VAN DE FRIESE KAATSVELDEN
/■ft
i! W
De betekenis van de gemeenschap in de
veranderde situatie
Fan de Martinytoer
Mr. L. II. Bouma in zijn
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
„Lolliimer” lezing
Hwat hat Qabe Skroar
üs hjoed p p
to sizzen
Zilveren filmpjes
f
l
DINSDAG 25 AUGUSTUS 1959
55eJAARGANG
No, 64
great to lykjen
en
6.
veiligheid
i.
2.
WURD EN WERWURD
i
Mei fr. groetnis,
Tj. de J.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13
Telef. 2451 - Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K5157)
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
van
van
4.
5.
diet it
:tyf to
7.
8.
9.
10.
11.
seis? Wolle wy wier mei de
op 'e yndustrialisaesje oan en
i en dwaen
dat sjoch ik
KAATSPARTIJ VOOR SCHOOL
JONGENS (10-13 jr.) TE BOLSWARD
De Ids Roukema-wisselbeker
ging naar St. Anna Par.
Leek het er eerst op, dat de wedstrijd
voor schooljongens wegens te weinig
deelname geen doorgang kon vinden
woensdag had zich nog niet één partuur
aangemeld donderdagavond bij het
3.
De koningsprijs, de prachtige van Aisma-
rs 4* *~*4- 4 - «.^1-am «3
aan~Hotze Schuil.
Bolswartls Nieu wslilac
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
12.
Ondanks zijn handblessure sloeg M. van
der Weerd goed op maar met zijn Mak-
kumer partners wilde het niet vlotten.
Op de stand 4-5 4-6 werden ze uitge
schakeld.
Faber c.s. brachten het niet verder dan
een spel. Bij partuur 5 miste Wybenga
te vaak het perk. Hun succes bleef be
perkt tot 3 eersten. Ook partuur 7 bracht
het niet verder. K. Jansen c.s. wisten
fraai een 2-4 achterstand in te lopen
tegen de latere winnaars, maar ze kon
den niet doordrukken. Op de stand 5-4
6-4 passeerde Hotze de kaats.
Partuur 12 was slecht op dreef en zag
daardoor geen kans een bordje te be
machtigen.
Op de tweede lijst kwamen: 1-3, 6-8
en 10-11.
Een partij met wisselende kansen speel
den 1 en 3. Galema c.s. liep aanvanke
lijk alles mee, waardoor ze een 3-0 voor
sprong konden nemen. Toen keerden de
kansen. Hoekstra c.s. liepen in tot 2-3.
Galema, die tot nog toe nog geen fout
had gemaakt, maakte er nu een dure,
door op 3-2 6-6 met flinke kaats het
perk te missen. Dit was misschien de
beslissende fout. Op 5-4 6-6 bracht Jaap
pander zijn partuur in de volgende ron-
Pander zijn partuur in de volgende Ton
neren.
De juniores van partuur 6 waren volko
men van slag en daardoor lang niet op
gewassen tegen Stavinga c.s. Op 2-0 6-0
plaatste Jansen een hercules, en op de
stand 5-0 6-2 herhaalde hij dit.
De mooiste partij van de dag werd ge
speeld tussen de parturen 10 en 11.
Beide partijen waren volkomen aan el
kaar gewaagd. Joh. Zijlstra vooral ver
dedigde zijn koningsprijs (1958) uitste
kend. Het eerste spel is voor 11, op 4-4
miste Sijtsma tweemaal het perk en op
1- 0 6-6 sloeg Joh. Zijlstra boven. Op 2-0
6-6 miste Van der Leest het perk en op
2- 1 6-6 plaatste Zijlstra een hercules,
maar langs de verkeerde kant van de
paal. Schuil c.s. zetten nu door. Op 2-2
6-2 passeerde Vlietstra de kaats en op
3- 2 6-4 werkte hij via een triktrak de bal
over de bovenlijn. Door op 6-2 te re
tourneren verkleint Zijlstra de achter
stand tot 3-4. Het verschil wordt weer
een spel, als Hotze op 4-3 6-4 een hercu
les plaatst. Het wordt 4-5 als Vlietstra
op 0-6 de kaats niet passeert. De over
winning komt toch aan Sijtsma c.s. als
M. van der Leest, die overigens prima
opsloeg, op 4-5 6-2 met grote kaats het
perk mist. Punten: 58-56.
De partij tussen 3 en 8, waarvan nogal
wat werd verwacht, werd een teleurstel
ling. Vooral Veldkamp was totaal uit
vorm. In het laatst van de partij begon
Roel Hoekstra nog in de malaise te de
len en toen was er geen houden meer
aan. Tot spellen gelijk ging het goed.
Hoekstra c.s. kwamen weer op 6-2, maar
Stavinga pikte met drie zitballen het
eerst nog in. Op 3-2 6-6 sloeg Hiemstra
boven. Op 4-2 6-0 herhaalde hij dit en
op 5-2 6-2 passeerde Jansen voor de
laatste maal de bovenlijn.
De partij tussen 10 en 8 vormde nog e&n
mooi slot Van deze goed geslaagde kaats-
dag.
Na spellen gelijk lopen Sijtsma c.s. uit
tot 2 spel. Op 2-2 6-2 en 3-2 6-2 toont
Hotze zijn klasse door fraai tot in het
perk te retourneren. Stavinga c.s. geven
zich nog lang niet gewonnen en weten
de achterstand weg te werken. Op 4-2
4- 6 slaat Vlietstra kwaad uit en op 4-3
6-2 mist Sijtsma het perk. Hij maakt dit
op 4-4 6-2 weer goed met een zitbal. Een
actieve Vlietstra legt met twee fraaie
bovenslagen dan de basis voor de over
winning, bijna gevolgd door een derde.
Het wordt een kaats bij de boven. Sta
vinga c.s. geven het echter niet op Het
wordt tenslotte 5-4 6-6 mot kaats bij de
middellijn voor Sijtsma c.s. Op deze
stand mist Hiemstra jammerlijk in het
perk, wat tevens de nederlaag betekent.
De uitslag was:
1.
2.
De bigearte om g
bat mannichien lyts makke.
L. H. Bouma, sa as dat opnomd wie yn
it ekstra-nümer fan de Meidielings fan
de Stifting Fryslan foar Maetskiplik
Wurk. Ik bin bliid, dat de hear Bouma
hjir op werom komt en jow him graech
de gelegenheit foar in werwurd: Mr.
Bouma skriuwt:
Twa wike lyn haw ik hjir in wurd fan
krityk hearre litten oangeande inkelde
passaezjes yn it bitooch fan de hear Mr.
Ik hoopje, dat dizze opmerkings muglike
misfettings, dy’t Jo eangen, üt ’e wei
helpe sille.
Mei fr. groetnis,
Mr. L. H. Bouma, sosiolooch.
komen.
j op West-Ameland
sterk collectief be-
'f i er
afgeslepen en opgenomen in de gang
bare levensvormen.
In ’n dorp als Harkema-Opeinde spreekt
de overgang naar de industrie maar
moeilijk aan, omdat men enerzijds het
eigenlijk de enige respectabele wijze van
leven acht om zelf een klein boerenbe
drijfje op te bouwen en anderzijds de be
leving van het in ploegverband uitvoeren
van grondwerk tegemoet komt aan de
behoeften van veiligheid en geborgen
heid.
Een volgende maal meer hierover.
In de „Lollumer inleidingen” zijn
vele aspecten van het veranderde
platteland aan de orde gekomen
evenals bij de discussie op die in
leidingen met name door het be
wogen betoog van de heer Tj. de
Jong, wiens pleidooi voor de ont
wikkeling van het bestaande, het
eigene van de Friese plattelands-
cultuur, Mr. L. H. Bouma geheel
kan onderschrijven, zoals hij te
Lollum opmerkte. Als thans ach
tergrond van de in dit blad voort
gezette discussie geven we hier een
gedeelte van het door Mr. Bouma
te Lollum gehouden betoog weer.
Red.
Mr. Bouma ging de structuurveranderingen op het platteland bezien
vanuit de gezichthoek van het sociaal-culturele, vanuit het gemeen
schapsleven. Liever gebruikte hij hier het woord „samenleving”. Het
woord „gemeenschap” is naar zijn mening nogal emotioneel - en
veelal normatief geladen en bovendien is het enger dan „samen
leving”, dat alleen duidt op het bijéén wonen zonder daar direct een
bepaalde kleur aan te geven.
Vaak maakt men onderscheid tussen aan de ene kant samenlevings-
typen, die een nauwe samenhang, een intieme vertrouwelijkheid en
een natuurlijke samenhang op alle levensterreinen tussen de mensen
vertonen (zo romantiseert men wel het dorpsleven) en anderzijds
typen, waarbij de verhouding tussen de mensen vluchtig en zakelijk
zijn en waar er minder sprake is van een natuurlijke éénheid dan wel
van een bewust gekozen samenwerking (en dit zou dan het type van
de stad zijn). En hierbij wordt als een algemene tendentie aangewe
zen, dat een samenleving zich wel kan ontwikkelen van het ge-
meenschapstype naar het samenwerkingstype, doch niet omgekeerd.
Nu behoeft het geen betoog, dat dit meer theoretisch dan practisch
waar is. In werkelijkheid ligt elke samenleving ergens tussen beide
uitersten in.
fordwine of nei sintrale plakken for-
hüzje. Mr. Bouma mient, dat der hiel
hwat minskeh fuortgeane, mar dat der
ek gans weromkomme. Dat is perfoarst
net sa op it plattelan, dat gjin yndustry
hat. Dér geane allinnich mar minsken
fuort. Fanseis foar de iene master of
juffer komt wol wer in oare, mar der
komt nearne op dy plakken ien by. De
trijemansskoallen wurde twamans en
dizze wurde ienpersoansweintsjes en op
it lést moat de skoalle fordwine. Allin
nich troch in biskieden yndustrialisaesje
kin dizze needlottige sirkelgong troch-
brutsen wurde. In gemeente mei seistü-
zenminsken, dy’t geandewéi sakket nei
fiif- en fjouwertüzen minsken, hat aloan
minder sinten, minder mooglikheden,
minder personiel om it wurk to dwaen,
wylst de gemeente like great bliuwt, like-
folle wegen, fearten, brêgen en gebou
wen ünderhalde moat. De gemeente
bliuwt, mar it aparaet brokkelt óf ta
skea fan de ynwenners.
As tredde punt mient Mr. Bouma, dat
de lytsere mienskippen mear dwaen
kinne. Dat bin ik mei him iens, foar
sommige doarpen is dat sa, mar der
steane hiel hwat foaroer, dy’t op in bü-
fengewoane wize har döarp libben halde
en mei in stikmannich minsken dingen
folbringe, der’t ik djip respekt foar ha.
Reahüs haldt in feest, dat klinkt as in
klok, Burchwert en Tsjerkwert litte gjin
ald-wiif by de wiele, Blauhüs sp”
klear om trije dagen alle man aki,
meitsjen en sa soe ik trochgean kinne.
Mar as it eltse kear mei minder minsken
moat, wurdt it op it lést de moedichste
oermansk.
Fan ’e wike haw ik in bilangstellend
keamerlid it forskil ris sjen litten tusken
de aloan efterütgeande doarpen yn de
Südwesthoeke en it nije libben yn Bak-
huzen en Winsum troch de biskieden yn
dustrialisaesje yn dy doarpen. It wie foar
dat Keamerlid in iepenbiering en dy koe
mei eigen eagen sjen en hearre hoe en
thousiast de bifolking dêrre wie mei de
nije libbenskansen. Is it yn Snits en
Drachten oars? Ik leau it net.
Né, it muoit my wol, mar ik leau net,
dat Mr. Bouma mei syn ütlittings tige
fortünlik west hat, al sit er ónder de
jiske fan syn pessimisme wol hwat hil-
lich fjür bidobbe.
DE VAN AISMA-DAG TE BEETGUM
BRACHT GOED SPEL
Sytsma, Schuil, Vlietstra werden
winnaars.
Begunstigd door ideaal kaatsweer
mede door de goede kwaliteit van het
spel, is de 1ste klas partij vrije samen-
te Beetgum volkomen geslaagd.
Een talrijk publiek omzoomde het speel-
De volgende 12 parturen stonden op de
J. Galema, Fr. Helfrich, T. Post.
M. v. d. Weerd, A. Rinia, R. Kuiper.
R. Hoekstra, A. Veldkamp, J. Pan
der.
J. Faber, Sj. Tjeerdema, J. Tolsma.
J. Wybenga, G. Larooy, Chr. Oos-
tenbrug.
G. Okkinga, B. van Dijk, Joh. Hal-
beama.
P. Schuil, S. Olivier, H. Bultje.
Joh. Stavinga, Joh. Jansen, Arp
Hiemstra.
K. Jansen, H. Seerden, F. de Vries.
J. Sijtsma, H. Schuil, W. Vlietstra.
M. v. d. Leest, Joh. Zijlstra, M. San-
tema.
A. Broersma, E, Heeg, D. v. d. Zee.
van
strialisaesje en dan binammen oer hwat
oaren (de oerheit en de ündernimmers
üt Hollan wei) dwaen moatte, mar hwat
dogge wy - --
hiele hüd
dan sille wy üs yn üs tinken
derop sette moatte, of en
oant nou ta suver by elkenien noch op
'e eftergroun fan it tinken stean
miene wy, dat wy Fryslan dochs bileaven
as agrarysk plattelan hanthavenje moatte.
Yn dit léste gefal sil de yndustrialisaesje
in frjemdling bliuwe, dy t wy nou ienris
wol akseptearje moatte, mar dy’t wy eins
gjin plak ynskikke wolle yn üs Fryske
libben. En dit makket, tocht my, dat der
hjir gjin „klimaet” is foar de yndustry.
Mar as dit dan sa is, dan is der mar ien
oare wei: fierder üntfolkje. En hjir kaem
ik op de ütspraken, dy’t Jo oanhelle
hawwe. Inkelde fragen nei oanlieding
fan Jou kommentaer: moatte wy wier de
minsken fêsthalde om in gemeentelik ap-
paraet op gong to halden. Moatte wy
minsken fêsthalde om de skoallen, tsj er
ken, korpsen, ensfh. fuortbistean to lit
ten? Dat is, tinkt my, de saek omdraeije.
It liket my in bettere wei en pas de foar-
men fan it kulturele en soasiale libben
oan de foroarings yn ’e bifolkingsopbou
en oan it forlet, dat de oerbliuwende bi
folking hat. Mei Jo hoopje ik fan herten,
dat Fryslan syn bern bihalde kin en dat
der in ekonomysk soune basis lein wurde
kin foar it biwarjen fan in geef stik kul-
tureel libben, mar kin dat As dat net
kin (om’t wy üs net omsette wolle!), is
dat alles forlern? Ik leau it net. Ek mei
minder minsken kinne wy dat. Sjoch mar
de prestaesjes dêr’t de lytse doarpen en
lytse mienskipkes ta by steat binne. Al-
linne haw ik der op wiisd, dat hjir mei
sin oan arbeide wurde moat: der sil hjir
en dér konsintraesje pleats hawwe moat
te, oparbeidzjen bifoardere, mear op
mienskiplik dwaen en meiinoar stean
oanarbeide. Boppedat moat men net üt
it each forlieze, dat, al gean der minsken
by it seksje fuort, der ek gans werom
komme en wier net allinne altlerein, dy’t
pensioen hawwe. De fraech is mar, hwat
dogge wy mei dizzen: heine wy dy op,
meitsje wy dy aktyf yn üs doarpslibben,
yn üs organisaesjes of litte wy dy ge-
wurde. Nei myn bitinken, wurdt dêr
fierstentomin jown oan it ynskeakeljen
fan oant nou ta net-aktive eleminten.
Der soe folie mear kinne. seis op 'e
lytse doarpen, as der mear mei sin ar
beide waerd oan de mobilisaesje fan de
oanwêzige krêjten.
Hwat wy yn Fryslan moatte, is tinkt my,
arbeidzje:
oan in positive ynstelling fan it folk
oangeande syn eigen takomst (it
bringen fan klearrichheit yn de pu-
blike opiny)
oan in opbou fan middels om de
eigen kultuer in gaedlike üntj owing
mei to jaen (sawol yn gefal fan
krêftige yndustrialisaesje, as lykhwan.
neart wy fierder üntfolkje moatte).
Oan beide kin de methoadyk fan it
opbouwurk in krêftige stipe jaen.
Spreker werkte dit niet uit, maar wees
er wel op, dat in Friesland en zeker op
de friese klei, reeds geruime tijd geleden
die overgang van het ene naar het andere
type is ingezet. Reeds zeer vroeg hebben
wij de vorming van afzonderlijke stands-
groepen gekend, later hebben kerkelijke
en politieke verschillen grenzen getrok
ken, of zelfs barrières opgeworpen en
bovendien zien wij heden ten dage een
sterker uiteenwijken van de leefwerelden
van de verschillende groepen in beroeps
leven en ontspanning, aldus spreker.
Zo is de belangen- en de belangstellings
sfeer van bv. de veefokker in veel op
zichten anders gericht dan die van de
middenstander; die van de landarbeider
anders dan die van de pendelende fa
brieksarbeider, enz. Eén en ander vindt
zijn weerspiegeling in de lectuur, die
men leest, de recreatie die men zoekt, de
verenigingen, waaraan men deelneemt en
de plaatsen, die men bezoekt.
Het samen-leven is aldus misschien wel
een tegelijkertijd in één dorp of streek
wonen, maar is veel minder op elkaar
gericht en het dorpsleven wordt door de
verschillende groepen geheel ongelijk er
varen en beleefd.
Hier rijst dan ook de vraag, of het wel
reëel is om nog langer over een lokale
samenleving als over een eenheid te pra
ten en of we met liever onze aandacht
moeten richten op elke groep(ering)
apart, of we een bevolking maar niet
moeten opdelen in belangengroepen, ker
kelijke en levensbeschouwelijke groepe
ringen, interessesferen enz. met hoog
stens een wat vage algemene band in b.v.
het Nederlanderschap, het Fries-zijn, het
lid zijn van een gemeente, het wonen in
een dorp.
En er zijn inderdaad sociologen, die zo
ver gaan en iedere benadering via het
dorp b.v. verwerpen, en die verder ook
Zeggen dat pogingen om in een nieuwe
stadswijk een stuk gezamenlijk beleven
tot ontplooiing te brengen onvruchtbaar
is.
Dit laatste nu leek spreker onjuist en
hij meende aan te kunnen tonen, dat er
meer is dat verenigt dan alleen het inwo-
nerschap. Daar is allereerst het in eikaars
buurt wonen, dat een zekere band bete
kent. Het feit, dat men in dezelfde win
kels koopt, van dezelfde wegen gebruik
maakt, lid is van dezelfde of nauwver-
wante en met elkaar samenwerkende ver
enigingen. Daar is verder het feit, dat
men aan gemeenschappelijke invloeden
bloot staat (b.v. de structuurverande
ringen), ook aan gemeenschappelijke ge
varen van wateroverlast of water-te-kort,
of overstroming, aan werkloosheid, aan
ontvolking, aan kwijnen van ontplooi
ingsmogelijkheden. Hoe verschillend de
reacties erop ook mogen zijn, deze din
gen gaan iedere bewoner van een streek
of buurt aan.
Bovenal, en dat is hetgeen waar het op
aan komt, is er een zekere eenheid in cul
tuurpatroon, in het geheel van opvat
tingen, verwachtingen, gedragspatronen
en normen voor het dagelijks doen en
laten. Deze eenheid kan op solidariteit
gefundeerd zijn, zij kan ook omgekeerd
op wederzijdse concurrentie of zelfs op
achterdocht berusten, zij kan allerlei in-
Mr. Bouma sjocht suver by eltsenien,
dat wy it agraryske plattelan hanthavenje
wolle. Ik mien dat hy him forsint. Ik
sjoch suver by eltsenien it bisef, dat it
sunder fierdere yndustrialisaesje net goed
komt en dat men allerwegen de füken
ütset om in diel fan dy fabriken to
krijen. En grif net allinnich by de auto
riteiten mar lyksa by de bifolking. Hwer
hellet Mr. Bouma it wei, dat wy hjir
yn Fryslan üt net omsette wolle. Dat is
perfoarst net wier. En mei it rounkrant-
sjen fan sokke, troch neat biwezen barri-
kades, komme wy grif net fierder. Al
jierren lang hawwe wy hjir op hiel hwat
oare plakken de needsaek fan fierdere
yndustrialisaesje bipleite en üt alle bifol-
kingsgroepen stimt men dit mei. It ien-
nige, hwat ik wol'heard ha is dit, dat
men neist it wurkjen foar mear yndustry
de lan- en tünbou en it frjemdlingenfor-
kear net forjitte moat. En dat bin ik
fansels wol iens. Hwerüt is dy pessimis-
tyske sjenswize fan Mr. Bouma fuort-
komd? Op groun fan hokfoar feiten is
hy ta dizze konklüzje kaem? Ik soe
it graech ris hearre.
Mr. Bouma freget fierder oft wy de
minsken fêsthalde moatte om in gemeen
telik aparaet op gong to halden of om de
skoallen, tsj erken, korpsen ensfh. fuort
bistean to litten? Né dêrom net, mar
dizze tsjinsten en ynstellings hawwe
minsken nedich om foar de minsken in
„leefbaar klimaat’’ mooglik to meitsjen.
Wurde dy oantallen almar lytser, dan
brokkelje dy forsjennings óf en moatte
RUINES IN HET „MAANLICHT”
Een andere wereld gaat voor U open als
het maanlicht (met behulp van schijn
werpers natuurlijk) een fantastisch aspect
geeft aan de ruïnes in het oude Rome.
In het midden, op de achtergrond, is nog
juist 'n gedeelte van ’t Colosseum te zien
Op deze wijze zien wij dat voor een
aantal bevolkingsgroepen zich horizonten
verwijden, andere werelden opengaan.
Het bekende oude gedrags- en cultuur
patroon voldoet niet meer en wordt uit
gerekt of losgelaten.
Men vertrekt, men isoleert zich of m.en
gaat afzakken in a-socialiteit en crimina
liteit.
Maar er is meer. Zo kan bv. de ontwikke
ling in een bepaalde richting geremd,
of geheel omgezet worden; zo kan een
ontwikkeling in een bepaalde richting
gestimuleerd worden en een in gunstige
zin niet op gang ko..
De ruilverkaveling
wordt b.v. door een
doen en het dorp verliest zo dé greep op wstzijn vervormd; de scherpe kanten
„Achte Hear de Jong,
Yn 'e krante fan 11 augustus hawwe Jo
my in mannich prippen tabrocht nei oan.
lieding fan hwat ik yn Lollum sein haw
(dat werjown is yn it tydskrift fan de
Stichting Friesland voor Maatschappelijk
Werk).
Nou giet Jou oanfal tsjin in tal ütspra
ken fan mines dy’t, dat hawwe Jo seis al
oanfield, buten myn bitooch omgeane,
dat sadwaende soe ik der net op hoege
to antwurdzjen. Lykwols, krekt om’t dy
ütspraken bedoeld wiene as „poppers”
yn it perk fan ’e diskussy oer de ünt-
folking, wol ik der al efkes op weorm
komme.
Myn bitooch wie sa: Wy hawwe it langer
allegearre deroer dat Fryslan syn folk
fêsthalde moat en prate dan oer yndu-
Laatste week aug. 1934.
De paardenmarkt gaat de laatste jaren
vooruit. De aanvoer was ditmaal 115
stuks.
De feestweek te Bolsward heeft ’n tekort
opgeleverd van f 1659,48.
Stelselmatig wordt er in Duitsland ge
werkt aan de afbraak van ’t Godsgeloof.
Onthulling Tjerk Hiddes-monument te
Harlingen.
Het R.K. kerkbestuur had de St. Marti-
nuskerk ter afbraak aangeboden aan het
gemeentebestuur voor f 5000,B. en
W. stelden de koop voor aan de raad.
Terwijl dit punt werd aangehouden voor
een volgende vergadering heeft het kerk
bestuur het aanbod ingetrokken.
De heer P. D. v. d. Klei te Bolsward
vierde zijn 25-jarig jubileum als lid der
gemeenteraad voor de R.K. Staatspartij.
plattelands-
en hun hande-
de jongeren,
zoeken, voor ouderen, die omscholings
cursussen volgen.
uitslag was:
J. Sijtsma, H. Schuil, W. Vlietstra.
J. Stavinga, Joh. Jansen, A. Hiem
stra.
R. Hoekstra, A. Veldkamp, J. Pander.
telegraaf, werd eenstemmig toegekend
de omgeving
waar spreker
aanvaarde regel, dat ieder op zijn
stuk eigen bezit (v.n.l.
een
bindende element vormt. Kom hier
met het voorstel een
ig hiervoor een offer, gij zult
ils één man tegen u vinden.
Gans anders is het b.v. op Ameland,
waar juist de gelijkheid vooropstaat en
het regel is, dat men niet naar indivi-
stelling
'ah
veld.
lijst:
2.
3.
collectieve bezit op het spoor te komen.
Wat heeft dit alles nu te maken met de
geschetste structuurveranderingen
In de eerste plaats dit: De structuurver
anderingen verstoren het evenwicht.
Wat gebeurt er op het platteland? Men
sen trekken weg of gaan pendelen, zij
komen in andere milieus, leren andere
dingen, passen zich aan, anderen begrij
pen hen niet meer in hun spreken en
doen en het dorp
hen. Zij onttrekken zich: lichamelijk*.
Ook andere groepen gaan zich meer van
elkaar verwijderen, de gezichtskring
b.v. de veehouder en met name die
de -fokker wordt steeds meer internatio
naal.
Leden van de bonden van plattelands
vrouwen horen en zien veel nieuws, dat
beïnvloedt hun denken
len. Hetzelfde geldt voor de jongeren,
die scholen voor voortgezet onderwijs be.
volgen.
houden hebben; het is merkwaardig te
zien, dat er ergens een geheel van regels
is, die het spel van de onderlinge ver
houdingen beheersen, hetzij in meerdere,
hetzij in mindere mate.
Om een paar voorbeelden te noemen: in
de omgeving van het dorp, waar spreker
enige tijd gewoond heeft, is het de alge
meen aanvaarde regel, dat ieder op zijn
eigen belang uit is en in het leven moet
trachten een stuk eigen bezit (v.n.l. van
eigen huis) op te bouwen, die het
eens
dorpshuis op te zet
ten en vraag 1
het dorp als één man tegen
juist de gelijkheid vooropstaat
duele welvaartsverhoging mag streven,
althans niet ten koste van het onderlinge
gezelligheidsverkeer (er moet b.v. tijd
blijven voor een praatje!).
Ook andere waarden kunnen de inhoud
vormen, b.v. om in de landbouwsfeer te
blijven: een hogere waardering voor de
veehouderij dan voor de akkerbouw, een
voorkeur voor de grove tuinbouw (poot-
aardappel) boven de fijne (groenteteelt).
Genoeg om voorlopig nog vast te hou
den aan de hypothese, dat er in de die
pere lagen van de samenleving een zekere
eenheid van motivering is in groter of
kleiner verband. Het sociologisch onder
zoek is het apparaat om hierin klaarheid
te brengen, om de diepere wortels van
het maatschapjjelijk leven bloot te leggen
en de inhoud en uitgebreidheid van het
1