u
MINISTER DE POUS OVER REGIONAAL
INDUSTRIALISATIEBELEID
BOLSWARD HEEFT MECHANISCHE
BAANSCHOONMAKER
L
üs hjoed p p
to sizzen
WIJST LOONBIJSLAGEN AF
(II)
Ijsvereniging Bolsward weer eens eerste
Fan de Martinytoer
Tj. de J.
Zilveren filmpjes
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
M I
55e JAARGANG
DINSDAG 24 NOVEMBER 1959
No. 90
OVER GELUIDSBARRIÈRE GESPROKEN
van
Zaken,
de
De béste wize om eat to learen
is der les yn to jaen.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13
Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K 5157)
andere
westen
De ervaring' leert, dat de industrie in
toenemende mate de gebieden met vol
doende arbeidskrachten opzoekt, en dit
«al ongetwijfeld worden gestimuleerd de
verbetering van de verkeersvoorzienin-
gen en verdere infrastructuurmaatrege-
len ten behoeve van de betrokken gebie
den.
De decentralisatiebeweging is in Neder
land duidelijk op gang gekomen. Het
gaat er nu om hieraan verdere stimu
lansen te geven en de richting zodanig
te beïnvloeden, dat deze beweging in
sterke mate ten goede komt aan de pro
bleemgebieden, die hiervan nog niet vol
doende vruchten hebben kunnen pluk
ken. De eerste aanzet Van het nieuwe
B. en W. zullen ten stadhuize openbaar
verpachten: de opbrengst van ’t markt-
geld wegens het aanvoeren van vee op
de veemarkt, voor de tgd van één jaar.
Te koop: een bunzinghond bij J. W.
Bootsma, Parrega.
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
4de week november 1934
Het rijwielplaatje mag voortaan ook op
het spatbord bevestigd zijn.
Door de ontzaglijke overvloed van on
derwijskrachten is sluiting der kweek
scholen gebiedende eis.
dustrie, oneerlijke concurrentie, discri
minatie en verpaupering bevolking”.
Ik geef toe, dat dit zware en emotionele
zij voor de Regering aanleiding behoren
woorden zijn. Maar toch geloof ik, dat
te zijn tot het zich afvragen of de ge
nomen maatregelen inzake het industri
alisatiebeleid wel voldoende zijn om tot
een rechtvaardige oplossing van dit be
langrijke probleem te geraken. Immers
naast deze „kreet” uit Gorredijk staan
de rekesten en bezwaren van
plaatsen en streken buiten het
van het land.
De Minister van Economische
Minister de Pous: Wat het industriali
satiebeleid betreft, heeft deze keer het
regionale aspect zeer op de voorgrond
gestaan. Dit is ook niet verwonderlijk,
want het regionaal industrialisatiebe
leid is een nationale zaak.
De spreiding van de industrialisatie is
noodzakelijk, zowel voor de ontwikke
ling van de probleemgebieden als voor
de oplossing van de toenemende pro
blemen in het westen van het land. Het
verheugt mij, dat in zeer brede kring
voor dit beleid levendige belangstelling
bestaat en dat er van vele kanten sug
gesties komen, die er toe zouden kunnen
bijdragen om dit beleid te versterken.
Bedacht moet worden, dat men wel gun
stige voorwaarden kan scheppen voor
spreiding van de industrie, doch dat de
realisering van dit proces noodzakelij
kerwijs tijd vergt.
Ik moge voorop stellen, dat hetgeen op
het gebied van h&t regionaal industria
lisatiebeleid momenteel is uitgestippeld
en ten dele is vastgelegd in maatregelen
door mij bepaald niet wordt gezien als
een onveranderlijke zaak, die op basis
van de genomen beslissingen verder een
voudig kan worden’ afgewikkeld. Wij
zullen het effect van de maatregelen
nauwkeurig moeten volgen, niet alleen
wat betreft de realisering van de ge
stelde doeleinden, doch wat betreft de
eventuele repercussies van de maatre
gelen op ander terrein.
Door de adressen is de Kamer hierover
reeds uitvoerig ingelicht. Het is mij in
mijn nog korte ambtsperiode duidelijk
geworden, dat deze materie voorshands
grote aandacht zal blijven vragen, en ik
zal er die gaarne aan wijden. Ik meen
echter, dat het een redelijke vraag is,
de uitwerking van het ontworpen beleid
enige tijd aan te zien.
spreidingsbeleid stemt mij hoopvol. Ik
realiseer mij hierbij, dat de huidige
stroom van premieaanvragen voor ves
tiging en uitbreiding in de kernen ten
dele moet worden gezien als een samen-
I vallen van plannen, die reeds in porte
feuille waren en nu in een kort tijdsbe
stek ter tafel worden gebracht. Niette
min acht ik de omvang en aard van de
ingediende projecten dusdanig, dat ik
van eerste succes van dit beleid en
dat is momenteel dus nog in hoofdzaak
de premieregeling meen te mogen
spreken. De premie- en prijsreductie-
regeling blijkt duidelijk een aantrek
kingskracht te zijn. Ik meen ook te kun-
Aangelopen: koekalf bij L. Katstra,
Koudehuizen, Witmarsum.
nen zeggen, dat het niveau van de bij
dragen zodanig is, dat zij een substan
tiële factor vormen bij de keuze van
vestigingsplaats.
Er is in de Kamer van vele zijden ge
pleit voor een nieuwe vorm van finan
ciële steun bij de schepping van indus
triële werkgelegenheid voor de pro
bleemgebieden, n.l. voor een bijdrage in
de loonkosten. Ik meen, dat daarbij in
het algemeen wordt gedacht aan een
extra-tegemoetkoming, additioneel dus,
boven de reeds bestaande regeling. Naast
positieve aanbevelingen in deze rich
ting, heb ik ook een wat meer gereser
veerd standpunt waargenomen, n.l. bij
de heren Assmann en Kikkert, welke
laatste deze zaak uit doëlmatigheidsoog-
punt beoordeeld zou willen zien.
Bij deze laatste benaderingswijze kan
ik mij geheel aansluiten. Ik moge voor
op stellen, dat er geen fundamentele,
geen bezwaren van principiële aard be
staan tegen een dergelijke premiëring.
Ik zal echter deze zaak opnieuw in
ogenschouw nemen, wanneer het beleid
aan gewijzigde omstandigheden moet
worden aangepast. Men moet, gegeven
de beperktheid van de financiële mid
delen, eerst aanzien, hoe het thans ont
worpen stelsel werkt. Het gaat immers
voor wat eventuele loonbijdragen be
treft, niet om een bescheiden aanvulling
doch om een nieuwe substantiële steun.
Hoewel in de Kamer geen percentages
zijn genoemd, wordt in de betrokken
provincies gedacht aan een bijdrage van
10 pet. in de loonkosten gedurende vijf
jaar. Dit betekent per gesubsidieerde
arbeidsplaats rond f 2000,Het zou dus
in feite op een dubbele premiëring neer
komen.
Een bijdrage in de loonkosten heeft
meer dan het huidige systeem het ka-
De reis van Prinses Juliana met de Ba
tavier II naar Engeland was niet voor
spoedig. Door de dikke mist had de boot
verscheidene uren vertraging.
Intrede Ds. K. Wybenga te Winsum-
Baard.
De heer Lankhorst (P.S.P.): Ten aan
zien van de probleemgebieden tracht de
Regering op incidentele wijze een op
lossing te vinden. In belangrijke delen
van ons land heerst het onbehaaglijke
gevoel te behoren tot een door de cen
trale overheid vergeten groep.
In een telegram, dat de fracties vandaag
ontvingen van de Stichting Zuidoosthoek
Gorredijk wordt gesproken van „aanval
op bevochten welvaart van handel en in-
Bolswards Nieuwsblad
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
Wy krije nou yn dy swiere striid help
fan de oerheit. Hja sjocht yn, dat sokke
gebieten hwat stipe ha moatte om it tem
po fan de yndustry-alisaesje op to fieren.
Testpiloot Lin Hendrix bereikt met de nieuwe Thunderchief F-105, een
gevechtsbommenwerper voor de taktische luchtmacht, een snelheid van meer
dan 2000 km per uur. Op de begane grond geeft de vlieger echter de
voorkeur aan zijn T-Fordje, dat hem elke dag met een maximum snelheid
van 60 km per uur veilig op de plaats van bestemming brengt.
Foto: Na een jacht door de wolken is Lin Hendrix weer op de luchtbasis
Farmingdale (N.Y.) geland om zijn Ford je te kunnen bestijgen”.
De ijsver. „Bolsward” speurde al gerui
me tijd naar een goede mechanische
baanschoonmaker voor het komende
winterseizoen. Tot nu toe moest het be
stuur, al of niet bijgestaan door enige
vrijwilligers, steeds tweemaal per dag
achter de schuifborden, om de baan weer
klaar te maken voor de schaatsliefheb
bers. Het was soms al na middernacht
als de mannen naar huis konden gaan.
Ruim een week geleden viel hun oog op
een foto met onderschrift in enige pro
vinciale bladen, van een mechanische
baanschoonmaker, ontwerpen en ver
vaardigd door een Fries om utens, de
heer Wassenaar, afkomstig van De
Hommerts, reeds 31 jaar woonachtig in
Soest.
Maandag 16 november trok een delega
tie naar Soest, waar ze door de familie
Wassenaar hartelijk werden ontvangen.
Ondanks een 30-jarig verblijf in „Hol
land” wordt er in het gezin van Was
senaar nog steeds Fries gesproken.
Na een kopje thee met toebehoren ging
het naar de „showroom”, waar drie ma
chines stonden geëtaleerd. Het zijn mo
toren met zijspan, 300 cc B.S.A.. Op ’t
zijspan staat een 4 pk-motor gemon
teerd, die de achter het apparaat ge
plaatste roterende borstels aandrijft.
Aan de voorkant zit een stalen sneeuw
schuiver van 1.20 meter.
Nadat de ontwerper, Douwe Wassenaar,
de niet geringe mogelijkheden van het
apparaat had uiteengezet, waren de 4
bestuursleden al enthousiast.
Eén bezwaar bleef echter nog, n.l. dat
ze die capaciteiten niet konden toetsen
aan de praktijk op het ijs. Ook in dit
opzicht werden ze gerustgesteld.
De heer Wassenaar garandeerde voor
100 dat de baanschoonmaker de
kwaliteiten, die hij opsomde, inderdaad
bezit. Mocht hier in de praktijk iets aan
mankeren, zo neemt hij hem voor dezelf
de prijs terug, wel een bewijs, dat hij
zeker is van zijn schepping.
De volgende dag besloot het voltallige
bestuur meteen tot aanschaffing over te
gaan en zaterdag j.l. reeds kwam de heer
Wassenaar het apparaat af leveren bij
rijwielhandel Kroontje.
Hier kwam ook het bestuur van de IJs-
wegencentrale van Baarderadeel, met
de burgemeester aan het hoofd, pools
hoogte nemen. Ook deze heren waren na
een uiteenzetting en inwerkingstelling
direct enthousiast en besloten dan ook
in principe tot aanschaffing ever te
folsleinens. It ündermynt
yn de oerheit en twingt
mei twa muien to praten en op
'j en
gjin goed wurd fan
kin net oars, in tsier-
skipsbou, f Hja docht dat op twa manearen. De ear-
ste is dizze, dat de bilangrike forbinings
forbettere wurde sille, hwat tige wich-
tich is, sawol oer de wei as oer it wetter,
en fierder wol hja ek help jaen oan din
gen, dy’t de oantreklikens fan dit gebiet
forbetterje sille. Oant safier is alleman
der mei iens, allinnich de omfang en it
tempo fan dizze forbetteringen fan de
ynfra-struktuer soe men bittere graech
folie greater sjen.
It twadde middel is it opfieren fan de
aktiviteit fan bistjüren, ündernimmers,
wurknimmers, finansiers, ensfh., koart-
om fan it hiele folk om dy yndustry hjir
fiks oan to fiterjen.
Hjirfoar is nou troch de sintrale oerheit,
yn oerliz mei Deputearre Steaten, it plan-
Zijlstra ütbret, it alf-kearnenplan. In ün-
gelokkich studearkeamerplan, dat oer alle
boegen mis is. Ekonomysk is it mis,
hwant it is fleis noch fisk, it kaem fan
boppen óf, mar waerd yn Fryslan sada-
nich foroare, dat it nou allinnich mar in
karikatuer wurden is. Bistjürlik is it jit
helte minder, hwant it makket it Provin-
siael bistjür ta de stiefmoer fan har
eigen bern. It jaget de gemeenten yn twa
partijen, de bifoarrjuchte kaste en de pa
ria’s.
It driuwt de Friezen ütmekoar, omt de
iene helt brükt wurde sil om de oaren
to bitsjinjen, de iene helt moat syn léste
baitsje ütlüke om de oaren in waerme
stoel to jaen. It bringt rüzje en ófgunst,
forbittering en folsleinens. It ündermynt
it bitrouwen
dizze om
twa wizen to hanneljen ta omkeaperij
chantaezje. Dêr is f’
to sizzen. It sil, dat I
derij jaen sunder ein.
Dêrom is it oan alle hoeken en kanten
mis. En dêrom is it plicht alle earlike en
iepenlike wapens to brüken om dit ün-
sillige plan to bistriden. Hwant it is net
deugdilk, net rjuchtfeardich, net op
bouwend en stypjend.
Fryslan moat holpen wurde, mar sa net.
It moat oars en it kin oars. Dêroer en
dêrfoar moatte wy meimekoar oerlizze,
mei de fêste wil de hiele provinsje op
tb nimmen yn de hjoeddeiske striid foar
har aller bistean. Mei minder kin it net
ta.
In dit beleid zijn maatregelen opgeno
men, die een resultaat op korte termijn
beogen, n.l. de premier en prijsreduc
ties en anderzijds zijn er maatregelen
die op langere termijn werken, voorna
melijk omvattende de verbetering van
de infrastructuur en andere klimaatver-
beterende maatregelen. Het zijn vooral
deze maatregelen, die uiteindelijk het
verschil in vestigingsomstandigheden
tussen de probleemgebieden en het wes
ten moeten wegnemen en die, tezamen
met de cumulerende invloed, die uitgaat
van eenmaal ontstane kernen van gro
tere omvang, tot resultaat moeten heb
ben, dat premiëring of subsidiëring
overbodig wordt.
rakter van een directe kostprijsverla
gende factor. Het aflopen van een der
gelijke subsidie zal moeilijkheden voor
de bedrijven kunnen meebrengen, als
men deze tijdelijk gaat instellen. Men
heeft dan immers een tijd lang onder
kunstmatig gunstige condities kunnen
werken. Ik voorzie velerlei problemen
bij de hantering van een dergelijk sy
steem. Bovendien heb ik de indruk, dat
de loonsubsidie minder effectief is als
prikkel dan de huidige regeling, die met
name werkt juist op het moment, dat
men moet gaan beslissen over uitbrei
ding of vestiging van een nieuw be
drijf.
Ik kom thans op een >ect van het re
gionale beleid, dat voor velen in den
lande moeilijk aanvaardbaar is. Dit be
leid is nl. discriminerend. De discrimi
natie wordt als grondslag van het beleid
weliswaar geaccepteerd en dit spreekt
vanzelf, aangezien het inherent is aan
maatregelen van bevorderende aard
doch er komen vele wensen naar voren
tot uitbreidi -g van de kring der aange
wezen gebieden en plaatsen. Ik heb be
grip voor de klachten en voor de moei
lijkheden, die men in dit verband naar
voren brengt.
Er moeten evenwel grenzen gesteld wor
den en ik ben mij ervan bewust, dat
iedere afgrenzing bezwaren zal oproe
pen zolang niet bijkans geheel Neder
land buiten het westen als probleemge
bied is aangemerkt en alle plaatsen in
dit gebied, die near industrialisatie stre
ven, als ontwikkelingskem. Ik verzoek
de ontwikkeling enige tijd aan te zien,
uiteraard tenzij men op duidelijke omis
sies of tege-strijdigheden zou kunnen
wijzen. Het vergroten van het areaal,
waarop de inspanning wordt gericht,
leidt onvermijdelijk tot versnippering
van de midde' n, waardoor in feite het
doel zou worden gemist.
gaan. De ledenvergadering moet hier
aan nog haar sanctie geven.
De heer Wassenaar was vergezeld van
zijn 75-jarige vader, Tjitte Wassénaar.
Deze vertelde ons tussen de bedrijven
door, dat ze nog even naar IJlst moes
ten, om „mem” op te zoeken.
Op onze verbaasde vraag hoe oud die
dan wel was kregen we het antwoord:
99. Hij toonde ons een foto en we ston
den verbaasd. Als hij had gezegd, dat
het zijn vrouw was, hadden we het ook
geloofd. Ze leest nog zonder bril en het
gehoor is ook nog best.
Nu is het wachten op de winter. Het
bestuur van de ijsver. „Bolsward” ziet
ai reikhalzend uit naar het ogenblik,
dat ze de „nijkeap” voor het eerst in
gebruik kan nemen. De heer Wassenaar
stelde er prijs op dit de eerste keer
zelf te doen. Zo gauw de baan open is
even een telefoontje naar Soest en nog
dezelfde dag komt de ontwerper hier
zelf zijn vinding demonstreren.
Wij wensen de ijsvereniging toe, dat
haar voortvarendheid beloond mag wor
den en dat dit kostbare apparaat voor
100 aan haar doel mag beantwoor
den, mede tot genoegen en profijt van
haar honderden leden.
Hwat hat Qabe Skroar
dus oer: m.ear yndustry, mear
as potentiële middels foar mear wurk.
Dit ynsjoch is by de bifolking en grif
by de bistjürders algemien. Dy kant moat
it üt, der twivelje hja net oan. Dus, soe
men sizze: alleman de skouders der un
der, om de toswakke yndustry sterker to
meitsjen, om de oplibjende skipsbou to
forgreatsjen.
Mar as men goed, duorjend risseltaet ha
wol, dan mei men de boel net op losse
skroeven sette. It is wichtich, ja need-
saeklik, dat men skerp en konkreet de
hjoeddeiske situaesje sjocht, mei soarch
de goeie middels ütsiket en mei takt en
enthousiasme alleman waerm makket
foar de freedsume striid foar it heitelan.
Mei minder kin it net ta, hwant dan mis-
learret de boel. En hwer’t it om de ta-
komst fan Fryslan en de Friezen giet,
freget dit it maksimum oan geastlike en
lichamelike ynspanning en in harmo-
nyske gearwurking tusken provinsje, ge
meenten, ündernimmers, wurknimmers,
finansiers, deskundigen en winlik fan
alleman hjir yn Fryslan.
Hwat binne momenteel de greate tokoar-
ten? Op it foarste plak, de lizzing tsjin
de dyk oan en fier fan de bisteande
sintra. Twad, de forbiningen mei spoar,
wegen, kanalen en fleanmasines. Fierder
de tsjinsin, de mentale barrière foar it
Noarden oer, gjin universiteit, gjin grea
te stêdden, it klimaet, de keale flakten,
nou hawar, hiel hwat dingen, dy’t de
minsken üt oare dielen fan üs lan as bi-
swieren fiele.
Mar ek party Friezen tinke der sa oer
en sykje har heil earne oars. Dochs stiet
it fêst, dat, as de louter ekonomyske oar-
saken weinomd wurde koene, de measten
fan har hjir leaver bliuwe soene en oan
de oare kant hiel hwat net-Friezen hjir
ek makliker komme en bliuwe soene.
Oant nou ta hat Fryslan, ütsein fan de
Walden, de libbensstriid op eigen krêf-
ten fierd en al binne de risseltaten to lyts
bleaun, der is dochs al hiel hwat forbet-
tering komd.
De heer Van Leeuwen (V.V.D.)Het
westen, van ons land is nu ee- aal zeer
dicht bevolkt, overbevolkt zou men kun
nen zeggen en het heeft dus alle zin uit
planologisch oogpunt te zorgen, dat de
minder dicht bevolkte en leeglopende
delen van ons land aantrekkelijk wor
den gemaakt voor vestiging. Het gaat
er om daar een goed woonklimaat, een
goed industrieel klimaat en een goede
infrastructuur te krijgen, opdat deze
gebieden aantrekkelijker worden.
De heer Hazenbosch heeft al gezegd
dat aan deze zaak onverbrekelijk een
discriminatie vast zit. Waar begint de
discriminatie? Ik voor mij ben geneigd
te zeggen: Wanneer men wegen en ka
nalen aanlegt en voor goede verbindin
gen zorgt, kan er eigenlijk nog niet van
een discriminatie worden gesproken.
Die discriminatie begint pas recht, in
dien men overgaat tot het geven van
subsidies. Het gaat dan om overdrachts
uitgaven. Aan de één wordt nu eenmaal
iets afgenomen, opdat de ander iets kan
krijgen. Dat maakt de plicht toe te zien
dat het in alle billijkheid geschiedt, zeer
stringent en daaraan zitten dan weer
vele kanten vast.
Men geraakt wel eens in twijfel, of het
juist is, dat bepaalde, in een probleem
gebied gelegen gemeenten, waar, indien
aan daarnevens gelegen gemeenten
geen subsidies werden gegeven, initiatie,
ven zouden worden ontwikkeld, worden
achtergesteld. Er is ook al betoogd: in
dien in een .bepaalde gemeente in een
probleemgebied, die niet tot kern is ver
klaard, toch een initiatief zou kunnen
worden ontwikkeld, zonder dat daarvoor
speciale kanalen moeten worden gegra
ven of andere buitengewone werken
moeten worden verricht, dan is het toch
wel zeer hatelijk, wanneer men niet van
overeenkomstige voordelen kan genie
ten. Nu wil ik wel zeggen, dat hoeveel
ik ook voel voor verbetering van de infra,
structuur, toch wat huiverig sta tegen
over het subsidiesysteem, tegenover de
rechtstreekse overdrachtsuitgave, waar
bij men wel zeer kritisch moet bekijken,
of de billijkheid in alle opzichten wordt
betracht. Het is voor een gemeente, die
niet aangewezen zou zijn als ontwikke-
lingskern, toch wel hatelijk, dat men
het gevoel moet hebben: wij betalen en
de anderen krijgen het. Wij hebben zo
veel rekesten voor ons gehad, dat wij
wel weten waar de schoen wringt.
De heer Kikkert '(C.H.U.): Men voelt
het verlenen van faciliteiten aan kernen
nu eenmaal aan als een discriminatie
van anderen en hoe sterker de prikkel
is hoe zwaarder dit gaat wegen. Ik ge
loof niet, dat men, welke vorm men
daarvoor ook zou kiezen, aan een derge-
lijke stroom van telegrammen en adres
sen zou ontkomen. Ik geloof, dat er geen
beleid mogelijk zou zijn, als men zich
op het standpunt zou plaatsen, dat
daarop geen reacties zouden mogen ko
men en dat degenen, die zich achteruit
gesteld gevoelen, geen uiting zouden
mógen geven aan hun gevoelens. Er is
gezegd, dat men door de verantwoorde
lijkheid te verleggen van het centrale
punt in Den Haag naar bijv, de provin
cies en de gemeenten, misschien een
beter beleid mogelijk maakt dan bij een
gecentraliseerde uitvoering.
Ik geloof, dat dit alleen verschuiving
van de moeilijkheden zou zijn. Ik geloof
dus, dat deze decentralisatie niet ge
wenst zou zijn, maar dat men uit een
centraal punt, uiteraard met een goede
coördinatie, de maatregelen moet uit
voeren, waarbij ook knopen moeten
worden doorgehakt.
Wat de looncompensatie aangaat, ge
loof ik, dat ik mij het best kan aanslui
ten bij de heer Hazenbosch, die gezegd
heeft: Wanneer men in een bepaald ge
bied maatregelen treft, zal men moeten
afwachten, of 'ze in voldoende mate sti
mulerend werken. Zou de stimulerende
werking onvoldoende zijn, dan zou men
ik zou er geen pricipiële bezwaren
tegen hebben kunnen overwegen of
looncompensatie een v an de middelen
kan zijn om wel de nodige impulsen te
geven. Voorzover ik het thans kan over
zien, sta ik er huiverig tegenover, maar
wanneer het noodzakelijk zou zijn, zou
ik er geen principiële bezwaren tegen
hebben.
IN GETSIER SUNDER EIN
Der sil wol nimmen wêze, dy’t oer
situaesje fan Fryslan neitocht hat, op ’e
hichte is mei de swakke ekonomyske po-
sysje fan har ynwenners, en meihelpe
wol om Fryslans posysje to forbetterjen,
dy’t net sjocht, dat hjir mear wurkgele-
genheit komme moat. Hwant wenjen
kin allinnich as der in bistean is. Dy’t de
skiep op it droege hat en in rêstich en
gaedlik plakje siket mei in myld klimaet
en bosken, sil dat trochstrings net yn
Fryslan sykje. Wolle wy dus de üttocht
keare, dan is der gjin oar middel as mear
wurk, leanjend wurk.
De primaire bisteansmiddels lizze yn de
lanbou en de yndustry, hwer’t ek de
skipsbou ünderbiflapt wurde kin. Han-
nel en ambacht, winkels en frije birop-
pen sitte oan de earste beide fêst, hja
kinne net op har seis bistean, mar bloeije
op üt de aktiviteit fan buorkerijen, tun-
derijen en fabriken.
Fryslan stiet dus foar de needsaek, mear
folk oan it wurk to krijen. Yn de lanbou
is dat net mooglik, krekt oarsom, der
sille geleidelik oan jit minsken üt for-
dwine, oer de tünderijen binne de mie-
ningen net gelyk, mar ek de optimisten
forwachtsje dêr allinnich mar geleidelike
en biskieden risseltaten fan. Der bliuwt