fgl
EMIGRATIE ALLEEN EEN
NOODZAKELIJK KWAAD?
WIJ VIEREN FEEST!
Qabe Sk
us hjoed p p
to sizzen
roar
Fan de Martinytoer
Of
■F
..KLKIXIGI0KREV*
RES met 1-0 door GAVC geklopt
Verdienstelijk 1-1 gelijk spel van CAR
in Gorredijk
Be waarde van een verantwoorde integratie
Zilveren filmpjes
le week november 1934.
Tj. de J.
55e JAARGANG
DINSDAG 3 NOVEMBER 1959
No. 84
Hwat hat
De deugd komt nei it jild.
Wij zorgen
daarvoor groot.
Kleinigheden
de bevolking
Scriba.
O®
de op-
:fc
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13
Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K5157)
de heiligman
„Emigratie”.
0-1
vlotte aanval
W
1-0
gestaakt bij 2-3
4-1
3-1
3-1
0-2
1-0
I 1
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
van de „dutchies”. In Canada rijdt
we aan het tijdschrift
RES - G.A.V.C.
De thuisclub start met een
over rechts, waarbij Mulder met een hakbal
twee tegenstanders in de iuren legt, waar-
Bolswanis Nieuwsblad
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
het kampioenschap uit de bus zal komen.
D.T.D. en Freno schoten er lustig op los,
de thuisclub wist de Franeker doelman 6
maal te passeren, maar daar de bezoekers
daar vlot 7 goals tegenover plaatsten, moest
D.T.D. toch nog het loodje leggen.
CAB leverde in Gorredijk een goede pres
tatie door tegen de leiders gelijk te spelen,
waardoor rood-wit haar kans in eigen hand
heeft gehouden.
Tynje zakte iets af, daarvoor zorgde BI.
Boys dat de bezoekers met een 3-1 neder
laag naar huis terugzond.
Bergum begint zich na een slechte start ook
te roeren, de Bergumers klopten thuis Ol-
deboorn met 2-0 en klom daardoor op naar
de 3e plaats.
De Sweach werkte zich ook een plaats om
hoog door een 4-0 zege op het bezoekende
Warga.
Verdere uitslagen zijn:
RES 3 Gorredijk 2
CAB 2 Leeuwarden 5
L.S.C. 2B - RES 2B
Kooi 3 - CAB 3
Friso IA - CAB IA
CAB IB - W.Z.S. 1B
Sneek 3B - RES 2B
tredenden en het geeft geheel een rom
melig karakter.
Is er een arts in de zaal, dan geven wij
die een plaats vanwaar hij makkelijk
weg kan komen en waar hij snel te be
reiken is. Mocht hij weggeroepen wor
den, dan is tenminste niet de hele zaal
in opschudding, en de aandacht weg.
En ook als er iemand onwel zou wor
den, is zo’n maatregel bijzonder gemak
kelijk.
Tenslotte nog dit:
Rommeligheid en herrie achterin de zaal
worden meestal veroorzaakt doordat men
daar niet voldoende kan horen of zien,
de belangstelling verliest of gaat staan.
Vooral in de z.g. „pijpenla”, een geluk
kig uitstervend zaaltype, is het gevaar
daarvoor groot.
Kleinigheden maar ze kunnen be
palend zijn voor het succes van de avond
en voor de indruk, die de vereniging
maakt.
Kleinigheden kunnen de stemming be
derven, ook al loopt verder alles goed.
En het is zo jammer als veel moeite en
inspanning door zulke kleinigheden niet
tot haar recht komen.
Ons feest is van belang. Maar hoe er la
ter over dat feest wordt gepraat is min
stens zo belangrijk!
Zonder een goede organisatie geen goed
feest. En alleen een goed feest is waar
lijk één féést.
Op een feestavond wijzen wij bepaalde
(bestuurs- of commissie-) leden aan, die
een oogje houden op de plaatsen.
Maar de eregasten, met gereserveerde
plaatsen, worden bij voorkeur ontvangen
door de voorzitter.
Die moet dan geen andere dingen aan
zijn hoofd hebben, daar heeft hij zijn
mensen voor; die heeft alleen een repre
sentatieve taak.
Wij zetten bij een muziekuitvoering on
ze gasten nooit op de eerste rij, dat is
voor hen geen onverdeeld genoegen.
ONTVANGST IN LIMA
IIWEROM WOL MEN DY WEI OP?
Hoe frjemd en forkeard it de minsken
hjirre ek yn de earen klinkt, der moatte
dochs wol motiven wêze foar de regea-
ring om mei har kearnensysteem to bi-
gjinnen en fuort to farren. Dy lju sjogge
it doch grif oars, oars soene hja dat sy
steem net keazen ha.
Dat is ek sa. De Minister fan Ekonomys-
ke saken hat it yn syn Memory fan Ta-
Ijochting by de bigreating, dy’t nei’t wy
hearden dizze wike al yn de Keamer
komt, jitteris sein, dat dizze methoade
keazen is om de lju hjirre yn de pro-
bleemgebieten to halden. Hja hawwe dus
wol in goede bidoeling. En jitteris hat
de Minister sein, dat hja oan it tal kear-
nen en sub-kearnen neat foroarje wolle.
Neffens har ynsjoch binne der al fierst
tofolle en as der jit mear by kamen, soe
it jild, dat de regearing hjirfoar biskik-
ber hat, to folie forsplintere wurde. Sa
stiet ’t der nou ek wer, krekt mei de-
selde wurden, dy’t Minister de Quay by
syn bisiik ek brükte en sa as forline jier
yn de stikken ek stie.
Wy witte dus twa arguminten. It wich-
tichste is ditte: Wol men de yndustry yn
in streek ta üntwikkeling bringe, dan
moat men dêrom tinke, dat hja bymekoar
komt, hwant it is mei fabriken sa, dat
de iene de oare oanlükt. Wy moatte, sa
seit de Minister soargje, dat der in fiks
De naoorlogse emigratie van ruim 300.000 Nederlanders naar over
zeese immigratielanden heeft tot sommige verrassende gevolgen
geleid, welke niemand kon voorzien. Een voorbeeld: Aan de univer-
siteit van Melbourne studeren op het ogenblik tachtig Australische
studenten Nederlandse taal en letterkunde. Op de middelbare scholen
in de staat Victoria is onze taal eindexamenvak. Een ander voorbeeld:
In alle belangrijke (en dikwijls ook vele onbelangrijke) plaatsen van
Nieuw Zeeland doet Sint Nicolaas op 5 december a.s. publiekellijk
zijn intocht. Op Australische scholen worden daags tevoren onze Sint
Nicolaasversjes, in het Engels vertaald, gezongen om de jeugd voor
te bereiden op het komende feest
per slede, aldus ontlenen
Kleinigheden kunnen de feestvreugde verhogen, maar ook bederven.
Wanneer wij op die kleinigheden bedacht zijn, hebben wij er geen
hinder van en is de indruk bij allen gunstig. Wanneer wij ze vergeten,
kunnen kleine oorzaken soms grote gevolgen hebben.
Wij zorgen er voor, dat zij in de pauze
rustig een kopje koffie kunnen drinken,
en reserveren zo mogelijk daarvoor een
tafel in de restauratie.
Wij kunnen ook in een apart zaaltje gaan
zitten, maar dat geeft „schele ogen”, dus
dat doen wij liever niet.
Hen, die spreken moeten, en dus hun
plaats voor kortere of langere tijd moe
ten verlaten, zet men bij voorkeur op een
boekplaats, opdat ze niet een hele rij an
dere bezoekers met: „Mag ’k effe” las
tig behoeven te vallen.
Het verdient altijd aanbeveling, niet alle
plaatsen uit te geven maar een rij (of 2)
.rgissing met de reser-
dan moeten de gedu
peerden toch een (goede) plaats krijgen.
Soms komen er gasten, waarop wij niet
i en die wij toch graag
ontvangen, of ze brengen familie of
weer anders: daar treft men een aanver
wante bevolking. Maar daar heeft juist
door de verwantschap de integratie haar
eigen moeilijkheden, omdat de kritische
zin zich meestal ten aanzien van wat
het dichst bij het eigene ligt het sterkst
doet gelden.
Het gaat er om het juiste evenwicht te
vinden tussen behoud en aankweking
van het eigene én ingroei in het nieuwe.
Dat is van bovenaf niet op te leggen.
Vooral niet, wanneer het het geestelijke
betreft, waarvan de waarde van het eige
ne zó intens kan worden beleefd, dat
men verzaking daarvan als verraad aan
eigen wezen zou gevoelen. Met name in
het kerkelijke kan dit tot een optreden
leiden, dat maar weinig waardering kan
vinden.
Doch in dit opzicht te willen forceren, is
in strijd met de geestelijke vrijheid, wel
ke de Nederlander in het bijzonder zo
dierbaar is. En misschien dat in het ont
vangende land het niet aanstonds begre-
pene op den duur toch toespreekt, wan
neer men daarachter kan speuren niet
zekere onwil tot aanpassing, maar een
volstrekte overtuiging, welke niet anders
kan. En dat kan dan wellicht nog be
vruchtend werken op eigen kijk en aan
vat.
Emigratie met integratie is echter aller
eerst voor de emigranten zelve van be
lang. Steun van Nederlandse zijde óók
daarin dat zij worden voorzien van dat
gene wat hen in hun streven behoud van
het eigene van dienst kan zijn (Neder
landse i.c. lectuur b.v.) is een nationale
taak. Maar al evenzeer is het, ook voor
ons zelf, van betekenis, dat de emigran
ten hun eigen bijdrage leveren aan
het culturele en geestelijke leven van het
ontvangende land, zodat het Nederlandse
„merk” tot in verre landen zich kan
doen gelden. Dat kan dan tot nauwere
In de 3e klasse K.N.V.B. heeft Nicator
haar leidersplaats weten te behouden, de
Leeuwarders klopten W.Z.S. in Sneek
royaal met 3-0 en bleven daardoor de enig
ste ongeslagen club in haar afdeling. De
Kooi bleef de leiders uitstekend volgen, de
Jousters klopten thuis M.K.V. met dezelfde
cijfers, waardoor deze 2 clubs flinke af
stand namen van de concurrenten, want de
3e gegadigde, Friesland, moest tegen de
verwachting in, met 2-1 de meerdere er
kennen van Stanfries, waardoor de voor
sprong van Nicator en de Kooi tot respec
tievelijk 5 en 4 punten uitgroeide.
Voor RES was het geen beste dag, de
blauwwitten verloren op eigen veld met 1-0
van G.A.V.C., en daar de andere concur
renten allen tot winst kwamen, duikelden
de RES-ers maar even 4 plaatsen naar be
neden, waardoor ze thans met M.K.V. en
Steenwij k de staartgroep vormen.
Oosterwolde kwam deze zondag bijzonder
goed voor de dag. Dit ondervond het op
eigen terrein spelende D.O.G., dat de be
zoekers met een 3-1 zege naar huis liet
gaan.
Emmeloord wist zich ook enigszins uit de
gevaarlijke zóne te werken, de polderbewo-
ners klopten nl. rode lantaarndrager Steen-
wijk met 2-1.
In de 4e klasse begint de spanning er aar
dig in te komen. Na 7 wedstrijden zijn er
niet minder dan 5 kandidaten voor de ere
titel, want nr 5 heeft slechts 2 punten min
der dan de lijstaanvoerder, zodat met geen
mogelijkheid is te zeggen wie dit jaar met
H. Postma te Kimswerd rooide een voe
derbiet, die het enorme gewicht had van
20 pond.
Wij houden ons aanbevolen voor het
der Meer, sla-
relaties van Nederland met die landen
leiden, zó dat Nederland met kennisne
ming van de cultuur in die landen zijn
winst kan doen en anderzijds Nederland
openstelt om die andere landen recht
streeks met onze cultuur in aanraking te
brengen.
In dit opzicht zijn de Culturele Akkoor
den, welke Nederland in de latere jaren
met verschillende landen heeft gesloten,
van belang. Tot dusverre heeft het hier
vooral de betrekkingen met de naast-ge-
legen landen gegolden. Maar ook met
Zuid-Afrika bestaat zulk een Akkoord.
Uitbreiding van deze politiek ook tot de
jongere emigratie-landen verdient zeker
aanbeveling.
Zulk een band tussen de landen kan niet
anders dan ook onze emigranten in het
leven in hun nieuwe vaderland ten goede
komen. En dat is dan toch een licht
puntje in de emigratie die door velen
slechts wordt gezien als een noodzakelijk
kwaad.
Dy’t der sa oer tinkt, kin men net birikke
mei arguminten oer de needlottige ge-
folgen fan dy kearnenpolityk. Dat feije
hja sa mar under de tafel. Dat binne ge-
foeisarguminten, dat is sentimenteel, dat
is ündeskundich, dat is lekepraet, skoal-
mastersgepraet, ge-eamel fan ünprak-
tyske, wraldfrjemde lju. Wy steane nou
ien kear, sizze hja, foar de taek yn grea-
te dielen fan üs lan, hwer’t net genpch
wurkgelegenheit is, de yndustrialisaesje
to forgreatsjen. Wolnou, dit is de ien-
nige wei, ek al sjogge jimme dat net.
Rin üs.nou net langer om ’e fuotten, mar
wêz bliid, dat der nou hwat bart.
Men kin fan tinken wol ha, dat har
wichtichste argumint, dus dat fan de ag-
glomerearjende wurking fan de yndustry,
wol hwat wierheit bifettet. Grif, dat bi-
stiet! Fabriken kinne oare fabriken oan-
lüke. Dat sjocht men by bipaelde yndu-
stryen hjir en yn it bütenlan, binammen
by de saneamde basis-yndustryen. De
swiere yndustry lukt ek lichtere oan, dy’t
dan de primaire produkten fan de swiere
yndustry fuort by har, bruke en fierder
forwurkje kinne.
Underskate deskundigen sille harren
graech fêstigje ticht by sokke plakken en
sa üntstiet in bipaelde agglomereasje. In
foarbyld hjirfan binne de „Hoogovens”
de sodafabriken yn Delfsyl en meat
oaren. Mar neist dizze bidriuwen bin
ne der hiel hwat oaren, hwert’t dizze
stelling net foar opgiet.
As men sjocht hwat der foar Phi
lips dien is en dien wurde sil, dan docht
bliken, dat dizze bilangrike yndustry
krekt de oare kant ut giet. Yn hast alle
provinsjes binne nou ünderdielen fan de
Philips-fabriken stifte. Hjir sjocht men
Een beeld van het bezoek van Z.K.H. Prins Bernhard aan Peru: de Prins
in -gesprek met de Peruaanse Minister van Buitenlandse zaken, Dr. Raul
Porras Barrenechea en de echtgenote van de President van de Republiek,
mevrouw Clorinda Malage de Prado, tijdens een ontvangst in Lima.
krekt it omkearde. Neist Drachten en
Stadskanaal, neist Zwolle en Roermond
en hiel hwat oaren, bigjinne hja mei in
fêstiging yn Koudum. O, ik wit wol,
dat is tonearsten gjin greate fabryk, mar
yn Stadskanaal binne hja fjouwer en in
heal jier lyn, mei fiif famkes ütein setten
en nou wurkje der al mear as tüzen man.
Seis de Minister sil wol oannimme wolle,
dat dizze Philipslju wol witte, hwat hja
dogge. Dizze mannen witte, dat de foar-
dielen fan de agglomeraesje ek hiel hwat
neidielen sjen litte en dat it probleem
fan sintralisaesje en desintralisaesje foar
eltse yndustry wer oars leit. Wol men
dêrfan in nij biwiis. Tilburg is dè yn-
dustrystêd fan Braban. Mear as in kwart
fan de hiele Brabanse yndustry sit yn
Tilburg. Mar de boargemaster forklearre
seis op de iepeningsdei fan de greate ten-
toanstelling yn Tilburg, dat de léste tsien
jier it tal wurknimmers net mear groeid
wie, ja, dat de léste twa jier dit tal min
der wurden wie. Hy sei dêrby, dat krekt
yn dy jierren yn oare plakken fan Bra
ban 22.000 nije plakken yn de yndu-
striële sektor biset wiene, omt hja der
minder biswieren en mear foardielen
founen as yn Tilburg.
Hy bipleite fierder greate subsydzjes oan
Tilburg om tunnels, oerwegen, nije we
gen, rounwegen en al sa üt to fieren,
dan soe it wol wer better gean.
De saek leit dus sa: Foar bipaelde, swie
re, yndustryen giet it forhael fan de Mi
nister wol op, foar oaren net en alles mar
ta in bipaelde hichte, hwant dan wurde
de biswieren fan de agglomeraesje grea
ter dan de foardielen. En as wy nou nei
Fryslan sjogge en wy witte, dat hjir gjin
iisder en gjin oalje is, dan leit it foar de
han dat hjir praktysk allinnich kans is
foar middelgreate en lytse yndustryen.
En dat hjir de theory en de praktyk gjin
inkelde oanwizing jowe foar hokfoar
dogmatysk systeem.
Om dizze reden sil elts, dy’t de harmo-
nyske ütgroei fan hiel Fryslan oan it hert
leit, meihelpe moatte om dit fatale sy
steem to bistriden. In systeem, hwat eko-
nomysk in great fraechteken is, mar so-
siologysk, kultureel, moreel en geastlik-
hygiënysk, libbensgreate biswieren hat.
Biswieren sa great en sa djip, dat it
plicht is om jin mei alle earlike middels
dêrtsjin to forsetten. Hwant Fryslan
moat wol ta nije bloei komme, mar mei
net forskuord en forknoeid wurde.
herfstslachten. Gebr. van
gers Parrega-Schettens.
Mussolini heeft op verzoek van de
ouders een nieuwe jeugdbeweging
ingesteld, nl. die van de 6-8 jarigen, die
„zonen der wolvin’’ zullen worden ge
noemd. De knaapjes krijgen zwarte hem
den waarop in bronsgeel de wolvin van
Rome is geborduurd. De opleiding om
vat o.a. „enige theoretische opleiding in
zake het omgaan met vuurwapenen. De
praktische geweeroefeningen vangen aan
op 8-jarige leeftijd.
Ds. C. A. Paap deed na daartoe bevestigd
te zijn door ds. J. Vink, zijn intrede als
predikant bij de Ned. Herv. Gemeente
te Bolsward. In zijn persoonlijke toe
spraak begon ds. Paap met een woord
van eerbiedige hulde aan de grote strij
der voor het vrijzinnige ideaal, wijlen
ds. Niemeijer.
De 4 nieuwe boeken van de Nobelreeks
zijn: Het Heerlijke ambacht, de Stroo-
schippers, Bartje en Bandjir.
Aan al de gegadigden voor de gratis dis
ponibel gestelde woning achter de grote
kerk te Bolsward wordt medegedeeld,
dat deze is toegewezen aan wed. Th.
Adema te Bolsward.
Te koop afbraak der Ned. Herv. Pastorie
te Bolsward. L. Hollander, Hendrik Nan-
nesstraat, Bolsward.
sille dér al mear omhinne komme. Yn
dustry lukt yndustry oan. Mei in frjemd
wurd hjit dat: de agglomerearjende wur
king fan yndustriële konsintraesje. Hjir
is winlik it hiele systeem op boud. En
as dat sa wêze soe, kin men mei sok in
wapen hiel hwat birikke.
It twadde argumint om de kearnen to
foarmjenj is hjir in logysk gefolch fan.
Soe men gjin kearnen oanwize, mar
rounom, hwert nije fabriken komme, de
helpende han biede, dan soene dy fa
briken dochs net ta bloei komme, om’t
hja tofolle en to fier bymekoar wei lizze
en wie dus alle wurk en jild om 'e
nocht.
Honderden predikanten en
zijn mede-geëmigreerd. Zij
i ”j' K--J J“
landen onder de eigen bevolking
emigranten.
Onze emigratie ook voor onze streek
door' de zozeer betreurde ontvolking
noodzakelijk heeft een onbegrensde uit
zaai- van ons geestesmerk en van onze
volkscultuur mogelijk gemaakt in landen,
wier inwoners twintig jaar geleden Ne
derland, op zijn best, slechts bij name
kenden. Hierdoor verkrijgt ons land een
nieuwe positie.
Eén procent van de bevolking van die
landen is thans van naoorlogse Neder
landse afkomst. Dit geeft ons volk een
kans, die vrijwel een verplichting in
houdt. Australiërs, Canadezen, Nieuw-
zeelanders, Zuid Afrikanen en de andere
ontvangende volken ontmoeten onze
mensen dagelijks in hun straten, kerken,
fabrieken en verenigingsgebouwen. Zij
komen in aanraking met onze levensge
woonten en opvattingen. Er wordt gege
ven en ontvangen.
Zo groeien onze emigranten met de hun
omringende bevolking tot nieuwe naties,
waarin het Nederlandse element een
eigen schakering vormt.
Door zijn migratie is ons volk, interna
tionaal, tot een geestelijke en culturele
krachtbron geworden, die gevoed wordt
door gewone mensen van alle dagen.
Niemand minder dan Prins Bernhard
heeft eens uiteengezet wat de betekenis
voor het Moederland kan zijn van de
Nederlandse emigranten. Met enkele
treffende voorbeelden werd hierbij aan
gegeven hoezeer de economische belan
gen van ons land door de emigranten
in verre landen kunnen worden gediend.
Ook werd gewezen op de algemene
„goodwill”, welke de emigranten in het
buitenland ten gunste van ons land kun
nen kweken.
Met dit laatste wordt geraakt aan de
zo juist geschetste invloed van de Neder
landse cultuur in het buitenland door
het optreden aldaar van onze emigranten,
de versteviging van de culturele betrek
kingen met vreemde landen ten gerneen-
schappelijken bate, elkander dienend en
daarin zichzelf verrijkend.
Eenvoudig ligt de zaak niet, aldus Mr. J.
Donner, president der Hoge Raad in ge
noemd blad. De emigrant legt geluk
kig bij zijn komst in het nieuwe land
zijn Nederlanderschap niet af; integen
deel, geplaatst in een geheel nieuw mi
lieu met andere zeden en gewoonten,
met andere maatschappelijke, culturele en
kerkelijke instellingen, wordt hij zich het
eigene te meer bewust. Begrijpelijk is
dan ook, dat de neiging zal zijn de ban
den juist onder elkander aan te halen.
Vooral de taalbarrière zal dit bevorde
ren deze belemmert immers de contacten
met de bewoners van het nieuwe land.
Moet men zo niet vrezen, dat aldus
wordt gemist wat toch het doel moet
zijn: intrede in het nieuwe land als een
volwaardige medeburger om het hem al
dus tot een tweede vaderland te doen
zijn? Zo moet het inderdaad worden.
Maar daarom moet de emigrant maar
niet klakkeloos aanstonds het „patroon”
van het nieuwe land aannemen. Daar
voor wordt trouwens de gemiddelde Ne
derlander door zijn kritische instelling
tegenover alles wat „vreemd” is behoed.
Hij moet zichzelf zijn.
Integratie betekent immers niet, dat men
restloos opgaat in de nieuwe maatschap
pij, maar dat men het eigene inbrengt
om aldus het nieuwe vaderland met iets
te dienen, wat tot verrijking kan strek
ken.
Al te veel is in dit opzicht echter bedor
ven doordat men de nieuwe samenleving
trachtte bij te brengen, hoe wij het toch
eigenlijk veel beter weten en doen. Maar
indien men het eigene in het kader van
de nieuwe omgeving cultiveert en uit
draagt, niet uit zelfverheffing, maar om
de nieuwe mede-burgers iets te geven,
dan vindt dat waardering en kan het tot
een verreiking leiden.
Amerika, een van onze oudste emigratie-
landen, is daarvan een voorbeeld; de
Nederlanders zijn ten volle in de sa
menleving ingegroeid, maar met eigen
stempel, dat ook voor de Amerikaanse
samenleving in haar geheel van waarde
is gebleken. In Zuid-Afrika ligt de zaak tal fabriken yn de kearnen komme, dan
geestelijken
werken in
hét kerkelijk verband der ontvangende
- en de
achter de hand te houden.
Soms is er een vergissing
vering begaan en
peerden toch
r
gerekend hebben
vrienden mee, die toch ook een goede
plaats dienen te hebben.
En tenslotte is het altijd wenselijk, dat ’n
laatkomer nog snel naar een plaats kan
worden geloodst, vooral wanneer men in
het donk<
onderscheiden.
De eregasten late men geen gebruik ma
ken van gewone garderobe, maar men
zorgt dat hun jassen, mantels enz. apart
worden gelegd en na afloop direct be
reikbaar zijn, zodat deze gasten niet be
hoeven te wachten.
Bijzonder moet men oppassen bij ’t wel-
kom-heten van gasten.
Gaat men namen noemen, dan mag men
ook niemand vergeten. Spreekt men een
algemeen woord van welkom, dan mag
wél een uitzondering gemaakt worden
voor bepaalde autoriteiten, b.v. de burge
meester, de erevoorzitter, de geestelijk
adviseur.
De pers heet men nooit speciaal welkom
en men vraagt haar ook niet: vooral een
goed verslag te maken. Dat het van heel
slechte manieren getuigt zo’n gelegen
heid aan te grijpen om b.v. vorige ver
slagen te becritiseren zou een overbodige
constatering zijn, wanneer het niet nog
zo vaak gebeurde!
Het is niet slechts onhoffelijk, maar men
gooit zijn eigen ruiten in.
Wanneer wij aan de pauze toe zijn is
onze eerste zorg voor de mensen, die ge
werkt hebben: spelers, speelsters, muziek
enz.
Die moeten niet op de koffie behoeven
te wachten tot de obers allen bediend
hebben en dan nog met een (lauw) bak
je komen aandragen.
Eén van de bestuurs- of commissieleden
moet hierop speciaal het oog houden, zo
als hij ook van tevoren geconstateerd
heeft, of de kleedkamer behoorlijk ver
warmd is.
Wanneer wij na afloop bloemen aan
bieden aan de dames, geven wij die niet
met het papier er nog om. Dat is geen
gezicht. Ze nemen ze straks wel mee
naar huis, maar dan kunnen wij beter
het papier er in de kleedkamer af doen,
waar ze het dan straks kunnen vinden
om er haar bloemen weer in te wikke
len.
Wij laten na de pauze niet opnieuw be
ginnen wanneer er nog obers in de zaal
rondlopen, hetzij om te bedienen of om
op te halen.
Dat is buitengewoon storend voor
laatkomer nog snel
:er geen rij nummers meer kan