w
EEN TWEEDE GEMAAL IS VOOR
FRIESLAND NOODZAKELIJK
Fan de Martinytoer
Tj.deJ.
Verdere inpoldering van boezenda nd en
verbeterde polderbenialing nopen daartoe
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Marijkemuoi
(Yn Memoriam)
Studiefonds der
provincie Friesland
Gedeputeerde Staten zijn voornemens
over te gaan tot het verlenen van bijdra
gen uit het Studiefonds der provincie
Friesland voor het studiejaar 1960-1961.
De bijdragen worden verleend aan on
bemiddelde jonge mensen van goede
aanleg, die in de provincie Friesland
woonachtig zijn en aldaar gedurende de
twee voorafgaande jaren woonachtig ge
weest zijn. Er kunnen zowel bijdragen
worden verleend voor een vakopleiding
in de verschillende takken van landbouw
en nijverheid, als voor andere studiën.
Zij die menen voor een bijdrage in aan
merking te komen, moeten zo spoedig
mogelijk, doch in ieder geval vóór 15
april I960, een daartoe strekkend ver
zoek bij Gedeputeerde Staten (Tweebaks-
markt 52, Leeuwarden) indienen. Aan
vraagformulieren zijn ten provinciehuize
(bodenkamer) verkrijgbaar.
Zilveren filmpjes
2 e week maart 1935.
'O
56e JAARGANG
No. 19
DINSDAG 8 MAART I960
De béste spegel is in aide freon.
PYT.
lozen
boe-
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 15'
Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K5157)
ONTPLOFFING IN DE HAVEN
VAN HAVANA
watervrije li.
Al met al I
De kwel
positieve
nige invloei
Bern bringe Jo mei ynlik moed
Earbiedich, stil in léste groet.
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
om fuort
werklank,
waterhoeveelheid wel belangrijk maar
geschied juist niet in perioden met groot
de
de
Bolswards Nieuwsblad
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
Marijkemuoi gyng fan üs hinne
Hja waerd goed acht en sawntich jier
Har wêzen, lyk in strieltsje sinne
Biskieden-freonlik, waerm en blier
Soe mannich bernlik hertsje winne.
Al wenne hja om ütens fier,
Marijkemuoi bliek elk to kinnen
Troch har jeugdteltsjes op papier.
Marijkemuoi hie hiel hwat klanten,
Dy fregen har fertroulik rie
En griepen mei nocht nei de kranten,
Nijsgjirrich hwat hja to sizzen hie.
Jierrenlang bleau it kontakt biwarre
It bernehertsje smakke skoan
Marijkemuoi by alle barren
Trof altyd wer de juste toarn.
Marijkemuoi koe heech meitelle
Omt hja har fül op ’t Frysk talei
Fier oer de sechtich de akte helle
Hoefolle dogge soks har nei?
Hja liet „De Fiifkaert” boartlik springe
Dat sellich boekje fris en blank
Marijkemuoi, foar alle dingen
By it skieden, tige hertlik tank!
Marijkemuoi, 't klonk forneamer
Neffens de Boargerlike Stan
Mefrou R. H. Riemersma-Kramer
Lykwols op it Fryske plattelan
Soe hja dy namme net bigeare
Om’t hja dêrmei bisibbe wie.
Marijkemuoi, bern mochten it leare
Hwa’t libbensechte ienfald die.
In vervolge op ons artikel van verleden week, komen we hier nader
terug op de afwateringsproblemen van onze provincie. In de eerste
plaats iets over de zeesluizen. De kleinere sluizen, bv. ook in de
Zuid Westhoek hebben voor de lozing van het boezemwater vrijwel
geen betekenis meer. Slechts bij harde oostenwind en niet te hoge
waterstand op het Ijsselmeer doen zij nog wel eens gedurende korte
tijd dienst. Op de totale waterhuishouding van Friesland kunnen zij
echter verwaarloosd worden.
De belangrijkste sluizen zijn die te Dokkumer Nieuwe Zijlen. Hierna
volgen de Tsjerk Hiddessluizen. De totale capaciteit van de zeesluizen
kan gemiddeld onder normale omstandigheden gesteld worden op de
helft van de capaciteit van het Ir. Wouda-gemaal te Lemmer. Het
gemaal loost 4000 m3/min. op het Ijsselmeer, overeenkomende met
5.6 miljoen m3 per 24 uur, de afvoer van de zeesluizen is 2.8 miljoen
m3/etmaal.
Hwat hat Qabe Skroar
üs hjoed p p
to sizzen
De hoofdas van de afwatering van
Friesland is wel het Prinses Margrietka-
naal. Met hierbij als de voornaamste zij
takken de Nieuwe Zwemmer naar Dok
kumer Nieuwe Zijlen en het van Harinx-
makanaal naar Harlingen.
Het is dus zo dat eerst met de zeesluizen
wordt geloosd en dat wanneer deze het
niet af kunnen het gemaal in werking
treedt. Het aantal maaldagen bedraagt
gemiddeld 75 per jaar. De vraag doet
zich dus nu voor of deze lozingsmid-
delen zodanig voldoende zijn dat de
boezembeheersing op orde is.
In het verleden kwamen vrij frequent ho
ge boezemstanden voor. Een voorbeeld
van een wel zeer nat jaar in het verle
den is wel geweest 1910 met 45 dagen
boven 50+67 boven 60—en 127 bo
ven 50+. Vanaf het jaar 1880 tot aan
de stichting van het Woudagemaal steeg
het aantal dagen met hoge boezemstan
den gestadig. Na de stichting van het
Woudagemaal wordt de toestand aan
zienlijk beter, later beginnen er toch ook
weer jaren te komen met hoge waterstan
den, af gezien van oorlogsomstandigheden
die in 1939, 1940 en 1945 een rol ge
speeld hebben zijn er ook de jaren 1948,
1951 en tendele ook 1959 met een be
hoorlijk aantal dagen met waterstanden
boven 50 en 60
De oorzaken hiervan zijn dezelfde als
we ook bij de historische beschouwingen
tegen gekomen zijn en vindt men iedere
keer nadat er weer verbeteringen waren
uitgevoerd, waarbij de boezem kleiner
wordt door verdere inpoldering van boe-
zemland.
Daarenboven is het niet zo dat alleen de
gemiddelde Friese boezemstand van be
lang is; ook de plaatselijke waterstanden
zijn uiteraard van belang. Hierbij is de
qpwaaiing bepalend. Vooral in het noor
den en noordwesten van de provincie
heeft deze een ongunstige invloed bij de
meest heersende zuidwesten wind. Wel
iswaar wordt de opwaaiiing vanuit het
zuidwestelijk merengebied beperkt door
de sluis te Terhorne en de andere keer-
sluisjes, maar desondanks kan de opwaai-
ing nog grote vormen aannemen.
Het is bepaald geen uitzondering wan
neer de waterstanden in het noorden
plaatselijk 30 cm hoger zijn dan de ge
middelde Friese boezemstand. Daardoor
komen ook plaatselijke waterstanden van
80 tot 90+ voor.
Een gemiddelde waterstand
- 1 - - 1- 1- 1---1.
peil.
De schade welke optreedt tengevolge van
deze boezemstanden is bijzonder hoog.
In de eerste plaats is er
de landbouwbelangen. Naar dez
is nl. in samenwerking met prof,
linga uit Wageningen een uitvoeri.
derzoek ingesteld. Hierbij is gebl
dat de jaarlijks optredende schade i
Ook zij, die voor het studiejaar 1959-
1960 in het genot van een bijdrage zijn
gesteld, moeten, indien zij voor het ko
mende studiejaar opnieuw in aanmerking
wensen te komen, een verzoek indienen.
Aanvragen, die na 15 april a.s. worden
ingezonden, blijven buiten behandeling.
met een aan te nemen waterbezwaar.
Daarbij kunnen dan tevens ter verbete
ring van de waterstaatkundige toestand
eisen worden gesteld aan de beheersing
van de provinciale boezem en van de
polderboezems.
Voor de waterbalans van een gebied
geldt voor de beschouwde periode de
eenvoudige vergelijking toevoer af
voer toename van de in het gebied
geborgen waterhoeveelheid.
Zowel de toevoer als de afvoer als de
fanüt Den Haech regel je woe. Hwant
rounom lei it wer üngelyk en dus soe
men ek üngelyk hannelje moatte. Dit wie
gjin matery foar in sintrael bistjür, mar
hjir moasten de provinsjes, elk op eigen
wize, yn oerliz mei it steatsapparaet de
wegen wize. As der ien ding wie, dat
allinnich troch desentrialisaesje yn goede
banen fierd wurde kin, dan is it wol dit.
Foar üssels wie dit bisiik ek tige lear-
sum, hwant it blykte, dat fan alles, hwat
hjir om en roun dat kearnenfraechstik
publiseard en bipraten is, mar in hiel
lyts bytsje it nationale niveau birikt hat.
Seis ütspraken fan de Steaten wiene foar
har nij, lit stean artikels yn de pleatselike
en provinsiale kranten. It is de earste
kear net. dat wy soks underline. Som
mige fan üs minsken skriuwe har de fin-
gerseinen blau en de kiel prate hja heas,
mar om’t de greate parse gjin oandacht
jowt oan de bütenprovinsjes, as allin
nich byhwannear der hwat pikants of
healwiis of ünfochs üt to hel jen is, wit
men yn brede kringen suver neat fan de
wiere situaesje en de reële miening fan
de minsken hjirre.
Terra incognita, ünbekend lan, skieden
troch in mentale barrière fan de rêst fan
Nederlan, leauwe wy fietsten to gau, dat
de regearing wol goed ynljochte is.
It docht elke kear wer bliken fan net.
Us minsken binne to ynbannich en to
goed fan bitrouwen en hja helpe folie
leaver oaren dan dat hja om help freegje
wolle.
Derom wurde hja al to faek misbrükt en
foar de kroade riden, ek troch lju üt ei
gen folk, dy’t harren brüke as spring-
planke foar har eigen doel.
Wy binne wer in stapke fierder mei dit
bisiik, de hearen hawwe tasein, dat hja
ynkoarten weromkomme om alles fierder
troch to praten.
Hja hawwe field, dat hjir om, syn léste
haldfêst en dat dit folk it wurdich is
om har bistean to skewielen.
Dit bisiik hat üs bimoedige
to farren, der komt klank en
it is net mear de stim fan in roppende
yn de woastyn. Mar oan de oare kant is
it ek wier, dat elk, dy’t stim hat en elk,
dy’t ynfloed hat, dizze lyksa brüke moat
om stjin de stream fan partij of mach
tige ynfloeden yn, to tsjügjen en to pleit-
sjen foar it rjucht fan de mindere man
en de mindere hoeke.
It is op it lést üs eigen hoeke en üs ei
gen folk en op hwa soene hja dan rek
kenje moatte, as wy meimekoar is sitte
lieten.
Er hebben uitvoerige beschouwingen en
berekeningen plaats gevonden over wat
er nu precies moest gebeuren om weer
voor een aantal jaren een bevredigende
toestand te verkrijgen.
Van de zijde van de provinciale water
staat is hierover verschenen het „Rap
port bemaling Frieslands boezem”. Hier
in zijn gegevens verzameld en zijn bere
keningen omtrent de waterbalans opge
steld, waarop hier zeer in het kort even
ingegaan wordt.
Opgemerkt werd reeds dat de Friese boe
zem in de provincie dienst doet als een
reservoir, waarin al het overtollige water,
afkomstig van kwel, regenval, etc. tijde
lijk wordt geborgen. Tijdens een periode
van sterke regenval wanneer de aanvoer
van water naar de boezem groter is dan
de afvoer stijgt de boezemstand. Ver
mindert de regenval dan kan door spuien
en uitmalen de boezemstand weer naar
het normale peil worden teruggebracht.
Dit op en neergaan van de boezem zou
volkomen na te rekenen zijn wanneer
voor iedere dag precies bekend was wat
er op de boezem kwam en wat er afge
voerd werd.
Op grond van wat in het verleden ge
schied is hebben hiernaar uitvoerige on
derzoekingen plaatsgevonden.
Uit deze factoren wordt dus een water
balans opgesteld, d.w.z. een vergelij
king van alle toegevoerde en afgevoerde
hoeveelheden. Hieruit kan dan weer een
theoretische waterbalans worden opge
steld voor een toekomstige regenperiode
waterberging bestaan uit verschillende
componenten.
De waterbalans wordt opgesteld voor het
gehele gebied van Frieslands boezem,
dus voor 320.500 ha.
De factoren welke in deze waterbalans
een rol spelen zijn:
A. watertoevoer:
1. neerslag op het boezemgebied
2. binnendringen van schutwater;
3. kwel en diepe kwel;
4. inlaten van IJsselmeerwater.
B. waterafvoer:
5. verdamping;
6. natuurlijke lozing door de zeesluizen;
7. uitmalen van water door het ir. D. F.
Woudagemaal
8. verlies van schutwater;
9. aftap;
10. kwel.
C. toename waterberging;
11. vermeerdering op de boezem;
12. vermeerdering in de polderleidingen
13. vermeerdering op de veenvaarten;
14. vermeerdering in de bodem;
15. vermeerdering door inundatie.
Beschikbaar Rutjes Athleet II (voorl. 75
p.) Opbr. M. 21/2 jr. 5248 kg. m. 3,84
vet 220 kg boter (327 dagen). Óp-
brengs V.M. 6 jr.5523 kg. m. 3,89%
vet, 234 kg. boter (323 dagen). De stier
munt uit in soort gelijk zijn ouders.
Dekgeld f 6,50. J. de Groot, Witmarsum.
Voor f 2,50 is de motor van Wardenier
in café Dracht te Wolvega thans te be
zichtigen.
De prijs van de ondermelk is gedaald
(op fabriekswaarde) tot ct per liter.
De boeren wordt aangeraden de onder
melk zoveel mogelijk aan het vee te
voeren.
De heer D. v. Egmond, practisch bloem
bollenkweker en vakonderwijzer te Hil-
legom zou te Witmarsum een lezing
houden over bollencultuur. De belang
stelling was zo gering, dat de lezing niet
is» doorgegaan.
Boomplantdag te Exmorra. Door werk
lozen werd de Bolswarderweg met bo
men beplant. De voorzitter van Dorps
belang Johs. de Vries plantte de eerste
boom. De jongste scholier Hendrik
Boschma de tweede.
Algemene dienstplicht ingevoerd in
Duitsland. Men behoeft de toekomst
echter niet duister in te zien. Ook het
nieuwe Duitsland bezit nog nuchter den
kende mannen, die in een nieuwe mo
derne oorlog weinig heil en verbetering
voor hun land zien.
TERRA INCOGNITA
It ünbikende lan, dat wie de Süd-West-
hoeke foar de deputaesje keamerleden,
dy’t fan ’e wike twa fan har drokbisette
dagen bistege hawwe om it terrein ris
to bisjen, hwerop de regearing har ek-
speriminten üthelje wol oangeande de
yndustrialisaesje. Men mei net sa opti-
mistysk wêze, dat hja yn dit jouns- en
moarnsskoft alhiel op ’e hichte komd
binne fan de situaesje fan de Süd-West-
hoeke, mar oan de oare kant is it in
hiele stap foarüt, as men de pleats ris
roun west hat.
In treflik iniriatyf om it safier to krijen
en in foarbyld foar oare groepen om har
minsken ek ris ta sa'n bisyk üt to noeg-
jen. Hwant sil de saek, der’t it om giet
yn in better farwetter komme, dan moat
men foarkomme, dat it in kwestje wurdt
fan ien of twa politike groepen. It is in
algemien bilang en safolle as to birik-
ken is, moatte alle partijen hjiryn bihelle
wurde. Dan wurdt it in algemiene
kwestje en kin men de saken op harren
seis bisjen.
It earste, hwat dizze keamerleden opfoel,
wie wol dat it hjir giet om in diel fan
it lan, d&'t de ófstannen tusken de lib-
bene en florissante plakken sa great bin
ne. Hwat in flaktes, seine hja, hwer’t al
linnich hjir en dér in buorkerij stiet,
hwat in iensumens en hwat in üngeriif
as men hwat mear wol as iten en drin
ken. En it forwündere harren mear as in
bytsje, dat de hiele kontrei tusken Harns,
Snits en de Lemmer net ien inkeld plak
hie, der’t men fan de stipe fan it regear
Van deze factoren zijn er een groot aan
tal die voor de praktische berekeningen
verwaarloosd kunnen worden.
Dat betreft bv. het binnendringen en
verliezen van schutwater; dit is een zo
kleine hoeveelheid dat de waterbalans
hierdoor niet wezenlijk wordt beinvloed.
en diepe kwel spelen nog in
nog in negatieve zin een zoda-
:d dat hiervoor bedragen in
de waterbalans moeten worden opgeno
men. Dit speelt in andere gebieden een
veel belangrijker rol, zo bv. in de Noord-
oostpolder.
Het inlaten van IJsselmeerwater is als
waterhoeveelheid wel belangrijk
L
waterbezwaar. Dit geldt ook voor
wateraftapping naar Groningen en
Noordoostpolder.
Als belangrijke factoren resten dan:
1. watertoevoer: alleen de neerslag;
2. waterafvoer: verdamping en
door sluizen en gemaal;
3. vermeerdering op en buiten de boe-
zem.
Van het gemaal is precies bekend wat
deze af kan voeren; dat is zoals hiervoor
gezegd 5.6 miljoen m3 per etmaal. Van
de zeesluizen is hiervoor ook gezegd dat
gerekend kan worden op gemiddeld 2.8
miljoen m3 per etmaal, dus totaal 8.4
miljoen m3 per etmaal kan geloosd wor-
den.
De capaciteit van deze zeesluizen is be-
1 paald op grond van modelproeven van
het Waterloopkundig Laboratorium te
Delft en van series metingen met stroom-
snelheidsmeters in de sluizen.
De hoeveelheid welke thans afgevoerd
kan worden door de zeesluizen en het
gemaal staat dus precies vast.
Van de neerslag is voor de periode 1900-
1950 precies nagegaan hoe of deze op
alle stations van Friesland geweest is.
Hieruit zijn berekeningen opgesteld om
na te gaan hoe vaak een bepaalde zware
neerslag verwacht kan worden.
Als maatgevend is toen aangehouden een
neerslag welke gemiddeld 1 x per 100
jaar gedurende 7 dagen in de maand de-
cember zal optreden.
Dit betreft een schijf van 64 mm over
geheel Friesland. Aangenomen werd dat
bij een dergelijke hoeveelheid 1 mm
weer zou verdampen. Rest dus een schijf
van 63 mmdit komt voor geheel Fries
land neer op een totaal in de week te
verwerken hoeveelheid van 200 miljoen
m3. Van deze 200 miljoen m3 wordt
door het gemaal en de zeesluizen ca. 60
miljoen m3 afgevoerd. Rest dan nog een
hoeveelheid van 140 miljoen, waarmee
we dus volledig blijven zitten.
Zou er van uitgegaan worden dat de
boezem niet mag stijgen en ook buiten
de boezem niet geborgen mag worden,
zodat deze 1400 miljoen m3 water vol
ledig verwijderd moeten worden, dan
hield dit in de stichting van een gemaal
met 3% maal zo grote capaciteit als het
Woudagemaal heeft.
Dit is natuurlijk niet redelijkenige ber
ging op en buiten de boezem is toelaat
baar.
Wordt deze berging buiten de boezem
40 miljoen, en een berging op de boe
zem eveneens 40 miljoen (stijging tot
50+) dan rest nog een af te voeren hoe
veelheid van 60 miljoen m3, overeen
komende met een uitbreiding van de be-
malingscapaciteit van 6000 m3 per min.
Wordt een iets verdere verbetering ver
langd, dus een berging buiten de boezem
van 10 miljoen, en een berging op de
boezem van slechts 30 miljoen (stijging
tot 40+dan rest een af te voeren hoe
veelheid van 100 miljoen, overeenko
mende met 10.000 m3 per minuut.
De capaciteit van het gemaal is dus ge
heel afhankelijk van de eisen, die men
stelt, maar dat het gemaal er moet komen
is nu wel duidelijk aangetoond.
foar de yndustrialisaesje profvt krije koe.
En dizze forwündering waerd jit greater,
doe’t hja mei eigen eagen seagen, hwat
de lju seis yn Winsum, Makkum, Boal-
sert, Koudum, Bakhuzen, Balk en Walds-
ein en net it minst op De Jouwer, op it
stik fan yndustrialisaesje dien hiene. Hja
biseften, hwat it foar dizze hiele hoeke
bitsjutte, dat der sokke baes-keardels
wiene, dy’t krekt hjirre de lodde yn de
groun stutsen hiene.
In twadde ding, hwat harren opfoel, wie,
dat it tal ynwenners fan dizze plakken
mar sa lyts wie, sjoen de entouraezje.
Steande yn it kreaze doarp Koudum, de
skoallen sjende en de hiele bibouwing,
koene hja net bigripe, dat dit plak jit
gjin twatüzen ynwenners hie. Hja bisef
ten ynienen hoe tin de bifolking oer de
Süd-Westhoeke ütstrutsen wie, trochdat
nou al hündert jier lang der minsken
weigeane, omdat hja hjir gjjn brea for-
tsjinje kinne. En better as hokfoar rap
port of deskundige wurden, toande de
streek seis, hokfoar seine hjir dien wurdt
troch bigjinnende yndustrialisaesje en
hoe bilangryk it is, dat sokke, skoandere
initiativen forsterke wurde en net forget-
ten of forhudüke wurde.
In trêdde opmerking fan de hearen wie,
dat de saek hjir hiel oars laei as yn
oare probleemgebieten. Hjir wie in soun
energike bifolking, dy’t oars net bigeart
as yn eigen kontrei libje en wurkje to
kinnen, dy’t mei greate langst ütsjocht
nei ündernimmers, dy’t it hjir oanpakke
wolle en nei in biwald, dat harren net
fan ’e kaert reaget.
Ien fan de hearen fortelde fan West-
Braban, der’t men wol fabriken hie en
wurk genóch, mar der’t de bifolking de
aerdichheit fan eigen kontrei al kwyt wie
troch it jierrenlang „pendeljen” nei
Rotterdam.
Dér woene se net mear yn eigen streek
bliuwe, folie leaver rüch fortsjinje en
rüch fortarre en büten tasicht en opsicht
yn de greate stêd omsweve. „Was schert
uns Weib, was schert uns Kind” soe
Goethe sizze, dizze minsken hiene de
smaek fan it eigene al lang forlern en de
biningen folslein forbrutsen. Hja wiene
deselde wei gien as greate stikken fan it
Franske plattelan, as motten oanlutsen
fan de greate stêd, it aide fortutearze en
weisakke plattelan oerlittend oan stak
kers en aide minsken. Mar hjir foei it
harren op, hoe eptich, skjin en forsoar-
ge dizze plakken derüt seagen.
In fjirde opmerking wie en dizze sleat
by de foarige oan, dat it winlik in greate
dwaesheit wie, dat men sokke dingen
In de haven van Havana heeft zich een
ernstige ontploffing voorgedaan aan
boord van het met munitie geladen
Franse vrachtschip „La Coubre”
Een aantal opvarenden werd door de
luchtdruk in het water geblazenterwijl
tijdens het blussingswerk een achttal
Brandweerlieden gewond werden. De
materiële schade is enorm.
Op deze telefoto zien we het brandende
schip aan de pier. Op de voor grond een
aantal pas geloste auto’s waarvan er
ook een aantal beschadigd werden.
Een gemiddelde waterstand van 40 a
50+ is dan ook het hoogst toelaatbare
peil.
De schade welke optreedt tengevolge
de schade aan
Naar deze schade
ir. Hei
ig on-
ileken,
en de
schade welke een enkele maal voorkomt
gezamelijk gekapitaliseerd een bedrag
van 25 a 28 miljoen betreft (berekening
van 1951). Dit is uitsluitend bedrijfs
economische schade; hiernaast komt dan
nog de moeilijk in geld uit te drukken
nationaal-economische schade.
En dan is er nog de niet-agrarische
schade, zoals de inundatie van boerde
rijen en woningen, de schade aan wegen
die tevens dienen tot kering van het
boezemwater en beschadiging van ka-
naaloevers. Voorts ontstaan er moeilijk
heden bij de riolering van steden en dor
pen en moeten bij de aanleg van indu
strieterreinen in vele gevallen belang
rijke en kostbare ophogingswerkzaamhe-
den worden uitgevoerd om een voldoend
'igging te garanderen.
blijkt dus duidelijk dat op
nieuw de uitvoering van werken tot ver
betering van de afwatering van Fries
lands boezem noodzakelijk is geworden.
Dit is overigens ook bijzonder logisch,
want zoals hiervoor is betoogd, was in
1913 al gebleken dat het noodzakelijk
was om niet 1 maar 2 gemalen te stich
ten. Bij het verstrekken van de Rijks-
subsidie voor dit gemaal was zelfs de
voorwaarde gesteld dat dit volgende ge
maal er binnen een bepaald aantal jaren
moest komen.