VAN DE FRIESE KAATSVELDEN /■ft i! W De betekenis van de gemeenschap in de veranderde situatie Fan de Martinytoer Mr. L. II. Bouma in zijn STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND „Lolliimer” lezing Hwat hat Qabe Skroar üs hjoed p p to sizzen Zilveren filmpjes f l DINSDAG 25 AUGUSTUS 1959 55eJAARGANG No, 64 great to lykjen en 6. veiligheid i. 2. WURD EN WERWURD i Mei fr. groetnis, Tj. de J. Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward Administratie- en Redactie-adres: Marktstraat 13 Telef. 2451 - Na 18.30 uur 2305 of 2335 (K5157) Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie van van 4. 5. diet it :tyf to 7. 8. 9. 10. 11. seis? Wolle wy wier mei de op 'e yndustrialisaesje oan en i en dwaen dat sjoch ik KAATSPARTIJ VOOR SCHOOL JONGENS (10-13 jr.) TE BOLSWARD De Ids Roukema-wisselbeker ging naar St. Anna Par. Leek het er eerst op, dat de wedstrijd voor schooljongens wegens te weinig deelname geen doorgang kon vinden woensdag had zich nog niet één partuur aangemeld donderdagavond bij het 3. De koningsprijs, de prachtige van Aisma- rs 4* *~*4- 4 - «.^1-am «3 aan~Hotze Schuil. Bolswartls Nieu wslilac Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad 12. Ondanks zijn handblessure sloeg M. van der Weerd goed op maar met zijn Mak- kumer partners wilde het niet vlotten. Op de stand 4-5 4-6 werden ze uitge schakeld. Faber c.s. brachten het niet verder dan een spel. Bij partuur 5 miste Wybenga te vaak het perk. Hun succes bleef be perkt tot 3 eersten. Ook partuur 7 bracht het niet verder. K. Jansen c.s. wisten fraai een 2-4 achterstand in te lopen tegen de latere winnaars, maar ze kon den niet doordrukken. Op de stand 5-4 6-4 passeerde Hotze de kaats. Partuur 12 was slecht op dreef en zag daardoor geen kans een bordje te be machtigen. Op de tweede lijst kwamen: 1-3, 6-8 en 10-11. Een partij met wisselende kansen speel den 1 en 3. Galema c.s. liep aanvanke lijk alles mee, waardoor ze een 3-0 voor sprong konden nemen. Toen keerden de kansen. Hoekstra c.s. liepen in tot 2-3. Galema, die tot nog toe nog geen fout had gemaakt, maakte er nu een dure, door op 3-2 6-6 met flinke kaats het perk te missen. Dit was misschien de beslissende fout. Op 5-4 6-6 bracht Jaap pander zijn partuur in de volgende ron- Pander zijn partuur in de volgende Ton neren. De juniores van partuur 6 waren volko men van slag en daardoor lang niet op gewassen tegen Stavinga c.s. Op 2-0 6-0 plaatste Jansen een hercules, en op de stand 5-0 6-2 herhaalde hij dit. De mooiste partij van de dag werd ge speeld tussen de parturen 10 en 11. Beide partijen waren volkomen aan el kaar gewaagd. Joh. Zijlstra vooral ver dedigde zijn koningsprijs (1958) uitste kend. Het eerste spel is voor 11, op 4-4 miste Sijtsma tweemaal het perk en op 1- 0 6-6 sloeg Joh. Zijlstra boven. Op 2-0 6-6 miste Van der Leest het perk en op 2- 1 6-6 plaatste Zijlstra een hercules, maar langs de verkeerde kant van de paal. Schuil c.s. zetten nu door. Op 2-2 6-2 passeerde Vlietstra de kaats en op 3- 2 6-4 werkte hij via een triktrak de bal over de bovenlijn. Door op 6-2 te re tourneren verkleint Zijlstra de achter stand tot 3-4. Het verschil wordt weer een spel, als Hotze op 4-3 6-4 een hercu les plaatst. Het wordt 4-5 als Vlietstra op 0-6 de kaats niet passeert. De over winning komt toch aan Sijtsma c.s. als M. van der Leest, die overigens prima opsloeg, op 4-5 6-2 met grote kaats het perk mist. Punten: 58-56. De partij tussen 3 en 8, waarvan nogal wat werd verwacht, werd een teleurstel ling. Vooral Veldkamp was totaal uit vorm. In het laatst van de partij begon Roel Hoekstra nog in de malaise te de len en toen was er geen houden meer aan. Tot spellen gelijk ging het goed. Hoekstra c.s. kwamen weer op 6-2, maar Stavinga pikte met drie zitballen het eerst nog in. Op 3-2 6-6 sloeg Hiemstra boven. Op 4-2 6-0 herhaalde hij dit en op 5-2 6-2 passeerde Jansen voor de laatste maal de bovenlijn. De partij tussen 10 en 8 vormde nog e&n mooi slot Van deze goed geslaagde kaats- dag. Na spellen gelijk lopen Sijtsma c.s. uit tot 2 spel. Op 2-2 6-2 en 3-2 6-2 toont Hotze zijn klasse door fraai tot in het perk te retourneren. Stavinga c.s. geven zich nog lang niet gewonnen en weten de achterstand weg te werken. Op 4-2 4- 6 slaat Vlietstra kwaad uit en op 4-3 6-2 mist Sijtsma het perk. Hij maakt dit op 4-4 6-2 weer goed met een zitbal. Een actieve Vlietstra legt met twee fraaie bovenslagen dan de basis voor de over winning, bijna gevolgd door een derde. Het wordt een kaats bij de boven. Sta vinga c.s. geven het echter niet op Het wordt tenslotte 5-4 6-6 mot kaats bij de middellijn voor Sijtsma c.s. Op deze stand mist Hiemstra jammerlijk in het perk, wat tevens de nederlaag betekent. De uitslag was: 1. 2. De bigearte om g bat mannichien lyts makke. L. H. Bouma, sa as dat opnomd wie yn it ekstra-nümer fan de Meidielings fan de Stifting Fryslan foar Maetskiplik Wurk. Ik bin bliid, dat de hear Bouma hjir op werom komt en jow him graech de gelegenheit foar in werwurd: Mr. Bouma skriuwt: Twa wike lyn haw ik hjir in wurd fan krityk hearre litten oangeande inkelde passaezjes yn it bitooch fan de hear Mr. Ik hoopje, dat dizze opmerkings muglike misfettings, dy’t Jo eangen, üt ’e wei helpe sille. Mei fr. groetnis, Mr. L. H. Bouma, sosiolooch. komen. j op West-Ameland sterk collectief be- 'f i er afgeslepen en opgenomen in de gang bare levensvormen. In ’n dorp als Harkema-Opeinde spreekt de overgang naar de industrie maar moeilijk aan, omdat men enerzijds het eigenlijk de enige respectabele wijze van leven acht om zelf een klein boerenbe drijfje op te bouwen en anderzijds de be leving van het in ploegverband uitvoeren van grondwerk tegemoet komt aan de behoeften van veiligheid en geborgen heid. Een volgende maal meer hierover. In de „Lollumer inleidingen” zijn vele aspecten van het veranderde platteland aan de orde gekomen evenals bij de discussie op die in leidingen met name door het be wogen betoog van de heer Tj. de Jong, wiens pleidooi voor de ont wikkeling van het bestaande, het eigene van de Friese plattelands- cultuur, Mr. L. H. Bouma geheel kan onderschrijven, zoals hij te Lollum opmerkte. Als thans ach tergrond van de in dit blad voort gezette discussie geven we hier een gedeelte van het door Mr. Bouma te Lollum gehouden betoog weer. Red. Mr. Bouma ging de structuurveranderingen op het platteland bezien vanuit de gezichthoek van het sociaal-culturele, vanuit het gemeen schapsleven. Liever gebruikte hij hier het woord „samenleving”. Het woord „gemeenschap” is naar zijn mening nogal emotioneel - en veelal normatief geladen en bovendien is het enger dan „samen leving”, dat alleen duidt op het bijéén wonen zonder daar direct een bepaalde kleur aan te geven. Vaak maakt men onderscheid tussen aan de ene kant samenlevings- typen, die een nauwe samenhang, een intieme vertrouwelijkheid en een natuurlijke samenhang op alle levensterreinen tussen de mensen vertonen (zo romantiseert men wel het dorpsleven) en anderzijds typen, waarbij de verhouding tussen de mensen vluchtig en zakelijk zijn en waar er minder sprake is van een natuurlijke éénheid dan wel van een bewust gekozen samenwerking (en dit zou dan het type van de stad zijn). En hierbij wordt als een algemene tendentie aangewe zen, dat een samenleving zich wel kan ontwikkelen van het ge- meenschapstype naar het samenwerkingstype, doch niet omgekeerd. Nu behoeft het geen betoog, dat dit meer theoretisch dan practisch waar is. In werkelijkheid ligt elke samenleving ergens tussen beide uitersten in. fordwine of nei sintrale plakken for- hüzje. Mr. Bouma mient, dat der hiel hwat minskeh fuortgeane, mar dat der ek gans weromkomme. Dat is perfoarst net sa op it plattelan, dat gjin yndustry hat. Dér geane allinnich mar minsken fuort. Fanseis foar de iene master of juffer komt wol wer in oare, mar der komt nearne op dy plakken ien by. De trijemansskoallen wurde twamans en dizze wurde ienpersoansweintsjes en op it lést moat de skoalle fordwine. Allin nich troch in biskieden yndustrialisaesje kin dizze needlottige sirkelgong troch- brutsen wurde. In gemeente mei seistü- zenminsken, dy’t geandewéi sakket nei fiif- en fjouwertüzen minsken, hat aloan minder sinten, minder mooglikheden, minder personiel om it wurk to dwaen, wylst de gemeente like great bliuwt, like- folle wegen, fearten, brêgen en gebou wen ünderhalde moat. De gemeente bliuwt, mar it aparaet brokkelt óf ta skea fan de ynwenners. As tredde punt mient Mr. Bouma, dat de lytsere mienskippen mear dwaen kinne. Dat bin ik mei him iens, foar sommige doarpen is dat sa, mar der steane hiel hwat foaroer, dy’t op in bü- fengewoane wize har döarp libben halde en mei in stikmannich minsken dingen folbringe, der’t ik djip respekt foar ha. Reahüs haldt in feest, dat klinkt as in klok, Burchwert en Tsjerkwert litte gjin ald-wiif by de wiele, Blauhüs sp” klear om trije dagen alle man aki, meitsjen en sa soe ik trochgean kinne. Mar as it eltse kear mei minder minsken moat, wurdt it op it lést de moedichste oermansk. Fan ’e wike haw ik in bilangstellend keamerlid it forskil ris sjen litten tusken de aloan efterütgeande doarpen yn de Südwesthoeke en it nije libben yn Bak- huzen en Winsum troch de biskieden yn dustrialisaesje yn dy doarpen. It wie foar dat Keamerlid in iepenbiering en dy koe mei eigen eagen sjen en hearre hoe en thousiast de bifolking dêrre wie mei de nije libbenskansen. Is it yn Snits en Drachten oars? Ik leau it net. Né, it muoit my wol, mar ik leau net, dat Mr. Bouma mei syn ütlittings tige fortünlik west hat, al sit er ónder de jiske fan syn pessimisme wol hwat hil- lich fjür bidobbe. DE VAN AISMA-DAG TE BEETGUM BRACHT GOED SPEL Sytsma, Schuil, Vlietstra werden winnaars. Begunstigd door ideaal kaatsweer mede door de goede kwaliteit van het spel, is de 1ste klas partij vrije samen- te Beetgum volkomen geslaagd. Een talrijk publiek omzoomde het speel- De volgende 12 parturen stonden op de J. Galema, Fr. Helfrich, T. Post. M. v. d. Weerd, A. Rinia, R. Kuiper. R. Hoekstra, A. Veldkamp, J. Pan der. J. Faber, Sj. Tjeerdema, J. Tolsma. J. Wybenga, G. Larooy, Chr. Oos- tenbrug. G. Okkinga, B. van Dijk, Joh. Hal- beama. P. Schuil, S. Olivier, H. Bultje. Joh. Stavinga, Joh. Jansen, Arp Hiemstra. K. Jansen, H. Seerden, F. de Vries. J. Sijtsma, H. Schuil, W. Vlietstra. M. v. d. Leest, Joh. Zijlstra, M. San- tema. A. Broersma, E, Heeg, D. v. d. Zee. van strialisaesje en dan binammen oer hwat oaren (de oerheit en de ündernimmers üt Hollan wei) dwaen moatte, mar hwat dogge wy - -- hiele hüd dan sille wy üs yn üs tinken derop sette moatte, of en oant nou ta suver by elkenien noch op 'e eftergroun fan it tinken stean miene wy, dat wy Fryslan dochs bileaven as agrarysk plattelan hanthavenje moatte. Yn dit léste gefal sil de yndustrialisaesje in frjemdling bliuwe, dy t wy nou ienris wol akseptearje moatte, mar dy’t wy eins gjin plak ynskikke wolle yn üs Fryske libben. En dit makket, tocht my, dat der hjir gjin „klimaet” is foar de yndustry. Mar as dit dan sa is, dan is der mar ien oare wei: fierder üntfolkje. En hjir kaem ik op de ütspraken, dy’t Jo oanhelle hawwe. Inkelde fragen nei oanlieding fan Jou kommentaer: moatte wy wier de minsken fêsthalde om in gemeentelik ap- paraet op gong to halden. Moatte wy minsken fêsthalde om de skoallen, tsj er ken, korpsen, ensfh. fuortbistean to lit ten? Dat is, tinkt my, de saek omdraeije. It liket my in bettere wei en pas de foar- men fan it kulturele en soasiale libben oan de foroarings yn ’e bifolkingsopbou en oan it forlet, dat de oerbliuwende bi folking hat. Mei Jo hoopje ik fan herten, dat Fryslan syn bern bihalde kin en dat der in ekonomysk soune basis lein wurde kin foar it biwarjen fan in geef stik kul- tureel libben, mar kin dat As dat net kin (om’t wy üs net omsette wolle!), is dat alles forlern? Ik leau it net. Ek mei minder minsken kinne wy dat. Sjoch mar de prestaesjes dêr’t de lytse doarpen en lytse mienskipkes ta by steat binne. Al- linne haw ik der op wiisd, dat hjir mei sin oan arbeide wurde moat: der sil hjir en dér konsintraesje pleats hawwe moat te, oparbeidzjen bifoardere, mear op mienskiplik dwaen en meiinoar stean oanarbeide. Boppedat moat men net üt it each forlieze, dat, al gean der minsken by it seksje fuort, der ek gans werom komme en wier net allinne altlerein, dy’t pensioen hawwe. De fraech is mar, hwat dogge wy mei dizzen: heine wy dy op, meitsje wy dy aktyf yn üs doarpslibben, yn üs organisaesjes of litte wy dy ge- wurde. Nei myn bitinken, wurdt dêr fierstentomin jown oan it ynskeakeljen fan oant nou ta net-aktive eleminten. Der soe folie mear kinne. seis op 'e lytse doarpen, as der mear mei sin ar beide waerd oan de mobilisaesje fan de oanwêzige krêjten. Hwat wy yn Fryslan moatte, is tinkt my, arbeidzje: oan in positive ynstelling fan it folk oangeande syn eigen takomst (it bringen fan klearrichheit yn de pu- blike opiny) oan in opbou fan middels om de eigen kultuer in gaedlike üntj owing mei to jaen (sawol yn gefal fan krêftige yndustrialisaesje, as lykhwan. neart wy fierder üntfolkje moatte). Oan beide kin de methoadyk fan it opbouwurk in krêftige stipe jaen. Spreker werkte dit niet uit, maar wees er wel op, dat in Friesland en zeker op de friese klei, reeds geruime tijd geleden die overgang van het ene naar het andere type is ingezet. Reeds zeer vroeg hebben wij de vorming van afzonderlijke stands- groepen gekend, later hebben kerkelijke en politieke verschillen grenzen getrok ken, of zelfs barrières opgeworpen en bovendien zien wij heden ten dage een sterker uiteenwijken van de leefwerelden van de verschillende groepen in beroeps leven en ontspanning, aldus spreker. Zo is de belangen- en de belangstellings sfeer van bv. de veefokker in veel op zichten anders gericht dan die van de middenstander; die van de landarbeider anders dan die van de pendelende fa brieksarbeider, enz. Eén en ander vindt zijn weerspiegeling in de lectuur, die men leest, de recreatie die men zoekt, de verenigingen, waaraan men deelneemt en de plaatsen, die men bezoekt. Het samen-leven is aldus misschien wel een tegelijkertijd in één dorp of streek wonen, maar is veel minder op elkaar gericht en het dorpsleven wordt door de verschillende groepen geheel ongelijk er varen en beleefd. Hier rijst dan ook de vraag, of het wel reëel is om nog langer over een lokale samenleving als over een eenheid te pra ten en of we met liever onze aandacht moeten richten op elke groep(ering) apart, of we een bevolking maar niet moeten opdelen in belangengroepen, ker kelijke en levensbeschouwelijke groepe ringen, interessesferen enz. met hoog stens een wat vage algemene band in b.v. het Nederlanderschap, het Fries-zijn, het lid zijn van een gemeente, het wonen in een dorp. En er zijn inderdaad sociologen, die zo ver gaan en iedere benadering via het dorp b.v. verwerpen, en die verder ook Zeggen dat pogingen om in een nieuwe stadswijk een stuk gezamenlijk beleven tot ontplooiing te brengen onvruchtbaar is. Dit laatste nu leek spreker onjuist en hij meende aan te kunnen tonen, dat er meer is dat verenigt dan alleen het inwo- nerschap. Daar is allereerst het in eikaars buurt wonen, dat een zekere band bete kent. Het feit, dat men in dezelfde win kels koopt, van dezelfde wegen gebruik maakt, lid is van dezelfde of nauwver- wante en met elkaar samenwerkende ver enigingen. Daar is verder het feit, dat men aan gemeenschappelijke invloeden bloot staat (b.v. de structuurverande ringen), ook aan gemeenschappelijke ge varen van wateroverlast of water-te-kort, of overstroming, aan werkloosheid, aan ontvolking, aan kwijnen van ontplooi ingsmogelijkheden. Hoe verschillend de reacties erop ook mogen zijn, deze din gen gaan iedere bewoner van een streek of buurt aan. Bovenal, en dat is hetgeen waar het op aan komt, is er een zekere eenheid in cul tuurpatroon, in het geheel van opvat tingen, verwachtingen, gedragspatronen en normen voor het dagelijks doen en laten. Deze eenheid kan op solidariteit gefundeerd zijn, zij kan ook omgekeerd op wederzijdse concurrentie of zelfs op achterdocht berusten, zij kan allerlei in- Mr. Bouma sjocht suver by eltsenien, dat wy it agraryske plattelan hanthavenje wolle. Ik mien dat hy him forsint. Ik sjoch suver by eltsenien it bisef, dat it sunder fierdere yndustrialisaesje net goed komt en dat men allerwegen de füken ütset om in diel fan dy fabriken to krijen. En grif net allinnich by de auto riteiten mar lyksa by de bifolking. Hwer hellet Mr. Bouma it wei, dat wy hjir yn Fryslan üt net omsette wolle. Dat is perfoarst net wier. En mei it rounkrant- sjen fan sokke, troch neat biwezen barri- kades, komme wy grif net fierder. Al jierren lang hawwe wy hjir op hiel hwat oare plakken de needsaek fan fierdere yndustrialisaesje bipleite en üt alle bifol- kingsgroepen stimt men dit mei. It ien- nige, hwat ik wol'heard ha is dit, dat men neist it wurkjen foar mear yndustry de lan- en tünbou en it frjemdlingenfor- kear net forjitte moat. En dat bin ik fansels wol iens. Hwerüt is dy pessimis- tyske sjenswize fan Mr. Bouma fuort- komd? Op groun fan hokfoar feiten is hy ta dizze konklüzje kaem? Ik soe it graech ris hearre. Mr. Bouma freget fierder oft wy de minsken fêsthalde moatte om in gemeen telik aparaet op gong to halden of om de skoallen, tsj erken, korpsen ensfh. fuort bistean to litten? Né dêrom net, mar dizze tsjinsten en ynstellings hawwe minsken nedich om foar de minsken in „leefbaar klimaat’’ mooglik to meitsjen. Wurde dy oantallen almar lytser, dan brokkelje dy forsjennings óf en moatte RUINES IN HET „MAANLICHT” Een andere wereld gaat voor U open als het maanlicht (met behulp van schijn werpers natuurlijk) een fantastisch aspect geeft aan de ruïnes in het oude Rome. In het midden, op de achtergrond, is nog juist 'n gedeelte van ’t Colosseum te zien Op deze wijze zien wij dat voor een aantal bevolkingsgroepen zich horizonten verwijden, andere werelden opengaan. Het bekende oude gedrags- en cultuur patroon voldoet niet meer en wordt uit gerekt of losgelaten. Men vertrekt, men isoleert zich of m.en gaat afzakken in a-socialiteit en crimina liteit. Maar er is meer. Zo kan bv. de ontwikke ling in een bepaalde richting geremd, of geheel omgezet worden; zo kan een ontwikkeling in een bepaalde richting gestimuleerd worden en een in gunstige zin niet op gang ko.. De ruilverkaveling wordt b.v. door een doen en het dorp verliest zo dé greep op wstzijn vervormd; de scherpe kanten „Achte Hear de Jong, Yn 'e krante fan 11 augustus hawwe Jo my in mannich prippen tabrocht nei oan. lieding fan hwat ik yn Lollum sein haw (dat werjown is yn it tydskrift fan de Stichting Friesland voor Maatschappelijk Werk). Nou giet Jou oanfal tsjin in tal ütspra ken fan mines dy’t, dat hawwe Jo seis al oanfield, buten myn bitooch omgeane, dat sadwaende soe ik der net op hoege to antwurdzjen. Lykwols, krekt om’t dy ütspraken bedoeld wiene as „poppers” yn it perk fan ’e diskussy oer de ünt- folking, wol ik der al efkes op weorm komme. Myn bitooch wie sa: Wy hawwe it langer allegearre deroer dat Fryslan syn folk fêsthalde moat en prate dan oer yndu- Laatste week aug. 1934. De paardenmarkt gaat de laatste jaren vooruit. De aanvoer was ditmaal 115 stuks. De feestweek te Bolsward heeft ’n tekort opgeleverd van f 1659,48. Stelselmatig wordt er in Duitsland ge werkt aan de afbraak van ’t Godsgeloof. Onthulling Tjerk Hiddes-monument te Harlingen. Het R.K. kerkbestuur had de St. Marti- nuskerk ter afbraak aangeboden aan het gemeentebestuur voor f 5000,B. en W. stelden de koop voor aan de raad. Terwijl dit punt werd aangehouden voor een volgende vergadering heeft het kerk bestuur het aanbod ingetrokken. De heer P. D. v. d. Klei te Bolsward vierde zijn 25-jarig jubileum als lid der gemeenteraad voor de R.K. Staatspartij. plattelands- en hun hande- de jongeren, zoeken, voor ouderen, die omscholings cursussen volgen. uitslag was: J. Sijtsma, H. Schuil, W. Vlietstra. J. Stavinga, Joh. Jansen, A. Hiem stra. R. Hoekstra, A. Veldkamp, J. Pander. telegraaf, werd eenstemmig toegekend de omgeving waar spreker aanvaarde regel, dat ieder op zijn stuk eigen bezit (v.n.l. een bindende element vormt. Kom hier met het voorstel een ig hiervoor een offer, gij zult ils één man tegen u vinden. Gans anders is het b.v. op Ameland, waar juist de gelijkheid vooropstaat en het regel is, dat men niet naar indivi- stelling 'ah veld. lijst: 2. 3. collectieve bezit op het spoor te komen. Wat heeft dit alles nu te maken met de geschetste structuurveranderingen In de eerste plaats dit: De structuurver anderingen verstoren het evenwicht. Wat gebeurt er op het platteland? Men sen trekken weg of gaan pendelen, zij komen in andere milieus, leren andere dingen, passen zich aan, anderen begrij pen hen niet meer in hun spreken en doen en het dorp hen. Zij onttrekken zich: lichamelijk*. Ook andere groepen gaan zich meer van elkaar verwijderen, de gezichtskring b.v. de veehouder en met name die de -fokker wordt steeds meer internatio naal. Leden van de bonden van plattelands vrouwen horen en zien veel nieuws, dat beïnvloedt hun denken len. Hetzelfde geldt voor de jongeren, die scholen voor voortgezet onderwijs be. volgen. houden hebben; het is merkwaardig te zien, dat er ergens een geheel van regels is, die het spel van de onderlinge ver houdingen beheersen, hetzij in meerdere, hetzij in mindere mate. Om een paar voorbeelden te noemen: in de omgeving van het dorp, waar spreker enige tijd gewoond heeft, is het de alge meen aanvaarde regel, dat ieder op zijn eigen belang uit is en in het leven moet trachten een stuk eigen bezit (v.n.l. van eigen huis) op te bouwen, die het eens dorpshuis op te zet ten en vraag 1 het dorp als één man tegen juist de gelijkheid vooropstaat duele welvaartsverhoging mag streven, althans niet ten koste van het onderlinge gezelligheidsverkeer (er moet b.v. tijd blijven voor een praatje!). Ook andere waarden kunnen de inhoud vormen, b.v. om in de landbouwsfeer te blijven: een hogere waardering voor de veehouderij dan voor de akkerbouw, een voorkeur voor de grove tuinbouw (poot- aardappel) boven de fijne (groenteteelt). Genoeg om voorlopig nog vast te hou den aan de hypothese, dat er in de die pere lagen van de samenleving een zekere eenheid van motivering is in groter of kleiner verband. Het sociologisch onder zoek is het apparaat om hierin klaarheid te brengen, om de diepere wortels van het maatschapjjelijk leven bloot te leggen en de inhoud en uitgebreidheid van het 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1959 | | pagina 1