimaatverbeteren-
tevoren goed moet zijn
buiten de thans door de Minister
wezen plaatsen, de premies en
moeten worden verleend, volgens
gelen gesteld in de beschikking van
Minister.
Wil men een voldoende spreiding van
werkgelegenheid over geheel Friesland
tot stand brengen, dan zal men in be
ginsel aan de ondernemer voor nieuwe
Ms
-
t.