w EEN TWEEDE GEMAAL IS VOOR FRIESLAND NOODZAKELIJK Fan de Martinytoer Tj.deJ. Verdere inpoldering van boezenda nd en verbeterde polderbenialing nopen daartoe STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND Marijkemuoi (Yn Memoriam) Studiefonds der provincie Friesland Gedeputeerde Staten zijn voornemens over te gaan tot het verlenen van bijdra gen uit het Studiefonds der provincie Friesland voor het studiejaar 1960-1961. De bijdragen worden verleend aan on bemiddelde jonge mensen van goede aanleg, die in de provincie Friesland woonachtig zijn en aldaar gedurende de twee voorafgaande jaren woonachtig ge weest zijn. Er kunnen zowel bijdragen worden verleend voor een vakopleiding in de verschillende takken van landbouw en nijverheid, als voor andere studiën. Zij die menen voor een bijdrage in aan merking te komen, moeten zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór 15 april I960, een daartoe strekkend ver zoek bij Gedeputeerde Staten (Tweebaks- markt 52, Leeuwarden) indienen. Aan vraagformulieren zijn ten provinciehuize (bodenkamer) verkrijgbaar. Zilveren filmpjes 2 e week maart 1935. 'O 56e JAARGANG No. 19 DINSDAG 8 MAART I960 De béste spegel is in aide freon. PYT. lozen boe- Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward Administratie- en Redactie-adres: Marktstraat 15' Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335 (K5157) ONTPLOFFING IN DE HAVEN VAN HAVANA watervrije li. Al met al I De kwel positieve nige invloei Bern bringe Jo mei ynlik moed Earbiedich, stil in léste groet. Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie om fuort werklank, waterhoeveelheid wel belangrijk maar geschied juist niet in perioden met groot de de Bolswards Nieuwsblad Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad Marijkemuoi gyng fan üs hinne Hja waerd goed acht en sawntich jier Har wêzen, lyk in strieltsje sinne Biskieden-freonlik, waerm en blier Soe mannich bernlik hertsje winne. Al wenne hja om ütens fier, Marijkemuoi bliek elk to kinnen Troch har jeugdteltsjes op papier. Marijkemuoi hie hiel hwat klanten, Dy fregen har fertroulik rie En griepen mei nocht nei de kranten, Nijsgjirrich hwat hja to sizzen hie. Jierrenlang bleau it kontakt biwarre It bernehertsje smakke skoan Marijkemuoi by alle barren Trof altyd wer de juste toarn. Marijkemuoi koe heech meitelle Omt hja har fül op ’t Frysk talei Fier oer de sechtich de akte helle Hoefolle dogge soks har nei? Hja liet „De Fiifkaert” boartlik springe Dat sellich boekje fris en blank Marijkemuoi, foar alle dingen By it skieden, tige hertlik tank! Marijkemuoi, 't klonk forneamer Neffens de Boargerlike Stan Mefrou R. H. Riemersma-Kramer Lykwols op it Fryske plattelan Soe hja dy namme net bigeare Om’t hja dêrmei bisibbe wie. Marijkemuoi, bern mochten it leare Hwa’t libbensechte ienfald die. In vervolge op ons artikel van verleden week, komen we hier nader terug op de afwateringsproblemen van onze provincie. In de eerste plaats iets over de zeesluizen. De kleinere sluizen, bv. ook in de Zuid Westhoek hebben voor de lozing van het boezemwater vrijwel geen betekenis meer. Slechts bij harde oostenwind en niet te hoge waterstand op het Ijsselmeer doen zij nog wel eens gedurende korte tijd dienst. Op de totale waterhuishouding van Friesland kunnen zij echter verwaarloosd worden. De belangrijkste sluizen zijn die te Dokkumer Nieuwe Zijlen. Hierna volgen de Tsjerk Hiddessluizen. De totale capaciteit van de zeesluizen kan gemiddeld onder normale omstandigheden gesteld worden op de helft van de capaciteit van het Ir. Wouda-gemaal te Lemmer. Het gemaal loost 4000 m3/min. op het Ijsselmeer, overeenkomende met 5.6 miljoen m3 per 24 uur, de afvoer van de zeesluizen is 2.8 miljoen m3/etmaal. Hwat hat Qabe Skroar üs hjoed p p to sizzen De hoofdas van de afwatering van Friesland is wel het Prinses Margrietka- naal. Met hierbij als de voornaamste zij takken de Nieuwe Zwemmer naar Dok kumer Nieuwe Zijlen en het van Harinx- makanaal naar Harlingen. Het is dus zo dat eerst met de zeesluizen wordt geloosd en dat wanneer deze het niet af kunnen het gemaal in werking treedt. Het aantal maaldagen bedraagt gemiddeld 75 per jaar. De vraag doet zich dus nu voor of deze lozingsmid- delen zodanig voldoende zijn dat de boezembeheersing op orde is. In het verleden kwamen vrij frequent ho ge boezemstanden voor. Een voorbeeld van een wel zeer nat jaar in het verle den is wel geweest 1910 met 45 dagen boven 50+67 boven 60—en 127 bo ven 50+. Vanaf het jaar 1880 tot aan de stichting van het Woudagemaal steeg het aantal dagen met hoge boezemstan den gestadig. Na de stichting van het Woudagemaal wordt de toestand aan zienlijk beter, later beginnen er toch ook weer jaren te komen met hoge waterstan den, af gezien van oorlogsomstandigheden die in 1939, 1940 en 1945 een rol ge speeld hebben zijn er ook de jaren 1948, 1951 en tendele ook 1959 met een be hoorlijk aantal dagen met waterstanden boven 50 en 60 De oorzaken hiervan zijn dezelfde als we ook bij de historische beschouwingen tegen gekomen zijn en vindt men iedere keer nadat er weer verbeteringen waren uitgevoerd, waarbij de boezem kleiner wordt door verdere inpoldering van boe- zemland. Daarenboven is het niet zo dat alleen de gemiddelde Friese boezemstand van be lang is; ook de plaatselijke waterstanden zijn uiteraard van belang. Hierbij is de qpwaaiing bepalend. Vooral in het noor den en noordwesten van de provincie heeft deze een ongunstige invloed bij de meest heersende zuidwesten wind. Wel iswaar wordt de opwaaiiing vanuit het zuidwestelijk merengebied beperkt door de sluis te Terhorne en de andere keer- sluisjes, maar desondanks kan de opwaai- ing nog grote vormen aannemen. Het is bepaald geen uitzondering wan neer de waterstanden in het noorden plaatselijk 30 cm hoger zijn dan de ge middelde Friese boezemstand. Daardoor komen ook plaatselijke waterstanden van 80 tot 90+ voor. Een gemiddelde waterstand - 1 - - 1- 1- 1---1. peil. De schade welke optreedt tengevolge van deze boezemstanden is bijzonder hoog. In de eerste plaats is er de landbouwbelangen. Naar dez is nl. in samenwerking met prof, linga uit Wageningen een uitvoeri. derzoek ingesteld. Hierbij is gebl dat de jaarlijks optredende schade i Ook zij, die voor het studiejaar 1959- 1960 in het genot van een bijdrage zijn gesteld, moeten, indien zij voor het ko mende studiejaar opnieuw in aanmerking wensen te komen, een verzoek indienen. Aanvragen, die na 15 april a.s. worden ingezonden, blijven buiten behandeling. met een aan te nemen waterbezwaar. Daarbij kunnen dan tevens ter verbete ring van de waterstaatkundige toestand eisen worden gesteld aan de beheersing van de provinciale boezem en van de polderboezems. Voor de waterbalans van een gebied geldt voor de beschouwde periode de eenvoudige vergelijking toevoer af voer toename van de in het gebied geborgen waterhoeveelheid. Zowel de toevoer als de afvoer als de fanüt Den Haech regel je woe. Hwant rounom lei it wer üngelyk en dus soe men ek üngelyk hannelje moatte. Dit wie gjin matery foar in sintrael bistjür, mar hjir moasten de provinsjes, elk op eigen wize, yn oerliz mei it steatsapparaet de wegen wize. As der ien ding wie, dat allinnich troch desentrialisaesje yn goede banen fierd wurde kin, dan is it wol dit. Foar üssels wie dit bisiik ek tige lear- sum, hwant it blykte, dat fan alles, hwat hjir om en roun dat kearnenfraechstik publiseard en bipraten is, mar in hiel lyts bytsje it nationale niveau birikt hat. Seis ütspraken fan de Steaten wiene foar har nij, lit stean artikels yn de pleatselike en provinsiale kranten. It is de earste kear net. dat wy soks underline. Som mige fan üs minsken skriuwe har de fin- gerseinen blau en de kiel prate hja heas, mar om’t de greate parse gjin oandacht jowt oan de bütenprovinsjes, as allin nich byhwannear der hwat pikants of healwiis of ünfochs üt to hel jen is, wit men yn brede kringen suver neat fan de wiere situaesje en de reële miening fan de minsken hjirre. Terra incognita, ünbekend lan, skieden troch in mentale barrière fan de rêst fan Nederlan, leauwe wy fietsten to gau, dat de regearing wol goed ynljochte is. It docht elke kear wer bliken fan net. Us minsken binne to ynbannich en to goed fan bitrouwen en hja helpe folie leaver oaren dan dat hja om help freegje wolle. Derom wurde hja al to faek misbrükt en foar de kroade riden, ek troch lju üt ei gen folk, dy’t harren brüke as spring- planke foar har eigen doel. Wy binne wer in stapke fierder mei dit bisiik, de hearen hawwe tasein, dat hja ynkoarten weromkomme om alles fierder troch to praten. Hja hawwe field, dat hjir om, syn léste haldfêst en dat dit folk it wurdich is om har bistean to skewielen. Dit bisiik hat üs bimoedige to farren, der komt klank en it is net mear de stim fan in roppende yn de woastyn. Mar oan de oare kant is it ek wier, dat elk, dy’t stim hat en elk, dy’t ynfloed hat, dizze lyksa brüke moat om stjin de stream fan partij of mach tige ynfloeden yn, to tsjügjen en to pleit- sjen foar it rjucht fan de mindere man en de mindere hoeke. It is op it lést üs eigen hoeke en üs ei gen folk en op hwa soene hja dan rek kenje moatte, as wy meimekoar is sitte lieten. Er hebben uitvoerige beschouwingen en berekeningen plaats gevonden over wat er nu precies moest gebeuren om weer voor een aantal jaren een bevredigende toestand te verkrijgen. Van de zijde van de provinciale water staat is hierover verschenen het „Rap port bemaling Frieslands boezem”. Hier in zijn gegevens verzameld en zijn bere keningen omtrent de waterbalans opge steld, waarop hier zeer in het kort even ingegaan wordt. Opgemerkt werd reeds dat de Friese boe zem in de provincie dienst doet als een reservoir, waarin al het overtollige water, afkomstig van kwel, regenval, etc. tijde lijk wordt geborgen. Tijdens een periode van sterke regenval wanneer de aanvoer van water naar de boezem groter is dan de afvoer stijgt de boezemstand. Ver mindert de regenval dan kan door spuien en uitmalen de boezemstand weer naar het normale peil worden teruggebracht. Dit op en neergaan van de boezem zou volkomen na te rekenen zijn wanneer voor iedere dag precies bekend was wat er op de boezem kwam en wat er afge voerd werd. Op grond van wat in het verleden ge schied is hebben hiernaar uitvoerige on derzoekingen plaatsgevonden. Uit deze factoren wordt dus een water balans opgesteld, d.w.z. een vergelij king van alle toegevoerde en afgevoerde hoeveelheden. Hieruit kan dan weer een theoretische waterbalans worden opge steld voor een toekomstige regenperiode waterberging bestaan uit verschillende componenten. De waterbalans wordt opgesteld voor het gehele gebied van Frieslands boezem, dus voor 320.500 ha. De factoren welke in deze waterbalans een rol spelen zijn: A. watertoevoer: 1. neerslag op het boezemgebied 2. binnendringen van schutwater; 3. kwel en diepe kwel; 4. inlaten van IJsselmeerwater. B. waterafvoer: 5. verdamping; 6. natuurlijke lozing door de zeesluizen; 7. uitmalen van water door het ir. D. F. Woudagemaal 8. verlies van schutwater; 9. aftap; 10. kwel. C. toename waterberging; 11. vermeerdering op de boezem; 12. vermeerdering in de polderleidingen 13. vermeerdering op de veenvaarten; 14. vermeerdering in de bodem; 15. vermeerdering door inundatie. Beschikbaar Rutjes Athleet II (voorl. 75 p.) Opbr. M. 21/2 jr. 5248 kg. m. 3,84 vet 220 kg boter (327 dagen). Óp- brengs V.M. 6 jr.5523 kg. m. 3,89% vet, 234 kg. boter (323 dagen). De stier munt uit in soort gelijk zijn ouders. Dekgeld f 6,50. J. de Groot, Witmarsum. Voor f 2,50 is de motor van Wardenier in café Dracht te Wolvega thans te be zichtigen. De prijs van de ondermelk is gedaald (op fabriekswaarde) tot ct per liter. De boeren wordt aangeraden de onder melk zoveel mogelijk aan het vee te voeren. De heer D. v. Egmond, practisch bloem bollenkweker en vakonderwijzer te Hil- legom zou te Witmarsum een lezing houden over bollencultuur. De belang stelling was zo gering, dat de lezing niet is» doorgegaan. Boomplantdag te Exmorra. Door werk lozen werd de Bolswarderweg met bo men beplant. De voorzitter van Dorps belang Johs. de Vries plantte de eerste boom. De jongste scholier Hendrik Boschma de tweede. Algemene dienstplicht ingevoerd in Duitsland. Men behoeft de toekomst echter niet duister in te zien. Ook het nieuwe Duitsland bezit nog nuchter den kende mannen, die in een nieuwe mo derne oorlog weinig heil en verbetering voor hun land zien. TERRA INCOGNITA It ünbikende lan, dat wie de Süd-West- hoeke foar de deputaesje keamerleden, dy’t fan ’e wike twa fan har drokbisette dagen bistege hawwe om it terrein ris to bisjen, hwerop de regearing har ek- speriminten üthelje wol oangeande de yndustrialisaesje. Men mei net sa opti- mistysk wêze, dat hja yn dit jouns- en moarnsskoft alhiel op ’e hichte komd binne fan de situaesje fan de Süd-West- hoeke, mar oan de oare kant is it in hiele stap foarüt, as men de pleats ris roun west hat. In treflik iniriatyf om it safier to krijen en in foarbyld foar oare groepen om har minsken ek ris ta sa'n bisyk üt to noeg- jen. Hwant sil de saek, der’t it om giet yn in better farwetter komme, dan moat men foarkomme, dat it in kwestje wurdt fan ien of twa politike groepen. It is in algemien bilang en safolle as to birik- ken is, moatte alle partijen hjiryn bihelle wurde. Dan wurdt it in algemiene kwestje en kin men de saken op harren seis bisjen. It earste, hwat dizze keamerleden opfoel, wie wol dat it hjir giet om in diel fan it lan, d&'t de ófstannen tusken de lib- bene en florissante plakken sa great bin ne. Hwat in flaktes, seine hja, hwer’t al linnich hjir en dér in buorkerij stiet, hwat in iensumens en hwat in üngeriif as men hwat mear wol as iten en drin ken. En it forwündere harren mear as in bytsje, dat de hiele kontrei tusken Harns, Snits en de Lemmer net ien inkeld plak hie, der’t men fan de stipe fan it regear Van deze factoren zijn er een groot aan tal die voor de praktische berekeningen verwaarloosd kunnen worden. Dat betreft bv. het binnendringen en verliezen van schutwater; dit is een zo kleine hoeveelheid dat de waterbalans hierdoor niet wezenlijk wordt beinvloed. en diepe kwel spelen nog in nog in negatieve zin een zoda- :d dat hiervoor bedragen in de waterbalans moeten worden opgeno men. Dit speelt in andere gebieden een veel belangrijker rol, zo bv. in de Noord- oostpolder. Het inlaten van IJsselmeerwater is als waterhoeveelheid wel belangrijk L waterbezwaar. Dit geldt ook voor wateraftapping naar Groningen en Noordoostpolder. Als belangrijke factoren resten dan: 1. watertoevoer: alleen de neerslag; 2. waterafvoer: verdamping en door sluizen en gemaal; 3. vermeerdering op en buiten de boe- zem. Van het gemaal is precies bekend wat deze af kan voeren; dat is zoals hiervoor gezegd 5.6 miljoen m3 per etmaal. Van de zeesluizen is hiervoor ook gezegd dat gerekend kan worden op gemiddeld 2.8 miljoen m3 per etmaal, dus totaal 8.4 miljoen m3 per etmaal kan geloosd wor- den. De capaciteit van deze zeesluizen is be- 1 paald op grond van modelproeven van het Waterloopkundig Laboratorium te Delft en van series metingen met stroom- snelheidsmeters in de sluizen. De hoeveelheid welke thans afgevoerd kan worden door de zeesluizen en het gemaal staat dus precies vast. Van de neerslag is voor de periode 1900- 1950 precies nagegaan hoe of deze op alle stations van Friesland geweest is. Hieruit zijn berekeningen opgesteld om na te gaan hoe vaak een bepaalde zware neerslag verwacht kan worden. Als maatgevend is toen aangehouden een neerslag welke gemiddeld 1 x per 100 jaar gedurende 7 dagen in de maand de- cember zal optreden. Dit betreft een schijf van 64 mm over geheel Friesland. Aangenomen werd dat bij een dergelijke hoeveelheid 1 mm weer zou verdampen. Rest dus een schijf van 63 mmdit komt voor geheel Fries land neer op een totaal in de week te verwerken hoeveelheid van 200 miljoen m3. Van deze 200 miljoen m3 wordt door het gemaal en de zeesluizen ca. 60 miljoen m3 afgevoerd. Rest dan nog een hoeveelheid van 140 miljoen, waarmee we dus volledig blijven zitten. Zou er van uitgegaan worden dat de boezem niet mag stijgen en ook buiten de boezem niet geborgen mag worden, zodat deze 1400 miljoen m3 water vol ledig verwijderd moeten worden, dan hield dit in de stichting van een gemaal met 3% maal zo grote capaciteit als het Woudagemaal heeft. Dit is natuurlijk niet redelijkenige ber ging op en buiten de boezem is toelaat baar. Wordt deze berging buiten de boezem 40 miljoen, en een berging op de boe zem eveneens 40 miljoen (stijging tot 50+) dan rest nog een af te voeren hoe veelheid van 60 miljoen m3, overeen komende met een uitbreiding van de be- malingscapaciteit van 6000 m3 per min. Wordt een iets verdere verbetering ver langd, dus een berging buiten de boezem van 10 miljoen, en een berging op de boezem van slechts 30 miljoen (stijging tot 40+dan rest een af te voeren hoe veelheid van 100 miljoen, overeenko mende met 10.000 m3 per minuut. De capaciteit van het gemaal is dus ge heel afhankelijk van de eisen, die men stelt, maar dat het gemaal er moet komen is nu wel duidelijk aangetoond. foar de yndustrialisaesje profvt krije koe. En dizze forwündering waerd jit greater, doe’t hja mei eigen eagen seagen, hwat de lju seis yn Winsum, Makkum, Boal- sert, Koudum, Bakhuzen, Balk en Walds- ein en net it minst op De Jouwer, op it stik fan yndustrialisaesje dien hiene. Hja biseften, hwat it foar dizze hiele hoeke bitsjutte, dat der sokke baes-keardels wiene, dy’t krekt hjirre de lodde yn de groun stutsen hiene. In twadde ding, hwat harren opfoel, wie, dat it tal ynwenners fan dizze plakken mar sa lyts wie, sjoen de entouraezje. Steande yn it kreaze doarp Koudum, de skoallen sjende en de hiele bibouwing, koene hja net bigripe, dat dit plak jit gjin twatüzen ynwenners hie. Hja bisef ten ynienen hoe tin de bifolking oer de Süd-Westhoeke ütstrutsen wie, trochdat nou al hündert jier lang der minsken weigeane, omdat hja hjir gjjn brea for- tsjinje kinne. En better as hokfoar rap port of deskundige wurden, toande de streek seis, hokfoar seine hjir dien wurdt troch bigjinnende yndustrialisaesje en hoe bilangryk it is, dat sokke, skoandere initiativen forsterke wurde en net forget- ten of forhudüke wurde. In trêdde opmerking fan de hearen wie, dat de saek hjir hiel oars laei as yn oare probleemgebieten. Hjir wie in soun energike bifolking, dy’t oars net bigeart as yn eigen kontrei libje en wurkje to kinnen, dy’t mei greate langst ütsjocht nei ündernimmers, dy’t it hjir oanpakke wolle en nei in biwald, dat harren net fan ’e kaert reaget. Ien fan de hearen fortelde fan West- Braban, der’t men wol fabriken hie en wurk genóch, mar der’t de bifolking de aerdichheit fan eigen kontrei al kwyt wie troch it jierrenlang „pendeljen” nei Rotterdam. Dér woene se net mear yn eigen streek bliuwe, folie leaver rüch fortsjinje en rüch fortarre en büten tasicht en opsicht yn de greate stêd omsweve. „Was schert uns Weib, was schert uns Kind” soe Goethe sizze, dizze minsken hiene de smaek fan it eigene al lang forlern en de biningen folslein forbrutsen. Hja wiene deselde wei gien as greate stikken fan it Franske plattelan, as motten oanlutsen fan de greate stêd, it aide fortutearze en weisakke plattelan oerlittend oan stak kers en aide minsken. Mar hjir foei it harren op, hoe eptich, skjin en forsoar- ge dizze plakken derüt seagen. In fjirde opmerking wie en dizze sleat by de foarige oan, dat it winlik in greate dwaesheit wie, dat men sokke dingen In de haven van Havana heeft zich een ernstige ontploffing voorgedaan aan boord van het met munitie geladen Franse vrachtschip „La Coubre” Een aantal opvarenden werd door de luchtdruk in het water geblazenterwijl tijdens het blussingswerk een achttal Brandweerlieden gewond werden. De materiële schade is enorm. Op deze telefoto zien we het brandende schip aan de pier. Op de voor grond een aantal pas geloste auto’s waarvan er ook een aantal beschadigd werden. Een gemiddelde waterstand van 40 a 50+ is dan ook het hoogst toelaatbare peil. De schade welke optreedt tengevolge de schade aan Naar deze schade ir. Hei ig on- ileken, en de schade welke een enkele maal voorkomt gezamelijk gekapitaliseerd een bedrag van 25 a 28 miljoen betreft (berekening van 1951). Dit is uitsluitend bedrijfs economische schade; hiernaast komt dan nog de moeilijk in geld uit te drukken nationaal-economische schade. En dan is er nog de niet-agrarische schade, zoals de inundatie van boerde rijen en woningen, de schade aan wegen die tevens dienen tot kering van het boezemwater en beschadiging van ka- naaloevers. Voorts ontstaan er moeilijk heden bij de riolering van steden en dor pen en moeten bij de aanleg van indu strieterreinen in vele gevallen belang rijke en kostbare ophogingswerkzaamhe- den worden uitgevoerd om een voldoend 'igging te garanderen. blijkt dus duidelijk dat op nieuw de uitvoering van werken tot ver betering van de afwatering van Fries lands boezem noodzakelijk is geworden. Dit is overigens ook bijzonder logisch, want zoals hiervoor is betoogd, was in 1913 al gebleken dat het noodzakelijk was om niet 1 maar 2 gemalen te stich ten. Bij het verstrekken van de Rijks- subsidie voor dit gemaal was zelfs de voorwaarde gesteld dat dit volgende ge maal er binnen een bepaald aantal jaren moest komen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1960 | | pagina 1