DE BOER IN HET OOG VAN DE
STEDELING
VAN DE FRIESE KAATSVELDEN
NATIONALE BONDSDAGEN C.P.B. EN
CJ.B.T.B.
(ibe St roar
I
Fan de Martinytoer
Tj. de J.
Naast romantiseren het zien door een
(artistiek) vergrootglas
TOUR
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
1
^///7777T/77
us hjoed p
io sizzen
Zilveren filmpjes
le week juli 1934.
55e JAARGANG
No. 48
DINSDAG 30 JUNI 1959
STAKING IN LONDEN
Hwa* ha*
PIET
HWA SJOCHT DER LJOCHT YN?
1.
2.
3.
HOTZE SCHUIL KONING IN
HOLWERD
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbe! tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres;
Marktstraat 13
Telefoonlljl - Na 18.30 uur2305 of2335
(K 5157)
Excursie door de provincie.
Tot besluit zal er op donderdag 9 juli
een tocht door de provincie worden ge
maakt. Verwacht wordt, dat daaraan
700 jongeren zullen deelnemen.
Tijdens deze tocht zal men het „hea-
miel” in Bolsward gebruiken en gaan
varen op het Snekermeer. Al met al da
gen, die van durf en bezieling getuigen.
Verwacht mag worden, dat er een druk
bezoek is, zowel uit Friesland als uit an
dere delen van het land. Om bijv, de gas
ten te kunnen huisvesten is voor meer
dan 700 jongeren logies op boerderijen
in de omgeving van Leeuwarden bespro
ken.
3.
4.
krant gevuld,
lectuur waarvan men smult;
met glundere gezichten,
de wereld hoort geschokt
van Bobet’s zere knietje;
wie krijgt de krans wat biedt je
hallo, waag es een gok.
Rumoer om Adenauer,
spanning rondom Berlijn;
Belgisch bruiloftsfestijn,
Zal Boudewjjn straks trouwen?
och, ’t doet je niet zoveel,
meer gaat de interesse
uit naar de Toer-successen,
wie verovert het geel?
wennet faker yn klinten
yn paleizen.
5.
6.
7.
8.
2.
ie sensatie
;n steekvlam op.
de kop!
s-held der natie;
Darrigade,
r Gaul verdwaald
keerde paden,
duur betaald.
Bolswards Nieuwsblad
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
De jaarlijkse Landelijke Bondsdagen van de C. P. B. en de C. J. B.
T. B. zullen dit jaar op 7, 8 en 9 juli in Friesland worden gehouden.
Als plaats van het feest is Leeuwarden gekozen.
Er zijn plannen de jongeren van het platteland dit jaar een groots
en uniek programma aan te bieden. De Wilhelminabaan is besproken
en het is de bedoeling om in de middag va,n 8 juli de voor
naamste dag een nonstop-programma te geven van enkele uren.
Meer dan 400 personen verlenen aan dit schouwspel hun mede
werking.
In de eerste plaats muziek van de korp
sen „Nij Libben” te Koudum en „Halle
lujah” te Makkum en de twee drum
bands. Ruim 100 meisjes uit Koudum en
Workum leerlingen van de Chr. Huis
houdschool en leden van de damesgroep
S. V. W. helpen mee aan een unieke
muzikale show.
140 gymnasten leden van C. J. O. te
Leeuwarden willen de jongeren de
monstreren wat er door een goede licha
melijke oefening is te bereiken.
De Leeuwarder Skotsploech zal haar
beste beentje voor zetten. Twaalf paren
zullen in Friese sjezen alle moeite doen
om zoveel mogelijk ringen te steken.
Twee sprekers van formaat zullen zor
gen voor een funderende en bezielende
toespraak. Ds. H. J. van Keerden van
van
de C. J. V., zal spreken over: „Driemaal
het V.-teken” en Mr. Dr. K. de Vries
van Leiden over: „De erfenis van het
voorgeslacht”.
Het middagprogramma zal worden be
sloten met een tocht door de stad en ’n
massale slotbijeenkomst op het Wilhel-
minaplein. Aan deze tocht door de stad
zal ook worden deelgenomen door een
aantal praalwagens en verder allen, die
aan de verzorging van het programma
medewerking verleenden.
Het is te hopen, dat gunstige weersom
standigheden het geheel tot een blij en
rijk feest voor de plattelandsjongeren
maken.
er op dinsdagmiddag reeds begonnen
met een landelijke wedstrijd in het voor
dragen. Per provincie nemen de best ge
plaatste meisjes en jongens daaraan
deel. Deze dag wordt besloten met een
gezellige feestavond in „De Harmonie”.
Woensdagmorgen zijn er afzonderlijke
samenkomsten voor de jonge mannen en
de jonge vrouwen, waarin diverse alge
mene zaken en een referaat aan de orde
komen.
1
Wat blieft van sport gesproken,
zo’n Tour die het ons leert,
dit begrip devalueert;
al zal een record gebroken,
elkeen droomt zich graag rijk,
laat de sport er maar buiten;
ze vechten voor de duiten,
geef ze es ongeluk.
De renners tollen, vallen,
verbeten weer vooruit;
’t gaat om de gouden buit.
Onzichtbre zwepen knallen,
doorzetten - houdt je taai -
’t tempo nog meer opvoeren,
trappen op volle toeren,
straks wordt de vlag gezwaaid!
Andere activiteiten.
Naast de massale Bondsdag zijn er een
groot aantal nevenactiviteiten. Zo wordt
ren 1, 4, 5, na een zeer spannende strijd.
>.41 -J4- Er r» z»4.
maar op deze stand plaatste Rinia een
fraaie hercules. Weer we-rd het 6 gelijk
i en weer was het Rinia die het eerst
redde door tot in het perk te retourne
ren. Het einde kwam op 5-5 6-4, toen
Rinia de grote kaats voorbijsloeg. Hot-
ze Schuil zou de bal retourneren, maar
wat de lange Harlinger zelden overkomt,
hij miste.
7 en 8 speelden gelijk op. Kuiper nam
de 1ste opslag over van Hoekstra en
i toen kon 8 het niet meer bolwerken. Op
Znden" ^BifdV t^npart‘ö“zakte 2-6 miste Sytsma het perk,
steunden, hij ae tegenpartij zam.e Qp de tweede lijst kwamen: 2-3 en 6-7.
Daar Vlietstra er achterin niets van te-
I recht bracht en aan de andere kant
Tjeerdema en Post best op dreef waren,
echter nieuwe impulsen. Het romantische
landschap is een reactie op het koel-ob-
jectieve. De boer wordt menselijk accent
in de grootsheid der natuur. Tot kort na
het midden van de vorige eeuw kwamen
deze landschappen op het atelier tot
stand, pas later trok men er op uit en
-Ii en boompartijen minder
Een overzicht
waar een
van ,,T.V. Times”. De stakers droegen borden met zich mee, waarop ge
vraagd werd het gewraakte blad te boycotten.
De volgende 8 parturen stonden op de
lijst;
J. Galerna, C. Hoekstra, H. Bultje.
M. van der Weerd, D. Miedema, W.
Vlietstra.
P. Schuil, Sj. Tjeerdema, T. Post.
R. Hoekstra, J. Buwalda, A. Hiem-
stra
J. Faber, H. Schuil, J. Tolsma.
J. Stavinga, A. Rinia, S. Faber.
J. Stavinga, Joh. Jansen, R. Kuiper.
J. Sytsma. D. van der Zee, F. de
Vries.
In de eerste omloop vielen af de partu-
«p «i.
In geen geval moet men nalaten deze
gids die naar wij menen slechts zeven
stuivers kost te kopen. Ze is streng we
tenschappelijk opgezet en geeft alle
schilders, waarvan werk is tentoongesteld
in alfabetische volgorde, zodat men bij
het zien van een bepaald nummer ogen
blikkelijk kan nagaan of er van eenzelf
de schilder(es) nog meer werk hangt.
Niet altijd nl. is het werk van eenzelfde
meester in hetzelfde vertrek tentoonge
steld.
Bovendien is de gids nodig opdat men
anders gevaar loopt door de vele bomen
het bos niet meer te zien.
De tentoonstelling biedt enerzijds name
lijk méér dan men aanvankelijk zou ver
onderstellen. Het is niet alleen de boer
(de lachende, de peinzende, de drinken
de, de slapende, de arme, zelfs de
spreekwoordelijke boer met kiespijn)
maar we vinden er ook menige boerin en
talrijk zijn de genrestukken, die ons het
boerenerf of de boerendeel laten zien,
de interieurs van boerenkamers, de stal,
het vee, enz. Niet alleen wat het onder
werp betreft geeft de tentoonstelling dus
waar voor zijn geld, dit is ook het geval
met de tijd die de expositie omspant.
Er is in de aankondiging wel niet ge
schermd met eeuwen, maar men vindt
in het Bolswards raadhuis zowel stukken
uit eind 16e eeuw als van de modernen.
Men is blijkbaar af gestapt van het oor
spronkelijk gelanceerde idee de tentoon
stelling te laten eindigen bij de zg.
Haagse school.
Vooral Chabot om meer dan een re
den interessant is sterk vertegenwoor
digd
Sil
Yn it Meint Wiegersma-nümer fan „It
Beaken” komt de eardere Rykslanbou-
konsulint to Snits, Ir. H. van der Molen,
dyt nou direkteur is fan it Lanboukun-
dich bureau fan de Ned. Stikstofyndustry
jitteris mei in idé op it aljemint, dat al
earder en yn in tige ekstreme foarm
ütere is fan Ir. J. A. Eminent, de foar-
sitter fan it Koninklijk Genootschap
voor Landbouwwetenschap. Dizze léste
woe der op üt, dat wy greate bidriuwen
meitsje moasten fan 500 oant 1000 ha.
mei in alround yngenieur as baes, in stik,
mannich arbeiders en fierder masines en
jitteris masines. Sa as it nou giet, wie
it neffens Ir. Emmens in alderwetske
prutsboel en koe men better de saek mar
opromje.
Dér hat gans oer to dwaen west oer dy
rede doe en men hat der fierder ek net
folie mear fan heard. De sprekker stiet
ek wol bikend as in hwat nuver man, dy’t
der aerdichheit oan hat, ünbiroaide din
gen to sizzen. As adviseur Tan Heine-
kens Bierbrouwerijen stiet hy fier genóch
fan de boeren óf om sokke dryste stikjes
üt helje to kinnen, hy sit winliken alhiel
yn de yndustry. Mar mei de hear van der
Molen is it in oare saek. Op it foarste
plak wie dizze konsulint in tige prak-
tysk man, boer mei de boeren en Fries
mei de Friezen, hy sette gans wurk üt
’e wei en bileaven it greidebidriuw hie
syn folsleine bilangstelling.
Yn it boppeneamde artikel set hy alder-
earst ütein hoe’t de greidbuorkerij der
foar stiet en hokfoar mooglikheden der
wèze soene om to kommen ta in molk-
priis, dy’t gjin steun” freegje soe. Hy
sjocht mar ien kans yn dat opsicht en dy
is: in fierdere opfiering fan it tal kij
per man. Grif, op oare ündecdielen fan
it bidriuw kinne jit wol lytse foarderin-
gen makke wurde, mar de needsaeklike
stjit ta fierdere kostpriisforleging kin hy
net oars sjen as yn de rjuchting fan bi-
langryk mear kij per man.
Hoe’t it allegearre krekt biteare sil, seit
hy, is fan to foaren net to sizzen, mar
fêst stiet, dat der op üs greidebidriuwen
yn ’e takomst mear masines en minder
minsken wêze sille. Hy wit wol, dat de
boeren soks leaver net hearre wolle, seit
hy, mar
de takomst sjocht hy de mooglikheit
op in greidpleats
sumheden sa to
mei ien man dien wurde kin. En mei
gemoedelijk. De
in het landschap.
In het begin van de 19e eeuw komen er Scheveningen, landelijk voorzitter
Vanaf zaterdag is het programma voor
de eerste klassers op volle toeren begon
nen te draaien, en komen ze voor de rest
van het seizoen elke zaterdag en zondag
in het veld.
Holwerd had zaterdag een wedstrijd voor
30 uitgenodigde spelers. Ondanks prach
tig kaatsweer kon het spel geen voldoe
ning schenken. Vele buitenslagen en ma
tig perkspel.'
Spanning was er wel, vooral in de laat
ste twee partijen, die beide met alle hout
aan de telegraaf eindigden.
De uiteindelijke winnaars, M. van der
Weerd, I’ 7.' -----
driemaal een achterstand inhalen. In de
eerste omloop tegen J. Faber, Joh. Zijl-
stra en S. Faber boekten ze een 1-3 ach
terstand. Met alles aan de hang over
leefden ze de eerste omloop.
Op de drie kwamen:
J. Hoekstra, Dr. Smedinga, G. Groen.
M. v. d. Weerd, H. Schuil, H. Bultje.
P. Schuil, D. v. d. Zee, F. de Vries.
Ondanks zijn onzekere opslag weerde
Smedinga zich in het perk en tussenspel
prachtig, terwijl zijn makkers hem pri- I
ma t.7 “7‘“'L7
Bultje in het perk even af en moest Van
der Weerd hem tijdelijk vervangen.
Smedinga c.s. behaalden het eerst de 5
eersten, maar op 5-4 6-6 miste Drewes*
het perk. In het beslissende eerst miste
Hoekstra als tweede opslager driemaal
het perk, waardoor het 6-0 voor Van der
Weerd c.s. werd. Toch werd het nog 5-5
6-6. Op die stand keerde Bultje voor de
kaats.
Ook in de finale moesten de latere win
naars een achterstand, en nu zelfs een
grote, n.l. 2 om 5 eersten wegwerken.
De Vries gaf het eerste bordje met 3 I
buitenslagen cadeau, maar toen herstel- -
den hij en zijn makkers zich volkomen denmiddag zacht
en kwamen met een 5-2 voorsprong in ontslapen. Met grote droefheid geef ik
het zicht van de overwinning. -•
Hotze Schuil echter wilde nog niet ca
pituleren en verzette bergen werk. Dit
voorbeeld inspireerde ook zijn makkers
en langzaam maar zeker werd de achter
stand weggewerkt. Het werd 5 eersten
gelijk, toen P. Schuil op 6 gelijk even te
kort richtte en ook met alles aan de
hang miste de overigens goed spelende
P. Schuil voor de laatste maal het perk.
De uitslag was:
M. van der Weerd, H. Schuil en H.
Bultje.
P. Schuil, D. van der Zee en F. de
Vries.
J. Hoekstra, Dr. Smedinga en G.
Groen.
RINNIE KUIPER KONING IN
BERLIKUM
Berlikum trof het zondag niet zo best
met het weer. Harde wind, waardoor de
opslagers het zwaar hadden te verduren,
met als gevolg vele buitenslagen. Daar
tegenover stonden echter ook veel boven
slagen, vooral Johan Jansen, die tot nu
toe nog niet los kon komen, passeerde
herhaaldelijk de bovenlijn.
Bovendien misten er een paar 1ste klas-
sers, die door jonge spelers werden ver
vangen, hetgeen geen versterking was.
Dat was een rake opmerking van dr. Kok, de directeur van de Friese
Akademy, toen hij zei, dat „de boer in de kunst” in feite betekende
„de boer in het oog van de stedeling”. Immers de schilderkunst
bloeide vooral in het verleden steeds binnen de stedelijke ge
meenschap. Heeft men dit feit een keer geconstateerd, dan dringt
ogenblikkelijk de vraag zich op, hoe de stedeling-kunstenaar de boer
dan wel ziet. Met het zoeken van een antwoord op deze vraag wordt
het bezoeken van de tentoonstelling een boeiende bezigheid. Wellicht
doet men goed zich zo mogelijk vooraf en anders in elk geval na het
bezoek zich te verdiepen in de met welversneden pen geschreven
inleiding op de expositie door de samensteller ervan, de heer H. J.
Ronday, wetenschappelijk ambtenaar van het Bureau van de Rijksin-
specteur voor roerende goederen.
Ir. van der Molen wol hjir op üt-, dat it
ris bisocht wurde sil of in stikmannich
boeren, trije, fjouwer of seis, dat is min
to sizzen, ris meimekoar oerlizze soene
oft hja net mei foardiel it lanwurk yn ’e
mande dwaen koene. Dus it greppeljen,
it dongjen, it haeijen, it ynküljen, it hea-
parsjen, it ynheljen, koartom alle 13n-
wurk buten it weidzjen en melken. Nef
fens him kin eltse boer op himsels de
hege kosten fan sterke mechanisaesje net
drage en bliuwt hy yn dat opsicht dus it
wurk dwaen mei minder goed ark of hy
lit it oer oan leanbidriuwen en wurdt
dêrtroch hoe langer hoe mear ófhinklik.
Dan wankt it gefaer seit Ir. van der Mo
len, dat de boer, lyk as eartiids Haitze
Holwerda gauris by de rüchskerne op-
fleane sil om mei de fierrekiker it gea
oer to sjen oft de leanbidriuwers jit net
komme. Ir. Veenstra fan Drachten hat
forline jier ek al warskógjend oer dit-
dér is gjin üntkommen oan. Yn
om
fan 20 h.a. de wurk-
mechanisearjen, dat it
dizze tinzen yn ’e holle, freget hy him
sels óf, hokfoar kant it nou ütgean sil.
Giet it dér op ta mei hoe langer hoe
mear wurk dwaen to litten fan leanbi
driuwen of bistiet der in mooglik
heit, dat in keppeltsje boeren, mei bihald
fan har selsstannichheit en har eigen fé,
mear mienskiplik it wurk dwaen sil en
dêrfoar mienskiplik de greate masines
keapet en briikt.
„Het heeft God behaagd Mijn beminden
Echtgenoot tot Zich te nemen. Hij is he-
l en kalm plotseling
geef ÏK
daarvan kennis. Ik ben overtuigd, dat
allen delen in Mijne smart en die van
Mijne dochter. Wilhelmina”. (Buitenge
wone staatscourant 3 juli 1934).
Door het overlijden van Z.K.H. de Prins
is de feestweek te Bolsward na heel wat
getelefoneer een week uitgesteld.
Watersportvereniging te Bolsward opge
richt. l ot bestuursleden werden benoemd
de heren L. Kingma, Hoitsma, H. Foeke-
ma en H. J. Heemstra. De clubvlag zal
geel-zwart zijn met de letters B.W.S.
Vanaf de stations Sneek, Makkum, Fra-
neker en Harlingen (evenals vanaf de
tussenstations) worden goedkope reis-re-
tourbiljetten verschaft door de Ned.
Tramweg Mij. in verband met de feest
week te Bolsward.
Jong vlees. Heerlijk kort en mals, braadt
fijne jus af. 40 cent per pond. Gehakt
35 cent per pond. Wïerdsma’s vlees-
houwerij
Op de Jong-Nederland partij te Rauwerd
werden de Bolswarder juniores kampioen
(K. Falkena, M. Bijlsma en W. Bosma).
worden luchten
conventioneel.
De schilderijen worden meer atmosfe
risch, waziger. De kleuren staan minder
fel naast elkaar.
Het is de verdienste van een Vincent van
Gogh geweest in het werk sociale bewo
genheid te brengen. Van Gogh vereen
zelvigt zich als het ware met zijn onder
werp. Latere schilders (Chabot is er een
lichtend voorbeeld van) willen ook uit
drukken, wat hen in hun ziel het diepst
heeft ontroerd. Zo deinzen zij er niet
voor terug een bepaalde eigenschap als
het ware door een (artistiek) vergroot
glas te zien, of met opzet te overdrijven.
Pitoreske weergave is niet hun doel, wel
het uitdrukken van eigen bewogenheid.
Dat de boer hierbij niet altijd „op het
voordeligst” wordt gezien, spreekt van
zelf.
Een volgende keer komen we hierop na
der terug.
meer uit naar de omstandigheden waar
onder de boer leeft, naar zijn huiselijke
leven en zijn vermaak, dan naar de boer
zelf. Hoewel deze schilderijen een zeker
inzicht geven betreffende de sociale om
standigheden van die tijd, is er van enig
sociaal getint medeleven met het bestaan
van de boer geen sprake. Daarvoor zien
de schilders hun onderwerp te opbjec-
tief. Zij blijven bij constateren, registra
tie, geven geen visie. De maatschappe
lijke positie was ten plattelande overi
gens weinig begerenswaardig. De veilig
heid was veelal zoek. Plunderende sol
datenbenden brandschatten de hoeven.
Na de tachtigjarige oorlog komt er
slechts langzaam een zekere welvaart. In
de schilderkunst kan men deze histori
sche ontwikkeling op de voet volgen. De
boerentaferelen uit de eerste helft van
de 17e eeuw zijn rauw. Na 1660 begin
nen de ruige zijden van het plattelands
leven te verdwijnen. De boerenvechtpar
tijen maken plaats voor meer vredige in
terieurs en herbergscenes. De biermok
maakt plaats voor de kalkstenen pijp. In
de 18e eeuw versterkt zich dit beeld. Het
„genoeglijke leven” wordt hoofdmotief.
Het buitenleven werd stellig geïdeali
seerd. Speelse herders en herderinnetjes
doen opgeld. Zorgeloze kinderen (als
kleine volwassen mensjes gekleed) com
pleteren het geheel, het vee ligt te her
kauwen of staat te dromen voor landhek
of sloot. De visie van de kunstenaars is
wel erg huisbakken en
boer is slechts stoffage
van een demonstratie in Londens krantenstraat” Fleetstreet’1,
grote groep stakende typografen demonstreerde tegen het uitkomen
7 J~T.o ctannvr I'M/!/ riv zi
selde gefaer sprutsen. Dy socht it yn in
ütwreidzjen fan de gersdroegerijen mei
mear oare wurksumheden. Beide hearen
binne bang, dat de boer sunder folk yn
’e knipe komt as der neat barre sil. En
ik leau ek, dat hja hjiryn gelyk hawwe,
dat dizze situaesje üs boppe de holle
hingje kin.
It boerelibben is op himsels al bannich,
omt de kij sawn dagen fan ’e wike,
sneins en deis molken en fuorre wurde
moatte, mar soe it tal minsken jit aer-
dich minderje, dan rekket de boerehüs-
halding grif yn in ünsoasiale posysje.
De idé fan Ir. van de rMolen is net nij.
Ik wit jit skoan, dat op mannich plak in
tal lytse boeren de üngetiid meimekoar
diene. De iene hie in meanmasine, de
oare in goed hynder, in trêdde in pear
greate jonges en sa makken hja meime
koar en foar mekoar dat it hea yn 'e
hüs kaem. It meimekoar ungetiidzjen is
dus al aid, mar Ir. van der Molen wol
fierder gean en bisykje oft dit net mei
alle lanwurk kin. Hy sjocht ek dit foar
diel, dat der dan ek ris in man mist
wurde kin, sadat de boer gjin slaef
wurdt fan syn eigen bidriuw. Ir. van der
Molen wol hawwe, dat de lanbouorga-
nisaesjes, mei stipe fan de greate lan-
boukoöperaesjes it initiatyf nimme sille
foar in serieuze proef. Hy mient, dat der
grif wol in keppeltsje boeren to finen is,
ay’t soks prebearje wolle. Sa't ik al sei
bliuwt elk baes oer syn eigen bidriuw en
syn eigen kij, mar de kombinaesje soe
dan foar it greate masineark riede moat
te en hea en kuil birêdde, lyk as it dong
of kunstmeststruijen en it oare lanwurk.
Hwa sjocht hjir Ijocht yn? In man as
hwat yn Beabuorren, Rytsebuorren,
Burchwert, Skettens of earne oars? Of
binne de mieningen jit to forskillend en
fielt men to folie foar eigen idé en
methoade? Hjir kin wol hwat ynsitte,
tinkt my sa, mar it kin allinnich slagje
as de lju, dy’t it dogge, goed meimekoar
oer ’e wei kinne en net to min bitrouwen
hawwe yn mekoars dwaen en litten.
Ir. van der Molen bislüt syn nijsgjirrich
artikel mei dizze wurden, hwer’t wy ek
mei einigje wolle:
„Paedsikers hawwe der yn Fryslan alti-
ten wol west en it soe der mei de ta
komst fan üs greidboeren net sa bést
ütsjen, as dy nou net to finen wiene!”
Hwa lit it ris yn him omgean en jowt
syn miening op in reinige dei ris op pa
pier?
igd (4 schilderijen, 3 tekeningen in
iberisch krijt) en deze in 1949 overle
den kunstenaar met zeer persoonlijke
versie (die men kan waarderen zonder
dat men het er mee eens behoeft te zijn)
kan men gerust een vertegenwoordiger
van de modernen noemen, al is hij nog
niet „experimenteel”.
Meen niet, dat we enkel maar deze ex
positie gaan verheerlijken. Ze mag zeker
geslaagd heten en voor wie de reizende
tentoonstelling van hetzelfde Rijksbifreau
over het gelijknamige onderwerp kent
een ware openbaring zijn, kritiek valt
er vanzelfsprekend wel te leveren. Zon
der de tentoonstelling overladen te doen
zijn had men met een paar hedentijdse
schilderijen het beeld wellicht kunnen
kunnen completeren. Ook vinden we het
jammer, dat de Friese kunst zijn partij
niet meespeelt. De enigste moderne Friese
schilder, die in de catalogus staat ver
meld, Gerrit Beumer, in 1896 te Leeu
warden geboren, is op de tentoonstel
ling niet te vinden. Friesland moet het
nu doen met een paar stukjes van Mar-
garetha de Heer, die 1650 als Leeu
warder dame naam maakte met haar schil
derijtjes van pauwen en kippen, het boe
renerf met put, dat ca. 1700 geschilderd
werd door de Amsterdammer Emanuel
Murant toen te Leeuwarden woonachtig
en een stukje van de Dokkumer Camp-
huizen.
Er was toch waarlijk vooral bij de
jongeren wel waardevol werk geweest,
dat in deze expositie niet zou hebben
misstaan. We denken bv. aan de bekende
„kalfdrager’’ van Cor Reisma, de weide
landschappen van Hoogeveen, de „kop
van een boer”, die Jelle Troelstra onlangs
exposeerde te Leeuwarden, enz.
Maar we dwalen af.
Hoe zien de schilders, die te Bolsward
zijn „geëtaleerd” nu wél de Boer?
Deze visie heeft zich in de loop der ja-
ren sterk gewijzigd. De heer Ronday
begint met de opmerking, dat Pieter
Brueghel de Oude (f 1569) de boer als
zelfstandig onderwerp in de nederlandse
schilderkunst heeft geintroduceerd. Zijn
bijnaam Boerenbrueghel spreekt in dit
verband boekdelen. Zelf komt deze zuid-
nederlander op de expositie niet voor,
wél zijn zoon Jan, bijgenaamd „Fluwele
Brueghel”, helaas niet met een boer als
onderwerp, maar met een in dit verband
minder zeggend rivierlandschap met mo
lens en schepen.
Brueghels invloed in het noorden is bo
vendien niet erg groot. Hier gaat de be
langstelling van de kunstenaar spoedig