fgl EMIGRATIE ALLEEN EEN NOODZAKELIJK KWAAD? WIJ VIEREN FEEST! Qabe Sk us hjoed p p to sizzen roar Fan de Martinytoer Of ■F ..KLKIXIGI0KREV* RES met 1-0 door GAVC geklopt Verdienstelijk 1-1 gelijk spel van CAR in Gorredijk Be waarde van een verantwoorde integratie Zilveren filmpjes le week november 1934. Tj. de J. 55e JAARGANG DINSDAG 3 NOVEMBER 1959 No. 84 Hwat hat De deugd komt nei it jild. Wij zorgen daarvoor groot. Kleinigheden de bevolking Scriba. O® de op- :fc Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A J. OSINGA N.V, Bolsward Administratie- en Redactie-adres: Marktstraat 13 Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335 (K5157) de heiligman „Emigratie”. 0-1 vlotte aanval W 1-0 gestaakt bij 2-3 4-1 3-1 3-1 0-2 1-0 I 1 Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie van de „dutchies”. In Canada rijdt we aan het tijdschrift RES - G.A.V.C. De thuisclub start met een over rechts, waarbij Mulder met een hakbal twee tegenstanders in de iuren legt, waar- Bolswanis Nieuwsblad STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad het kampioenschap uit de bus zal komen. D.T.D. en Freno schoten er lustig op los, de thuisclub wist de Franeker doelman 6 maal te passeren, maar daar de bezoekers daar vlot 7 goals tegenover plaatsten, moest D.T.D. toch nog het loodje leggen. CAB leverde in Gorredijk een goede pres tatie door tegen de leiders gelijk te spelen, waardoor rood-wit haar kans in eigen hand heeft gehouden. Tynje zakte iets af, daarvoor zorgde BI. Boys dat de bezoekers met een 3-1 neder laag naar huis terugzond. Bergum begint zich na een slechte start ook te roeren, de Bergumers klopten thuis Ol- deboorn met 2-0 en klom daardoor op naar de 3e plaats. De Sweach werkte zich ook een plaats om hoog door een 4-0 zege op het bezoekende Warga. Verdere uitslagen zijn: RES 3 Gorredijk 2 CAB 2 Leeuwarden 5 L.S.C. 2B - RES 2B Kooi 3 - CAB 3 Friso IA - CAB IA CAB IB - W.Z.S. 1B Sneek 3B - RES 2B tredenden en het geeft geheel een rom melig karakter. Is er een arts in de zaal, dan geven wij die een plaats vanwaar hij makkelijk weg kan komen en waar hij snel te be reiken is. Mocht hij weggeroepen wor den, dan is tenminste niet de hele zaal in opschudding, en de aandacht weg. En ook als er iemand onwel zou wor den, is zo’n maatregel bijzonder gemak kelijk. Tenslotte nog dit: Rommeligheid en herrie achterin de zaal worden meestal veroorzaakt doordat men daar niet voldoende kan horen of zien, de belangstelling verliest of gaat staan. Vooral in de z.g. „pijpenla”, een geluk kig uitstervend zaaltype, is het gevaar daarvoor groot. Kleinigheden maar ze kunnen be palend zijn voor het succes van de avond en voor de indruk, die de vereniging maakt. Kleinigheden kunnen de stemming be derven, ook al loopt verder alles goed. En het is zo jammer als veel moeite en inspanning door zulke kleinigheden niet tot haar recht komen. Ons feest is van belang. Maar hoe er la ter over dat feest wordt gepraat is min stens zo belangrijk! Zonder een goede organisatie geen goed feest. En alleen een goed feest is waar lijk één féést. Op een feestavond wijzen wij bepaalde (bestuurs- of commissie-) leden aan, die een oogje houden op de plaatsen. Maar de eregasten, met gereserveerde plaatsen, worden bij voorkeur ontvangen door de voorzitter. Die moet dan geen andere dingen aan zijn hoofd hebben, daar heeft hij zijn mensen voor; die heeft alleen een repre sentatieve taak. Wij zetten bij een muziekuitvoering on ze gasten nooit op de eerste rij, dat is voor hen geen onverdeeld genoegen. ONTVANGST IN LIMA IIWEROM WOL MEN DY WEI OP? Hoe frjemd en forkeard it de minsken hjirre ek yn de earen klinkt, der moatte dochs wol motiven wêze foar de regea- ring om mei har kearnensysteem to bi- gjinnen en fuort to farren. Dy lju sjogge it doch grif oars, oars soene hja dat sy steem net keazen ha. Dat is ek sa. De Minister fan Ekonomys- ke saken hat it yn syn Memory fan Ta- Ijochting by de bigreating, dy’t nei’t wy hearden dizze wike al yn de Keamer komt, jitteris sein, dat dizze methoade keazen is om de lju hjirre yn de pro- bleemgebieten to halden. Hja hawwe dus wol in goede bidoeling. En jitteris hat de Minister sein, dat hja oan it tal kear- nen en sub-kearnen neat foroarje wolle. Neffens har ynsjoch binne der al fierst tofolle en as der jit mear by kamen, soe it jild, dat de regearing hjirfoar biskik- ber hat, to folie forsplintere wurde. Sa stiet ’t der nou ek wer, krekt mei de- selde wurden, dy’t Minister de Quay by syn bisiik ek brükte en sa as forline jier yn de stikken ek stie. Wy witte dus twa arguminten. It wich- tichste is ditte: Wol men de yndustry yn in streek ta üntwikkeling bringe, dan moat men dêrom tinke, dat hja bymekoar komt, hwant it is mei fabriken sa, dat de iene de oare oanlükt. Wy moatte, sa seit de Minister soargje, dat der in fiks De naoorlogse emigratie van ruim 300.000 Nederlanders naar over zeese immigratielanden heeft tot sommige verrassende gevolgen geleid, welke niemand kon voorzien. Een voorbeeld: Aan de univer- siteit van Melbourne studeren op het ogenblik tachtig Australische studenten Nederlandse taal en letterkunde. Op de middelbare scholen in de staat Victoria is onze taal eindexamenvak. Een ander voorbeeld: In alle belangrijke (en dikwijls ook vele onbelangrijke) plaatsen van Nieuw Zeeland doet Sint Nicolaas op 5 december a.s. publiekellijk zijn intocht. Op Australische scholen worden daags tevoren onze Sint Nicolaasversjes, in het Engels vertaald, gezongen om de jeugd voor te bereiden op het komende feest per slede, aldus ontlenen Kleinigheden kunnen de feestvreugde verhogen, maar ook bederven. Wanneer wij op die kleinigheden bedacht zijn, hebben wij er geen hinder van en is de indruk bij allen gunstig. Wanneer wij ze vergeten, kunnen kleine oorzaken soms grote gevolgen hebben. Wij zorgen er voor, dat zij in de pauze rustig een kopje koffie kunnen drinken, en reserveren zo mogelijk daarvoor een tafel in de restauratie. Wij kunnen ook in een apart zaaltje gaan zitten, maar dat geeft „schele ogen”, dus dat doen wij liever niet. Hen, die spreken moeten, en dus hun plaats voor kortere of langere tijd moe ten verlaten, zet men bij voorkeur op een boekplaats, opdat ze niet een hele rij an dere bezoekers met: „Mag ’k effe” las tig behoeven te vallen. Het verdient altijd aanbeveling, niet alle plaatsen uit te geven maar een rij (of 2) .rgissing met de reser- dan moeten de gedu peerden toch een (goede) plaats krijgen. Soms komen er gasten, waarop wij niet i en die wij toch graag ontvangen, of ze brengen familie of weer anders: daar treft men een aanver wante bevolking. Maar daar heeft juist door de verwantschap de integratie haar eigen moeilijkheden, omdat de kritische zin zich meestal ten aanzien van wat het dichst bij het eigene ligt het sterkst doet gelden. Het gaat er om het juiste evenwicht te vinden tussen behoud en aankweking van het eigene én ingroei in het nieuwe. Dat is van bovenaf niet op te leggen. Vooral niet, wanneer het het geestelijke betreft, waarvan de waarde van het eige ne zó intens kan worden beleefd, dat men verzaking daarvan als verraad aan eigen wezen zou gevoelen. Met name in het kerkelijke kan dit tot een optreden leiden, dat maar weinig waardering kan vinden. Doch in dit opzicht te willen forceren, is in strijd met de geestelijke vrijheid, wel ke de Nederlander in het bijzonder zo dierbaar is. En misschien dat in het ont vangende land het niet aanstonds begre- pene op den duur toch toespreekt, wan neer men daarachter kan speuren niet zekere onwil tot aanpassing, maar een volstrekte overtuiging, welke niet anders kan. En dat kan dan wellicht nog be vruchtend werken op eigen kijk en aan vat. Emigratie met integratie is echter aller eerst voor de emigranten zelve van be lang. Steun van Nederlandse zijde óók daarin dat zij worden voorzien van dat gene wat hen in hun streven behoud van het eigene van dienst kan zijn (Neder landse i.c. lectuur b.v.) is een nationale taak. Maar al evenzeer is het, ook voor ons zelf, van betekenis, dat de emigran ten hun eigen bijdrage leveren aan het culturele en geestelijke leven van het ontvangende land, zodat het Nederlandse „merk” tot in verre landen zich kan doen gelden. Dat kan dan tot nauwere In de 3e klasse K.N.V.B. heeft Nicator haar leidersplaats weten te behouden, de Leeuwarders klopten W.Z.S. in Sneek royaal met 3-0 en bleven daardoor de enig ste ongeslagen club in haar afdeling. De Kooi bleef de leiders uitstekend volgen, de Jousters klopten thuis M.K.V. met dezelfde cijfers, waardoor deze 2 clubs flinke af stand namen van de concurrenten, want de 3e gegadigde, Friesland, moest tegen de verwachting in, met 2-1 de meerdere er kennen van Stanfries, waardoor de voor sprong van Nicator en de Kooi tot respec tievelijk 5 en 4 punten uitgroeide. Voor RES was het geen beste dag, de blauwwitten verloren op eigen veld met 1-0 van G.A.V.C., en daar de andere concur renten allen tot winst kwamen, duikelden de RES-ers maar even 4 plaatsen naar be neden, waardoor ze thans met M.K.V. en Steenwij k de staartgroep vormen. Oosterwolde kwam deze zondag bijzonder goed voor de dag. Dit ondervond het op eigen terrein spelende D.O.G., dat de be zoekers met een 3-1 zege naar huis liet gaan. Emmeloord wist zich ook enigszins uit de gevaarlijke zóne te werken, de polderbewo- ners klopten nl. rode lantaarndrager Steen- wijk met 2-1. In de 4e klasse begint de spanning er aar dig in te komen. Na 7 wedstrijden zijn er niet minder dan 5 kandidaten voor de ere titel, want nr 5 heeft slechts 2 punten min der dan de lijstaanvoerder, zodat met geen mogelijkheid is te zeggen wie dit jaar met H. Postma te Kimswerd rooide een voe derbiet, die het enorme gewicht had van 20 pond. Wij houden ons aanbevolen voor het der Meer, sla- relaties van Nederland met die landen leiden, zó dat Nederland met kennisne ming van de cultuur in die landen zijn winst kan doen en anderzijds Nederland openstelt om die andere landen recht streeks met onze cultuur in aanraking te brengen. In dit opzicht zijn de Culturele Akkoor den, welke Nederland in de latere jaren met verschillende landen heeft gesloten, van belang. Tot dusverre heeft het hier vooral de betrekkingen met de naast-ge- legen landen gegolden. Maar ook met Zuid-Afrika bestaat zulk een Akkoord. Uitbreiding van deze politiek ook tot de jongere emigratie-landen verdient zeker aanbeveling. Zulk een band tussen de landen kan niet anders dan ook onze emigranten in het leven in hun nieuwe vaderland ten goede komen. En dat is dan toch een licht puntje in de emigratie die door velen slechts wordt gezien als een noodzakelijk kwaad. Dy’t der sa oer tinkt, kin men net birikke mei arguminten oer de needlottige ge- folgen fan dy kearnenpolityk. Dat feije hja sa mar under de tafel. Dat binne ge- foeisarguminten, dat is sentimenteel, dat is ündeskundich, dat is lekepraet, skoal- mastersgepraet, ge-eamel fan ünprak- tyske, wraldfrjemde lju. Wy steane nou ien kear, sizze hja, foar de taek yn grea- te dielen fan üs lan, hwer’t net genpch wurkgelegenheit is, de yndustrialisaesje to forgreatsjen. Wolnou, dit is de ien- nige wei, ek al sjogge jimme dat net. Rin üs.nou net langer om ’e fuotten, mar wêz bliid, dat der nou hwat bart. Men kin fan tinken wol ha, dat har wichtichste argumint, dus dat fan de ag- glomerearjende wurking fan de yndustry, wol hwat wierheit bifettet. Grif, dat bi- stiet! Fabriken kinne oare fabriken oan- lüke. Dat sjocht men by bipaelde yndu- stryen hjir en yn it bütenlan, binammen by de saneamde basis-yndustryen. De swiere yndustry lukt ek lichtere oan, dy’t dan de primaire produkten fan de swiere yndustry fuort by har, bruke en fierder forwurkje kinne. Underskate deskundigen sille harren graech fêstigje ticht by sokke plakken en sa üntstiet in bipaelde agglomereasje. In foarbyld hjirfan binne de „Hoogovens” de sodafabriken yn Delfsyl en meat oaren. Mar neist dizze bidriuwen bin ne der hiel hwat oaren, hwert’t dizze stelling net foar opgiet. As men sjocht hwat der foar Phi lips dien is en dien wurde sil, dan docht bliken, dat dizze bilangrike yndustry krekt de oare kant ut giet. Yn hast alle provinsjes binne nou ünderdielen fan de Philips-fabriken stifte. Hjir sjocht men Een beeld van het bezoek van Z.K.H. Prins Bernhard aan Peru: de Prins in -gesprek met de Peruaanse Minister van Buitenlandse zaken, Dr. Raul Porras Barrenechea en de echtgenote van de President van de Republiek, mevrouw Clorinda Malage de Prado, tijdens een ontvangst in Lima. krekt it omkearde. Neist Drachten en Stadskanaal, neist Zwolle en Roermond en hiel hwat oaren, bigjinne hja mei in fêstiging yn Koudum. O, ik wit wol, dat is tonearsten gjin greate fabryk, mar yn Stadskanaal binne hja fjouwer en in heal jier lyn, mei fiif famkes ütein setten en nou wurkje der al mear as tüzen man. Seis de Minister sil wol oannimme wolle, dat dizze Philipslju wol witte, hwat hja dogge. Dizze mannen witte, dat de foar- dielen fan de agglomeraesje ek hiel hwat neidielen sjen litte en dat it probleem fan sintralisaesje en desintralisaesje foar eltse yndustry wer oars leit. Wol men dêrfan in nij biwiis. Tilburg is dè yn- dustrystêd fan Braban. Mear as in kwart fan de hiele Brabanse yndustry sit yn Tilburg. Mar de boargemaster forklearre seis op de iepeningsdei fan de greate ten- toanstelling yn Tilburg, dat de léste tsien jier it tal wurknimmers net mear groeid wie, ja, dat de léste twa jier dit tal min der wurden wie. Hy sei dêrby, dat krekt yn dy jierren yn oare plakken fan Bra ban 22.000 nije plakken yn de yndu- striële sektor biset wiene, omt hja der minder biswieren en mear foardielen founen as yn Tilburg. Hy bipleite fierder greate subsydzjes oan Tilburg om tunnels, oerwegen, nije we gen, rounwegen en al sa üt to fieren, dan soe it wol wer better gean. De saek leit dus sa: Foar bipaelde, swie re, yndustryen giet it forhael fan de Mi nister wol op, foar oaren net en alles mar ta in bipaelde hichte, hwant dan wurde de biswieren fan de agglomeraesje grea ter dan de foardielen. En as wy nou nei Fryslan sjogge en wy witte, dat hjir gjin iisder en gjin oalje is, dan leit it foar de han dat hjir praktysk allinnich kans is foar middelgreate en lytse yndustryen. En dat hjir de theory en de praktyk gjin inkelde oanwizing jowe foar hokfoar dogmatysk systeem. Om dizze reden sil elts, dy’t de harmo- nyske ütgroei fan hiel Fryslan oan it hert leit, meihelpe moatte om dit fatale sy steem to bistriden. In systeem, hwat eko- nomysk in great fraechteken is, mar so- siologysk, kultureel, moreel en geastlik- hygiënysk, libbensgreate biswieren hat. Biswieren sa great en sa djip, dat it plicht is om jin mei alle earlike middels dêrtsjin to forsetten. Hwant Fryslan moat wol ta nije bloei komme, mar mei net forskuord en forknoeid wurde. herfstslachten. Gebr. van gers Parrega-Schettens. Mussolini heeft op verzoek van de ouders een nieuwe jeugdbeweging ingesteld, nl. die van de 6-8 jarigen, die „zonen der wolvin’’ zullen worden ge noemd. De knaapjes krijgen zwarte hem den waarop in bronsgeel de wolvin van Rome is geborduurd. De opleiding om vat o.a. „enige theoretische opleiding in zake het omgaan met vuurwapenen. De praktische geweeroefeningen vangen aan op 8-jarige leeftijd. Ds. C. A. Paap deed na daartoe bevestigd te zijn door ds. J. Vink, zijn intrede als predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te Bolsward. In zijn persoonlijke toe spraak begon ds. Paap met een woord van eerbiedige hulde aan de grote strij der voor het vrijzinnige ideaal, wijlen ds. Niemeijer. De 4 nieuwe boeken van de Nobelreeks zijn: Het Heerlijke ambacht, de Stroo- schippers, Bartje en Bandjir. Aan al de gegadigden voor de gratis dis ponibel gestelde woning achter de grote kerk te Bolsward wordt medegedeeld, dat deze is toegewezen aan wed. Th. Adema te Bolsward. Te koop afbraak der Ned. Herv. Pastorie te Bolsward. L. Hollander, Hendrik Nan- nesstraat, Bolsward. sille dér al mear omhinne komme. Yn dustry lukt yndustry oan. Mei in frjemd wurd hjit dat: de agglomerearjende wur king fan yndustriële konsintraesje. Hjir is winlik it hiele systeem op boud. En as dat sa wêze soe, kin men mei sok in wapen hiel hwat birikke. It twadde argumint om de kearnen to foarmjenj is hjir in logysk gefolch fan. Soe men gjin kearnen oanwize, mar rounom, hwert nije fabriken komme, de helpende han biede, dan soene dy fa briken dochs net ta bloei komme, om’t hja tofolle en to fier bymekoar wei lizze en wie dus alle wurk en jild om 'e nocht. Honderden predikanten en zijn mede-geëmigreerd. Zij i ”j' K--J J“ landen onder de eigen bevolking emigranten. Onze emigratie ook voor onze streek door' de zozeer betreurde ontvolking noodzakelijk heeft een onbegrensde uit zaai- van ons geestesmerk en van onze volkscultuur mogelijk gemaakt in landen, wier inwoners twintig jaar geleden Ne derland, op zijn best, slechts bij name kenden. Hierdoor verkrijgt ons land een nieuwe positie. Eén procent van de bevolking van die landen is thans van naoorlogse Neder landse afkomst. Dit geeft ons volk een kans, die vrijwel een verplichting in houdt. Australiërs, Canadezen, Nieuw- zeelanders, Zuid Afrikanen en de andere ontvangende volken ontmoeten onze mensen dagelijks in hun straten, kerken, fabrieken en verenigingsgebouwen. Zij komen in aanraking met onze levensge woonten en opvattingen. Er wordt gege ven en ontvangen. Zo groeien onze emigranten met de hun omringende bevolking tot nieuwe naties, waarin het Nederlandse element een eigen schakering vormt. Door zijn migratie is ons volk, interna tionaal, tot een geestelijke en culturele krachtbron geworden, die gevoed wordt door gewone mensen van alle dagen. Niemand minder dan Prins Bernhard heeft eens uiteengezet wat de betekenis voor het Moederland kan zijn van de Nederlandse emigranten. Met enkele treffende voorbeelden werd hierbij aan gegeven hoezeer de economische belan gen van ons land door de emigranten in verre landen kunnen worden gediend. Ook werd gewezen op de algemene „goodwill”, welke de emigranten in het buitenland ten gunste van ons land kun nen kweken. Met dit laatste wordt geraakt aan de zo juist geschetste invloed van de Neder landse cultuur in het buitenland door het optreden aldaar van onze emigranten, de versteviging van de culturele betrek kingen met vreemde landen ten gerneen- schappelijken bate, elkander dienend en daarin zichzelf verrijkend. Eenvoudig ligt de zaak niet, aldus Mr. J. Donner, president der Hoge Raad in ge noemd blad. De emigrant legt geluk kig bij zijn komst in het nieuwe land zijn Nederlanderschap niet af; integen deel, geplaatst in een geheel nieuw mi lieu met andere zeden en gewoonten, met andere maatschappelijke, culturele en kerkelijke instellingen, wordt hij zich het eigene te meer bewust. Begrijpelijk is dan ook, dat de neiging zal zijn de ban den juist onder elkander aan te halen. Vooral de taalbarrière zal dit bevorde ren deze belemmert immers de contacten met de bewoners van het nieuwe land. Moet men zo niet vrezen, dat aldus wordt gemist wat toch het doel moet zijn: intrede in het nieuwe land als een volwaardige medeburger om het hem al dus tot een tweede vaderland te doen zijn? Zo moet het inderdaad worden. Maar daarom moet de emigrant maar niet klakkeloos aanstonds het „patroon” van het nieuwe land aannemen. Daar voor wordt trouwens de gemiddelde Ne derlander door zijn kritische instelling tegenover alles wat „vreemd” is behoed. Hij moet zichzelf zijn. Integratie betekent immers niet, dat men restloos opgaat in de nieuwe maatschap pij, maar dat men het eigene inbrengt om aldus het nieuwe vaderland met iets te dienen, wat tot verrijking kan strek ken. Al te veel is in dit opzicht echter bedor ven doordat men de nieuwe samenleving trachtte bij te brengen, hoe wij het toch eigenlijk veel beter weten en doen. Maar indien men het eigene in het kader van de nieuwe omgeving cultiveert en uit draagt, niet uit zelfverheffing, maar om de nieuwe mede-burgers iets te geven, dan vindt dat waardering en kan het tot een verreiking leiden. Amerika, een van onze oudste emigratie- landen, is daarvan een voorbeeld; de Nederlanders zijn ten volle in de sa menleving ingegroeid, maar met eigen stempel, dat ook voor de Amerikaanse samenleving in haar geheel van waarde is gebleken. In Zuid-Afrika ligt de zaak tal fabriken yn de kearnen komme, dan geestelijken werken in hét kerkelijk verband der ontvangende - en de achter de hand te houden. Soms is er een vergissing vering begaan en peerden toch r gerekend hebben vrienden mee, die toch ook een goede plaats dienen te hebben. En tenslotte is het altijd wenselijk, dat ’n laatkomer nog snel naar een plaats kan worden geloodst, vooral wanneer men in het donk< onderscheiden. De eregasten late men geen gebruik ma ken van gewone garderobe, maar men zorgt dat hun jassen, mantels enz. apart worden gelegd en na afloop direct be reikbaar zijn, zodat deze gasten niet be hoeven te wachten. Bijzonder moet men oppassen bij ’t wel- kom-heten van gasten. Gaat men namen noemen, dan mag men ook niemand vergeten. Spreekt men een algemeen woord van welkom, dan mag wél een uitzondering gemaakt worden voor bepaalde autoriteiten, b.v. de burge meester, de erevoorzitter, de geestelijk adviseur. De pers heet men nooit speciaal welkom en men vraagt haar ook niet: vooral een goed verslag te maken. Dat het van heel slechte manieren getuigt zo’n gelegen heid aan te grijpen om b.v. vorige ver slagen te becritiseren zou een overbodige constatering zijn, wanneer het niet nog zo vaak gebeurde! Het is niet slechts onhoffelijk, maar men gooit zijn eigen ruiten in. Wanneer wij aan de pauze toe zijn is onze eerste zorg voor de mensen, die ge werkt hebben: spelers, speelsters, muziek enz. Die moeten niet op de koffie behoeven te wachten tot de obers allen bediend hebben en dan nog met een (lauw) bak je komen aandragen. Eén van de bestuurs- of commissieleden moet hierop speciaal het oog houden, zo als hij ook van tevoren geconstateerd heeft, of de kleedkamer behoorlijk ver warmd is. Wanneer wij na afloop bloemen aan bieden aan de dames, geven wij die niet met het papier er nog om. Dat is geen gezicht. Ze nemen ze straks wel mee naar huis, maar dan kunnen wij beter het papier er in de kleedkamer af doen, waar ze het dan straks kunnen vinden om er haar bloemen weer in te wikke len. Wij laten na de pauze niet opnieuw be ginnen wanneer er nog obers in de zaal rondlopen, hetzij om te bedienen of om op te halen. Dat is buitengewoon storend voor laatkomer nog snel :er geen rij nummers meer kan

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1959 | | pagina 1