KERN OF GEEN KERN, HET LEVEN GAAT VERDER GEHEEL NIEUW „DOKTERSHUIS” TE SNEEK 'SB Gabe Skroar I fel >1 ^410 Een facet van de industrialisatie dat niet vergeten mag worden Fan de Mar tiny toer STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND E Vijftien gouden medailles voor Friese kaas Van de Friese kaatsvelden f I k f' e 3 X bk Bi DINSDAG 22 SEPTEMBER 1959 55e JAARGANG No. 72 Hwat hat (zonder de de industrie van- le. 2e. 3e. De 4e. 'Z .1 Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward Administratie- en Redactie-adres: Marktstraat 13 Telef. 2451 - Na 18.30 uur 2305 of 2335 (K5157) •f Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie om biwizen. diskusje-po- 'plik wurker welhaast ondoenlijk. Toch willen we kingen te maken over aspecten, die gevaar lopen over worden gezien. wards Nieu wslilat Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad Jan Galema koning op de Oldehovedag A. Rinia van Makkum, de koning van 1958, verdedigde met Sijtsma en Bultje zijn koningschap uitstekend, tnaar ver loor na spannende strijd op de stand 5-5 4-6 van Faber, Jansen en Pander. Hij lootte echter bij voor Hitse Schuil, die wegens het overlijden van zijn vader niet van de partij was. Met zijn nieuwe makkers, J. Galema en A. Veldkamp, wist hij toch de overwinning in de wacht te slepen; de Harlinger Jan Galema werd echter verdiend koning. Ook Sijtsma was weer bijgeloot (voor Stavinga) en speelde met Smedinga en v. d. Zee, een spannende partij tegen Koopmans, Helfrich en Kuiper. Sijtsma Mr. L. H. BOUMA FREGET JITTERIS IT WURD Mr. Bouma mient, dat twa dingen oars moatte: Foarst de minsken hjir yn Frys- lan yn de lytsere plakken hawwe jit de goede halding net foar de yndustriali- saesje oer en hja brüke de bisteande krêf- ten, binammen de nij-ynkommers lang net genóch. Ik lit him nou earst seis oan it wurd en myn andert sil mei it each op de plakromte wachtsje moatte oant ta- komme wike. Hjir is nou earst it brief fan Mr. Bouma: As jo foar jo seis libje wolle, moatte jo it foar in oar dwaen. lanj doel Fries houdt veel van het zoeken van kievitseieren aldus, Mr. Okma, maar duur gekochte kippen zet hij in de ren, hij wil de eieren voor het oprapen heb- het „aantrekken” van indu- 10e belangrijk dit ook kan zijn, van een wildvreemde hier, die hier totaal geen van blijft een vrij ris- profijt, of in t kan Bolsward trekken uit de omstandigheid, dat plaat selijke industrieën bij goede verzorging een natuurlijke groeikracht hebben. Zij hebben hun wortels veelal diep geslagen in de eigen bodem. En wat dieper die wortels zitten, wat minder belang zo’n bedrijf bij overplanting zal hebben. Het zo klein begonnen bedrijf van Van der jaarlijkse kaaskeuring van de Neder landse Zuivelbond (FNZ), is opnieuw een groot succes voor de Friese coöpera tieve zuivelfabrieken geworden. Van de vijftien gouden medailles veroverden de Friese fabrieken er acht. De gouden me dailles werden in de wacht gesleept door de volgende fabrieken: Betterwird, Wommels, Marrum, Tzum, Sybrandabu- ren, Oudwoude, St. Nicolaasga en Steg- gerda. Zilveren medailles kwamen o.a. in het bezit van de fabrieken te Achlum en Oosterend. Bronzen medailles verwier- Zondag j.I. hield de kaatsvereniging „Foarüt” in Luinjeberd weer de traditi onele kermispartij. Hieraan namen 2 2 parturen deel. Ook deze keer trokken tra ditiegetrouw een 7-tal Bolswarder en een 5-tal Witmarsumer kaatsers er op af, om te trachten een der fraaie prij zen in de wacht te slepen. Het lukte ech ter deze keer niet; noch in Bolsward, noch in Witmarsum kwam er een prijs terecht. Er werd fel gekaatst, hoewel enige voorzichtigheid was geboden, door de aanwezigheid van enige greppels in het kaatsland. Alles liep echter zonder ongelukken af. Drie jongens uit Tjalle- berd, die bij elkaar waren geloot, hielden zich in dit vrij sterke gezelschap kranig en wisten de derde prijs te bemachtigen. Tegen Broersma, v. d. Meer en Oppe- dijk konden ze het echter op de drie niet bolwerken. Genoemd trio was ook sterk favoriet in de eindstrijd tegen U. Tolsma, A. de Haan en de 64-jarige S. Buringa uit Irnsum. Laatstgenoemden echter dachten daar anders over; ze na men 2 spel voorsprong. Broersma c.s. ’■aven zich niet zo maar gewonnen en t werd 2 spel gelijk. Op de stand 2 spel gelijk en 6 gelijk, zorgde Buringa er voor, door een fel uitgeslagen bal van Broersma prachtig voor de kaats te ke ren dat zijn partuur een 5-4 voorsprong nam. Ook de overwinning ging tenslotte naar Tolsma c.s.; de stand 4-5 4-6 sloeg Oppedijk kwaad uit. De uitslag was: 1. U. Tolsma, Roordahuizum; A. Haan, Franeker, B. Buringa, Irnsum. 2. A. Broersma, Oosterlittens; Tj. Oppe dijk, Zweins; H. v. d. Meer, Akkrum. 3. Tj. van Dijk, C. Binnema en M. Stui ver, Tjalleberd. M. van der Weerd, H. Zijlstra en J. Pander wonnen in Achlum. Voor het eerst sedert jaren werd zater dag in Hallum weer een le klas partij gehouden van 30 uitgenodigde spelers. In de finale hadden de winnaars weinig moeite met J. Galema, E. Heeg en H. Butje, maar voor het zover was, heeft deze zege een paar maal aan een zijden draadje gehanden. In de eerste omloop hadden v. d. Weerd c.s. tegen P. Schuil, A. Rinia en F. de Vries een achterstand van 3-5; met een bovenslag op 5-5 6-4 bracht Pander zijn partuur in de vol gende ronde. In de tweede omloop waren ze nog dichter bij de nederlaag, tegen Okkinga, Joh. Jansen en S. Faber; op de stand 5-3 6-6 voor laatstgenoemden plaatste Joh. Jansen een bovenslag maar jammer voor hem, ging de bal langs de verkeerde kant van de paal. Nu bracht Meindert v. d. Weerd met alles aan de hang zijn partuur in de prijzen. Met een snelle bal verraste hij Sake Faber ach terin. Op de drie namen J. Faber, A. Veldkamp en D. v. d. Zee tegen Galema, Heeg en Bultje een 4-1 voorsprong. Dit was echter niet voldoende voor de winst; Galema c.s. sloegen terug en gunden de tegenpartij geen eerst meer. De finale tussen v. d. Weerd c.s. en Galema c.s. was binnen het kwartier ten gunste van eerstgenoemden beslist. De uitslag was: 1. M. v. d. Weerd, H. Zijlstra (Akker- woude) en J. Pander (koning). 2. J. Galema, E, Heeg, H. Bultje. 3. J. Faber, A. Veldkamp, D. v. d. Zee. nen (2,5% fan ’e bifolking). Hwat foar de gemeente jildt, jildt ek foar de doarpen ien foar oar. It punt is: der gean minsken fuort, der komme oaren werom, lykwols almeast mear fan it earste as fan it léste. Mar de fraech is: hoe wurde de ynkom mers (yn Baerderadiel net minder as 482 yn twa jier tiid, of sa’n 9% fan ’e hiele bifolking) ynskeakele? Wurde hja der wol yn helle yn 'e doarpen? In f'oarlo- pige konklüzje (al wer ünderstellender. whs) is, dat der yn gans doarpen in frij lytse kearnbifolking oistiet, dy’t it foar it sizzen hat en in brede laech min of mear los dér om hinne hingj enden figu ren. Op dizze wize wurdt de man- (of frou-) krêft to biheind foar aksje op al- lerhanne mêd. Mar ek hjirre wer: ünder- siik sil dit ütwize moatte. Gearfetsjend woe ik graech jitris de klam der op lizze, dat it lot fan it plattelan ek my tige oan giet. Ik wol der graech mines ta bydrage, dat it fuortbistean fan üs doarpen yn goede fleur mooglik wurdt. Pessimist bin ik absolüt net as ik sjoch op de krêften, dy’t yn ’e bifolking seis bisküle lizze. Ik fiel mei Jo alles foar in harmonyske groei. It bifoarderjen fan als men ze nog laat broeden ook, wie weet komen er geen kuikentjes van. Ook hier zijn voorbeelden van. Om bij het aangehaalde voorbeeld te blijven: Bols ward heeft met al zijn inspanning b.v. geen margarine-industrie naar hier kun nen halen. Maar als dochter-onderne- ming van een bestaande industrie ont stond deze „geruisloos” en blijkt goede levensvatbaarheid te hebben. rurg-huisarts, oefende zijn praktijk in het ziekenhuis uit. Thans heeft het ziekenhuis 276 bedden (waarvan 12 voor gezonde zuigelingen). Èr werken 55 religieuzen en 199 leken, waarvan in de medische dienst 30, ver plegingsdienst 90, huishoudelijke dienst 51, technische dienst 14 en administra tieve dienst 14. Een 18 tal doktoren staat het zienkenhuis ten dienste. Het is geen gemakkelijke opgaaf, die men zich stelt als men zich neerzet een artikel te schrijven over de industrialisatie in het algemeen en over de positie van Bolsward in dezen in het bijzonder. Om na alles wat er reeds is gezegd en geschreven over b.v. de kernaangele- genheid nog opnieuw iets „kernachtigs” ten berde te brengen, lijkt trachten nog een paar opmer- het hoofd te Plaats N.V. om dit in het begin aan gehaalde voorbeeld nog even te bezigen laat zien, dat Bolsward óók kan indu strialiseren door het scheppen van moge lijkheden voor de ontplooiing van het reeds bestaande. Bolsward heeft tal van bedrijven, die toekomstmogelijkheden in zich hebben. Hoe belangrijk aantrekken van industrie uit den vreemde ook is, de ontplooiing van de reeds aanwezige mogelijkheden is minsten even belangrijk. In de na-oor- logse jaren zijn reeds enkele kippen weg gefladderd, naar buurmans erf gelokt door hanengekraai. Een fa. Steensma en een houtbewerkingsbedrijf van fa. C. v. d. Witte eri Zn., om maar een paar te noemen, bewijzen dit. Wanneer ’n industrie van elders serieuze pogingen zou doen om zich in Bolsward te vestigen, dan zou het gemeentebestuur alles willen doen dit voornemen te stimu leren, dan zou ook het aanwezige be drijfsleven dit toejuichen. Men zou er wellicht offers voor willen brengen en de allure willen aannemen van een „vrije kern” die uit eigen beurs neertelt, wat elders uit de rijksschatkist komt. Alles goed en wel, maar hoe met de be staande industrieën? Zij allereerst ten worden geholp: aardgas voor geschi gen voor het personeel, aan bedrijfsgebouwen, enz. men loslopende kippen maar goed gaat voeren, lopen ze niet weg, maar leg gen dankbaar hun eieren in het hok. En de bisteande niverheit liket my dêrta in skoan middel. Mar: dit sil noait foldwaende wêze om it forrin fan ’e bifolking to kearen; oant nou ta üntbrekt it biwuste wol len yn oare wei to gean der wurdt neat of alteast lang net genóch dien om dit alles sa fier to krijen; de krêften, dy’t der binne, wurde lang net genóch brükt. Dit is foar my net allinne konstatearjen, mar tagelyk taekstelling. En myn Lollu- mer ynlieding wie oars net as bisykjen oaren der mei efter to krijen! Ik wol hoopje, dat üs diskusje der ta tsjinne hat, dat dizze bidoeling düdliker ta utering komd is. En dat op basis fan hurde feiten mei bisieling foar in goede takomst fan üs plattelan yn ’e skrep kin- ne. Mei groetenis en achtinge, „Achte Hear de Jong, Nei Jou replyk meitsje ik oanspraek op in léste wurd. Jo freegje Dat bringt my yn in faeije sysje. Nammers as wittenskiplik is al hwat ik sein en skreaun haw net mear as hypothese. In biwiis fan myn kant kin allinne mar jown wurde oan de han fan in forantwurde enquête. Ik sil het wel enigszins anders.Een in opdracht yn dizzen graech op my nimme. Allinne wit ik net hwa’t de jild- like middels hjirfoar skewiele wol. Gjin foldwaende biwiis dus op dit stuit. Mar al wol ik forklearje, dat myn hypo these de konklüzje is fan tsientallen pe- tearen en opmerkings op gearkomsten op dien yn ’e léste jierren yn allerhanne formiddens. Ik haw it frij net inkelde fan de meast markante ütspraken fan lju, dy’t it witte kinne wer to jaen. Ik for- wiis allinne nei it foar elk sichtbere feit, dat it Yndustryskip Eastlik Fryslan ok- kerdeis forklearre hat nou (en dat nei safolle jierren yndustrialisaesje yn ’e Walden!) alle oandacht to konsintrear- jen op it „yndustry-minded” meitsjen fan de Waldtsjers; hja sille dit wol net om ’e nocht dwaen! En, om in oar resint publyk feit oan to wizen, de ynstjürde stikken-diskusje oer it gefal-Winsum okkerwyks yn ’e Ljou- werter Krante wiist ek wol üt, dat de réëns om hwat by to dragen oan in yn- dustriéle üntjowing net oer alle bügen sprekken lijen kin. Sa soe der mear to neamen wêze. Om misforstan foar to kommen wol ik der yn dit forban graech op wize, dat dy tokoarten oan positivens foar de yn- dustry oer net bisteane by de oerheit, sa- wol by de fortsjintwurdigjende kolleezjes as by de ambtners. En ek dêr buten binne gans minsken, dy’t wakker oanstean op bifoarderjen fan dizze foarm fan ekono- myske aktivens. Suver eltsenien kin it yn- skikke, dat der mear yndustry komme moat. Lykwols -en dêr sit him de oarst sizzen en dwaen is net itselde, dêr kin gans in kleau tusken bistean. En ik hald üt, dat dizze kleau wiid gappet tus ken it min of mear meistimmen fan de rop om „mear yndustry” en de persoan- like bydrage hjirta. Okkerwyks waerd sein fan in man, dy’t op it plattelan goed thüs is: „Dat dit of fers bitsjut, dêr wol men jit lang net oan”. Der is yn dizzen in soad „wishfulthin- king” oangeande de halding fan de bi folking, liket my ta, mar dat is in oar sjapiter. Hwat de üntfolking fan ’e doarpen oangiet, haw ik al hwat biwiis. Oer de gemeente Baerderadiel haw ik bg. dizze sifers foun: yn de jierren 1957 en 1958 gyngen fuort 761 persoanen en fês- tigen har 482; it forlies wie dus 279 persoanen; it berteoerskot wie 146; yn totael dus in efterütgong fan 133 persoa- H.M. DE KONINGIN IN ROTTERDAM H.M. de Koningin heeft vrijdagavond te Rotterdam de opening van het nieuwe AMVf-gebouw bijgewoond. Tijdens de rondgang kwam H.M. in een vertrek, tvaar jongeren aan het schilderen waren. Geheel buiten het protocol vroeg een meisje, dat zich toelegde op vrije-vlak- verdelingen, of Hare Majesteit het ook eens wilde proberen. H.M. de Koningin ging hier gaarne op in. Wanneer morgen in een officiële receptie „koopman” J. Heeres het feit herdenkt, hoe hij 50 jaar geleden te Bolsward in een klein pakhuis je een eigen zaak be gon, zal er bij deze gelegenheid waar schijnlijk op gewezen worden, hoe parti culier initiatief gepaard gaande aan noeste vlijt, goed doorzicht, het steeds weer onderkennen van nieuwe mogelijk heden, onder de zegen van boven er toe kan leiden, dat er uit een bescheiden be gin iets groots kan groeien. Het voorbeeld van de ontwikkeling van een bedrijf als dat van Van der Plaats N.V. is trouwens in Bolsward niet het enige voorbeeld, waarbij wij zien, dat in het verleden, de ongunstige omstandig heden ten spijt, iets kan worden opge bouwd ook zonder de faciliteiten, waar mee men thans in de kernsteden de in dustrieën uit de grond wil trachten te stampen. Dat een dergelijke industrie niet persé een agrarische behoeft te zijn, is tevens een bewezen feit. Het gaat nl. niet al leen om producten die verband houden met de in de omgeving geleverde grond stoffen, maar ook om produkten, die in de consumptieve sfeer liggen. Ook de agrariërs moeten hun koffie en thee im mers drinken, hun kranten en boeken le zen, ook zij hebben hun textiel nodig, hun schoenen, enz. En al zou er plaatse lijk te veel worden gefabriceerd, afstan den bestaan er nauwelijks meer en de handel is de Friese stadjes altijd reeds eigen geweest. Voor Bolsward verzorgingscentrum van ouds geldt dat wel in het bijzon der, denk maar aan het roemruchte ver leden, waarin rechtstreekse handel werd gedreven met de Oostzeelanden. Meermalen is in het verleden het beeld gebruikt van de „kippen in de ren”. „Als we in Bolsward de kippen maar in de ren hebben, dan komt het eieren leg gen vanzelf”, was destijds de stereotype uitdrukking van burgemeester J. G. S. Bruinsma. Hij bedoelde er waarschijnlijk mee, dat wanneer Bolsward eerst maar zijn scho len heeft, zijn vakmensen kan opleiden, zijn uitbreidingsplannen gereed maakt, zijn industrieterreinen beschikbaar stelt, zijn bestrating, verlichting, vaarwaters, enz. op peil heeft, er de industrie van zelf wel zal komen. Er is in dit opzicht reeds veel gedaan. Wat Bolsward ten opzichte van het on derwijs gepresteerd heeft, zou men voor een twintig, zelfs voor een tiental jaren voor onmogelijk hebben gehouden. Nieuwe schoolgebouwen verrezen, nieuwe scholen werden hier gevestigd, nieuwe opleidingen kwamen. Het eierenleggen in de zin, zoals burgemeester Bruinsma dit voorspelde laat echter nog op zich wachten. Maar wat betekent tien jaar voor een stad, die zijn leeftijd bij eeuwen telt, al leven we dan in een dynamische tijd? Maar al mogen we hopen dat de wens van het eieren leggen vroeg of laat in vervulling zal gaan, iets anders kwam er voor in de plaats. Zonder dit bewust te hebben gewild, werd en wordt Bolsward hoe langer hoe meer een indu strieplaats waar „intellect” wordt gefa briceerd. Leerlingen uit stad en omge ving, zelfs van buiten de Friese grenzen, vormen de „grondstof” en het eindpro dukt is naar believen een H.B.S.-er met einddiploma, een afgestudeerde „suvel”, een landbouwlerares, enz. Zoals dit niet het eindprodukt van een gewone indu strie het geval is, is het ook hier, wat eerst gefabriceerd (lees hier „gevormd”) voor eigen behoefte, werd al spoedig export. Voor menig scholier is Bolsward een doorgangshuis. Vooral in dit opzicht spreekt de centrumfunctie een duidelijke taal. Al kost deze schoolopleiding de stad handen vol geld, toch zou men deze niet gaarne weer willen missen. De afge studeerden kunnen goede ambassadeurs worden voor de stedelijke gemeenschap en de naam van Bolsward als een plaats waar het goed is te wonen en te werken verder dragen. Ook Mr. D. Okma sprak over kippen in de ren, toen hij onlangs op het Chr. Middenstandscongres te Sneek een be- igwekkende rede hield. Maar hij he elde 1 Sneek kan reeds jaren lang bogen op het bezit van een „doktershuis”, in ons land teen unieke instelling. Thans is er een ge heel nieuw doktershuis tot stand geko men, dat morgen zal worden geopend door prof. dr. P. Muntendam, directeur- generaal van de Volksgezondheid. De Minister van Sociale Zaken en Volks gezondheid verleende op 24 oktober 1'957 zijn goedkeuring aan het hem voor gelegde plan tot vernieuwing en mo dernisering van het St. Antonie zieken huis te Sneek. Het eerste deel van dit plan, dat in zijn geheel etappegewijs zal worden uitge voerd, omvatte de verbouwing van het in 1932 tot stand gekomen infectiepavil- jeen tot een nieuw doktershuis, waarin iedere specialist beschikt over een eigen spreek-, onderzoek- en behandelruimte. Tevens werden hierin op de verdieping opgenomen een apotheek en een klinisch- chemisch laboratorium. Aansluiting met het behandelhuis (ope- ratieafdeling, röntgenafdeling en afde ling voor physische therapie) en het bed denhuis werd verkregen door het tegelij kertijd bouwen van een centrale hal. Deze centrale hal dient mede als entree voor de polikliniekbezoekers en de ont vangst van de op te nemen patiënten. In een deel van deze nieuwbouw is dan ook de opname-afdeling gevestigd. Een en ander werd uitgevoerd onder ar chitectuur van architectenbureau Magry en Jacobs te Rotterdam. Het Sint Antonius Ziekenhuis werd op 23 september 1903, thans 56 jaar gele den, geopend met een capaciteit van 78 bedden. In 1909 kwam het eerste infectiepavil- joen tot stand. In 1932 werd een nieuw infectiepavil- joen geopend. In dat jaar werd tevens een nieuwe operatieafdeling gebouwd. In 1942 kwam de begane grond van een nieuw verplegingspaviljoen gereed. Het was het eerste deel van een geprojecteerd beddenhuis, waarin in de toekomst alle verpleegafdelingen zouden zijn gecon centreerd. In 1949 werd het bestaande doktershuis uitgebreid met een semi-permanent ge bouw. Dit was noodzak'elijk om het groeiend aantal specialisten te kunnen huisvesten. In 1951 werd het eerste deel van het in 1942 gebouwde verplegingspaviljoen uit gebreid met 3 verdiepingen. Het rechter- deel van het geprojecteerde beddenhuis was hiermee voltooid. In 1952 werd een nieuw zustershuis ge bouwd voor 57 religieuzen. In het sou terrain werden het centrale magazijn, het voedingsmiddelenmagazijn en de linnen- en naaikamer gevestigd. In 1958 kwam de modernisering gereed van het huis voor de gediplomeerde ver pleegsters, plaatsbiedend aan 46 verpleeg, sters. In 1959 is thans het eerste deel van de vernieuwings- en moderniseringsplannen, omvattend een nieuw doktershuis (poli kliniek), klinisch-chemisch laboratorium en een apotheek tot stand gekomen. In uitvoering is momenteel een leerling- verpleegstershuis met een capaciteit van 100 kamers. Verwacht wordt, dat dit ge bouw in 1961 klaar komt. In voorbereiding is het tweede deel van de vernieuwings- en moderniseringsplan nen, nl. de bouw van de linkervleugel van het geprojecteerde beddenhuis. Met de bouw wordt in het voorjaar I960 een aanvang gemaakt. Na de gereedkoming van deze verple- gingsVleugel zal een begin worden ge maakt met de vernieuwing en moderni sering van de operatieafdeling en de röntgenafdeling. Bij de opening in 1903 werkten in het ziekenhuis 8 religieuzen en enige meisjes voor de huishoudelijke dienst. ben. Mr. Okma bedoelde het zo: Als met de overheidssubsidies een industrie tot stand komt, laat men die niet op een willekeurige plaats „eieren leggen”, maar in het vooraf getimmerde hok, dit is de als „kern” aangewezen stad. Deze rede nering lijkt zonneklaar, maar heeft iets krampachtigs om bij het gebezigde beeld te blijven: een kip is geen kievit en kip pen in de ren hebben heel wat voer no dig. Zag Mr. Okma nooit dat een Friese boer zijn kippen in het weiland liet lo pen om zelf het kostje grotendeels op te scharrelen Bolsward is geen „kern”. Het heeft om met Mr. Okma te spreken, dus geen kip pen ren. En dure kippen kunnen toch niet in het wild lopen. Waar komen dan de (gouden?) eieren terecht? Bolsward heeft de kippen wel in de ren, aldus bur gemeester Bruinsma, het wachten is nu op de eieren. Dit is een geheel andere beeldspraak dus. Er is nog een derde aan toe te voegen: De kippen die er zijn en (zonder „kernhok”) vrijelijk rondschar relen op het Bolswardse erf, dient men goed- te voeren en op tijd van vers stro te voorzien. Ze mochten anders eens weg fladderen naar andermans erf. En de nog jonge kuikens dienen wat krachtvoer te hebben, des te eerder zullen ze aan het eieren leggen toe zijn. In gewoon nederlands betekent dit het volgendewe moeten ons niet al te blind staren op strieën” hi Het overplanten industrie naar 1 aanknopingspunt heeft, kan kans slagen hebben, maar 1 kant ondernemen. Meer ieder geval óók profijt .4- moe- \>en waar dit kan. Aan geschikte prijs, aan wonin- aan uitwijkmo gelijkheden, Als

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1959 | | pagina 1