W,s"
MINISTER ZIT MET KERNAANWIJZING
IN DE KNOOP
311
roar
a
üs hjoed p p
to sizzen 1 1
DINSDAG 1 DECEMBER 1959
55e JAARGANG
No. 92
„FIKKIE” HOUDT DE WACHT
Ill (Slot)
Fan de Martinytoer
Zilveren filmpjes
Objectieve maatstaven voor de Pons
moeilijk aan te geven
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
BES klopt kanspaard Be Kooi met 3-2
CAB verspeelt een punt in Ohleboorn
Bolswardia verliest met 2-1 in I^lst
Wil
i
Tj. de J.
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’j Nieuwsblad
Hwat hat
De natuer docht neat sünder doel.
le week december 1934.
FRJEMDE GESICHTEN
3-2.
Advertentieprijs: 13 cent per ma
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
tralistische opzet van het beleid. De re
actie van de Minister in haar geheel be
schouwd, is voor mij dermate bevredi
gend, dat ik gemeend heb bij hem op
nieuw en thans door middel van een mo
tie te moeten aandringen op een nieuwe
en ruimere behandeling van dit gehele
beleidsonderdeel.
Minister de Pous: De kernen zijn reeds
aangewezen. Ik heb nagegaan welke cri
teria daarvoor in het verleden zijn ge
bruikt. Het bleek evenwel moeilijk hier
concrete criteria voor te vinden. Het is
niet duidelijk of dit een bevredigend
antwoord aan het adres van de geachte
afgevaardigde is. Ik hoop, dat ik duide
lijk ben geweest.
De heer Hazenbosch (A.R.)Excellen-
mei
i de
wordt datgene wat door de geachte af
gevaardigde is opgemerkt, wederom ac
tueel.
Voorts is gevraagd, of ik bereid ben bij
wijze van uitzondering de premierege
ling toe te passen op die gevallen, waar
bij nieuwe vestigingen niet in een van
de ontwikkelingskemen kunnen plaats
vinden, maar wel binnen de probleem
gebieden. Dit is een toezegging van mijn
ambtsvoorganger, welke ik gaarne ge
stand doe.
Ik kan ermee instemmen, dat een ge
dachtenwisseling tussen de Regering en
de Kamer van groot belang is, wanneer
het ontworpen beleid enige tijd zal heb
ben doorgewerkt en het infrastructuur-
program in gang is gezet. Als grondslag
voor deze gedachtenwisseling hoop ik te
gelegener tijd een nota aan de Kamer
te doen toekomen.
Onbevredigend antwoord Minister.
Wat in het Kamerverslag opvalt is, dat
Minister de Pous er toch eigenlijk niet
in is geslaagd een rechtvaardiging te
geven van het Regeringsbeleid inzake
de aanwijzing van kernen en subkernen.
De heer Hazenbosch (A.R., die toch bij
herhaling geïnformeerd heeft naar de
hierbij aangelegde criteria, heeft een
weinig bevredigend antwoord gekregen
op zijn scherp gestelde vragen. Minister
de Pous verwijst enerzijds naar de cri
teria, ten grondslag liggende aan het in
1951 gevoerde beleid, en gaat anderzijds
schuil achter de rug' van zijn ambtsvoor
ganger, Prof. Zijlstra, die- de beslissing
ten principale nam. Dit nu lijkt weinig
bevredigend.
De ondergetekenden brengen langs deze
weg hun hartelijke dank aan de meisjes
vereniging te Tjerkwerd voor hun uitde
ling. De bedeelden.
Prinses Juliana tot voorzitster van het
hoofdbestuur van het Ned. Rode Kruis
geïnstalleerd.
Prinses Juliana heeft zich opgegeven als
lid van de K.N.A.C.
Te koop vogelflapporij. A. Roorda, Win-
sum.
Verkoop van strandgoederen op het ter
rein der marechaussee-kazerne te Mak-
kum, w.o. palen, planken, loopplanken,
balken, posten, rollen, matten, Chinese
matten, flessen wijn, fuiken, netten, enz.
De burgemeeste-strandvonder J. Weer
stra.
Men verwacht opnieuw oplaaien van de
kerkstrijd in Duitsland.
Door de plotseling invallende koude zijn
te New York 29 personen omgekomen.
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
1—1
3—5
0—7
Bolswards Nieuwsblad
Het ministerie van Oorlog heeft bij een
vliegtuigfabriek te Buffalo 50 tweeper
soons gevechtsvliegtuigen besteld. De
toestellen zijn van een nieuw type, dat
de snelheid van 400 km kan bereiken.
Jacht op groot wild.
Prof. Zijlstra en Minister de Pous, van
wie eerstgenoemde onlangs zijn politieke
vrienden te Leeuwarden voorhield dat hij
voornemens is op groot wild te jagen,
denken landelijk gezien in 44 kernen en
sub-kernen en verwachten, dat na wel
slagen van dit Regeringsbeleid de wel
vaart vanzelf zal komen ook buiten de
kernen.
Ais het jachtseizoen na deze zomer zo
zeer uiteenlopende visies van hoogge
leerde zijde te enigertijd zal worden af
gesloten, mag dan terecht worden ver
wacht, dat de buit belangrijk meer zal
zijn dan wat men klein wild pleegt te
noemen
Na de rede van minister de Pous repli
ceerden de hierna vermelde leden als
volgt;
De heer De Groot (c.p.n.)Het spijt mij,
dat de Minister in zijn rede zo weinig is
ingegaan op de problemen in de noor
delijke provincies. De werkloosheidscij
fers zijn nog gelijk gebleven ondanks de
uitgebreide discussies over de proble
men van de kernen en de kernen van de
problemen.
De heer Vermeer (p.v.d.a.)Door ver
schillende sprekers is opgemerkt, dat ’n
stelsel van premiëring altijd een stuk
discrimininatie inhoudt. Als men een
dergelijk premiëringsstelsei echter be
kijkt' in het totaal van overheidsactivi
teiten, rijst de vraag of men een derge
lijk standpunt kan handhaven. Ik ben
het er wel mee eens, dat dit ingrijpen
allerlei complicaties meebrengt, wrijvin
gen veroorzaakt, wrokgevoelens hier en
daar opwekt, omdat de een wel en de
ander er niet van profiteert.
Zo wil ik het hier zien: Geef op korte
termijn gedurende een aantal jaren zo
fors mogelijke injecties, dan hebben wij
de kans, dat wij zo gauw mogelijk van
deze zaak afkomen. Ik ben blij, dat bij
deze discussie tijdens het antwoord van
de Minister wel is gebleken, dat hij bv.
tegen een premiëringssysteem in de
vorm van premiëring van de loonkosten
principieel niet zo veel bezwaren heeft,
maar dat hij voornamelijk zegt: ik zie
hier een reeks praktische bezwaren.
Ik geloof, dat wat betreft de aanwijzing
van de kernen, wij in een compromissi
tuatie zijn terechtgekomen, die mij be
paaldelijk niet kan bevredigen. Het is
bekend, dat wij in publikaties en mon
delinge uitlatingen, steeds ervoor heb
ben gepleit, met kracht een beperkt aan
tal kernen tot ontwikkeling te brengen,
men zou kunnen zeggen: de primaire
kernen, die nu zijn aangewezen. Daar
naast zijn een hele reeks secundaire
kernen aangewezen, waarvan de Minis
ter zegt: Die zal ik voorlopig nog wel
het een en ander geven ter afronding
van het beleid. Maar dat wekt nu juist
de grote weerstanden op, daardoor krijgt
men die stroom van telegrammen, adres
sen, enz. van allerlei gemeenten, die
vragen: waarom zij nu wel en wij niet?
Ik meen, dat men juist door dit compro
mis in deze situatie verzeild raakt van
al deze onbevredigende verlangens, die
zich dan terecht op deze wijze gaan
uiten. Volgens mij zou hot beleid als
volgt moeten zijn: Een beperkt aantal
primaire keren, waar men ook werke
lijk al zijn kracht op zet met de moge
lijkheid, dat, wanneer andere gemeenten
zich toch in de loop van de tijd op een
bepaalde behoorlijke wijze blijken te
ontwikkelen, men dan eventueel dat be
leid herziet.
De heer Hazenbosch (A.R.)Mijn poli
tieke vrienden en ik zijn in het alge
meen wel bereid om gevolg te geven aan
het verzoek van de Minister om nu het
uitgestippelde beleid eerst maar eens ’n
kans te geven en dan later in het licht
van de opgedaneervaringen nog nader
over de zaak te spreken. Ik heb met
voldoening kennis genomen van de toe
zegging van de Minister, dat hij bereid
is, om wanneer zou blijken, dat het nu
uitgestippelde beleid toch niet aan de
redelijk te stellen vei'wachtingen beant
woordt, de nodige aanvullingen tot
stand te brengen. In samenhang daar
mee merk ik op, dat hij het ook door
mij bepleitte denkbeeld van een eventu
ele loontoeslag althans principieel niet
heeft afgewezen.
Ik heb in eerste termijn gewezen op het
gevoelige karakter van het regionale in
dustrialisatiebeleid en heb daarom ge
vraagd duidelijk uiteen te zetten aan de
hand van welke criteria de Minister is
gekomen tot de aanwijzing van kernen:
waarom de*ene gemeente wel en de an
dere niet. Ik zou het op prijs stellen, als
de Minister toch aan die vraag aandacht
wilde schenken. Ik heb ook gevraagd,
hoe de Minister zich zou opstellen met
betrekking tot uitbreidingen, die even
tueel buiten de kernen door ondernemers
worden overwogen en of de Minister
niet bereid zou zijn ook daar financiële
faciliteiten te verlenen.
De heer Assmann (K.V.P.)Het ant
woord, dat de Minister mij op mijn vra
gen en voorstellen met betrekking tot
het regionale industrialisatiebeleid heeft
gegeven, kan ik bezwaarlijk bevredi
gend noemen. Er resten mij nog een paar
punten, waarop door mij de aandacht is
gevestigd en de nadruk is gelegd, nl. in
de eerste plaats de wenselijkheid om
over dit beleid te komen tot een nieuwe
en ruimere gedachtenwisseling in de
Kamer, en in de tweede plaats de cen-
De heer van Leeuwen (V.V.D.): Met be
trekking tot het regionale beleid is zo
juist een motie ingediend, waarin onder
meer wordt aangedrongen op een in
schakeling van de provinciale besturen,
m.a.w. op decentralisatie. Het lijkt mij,
dat daarin een zeer goede gedachte zit.
de heer Kikkert (C.H.U.): Als ik goed
lees wat in de motie van de heer Assman
staat, dan komt dit in feite hierop neer:
decentraliseer dit beleid naar de provin
cies; doe dat voor alle provincies in Ne
derland en laat die provincies dan maar
de gebieden aanwijzen. Daardoor zou in
feite de beschikbare kracht worden ver
snipperd, want dan wordt deze hele zaak
uit het nationale economische beleid ge
licht, dan wordt de beoordeling van dit
beleid overgelaten aan de provinciale
besturen zelf. Als men het zo gaat doen,
komen de provinciale besturen voor de
zelfde moeilijkheden te staan, waarvoor
nu de Centrale Overheid is geplaatst, nl.
het doen van een keuze of versnippering
van krachten, waardoor het effect van
de maatregel verloren zou gaan.
De Minister van Economische Zaken,
Minister De Pous, dupliceerde als volgt:
Wederom is gepleit voor forse injecties.
Ik kan het hiermee eens zijn in die zin,
dat hierbij evenwicht moet hebben be
staan tussen enerzijds de kracht van de
prikkels en anderzijds de repercussies,
die elders teweeg worden gebracht.
De heer Hazenbosch heeft gevraagd,
welke de criteria zijn voor de aanwij
zing van kernen. Enige jaren geleden
ik heb daarvoor in de geschiedenis moe
ten duiken is getracht een aantal
concrete factoren op te stellen, aan de
hand waarvan zou kunnen worden vast
gesteld welke plaatsen voor stimulering
in aanmerking komen. Deze theoreti
sche aantrekkelijke methode moest ech
ter worden losgelaten. Een verantwoor
de en bruikbare concretisering bleek on
mogelijk. De vraag van de heer Hazen
bosch om objectieve normen aan te ge
ven, die in het verleden bij de aanwij
zing van kernen een rol hebben ge
speeld, kan ik vandaag dan ook niet in
concreto beantwoorden. Wel zijn die
ontwikkelingskemen aangewezen na uit
voerig en rijp beraad, waarbij de pro
vinciale besturen rechtstreeks zijn be
trokken over de voorstellen, die door de
colleges van Ged. Staten bij mijn ambts
voorganger zijn ingediend.
De heer Hazenlbosch (A.R.)Kimt u al
leen vandaag mijn vragen niet beant
woorden, of zijn de criteria er niet Dat
is een essentieel verschil.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13
Telef. 2451 - Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K5157)
men binne. Hoe sei klaes ek wer: In het
laatst der dagen zult ge vreemde gezich
ten zien!
er wol ien misse, de mage hwat greater,
it hert hwat lytser en de 1
kin. de siel hielendal wol misse. It wurdt
op sa’n wize ommers dochs in marionet.
Dat de iene dokter krekt hwat oars wol
as de oare, let ek net, elk kin syn kun
sten op de earme lijer mar prebearje. Mar
ien ding stiet by har allegearre fêst: Hy
sil under it mes en snije mar, jonges,
goed djip yn it folkslibben omfykje, dat
haldt.
Klaes hie wol gelyk: In het laatste der
dagen zult ge vreemde gezichten zien
In de zaterdagmiddagcompetitie heeft
Bolswardia niet voor een come back
kunnen zorgen. Wel hadden de groen-
witten deze middag weer de beschikking
over de militairen, maar ook zij bleken
niet in staat 'meer vaart in het spel te
brengen en daar de voorhoede bovendien
in de afwerking te kort schoot, moest
opnieuw met een nederlaag genoegen
genomen worden.
In de 3de klasse K.N.V.B. presteerde
Steenwijk het in Leeuwarden leider Ni-
cator een 2-2 gelijk spel af te dwingen,
waardoor de Steenwijkers eindelijk de
laatste plaats konden vaarwel zeggen,
daar D.O.G. op eigen veld met 4-2 tegen
Friesland ten onder ging en nu de laat
ste plaats van de Steenwijkers hebben
overgenomen.
Het onberekenbare Oosterwolde schoot
weer eens geducht uit haar slof, waar
van het bezoekende G.A.V.C. de dupe
werd. De Grouwsters kregen met niet
minder dan 5-1 de kous op de kop.
Emmeloord kon zich op de 4de plaats
nestelen, de polderbewoners klopten het
bezoekende Sanfries met 2-0.
R. E.S. speelde tegen de Kooi een nutti
ge en aantrekkelijke wedstrijd. Blauw
wit was uitgezonderd de eerste 10 minu
ten na rust volkomen tegen de Jousters
opgewassen en al had een gelijk spel de
verhouding misschien beter weergegeven
toch kan ook de 3-2 zege niet onver
diend genoemd worden.
Daar beide koplopers winst verspeelden,
werd Friesland lachende derde. Door hun
zege op D.O.G, liepen zij een punt op
plaatsgenoot Nicator in en liepen de
Kooi voorbij, waardoor de ex-2e klasser
op de 2e plaats kwamen te staan.
W.Z.S. en M.K.V. waren zo verstandig
de punten te delen, het einde kwam met
3-3, wat voor beide 1 kostbaar winst
punt betekende.
In de 4e klasse was het voor de leider
een bijzonder voordelige dag. De Sneker
zwartjes wonnen zelf in Warga met de
oneven goal, terwijl al de concurrenten
één of mee veren moesten laten. Vooral
Gorredijk stelde teleur, met 3-2 werd
van de Sweach in Beetsterzwaag verlo
ren, waardoor ze 4 punten achterstand
op BI. Boys opliepen.
C.A.B. had hierdoor de grootste concur
rent van de leiders kunnen worden,
maar de voorhoede was deze middag niet
bij machte een doelpunt te scoren. Wel
iswaar was de hechte defensie ook veel
te sterk voor de aanvalslinie der gast
heren, waardoor nog een gelijk spel uit
het vuur gesleept kon worden, maar ook
dit ene verliespuntje betekent een lelijke
streep door de rekening.
Verdere uitslagen zijn:
S. D.S. 1B—Bolsw. 1B
C.A.B. 2R.E.S. 2
W.Z.S. 3—R.E.S. 4
cies in Van der Werfs handen schiet.
R.E.S. antwoordt met een goed opgezet-*
te tegenaanval, waarop de Kooi-defen-
sie geen antwoord heeft, doch de uitlo
pende keeper weet het schot, al zij het
met moeite, onschadelijk te maken.
Bij de volgende aanval worden de gasten
weer in het nauw gebracht, één der
backs begaat noodgedwongen een over
treding, doch de arbiter laat, ondanks
protesten van R.E.S.zijde rustig door
spelen.
Aan beide kanten volgt nu een pittig
partijtje voetbal, wel zijn de combina
ties van de Kooikers beter verzorgd,
maar door een geweldig enthousiasme
weten de R.E.S.ers zich minstens zoveel
kansen te scheppen.
In de 18e minuut komen de bezoekers
zeer dicht bij een openingstreffer, de
Geleerden zijn het niet eens.
Maar te verwonderen behoeft dit overi
gens in genen dele. Immers spreken de
hooggeleerde heren elkaar in dezen op
zichte niet voortdurend tegen? Zo is
Prof. Groenman, handelende over de
leefbaarheid van het platteland (Tijd
schrift Maatschappelijk Werk in Fries
land, 1959, no. 3) toch van oordeel „dat
het aanwijzen van meer kernen niet in
strijd behoeft te zijn met schaalvergro
ting, wanneer deze laatste zo wordt ge
ïnterpreteerd, dat niet zozeer bepaalde
dorpen en steden worden aangewezen als
wel zónes of kringen. Het aanwijzen van
ontwikkelingspunten lijkt uit de tijd. De
consequentie van de schaalvergroting is
ook hier kernfusie”.
Dr. L. H. Klaassen zei onlangs bij zijn
ambtsaanvaarding als buitengewoon
hoogleraar in het regionaal en sociaal-
economische onderzoekingswerk aan de
economische hogeschool te Rotterdam
daarentegen: Men moet komen tot een
geconcentreerde aanwending van midde
len, gericht op ten hoogste tien gemeen
ten in ons gehele land, teneinde in een
zo snel mogelijk tempo het beoogde ef
fect, namelijk de secundaire arbeidsvoor
waarden te bereiken. In deze gedachten
gang is Leeuwarden als primaire kern
zelfs nog ver beneden de maat.
R. E. S.—de Kool
De gasten beginnen met ’n zeer gevaar
lijke aanval van rechts via linksbuiten
naar de snel startende midvoor, die pre-
tie! Ik heb, gelet op de gevoeligheid van
deze materie, ervoor gepleit, het aanwij
zen van de kernen vooral te doen ge
schieden op een objectieve wijze. Daar
om heb ik gevraagd: welke zijn de
objectieve criteria, die U of Uw ambts
voorganger daarbij heeft gehanteerd. Uw
antwoord bestaat uit te zgggen: „Ik kan
er geen antwoord op geven”. Natuur
lijk is mijn bijkonmende vraag dan:
„Kunt U mij vandaag geen antwoord
geven, omdat U daartoe niet in de gele
genheid bent, of omdat de criteria er
niet zijn?” Als het laatste het geval is,
is het voor het karakter van het beleid
een bedenkelijke zaak.
Minister de Pous: U kunt niet op de
zelfde wijze als voor de probleemgebie
den is geschiedt tot enkele drie of
vier objectieve kwantitatieven crite
ria komen. Bij de keuze van deze gebie
den kan men b.v. werken met expulsie,
werkloosheid en te verwachten bevol
kingsaanwas. Dit ligt voor de kernen
veel moeilijker. Zijn bij de aanwijzing
van de kernen alleen zuiver economische
overwegingen in het geding geweest
Ik kan hierop antwoorden, dat ook so
ciale factoren een rol hebben gespeeld,
zoals de structuurwerkloosheid. Men
mag echter niet stellen, dat de kernaan-
wijzing met dezelfde concrete criteria,
met dezelfde kwantitatieve bepaaldheid
als dat voor de probleemgebieden het
geval was, is geschiedt. Wel hebben
hierbij een rol gespeeld normen in de
zin van economische perspectieven op
grond van het complex van vestigings-
factoren. In bepaalde gevallen heeft
dit geleid tot een afwijking van het ad
vies, dat door de provincie was uitge-
bracht. Overigens wil ik gaarne de toe
zegging doen, dat ik deze zaak nader
uit de doeken zal doen in de nota, waar
over in de ingediende motie wordt ge
sproken, daar ik meen te mogen veron
derstellen, dat deze problematiek in de
toekomst wederom een rol kan gaan
spelen. Wanneer namelijk op een gege
ven moment blijkt, dat bepaalde ker
nen niet levensvatbaar zijn en andere
plaatsen wel mogelijkheden bieden, dan
dit beleid is immers dynamisch
Straatbeeld uit Tokio; Terwijl het baasje slaapt, moe van zijn troltoirkunst-
werken, houdt het hondje de wacht. Zal een voorbijganger nog een penning
in zijn mandje werpen om deze kleinkunst te steunen?
Mar it feest is jit net üt. „Woorden wek
ken, voorbeelden trekken!” Op in pro-
vinsiale gearkomste to Ljouwert is fan ’e
wike praten oer in nij „gezicht”. Neist
de oanwizing fan yndustry-kearnen, sille
der, neffens de ynlieder, nou ek „agra-
ryske kearnen” komme moatte. De iene
koeke is forparten, lit men nou ek it oare
fordiele. De namme: agraryske kearnen
is wol in „contracdicty in terminis” mar
dat let neat, as is bist mar in namme hat.
Hwat der nei de opgong fan de yndustry-
kearnen oan bifolking jit oerbliuwt, sil
dan nou bymekoar fage wurde yn de
agraryske kearnen. Dizze sille, neffens
de ynlieder, plakken wêze moatte mei
tsjerke en skoalle, mei in goed forienings-
libben, mei in bihoarlike middenstan,
mei „zwembaden”, mei sportfjilden en
samear. Dat sil, sa sei ér, oare doarpen
de kraech kostje en faeks ek hiele ge
meenten, mar dat kin net oars, dat freget
nou ienkear de realiteit en de takomst.
Men sjocht, de herverkaveling fan it
bütlan: Fryslan, is jit net dien. De plano-
maly, de planningssykte, giet fierder. Mei
alle gewelt sil de natuerlike fintj owing
fan Fryslan ütmekoar skuord wurde en
fannijs op kaert brocht. Hja wurdt net
stipe en fuortsterke mar ütm.ekoar slein.
It swakke, ekonomyske Fryslan kriget
gjin molke en aeijen om it hiele lichem
wer krêftich to meitsjen, mar it moat op
de operaesjetafelfan de twa earmen kin
ige hwat greater,
de boppekeamer
,r --
op. In geastlike gryp makket by de dei
mear „patiënten” en dêr is, sa’t op it
heden liket, gjin hou yn to krijen.
Yn Harns ha se fan 'e wike oan de boar-
gemaster in wikselbeker oanbean as er
kenning foar it feit, dat hy sa „ontzag
gelijk veel heeft gedaan om Harlingen
tot kernstad aangewezen te krijgen”, sa
lêz ik yn it „Friesch Dagblad”. En boar-
gemaster Nauta naem him oan, mei de
opmerking, dat „het gehele dagelijks be
stuur hard geploeterd heeft om die ont
zaggelijk belangrijke aanwijzing te krij
gen”.
Nou soe it wol ynteressant wêze ris to
fornimmen, hwat dat deistich bistjür
dêrfoar allegearre dien hat. Ik miende,
dat de Minister mei Deputearre Steaten
dêroer praet en oerlein hat. Dat dizze
mei in bulte muoite tamekoar komd bin
ne. Moatte wy nou oannimme, dat it ge-
meentebistjür fan Harns by dit oerliz bi-
trutsen west hat. Fansels de gemeenten
koene by Deputearre Steaten har bilan-
gen bipleitsje en dat hawwe hja sünder
mis ek dien, mar dat wie ien kear en as
ik my net forsin, hawwe Deputearre
Steaten gjin gehoar jown oan de Boal-
serter yndustrialisaesjekommisje, doe’t dy
om in ünderhald frege. Hwer bistie it
„geploeter” fan Harns dan yn, soe men
freegje wolle. Is Harns oer de reade
streek komd, dank zij dat geploeter, dan
wurdt de opbjektiviteit fan it bislüt wol
hiel faei. Is dat net it gefal, hwerom
wurdt dizze film dan opfierd
Mar de frjemde gesichten halde mei dit
Harnser feest net op. It is al meat as ien
kear bard, dat Deputearre Steaten mei
dizze super-gemeenten apart forgaderje,
dat hja mei provinsiael jild dielnimme yn
in füns, dat allinnich foar dizze gemeen
ten brükt wurde sil. It wurdt wol moai,
linkenlytsen. Earst komt it regear
mjllioenen üt de algemiene kas om
super-gemeenten sterker to meitsjen.
Allinnich foar „de alf” mar greatendiels
üt de büse fan de gedupearden. Hja
meije seis bitelje om de eigen boeijen to
bikostigjen. En nou komt de provinsje
der jitteris mei in dofke oerhinne, allinne
foar de gemeenten, dy’t al of net mei
„geploeter” op de bifoarrjuchte list kom-
Ut myn jongesjierren is my ü.o. bybleaun
dat wy ris in feint hiene, dy’t him oan-
wend hie tusken it gewoane praet yn, sa
mar in pear „Hooghaarlemmerdijkse”
wurden to brüken. Dat joech in komyk
effekt en der wie it him om to redden.
Sa kaem er yn de Sintneklazetiid ris yn
’e keamer mei in mombakkes foar en
makke hwat healwize lüden. Doe’t üs
heit sei: hwat moat dit, Klaes? Doe sei
er: In het laatst der dagen zult ge vreem
de gezichten zien!
Om Sintneklaes wie nammers it wurk
fan de feint dien en foar him wie it dus
yn it lest fan de dagen. Wy binne nou
wer yn de Sintneklazetiid en as fansels
kamen by my de wurden fan Klaes wer
boppe, dat wy op it heden ek tige frjem
de gesichten sjogge. Of leaver, it gesicht
op de feiten en bisluten fan de leste tiid,
liket üs bjusterbaerlike frjemd. It kriget
hwat fan in roes, om fan in psychose net
to sprekken. De ienfaldichste en klearste
dingen wurde oer de holle sjoen en aloan
fierder giet men fan de biwende paden
fan rjucht en solidariteit óf. En de iene
stekt de oare oan, it iene- feit ropt it oare